Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2017, 138082 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2017, 138082 | Beleidsregels |
Financieel beleid gemeente Breda 2017
1 Waardering en afschrijving vaste activa
Investeren Het vastleggen van vermogen1) in een object2) waarvan het nut zich over meerdere jaren3) uitstrekt. Deze investeringen noemt men in de balans materiële vaste activa (in het enkelvoud een actief).
1) Hierbij wordt een minimumgrens gehanteerd van € 50.000
2) Het gaat dus niet om onderzoekskosten, jaarlijks verstrekte bijdragen aan derden e.d.
3) Hierbij wordt een minimale gebruiksduur gehanteerd van 3 jaar.
Onderhoud Het uitvoeren van preventieve of correctieve maatregelen om een object in goede staat (op een vooraf bepaald kwaliteitsniveau) te houden of te brengen, dan wel het vervangen van een onderdeel van een object. Onderhoudskosten worden rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht en mogen niet worden geactiveerd.
NB: Met betrekking tot panden worden functionele aanpassingen en aanpassingen i.h.k.v .
verduurzaming en wet- en regelgeving als investeringen aangemerkt.
Afschrijven De jaarlijkse waardevermindering van een actief i.c. de systematiek om te bepalen voor welke bedragen de investeringsuitgaven ten laste van het jaarlijks exploitatie- resultaat komen.
Kapitaallasten Het geheel van afschrijvingen en rente die over de activa berekend worden en ten laste van het jaarlijks exploitatieresultaat komen.
Economisch nut Investeringen hebben economisch nut indien ze verhandelbaar zijn (er een markt voor is) en/of ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen. Voorbeelden hiervan zijn: zwembad, riolering, tolweg, vuilnisauto’s, computers , stadhuis, schoolgebouwen enz.
Maatschappelijk nut Hierbij gaat het uitsluitend om investeringen in de openbare ruimte: (water)wegen,
viaducten, geluidswallen, parken, openbare verlichting enz. Ze kunnen niet verhandeld worden of middelen genereren.
Soort Actief Afschrijvingstermijn
Grond(aankopen) Geen afschrijving
Aankoop/nieuwbouw bedrijfsgebouwen (waaronder 40 jaren
kantoren, scholen, gymzalen, sportkantines, MFA’s enz.)
Verbouwingen/renovaties/aanbouw 25 jaren
Semi-permanente gebouwen 20 jaren
Wegen, straten en pleinen 30 jaren
Inrichting parkeerterreinen 20 jaren
Inrichting begraafplaatsen 30 jaren
Inrichting woonwagenlocaties 25 jaren
Openbaar groen en water(wegen) 15 jaren
Straatmeubilair en speeltoestellen 10 jaren
Tractiemiddelen: zwaar materieel 15 jaren
Halfzwaar materieel 6-10 jaren
Nieuwe Verkeer Regel Installaties
Parkeermeters en –automaten 10 jaren
Technische installaties gebouwgebonden 25 jaren
Technische installaties niet-gebouwgebonden 10 jaren
Kopieer- en lichtdrukmachines 5 jaren
PC’s, printers en servers 3-5 jaren
Meubilair en inventaris 10 jaren
Automatisering Software 4-7 jaren
Foto- en filmapparatuur 3 jaren
In die gevallen waarin deze tabel geen uitsluitsel geeft, geldt de economische levensduur als norm voor de afschrijvingstermijn.
Indien om moverende redenen afgeweken wordt van de termijnen in deze afschrijvingstabel dient dit vastgelegd te worden in een collegebesluit.
Budgethouder De persoon binnen de ambtelijke organisatie aan wie de verantwoordelijkheid is toegekend voor het aan hem/haar toegewezen product en daaraan toegewezen middelen om financiële verplichtingen aan te gaan en inkomsten te genereren met het oog op de realisatie van de door voorgenomen prestaties in de vastgestelde begroting, dit met inachtneming van het vigerende Mandaatbesluit en Inkoop- en Aanbestedingsbeleid.
(Deel)Deelbudget- De persoon binnen de ambtelijke organisatie aan wie de verantwoordelijkheid
houder is toegekend voor een deel van het aan hem/haar toegewezen product en daaraan toegewezen middelen om financiële verplichtingen aan te gaan en inkomsten te genereren met het oog op de realisatie van de door voorgenomen prestaties in de vastgestelde begroting, dit met inachtneming van het vigerende Mandaatbesluit en Inkoop- en Aanbestedingsbeleid. Een deelbudgethouder kan een deel van zijn/haar toegewezen middelen toewijzen aan een deeldeelbudgethouder.
