Verordening Derde technische wijziging Legesverordening De Ronde Venen 2017

De raad van de gemeente De Ronde Venen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit vast te stellen de Verordening Derde technische wijziging Legesverordening De Ronde Venen 2017:

Artikel I

De Legesverordening De Ronde Venen 2017 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    In artikel 1, onder c, wordt na ‘volgende kalendermaand’ ingevoegd: , met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is.

     

  • B.

    Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Voor de tekst wordt de aanduiding ’1.’ geplaatst.

    • 2.

      Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

       

      • 2.

        Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • C.

    In artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

     

    • 1.

      Onderdeel b wordt vervangen door:

       

      • b.

        diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

    • 2.

      Onderdeel c vervalt.

       

    • 3.

      Onderdeel d wordt geletterd tot c en komt te luiden:

       

      • c.

        het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwleges) van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers en die voldoet aan door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde voorwaarden.

  • D.

    In artikel 10, onder b, onder 1, wordt ‘onderdeel 1.1.9’ vervangen door: onderdeel 1.1.8.

     

  • E.

    Aan artikel 13 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

     

    • 3.

      De in deze verordening of in bijlagen genoemde bijlage wordt bekendgemaakt door terinzagelegging bij één van de balies in de centrale hal van het gemeentehuis, Croonstadtlaan 111 in Mijdrecht.

  • F.

    Onderdeel 1.1.8 van de tarieventabel vervalt.

     

  • G.

    Onderdeel 1.1.9 van de tarieventabel wordt vernummerd tot 1.1.8.

     

  • H.

    De onderdelen 1.8.2 tot en met 1.8.2.5 van de tarieventabel worden vervangen door:

     

    1.8.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

     

    1.8.2.1

    de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

    € 9,75

    1.8.2.2

    de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

    € 10,20

    1.8.2.3

    een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

    € 9,75

    1.8.2.4

    het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

    € 9,75

    1.8.2.5

    het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

    € 9,75

     

  • I.

    In de onderdelen 1.16.1.2 en 1.16.1.3 wordt ‘… [langer dan vier jaar]’ vervangen door: meer dan vier jaar.

     

  • K.

    De onderdelen 2.3.6 tot en met 2.3.13 van de tarieventabel worden vervangen door:

     

    2.3.7

    Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

     

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 215,15 (3x € 71,71).

     

     

     

    2.3.8

    Aanleggen of veranderen weg

     

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 246,65.

     

     

     

    2.3.10

    Kappen

     

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    2.3.10.1

    1 t/m 5 bomen

    € 85,35

    2.3.10.2

    6 t/m 10 bomen

    € 102,00

    2.3.10.3

    11 t/m 25 bomen

    € 119,20

    2.3.10.4

    Meer dan 25 bomen

    € 139,40

     

     

    2.3.11

    Opslag van roerende zaken

     

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de  gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met artikel 2:10, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

     

    2.3.11.1

    indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

    € 159,60

    2.3.11.2

    indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

    € 505,00.

     

     

     

    2.3.12

    Natura 2000-activiteiten

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 505,-

     

     

     

    2.3.13

    Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

     

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 505,-

     

     

     

    2.3.18.2

    Begroting i.v.m. verklaring van geen bedenkingen ander bestuursorgaan

     

     

    Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

     

     

     

     

    2.8.3

    Verhoging kosten bij bestemmingswijzigingen

     

     

    Het tarief als bedoeld in 2.8.1 en 2.8.2 wordt verhoogd met de voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde (externe) kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld.

     

     

     

     

    2.8.3A

    Indien een begroting als bedoeld in 2.8.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

     

     

     

     

    3.5

    Leefmilieuverordening

     

     

    Vervallen.

     

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, welke dag tevens de datum van ingang van de heffing is, met dien verstande dat de bepalingen die in gevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2017.

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 1)

In onderdeel c is een begripsomschrijving van maand opgenomen die voor 30 en 31 januari niet werkt. Daarom hebben wij een zinsnede toegevoegd, waardoor de maand bij deze startdata eindigt op 28 februari (of 29 februari in een schrikkeljaar).

Artikel 1, onderdeel B (wijziging artikel 2)

In het nieuwe tweede lid van artikel 2 worden de legesbepalingen over de Nederlandse identiteitskaart voor jongeren van overeenkomstige toepassing verklaard op de vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht hun leeftijd. Voor beide groepen heeft de identiteitskaart een geldigheidsduur van 5 jaar.

Artikel 1, onderdeel C (wijziging artikel 4)

Wij hebben een algemene formulering voor wettelijke vrijstellingen opgenomen (nieuw onderdeel b). In verband hiermee vervallen de in artikel 4 opgenomen legesvrijstellingen voor een aanvraag omgevingsvergunning voor milieu-inrichtingen of beperkte milieutoets. Deze zijn wettelijk geregeld in artikel 2.9a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 4.10 Besluit omgevingsrecht.

