Tweede wijziging Huisvestigingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente De Ronde Venen

De raad van de gemeente De Ronde Venen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel nr. 00043/17 van 29 juni 2017).

 

Gelet op artikel 4 van de Huisvestingswet 2014 en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit

 

de Tweede wijziging Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015, gemeente De Ronde Venen vast te stellen.

Artikel I: Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015, gemeente De Ronde Venen wordt gewijzigd als volgt:

 

  • A.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 8 komt te luiden:

    Economische binding: Een woningzoekende is economisch gebonden als bedoeld in artikel 14 lid 3 van de Huisvestingswet 2014.

     

  • B.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 11 (Groepswonen) komt te vervallen

     

  • C.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 12 t/m 18 worden vernummerd tot lid 11 t/m 17

     

  • D.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 17 komt te luiden:

    Inkomen: Gezamenlijke verzamelinkomens als bedoeld in artikel 2.18 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 […].

     

  • E.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 18 komt te luiden:

    Inkomensgrens van de doelgroep: De grens van de doelgroep volgens Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RTIV). De inkomensgrens wordt jaarlijks aangepast.

     

  • F.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 18 toevoegen:

    Inschrijfduur: De tijd die verstreken is na de daadwerkelijke inschrijving van een woningzoekende in het register van woningzoekenden.

     

  • G.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 29 toevoegen:

    Onttrekken: Hieronder wordt mede begrepen het deels onttrekken van woonruimte in een pand waardoor de gehele woonruimte niet langer geschikt is voor bewoning door een huishouden van dezelfde omvang als waarvoor deze zonder zodanige onttrekking geschikt is.

     

  • H.

    Artikelsgewijze toelichting bij bij lid 29 komt te luiden:

    Deze toevoeging geeft verduidelijking in het geval woonruimte voor een deel wordt onttrokken. Bijvoorbeeld als één of meerdere kamers in een woning worden gebruikt voor hennepteelt.

     

  • I.

    Artikel 1.1 (Begripsbepalingen), lid 29 t/m 43 worden vernummerd tot lid 30 t/m 44.

     

  • J.

    Artikel 2.2.3 (Eisen voor verlening huisvestingsvergunning), lid 2 komt te luiden:

    Het in lid 1 c. genoemde inkomen is niet van toepassing op urgenten met een volkshuisvestelijke indicatie, maatschappelijke indicatie en woningzoekenden die uitgezonderd zijn van de inkomenstoets zoals vermeld in Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, bijlage 1A.

     

  • K.

    Artikelsgewijze toelichting bij artikel 2.2.3, lid 2 komt te luiden:

    Voor bepaalde huishoudens wordt een uitzondering gemaakt op de inkomenstoets die bepalend is toegang tot sociale huurwoningen. Eén van deze uitzondering betreft de statushouders die al waren opgenomen in lid 2 als uitzondering. Voornaamste aanvulling zijn de huishoudens met een bepaalde zorgindicatie, namelijk als er:

    • -

      recht is op verpleging en verzorging van ten minste 10 uur zorg per week gedurende ten minste een jaar (o.g.v. de zorgverzekering ), óf

    • -

      sprake is van een indicatie voor verblijf (o.g.v. de Wet langdurige zorg), óf

    • -

      sprake is van een indicatie voor ADL-assistentie (o.g.v. de Wet langdurige zorg).

  • Een ruimere omschrijving wordt gegeven in de “Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting, bijlage 1A”

     

  • L.

    Artikel 2.2.5 (Intrekking huisvestingsvergunning), lid 1c toevoegen:

    ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede zal worden gebruikt om:

    • -

      uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

    • -

      strafbare feiten te plegen.

  • M.

    Artikel 2.4.1 (Urgent woningzoekenden), lid 3bA Sociale indicatie, b. relatiebeëindiging komt te luiden:

    In geval van relatiebeëindiging, waaronder begrepen: echtscheiding, verbreking geregistreerd partnerschap, verbreking samenlevingscontract en beëindiging samenwoning zonder overeenkomst wordt slechts urgentie verleend, wanneer:

    • -

      de partners gedurende minimaal twee aaneengesloten jaren samen op één adres wo(o)n(d)en en tot minimaal drie maanden voor de aanvraagdatum werd samengewoond; en

    • -

      er minimaal één minderjarig kind in het geding is; en

    • -

      geen van de ouders en/of verzorgers op enigerlei wijze in de woningbehoefte kan of had kunnen voorzien.

  • N.

    Artikel 2.4.1 (Urgent woningzoekenden), lid 3b C. Mantelzorgindicatie 1b en 1c komt te luiden:

    • b.

      de aanvrager dient ingeschreven te staan als woningzoekende;

    • c.

      de aanvrager heeft in de huidige woonsituatie geen huurschulden en heeft geen overlast veroorzaakt;

  • O.

    Artikel 2.4.1 (Urgent woningzoekenden), lid 3bE Maatschappelijke indicatie komt te luiden:

    • 1.

      Huiselijk geweld: woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten, kunnen in aanmerking komen voor een urgentie.

    • 2.

      Uitstroom hulp- en dienstverleningsinstelling: woningzoekenden die dringend woonruimte nodig hebben omdat zij verblijven in een van gemeentewege erkend opvangtehuis in de woningmarktregio of uit een van gemeentewege erkende hulp- en dienstverleningsinstellingen in de woningmarktregio, over wie met betrekking tot de doorstroming naar zelfstandige woonruimte in regionaal of lokaal verband afspraken zijn gemaakt, kunnen in aanmerking komen voor een urgentie.

    • 3.

      Burgemeester en wethouders kunnen afspraken maken met instellingen over een jaarlijks contingent voordrachten voor doorstroming. De afspraken maken onderdeel uit van de huisvestingsverordening.

  • P.

    Artikel 2.4.1 (Urgent woningzoekenden), lid 3bF Statushouders komt te luiden:

    • 1.

      Op grond van de landelijke taakstelling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties huisvest de gemeente statushouders.

    • 2.

      Toewijzing vindt plaats via bemiddeling. Ook na een tijdelijke huisvesting kan toewijzing via bemiddeling plaatsvinden.

  • Q.

    Artikel 2.4.2 (Aanvraag en besluitvorming tot urgentie), lid 3 komt te luiden:

    • a.

      Een aanvraag kan slechts voor één indicatiegrond tegelijk worden ingediend.

    • b.

      Een aanvraag om toekenning van een indicatie voor urgentie waarover in het verleden reeds is beslist, wordt alleen dan in behandeling genomen indien er sprake is van gewijzigde feiten en omstandigheden.

  • R.

    Artikel 2.5.5 toevoegen:

    Indien een huurder een huurovereenkomst voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 271 lid 1 tweede volzin van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is aangegaan, vervalt de inschrijving van die huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet.

     

  • S.

    Artikelsgewijze toelichting bij artikel 2.5.5 komt te luiden:

    Behoud van de inschrijfduur bij tijdelijk huurcontract is bij amendement in de wet opgenomen. Artikel 11b van de doorstromingswet bepaalt dat de gemeenteraad dit in de Huisvestingsverordening moet bekrachtigen.

Artikel II: Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Tweede wijziging Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015, gemeente De Ronde Venen”

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2017.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen, d.d. 29 juni 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven