Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 (met tarieventabel).

 

Kenmerk: stafafdeling bestuurlijke zaken en middelen

Onderwerp: Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

De raad van de gemeente Brielle;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

gelet op: artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 .

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaatsen

    algemene begraafplaats G.J. v.d. Boogerdwerg 2, Brielle;

    algemene begraafplaats G.J. v.d. Boogerdweg 35, Brielle;

    algemene begraafplaats Dijckpotingen, Vierpolders;

    algemene begraafplaats Wouddijk, Zwartewaal;

  • b.

    graf: een zandgraf of grafkelder;

  • c.

    grafkelder: een betonnen, kunststoffen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden bijgezet of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    bezorgen van as: het bijzetten van een asbus en het verstrooien van as;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • g.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van één lijk van een kind tot en met de leeftijd van twaalf jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van één asbus met of zonder urn met de as van een kind tot en met de leeftijd van twaalf jaar;

    • 3.

      het doen verstrooien van as van een kind tot en met de leeftijd van twaalf jaar;

  • j.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • k.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • n.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • o.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf, een particulier kindergraf of een particulier urnennis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • p.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

Artikel 2. Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstelling.

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk, asbus of urn op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van een stoffelijk overschot dan wel het bijzetten of begraven van de asbus van kinderen die beneden de leeftijd van één maand zijn overleden en die met de overleden moeder in een kist worden begraven.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief.

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Belastingtijdvak.

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing.

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten.

De onderhoudsrechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten.

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijn van betaling.

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na dagtekening van de in artikel 7, lid 2 bedoelde kennisgeving, nota of schriftuur.

  • 2.

    De Algemene termijnwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 12. Inwerkingtreding/citeertitel.

  • 1.

    De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2016’ vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking doch niet eerder dan 1 januari 2017.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2017".

Aldus besloten door de gemeenteraad van Brielle

in de openbare vergadering van 13 december 2016

de griffier,

L.C.M. van Steijn

de voorzitter,

G.G.J. Rensen

 

 

Naar boven