Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2:9
Veroorzaken van gladheid
1. Het is verboden bij vorst of dreigende vorst water op de weg te werpen, uit te storten of te laten lopen.
2. Het is verboden op een weg een glijbaan te maken of over een dergelijke glijbaan te glijden of sleden te bewegen op plaatsen waar dat gevaar kan opleveren voor de weggebruikers.
3. Het verbod in het eerste of het tweede lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 427, aanhef en onder 4e van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
|
Artikel 2:9
vervallen
|
Artikel 2:10
Winkelwagentjes
1. De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
|
Artikel 2:10
vervallen
|
Artikel 2:12
Openen straatkolken
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
|
Artikel 2:12
vervallen
|
Artikel 2:17
Beschadigen van het ijs
1. Het is verboden:
a. voor het publiek toegankelijke ijsvlakten te beschadigen, te verontreinigen, te versperren of het verkeer daarop op enige andere wijze te belemmeren of in gevaar te brengen;
b. bakens of andere voorwerpen ten behoeve van de veiligheid geplaatst op de onder a bedoelde ijsvlakten te verplaatsen, weg te nemen, te beschadigen of op enige andere wijze het gebruik daarvan te verijdelen of te belemmeren.
2. Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale vaarwegenverordening.
3. Het college besluit wanneer dit artikel van toepassing is en voor welk gebied.
|
Artikel 2:17
vervallen
|
Artikel 2:52
Bespieden van personen
1. Het is verboden zich in de nabijheid van een persoon dan wel een gebouw, woonwagen of woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon dan wel een zich in dit gebouw, deze woonwagen of dit woonschip bevindende persoon, te bespieden.
2. Het is verboden door middel van een verrekijker of enig ander optisch instrument een zich in een gebouw, woonwagen of woonschip bevindende persoon te bespieden.
|
Artikel 2:52
vervallen
|
Artikel 2:4 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken/afbeeldingen of het uitdelen van goederen om niet.
1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen of voor handelsdoeleinden goederen om niet onder het publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken op of aan een beperkt aantal door het college aangewezen wegen of gedeelte daarvan.
|
Artikel 2:4 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken/afbeeldingen of het uitdelen van goederen om niet.
1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen of goederen om niet onder het publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken op of aan een beperkt aantal door het college aangewezen wegen of gedeelte daarvan.
|
5. In afwijking van het vierde lid bestaat een meldingsplicht voor niet- commerciële organisaties. Na melding is flyeren toegestaan in de binnenstad, het stationsgebied en de Westerhaven onder de volgende voorwaarden:
- de organisator van de flyeractie doet tenminste één week van tevoren een melding bij het college;
- het flyeren mag plaatsvinden op maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag, zaterdag en op door of namens het college aangewezen koopzondagen: tussen 12.00 uur en 18.00 uur. Op donderdag en op andere koopavonden tussen 12.00 en 21.00 uur;
- in de Herestraat is flyeren niet toegestaan;
- de organisatie is verplicht in een straal van 50 meter om zijn verspreidingspunt weggegooide flyers op te ruimen.
|
5. In afwijking van het vierde lid bestaat voor de binnenstad, het stationsgebied, de Westerhaven een meldingsplicht voor niet-commerciële organisaties. Na melding is flyeren toegestaan in die gebieden.
De organisatie moet zich houden aan de voorschriften die het college stelt in het belang van de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu.
|
Artikel 2:47 Verboden drankgebruik
1. Het is verboden op of aan de weg of op openbaar water alcoholhoudende drank te nuttigen indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken.
|
Artikel 2:47 Verboden drankgebruik
1. Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op of aan de weg of op openbaar water alcoholhoudende drank te nuttigen indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken.
|
Artikel 2:54 Verontreiniging door honden
4. De geboden genoemd in het eerste en vierde lid gelden niet voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden.
|
Artikel 2:54 Verontreiniging door honden
4. De geboden genoemd in het eerste en derde lid gelden niet voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden.
|
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
1. Het is verboden met een voertuig te rijden door of deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook.
2. Dit verbod is niet van toepassing:
a. op de weg;
b. op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid;
c. op voertuigen, waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd.
3. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
|
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
1. Het is verboden met een voertuig te rijden door of deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook.
2. Dit verbod is niet van toepassing:
a. op wegen in de zin van de Wegenverkeerswet 1994;
b. op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid;
c. op voertuigen, waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd.
3. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
|
Artikel 6:2 Toezichthouders
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:
a. de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken;
b. de Milieudienst;
c. de Hulpverleningsdienst;
d. de dienst Onderwijs Cultuur Sport en Welzijn;
2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast.
|
Artikel 6:2 Toezichthouders
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.
|