Prestatieverklaarder De persoon die de materiële controle uitvoert: is er geleverd wat er afgesproken is?.
Artikel 2 Algemene beleidsuitgangspunten
Artikel 3 Verantwoordelijkheden
De (deel)budgethouder is verplicht inkomsten en uitgaven die niet begroot zijn en meer bedragen dan € 100.000 uiterlijk binnen twee weken na het bekend worden te melden bij directeur. De directeur doet hiervan dan uiterlijk binnen een week melding aan de verantwoordelijk bestuurder/college in samenspraak met de gemeentesecretaris. Afhankelijk van besluit/opdracht wordt er wel of wordt er geen begrotingswijziging gemaakt.
Als een afzonderlijk budget niet toereikend is, mag een verplichting toch worden aangegaan wanneer er binnen het product of programma ruimte voor compensatie is. Hierbij moeten de doelstellingen gerealiseerd blijven worden en dient de match tussen structureel en incidenteel in tact te blijven. Incidentele meevallers kunnen daarom niet gebruikt worden om structurele tegenvallers mee op te vangen. Hiervoor is wel vooraf autorisatie noodzakelijk van directie of college. Dergelijke aanpassingen worden (achteraf) via (verzamel)begrotingswijziging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Wijzigingen en (tijdelijke) vervangingen van toegewezen (deel-)budgethouders dienen op een onafhankelijke, achteraf verifieerbare wijze (bij voorkeur digitaal) te worden gedocumenteerd en aan de Administratie ter beschikking te worden gesteld om de mutatie aan te passen in de financiële administratie (bijvoorbeeld door een accordering van de wijziging via een mail door de volgens de programmabegroting op een hoger niveau toegewezen functionaris).
3 Garantie beleid en verstrekte leningen UG
Garantie Een borgstelling van de gemeente Breda ten behoeve van de aanvrager voor een door de aanvrager aan te trekken geldlening.
Aanvrager de aanvrager van de garantie.
Geldgever de instelling , die de geldlening aan aanvrager verstrekt, waarvoor de gemeentegarantie verstrekt.
Geldlener de aanvrager van de garantie die – met behulp van een verleende gemeente garantie een lening heeft verkregen.
Artikel 3 Criteria voor het in behandeling nemen van een garantieaanvraag.
De lening waarvoor garantie wordt aangevraagd heeft een looptijd van maximaal de economische levensduur van de investering die ermee wordt gefinancierd. Er wordt tussentijds afgelost op de lening. De afschrijvingstermijn van de investering is maximaal de termijn die de gemeente hanteert voor dergelijke investeringen.
Artikel 5 Benodigde financiële informatie en financiële toets van een aanvraag
Bij deelgaranties waarbij ook een waarborgfonds is betrokken volgt de gemeente de uitkomst van de toets die het waarborgfonds heeft uitgevoerd en is het niet noodzakelijk de informatie onder 5.1 te verstrekken gevraagd wordt. Aanvullende informatie dient enkel op aanvraag van de gemeente verstrekt te worden.
Artikel 6 Algemene voorwaarden voor gemeentelijke garanties van geldleningen van de gemeente Breda
Algemene voorwaarden bij het verstrekken van gemeentelijke leningen en borgstellingen van geldleningen van de gemeente Breda
Artikel 1 Verplichtingen van de gemeente.
De gemeente doet afstand van alle rechten, bevoegdheden en verweermiddelen bij de wet aan borgen toegekend of nog toe te kennen, in bet bijzonder van die welke de borg te zijner bevrijding zou kunnen ontlenen aan het bepaalde in de artikelen 6:139, 6:154, 7:852, 7:853 en 7:856 van het Burgerlijk Wetboek.
De gemeente Breda zal de borgstellingsverplichtingen nakomen ook indien de aanvrager bij een eventuele herfinanciering een contract sluit met een andere geldgever. In dat geval dient de aanvrager aantoonbaar te maken dat het risico van de gemeente met betrekking tot de verleende garantie vermindert. Er vindt geen looptijdverlenging van de geldlening plaats.
Artikel 2 Verplichtingen van de rechtspersoonlijkheid bezittende derde, die een gemeentelijke garantie lening of borgstelling heeft verkregen, verder te noemen de geldlener.