Ook hebben wij de formulering van de vrijstelling voor een instelling van maatschappelijke, sociale of culturele aard gewijzigd. De bestaande vrijstelling voor een ANBI of SBBI kan door de definitiebepalingen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen een ruimere reikwijdte hebben dan wij wenselijk vinden. Wij kunnen voorwaarden stellen om in aanmerking te komen voor een aanwijzing als zodanige instelling.

Artikel 1, onderdelen D, F en G (wijziging artikel 10 en onderdelen 1.1.8 en 1.1.9 tarieventabel)

De tariefbepaling over het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand is achterhaald. Een ambtenaar van de burgerlijke stand kan alleen op verzoek en tegen betaling afschriften of uittreksels uit de registers van de burgerlijke stand verstrekken waarvoor in het Legesbesluit akten burgerlijke stand enkele bepalingen met tarief zijn opgenomen. Na een periode van 50 jaar (overlijdensaktes), 75 jaar (huwelijksaktes) en 100 jaar (geboorteaktes) zijn de aktes van de burgerlijke stand openbaar en gratis te raadplegen in de gemeentelijke, regionale of provinciale archieven. Onderdeel 1.1.8 kan daarom vervallen. In verband met het vervallen van onderdeel 1.1.8 wordt onderdeel 1.1.9 vernummerd tot 1.1.8. De verwijzing in artikel 10 is ook aangepast.

Artikel I, onderdeel E (wijziging artikel 13)

Als in de verordening of tarieventabel wordt verwezen naar een bijlage en het technisch niet mogelijk is deze bijlage in het elektronisch gemeenteblad op te nemen, kan bekendmaking plaatsvinden door terinzagelegging. In de verordening moet dit worden aangegeven (artikel 139, derde lid, Gemeentewet). De terinzagelegging vindt plaats op het gemeentehuis.

Artikel I, onderdeel H (wijziging onderdelen 1.8.2 tot en met 1.8.2.5 tarieventabel)

De tariefbepalingen over vastgoedinformatie zijn geactualiseerd, mede in verband met de Erfgoedwet en de gemeentelijke erfgoedverordening 2016. Aan onderdeel 1.8.2.1 hebben wij toegevoegd dat het tarief per adres of object geldt. Anders zou het mogelijk zijn voor het opgenomen tarief een afschrift van de gehele BAG te ontvangen. Aan onderdeel 1.8.2.3 hebben wij toegevoegd dat het tarief voor een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijk erfgoedregister per aangewezen cultureel erfgoed geldt.

Artikel I, onderdeel I (onderdelen 1.16.1.2 en 1.16.1.3 tarieventabel)

Dit betreft een redactionele aanpassing van de tariefstelling voor aanvragen om een aanwezigheidsvergunning voor een kansspelautomaat voor meer dan vier jaar.

 

Artikel I, onderdeel J, wordt niet gebruikt.

 

Artikel I, onderdeel K (onderdelen 2.3.6 tot en met 2.3.13 tarieventabel)

Onderdeel 2.3.6

Wij hebben de tariefbepalingen voor monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten geactualiseerd in verband met de Erfgoedwet en de gemeentelijke erfgoedverordening 2016.

Onderdeel 2.3.7

Dit onderdeel is niet gewijzigd en alleen voor de overzichtelijkheid in het wijzigingsbesluit opgenomen.

Onderdelen 2.3.8 tot en met 2.3.11

Wij hebben enkele redactionele wijzigingen aangebracht in de tariefbepalingen voor aangehaakte omgevingsvergunningen. Er is geen sprake van inhoudelijke wijzigingen.

Onderdelen 2.3.12 en 2.3.13

Wij hebben de tariefbepalingen over de natuurtoets bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning gewijzigd in verband met de nieuwe Wet natuurbescherming en het gewijzigde Besluit omgevingsrecht. De wijziging houdt verband met de keuze van de wetgever om het aanhaken van de natuurtoets aan een (meervoudige) omgevingsvergunning niet verplicht maar facultatief te maken. Daarom is het deel van de Wet natuurbescherming dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wijzigt (artikel 10.8) niet in werking getreden en heeft een aanvulling van het Besluit omgevingsrecht plaatsgevonden (artikel 2.2aa). De legesbepalingen zijn aan de nieuwe wettelijke bepalingen aangepast.

Onderdeel 3.5

Wij hebben deze bepaling geheel laten vervallen omdat de gemeente De Ronde Venen geen Leefmilieuverordening heeft vastgesteld.

Artikel II

De wijzigingsverordening kan zo spoedig mogelijk na de bekendmaking ervan in het (elektronische) gemeenteblad in werking treden. Daarom hebben wij de inwerkingtreding gesteld op de [eerste] dag na die van de bekendmaking. Dat is tevens de datum van ingang van de heffing. De gewijzigde bepalingen blijven van toepassing op belastbare feiten die zich eerder hebben voorgedaan.

Naar boven