De bedragen die de gemeente uit hoofde van de gegeven garantie aan de geldgever betaalt, gelden als een onmiddellijk opeisbare schuld van de geldnemer aan de gemeente. Over het onafgeloste gedeelte van deze schuld zal een rente verschuldigd zijn welke gelijk is aan de wettelijke rente. Bij niet-betaling wordt per 31 december van enig jaar de in dat jaar vervallen rente bij de schuld bijgeschreven.
Artikel 3. Verplichtingen van de geldgever.
Indien in de overeenkomst van geldlening een bepaling is opgenomen, dat - bij niet voldoening van de geldlener aan zijn verplichtingen - de gemeente jegens de geldgever in gebreke zal zijn en het achterstallige bedrag en de hoofdsom onmiddellijk opeisbaar worden, zullen dit in gebreke zijn en deze onmiddellijke opeisbaarheid geacht worden niet te zijn ingetreden, wanneer de gemeente zich binnen 30 dagen na ontvangst van de onder III.2 bedoelde kennisgeving schriftelijk bereid verklaart de verschuldigde rente en/of aflossing te voldoen, een en ander onverminderd eventuele bepalingen inzake boete wegens te late betalingen.
Cash management Het beheer van geldstromen en daaruit voortvloeiende saldi en liquiditeitsposities tot één jaar.
Financiële derivaten Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.
Financiering Het aantrekken van de financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.
Kasgeldlimiet Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet beperkt het renterisico op de netto vlottende schuld.
Koersrisicobeheer Het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koers- ontwikkelingen.
Kredietrisicobeheer Het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.
Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode van één jaar.
Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.
Netto vlot. schuld De netto vlottende schuld is het gezamenlijk bedrag van:
Renterisico Mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Renterisiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van het begrotingstotaal van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar. De renterisiconorm beperkt het renterisico op de vaste schuld.
Risicobeheer Dit is een deelfunctie van treasury en omvat alle activiteiten die zich richten op het beheersen van financiële risico’s te weten renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s, intern liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s.
Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op alle bankrekeningen van de gemeente.
Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.
Solvabiliteitsratio Het in een lidstaat voor een financiële onderneming voorgeschreven minimumniveau aansprakelijk vermogen tegenover aangehouden naar risicograad gewogen activum.
Treasury functie Alle activiteiten gericht op het besturen en beheersen van , het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasury functie bestaat uit 4 deelfuncties: cashmanagement, financiering, renterisicobeheer en relatiebeheer.
Uitzetten / beleggen Het tijdelijk toevertrouwen van tijdelijk overtollige middelen aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen.
Valutarisicobeheer Het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.
Artikel 9 Langlopende uitzettingen
Medewerking wordt gegeven aan verzoeken van derden inzake schuldvernieuwing cq aflossing of overige (niet contractueel vastgelegde) wijzigingsvoorstellen met betrekking tot de door de gemeente Breda verstrekte geldleningen indien dit de risicopositie van de gemeente niet verzwaart en niet in strijd is met de overige bepalingen van dit statuut.
Artikel 10 Administratieve organisatie / borging van de functie
De treasury functie is – met uitsluiting van alle andere gemeentelijke onderdelen – verantwoordelijk voor de uitvoering van het cashmanagement, de financiering, belegging van overtollige middelen en het renterisico beheer en houdt toezicht op de inrichting op de bankrekening structuur bij de gemeente Breda.
Artikel 5 Risico gebied: Gebouwen, bezittingen, en materieel
Inventaris objecten die een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen, zeer kwetsbaar zijn, dan wel regelmatig buiten de opstallen worden gebruikt of verblijven kunnen ondergebracht worden onder een specifieke verzekering met gelijktijdige verwijdering van de opstal/inventaris verzekering omwille van het vermijden van dubbele dekking (zie ook punt 27 instrumentenverzekering).
Artikel 7 Risico gebied: arbeidsrisico’s
De programmadirecteuren die specifieke groepen ambtenaren, niet ambtenaren en/of bestuurders onderkennen met een verhoogd arbeidsrisico’s kunnen voor die groepen een ongevallen verzekering / molest verzekering afsluiten. Een risico-analyse en kosten-baten analyse dient hieraan ten grondslag te liggen.
Artikel 8 Risico gebied: Productie en productrisico’s
De programmadirecteuren / gemeentelijke diensten kunnen besluiten de risico’s (materieel evenals de risico’s op vervolgschade) met betrekking tot installaties/ machines onder te brengen onder een machinebreukbedrijfsschade verzekering. Een risico-analyse en kosten-baten analyse dient hieraan ten grondslag te liggen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-138082.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.