Artikel 1 Begripsbepaling
1. Alle begrippen, die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.
2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. De wet; de Participatiewet
b. Schoolgaand kind: ten laste van de aanvrager komend kind dat voortgezet (speciaal) onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs of praktijkonderwijs volgt voor wie de verplichting tot geregeld schoolbezoek, als bedoelt in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt;
c. Peildatum: datum van aanvraag;
d. Inkomen: het netto inkomen zoals bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet;
e. Schooljaar: de periode van september t/m juni.
f. Schuldenregeling: een minnelijk traject of wettelijk traject (WSNP)
g. Schoolactiviteiten: kosten als de ouderbijdrage, kosten voor lesmateriaal (bijvoorbeeld gereedschap of verplichte kleding) abonnementskosten openbaar vervoer of schoolgeld.
Artikel 2 Belanghebbenden
1. Tot de doelgroep behoren ouders met schoolgaande kinderen uit de gemeente Twenterand met een inkomen dat het norminkomen van 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, exclusief vakantiegeld, niet overschrijdt en geen in aanmerking te nemen vermogen hebben.
2. In afwijking van lid 1 geldt voor zelfstandigen dat zij een BBZ-uitkering levensonderhoud hebben of een laatst vastgesteld inkomen d.m.v. een inkomensverklaring van de belastingdienst (IB60-verklaring) of de laatste definitieve aanslag van de belastingdienst, dat het norminkomen van 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, exclusief vakantiegeld, niet overschrijdt.
3. Tot de doelgroep behoren tevens ouders met schoolgaande kinderen uit de gemeente Twenterand met een schuldenregeling zoals bij de Stadsbank Oost Nederland of in het kader van de WSNP.
Artikel 3 Vermogen
1. Bij het vaststellen van het vermogen zijn de volgende bepalingen van toepassing:
a. Het vermogen op de peildatum is bepalend;
b. Het vermogen wordt op dezelfde manier vastgesteld als gebruikelijk is bij de uitvoering van de wet;
c. In afwijking van het gestelde onder b, blijft het vermogen in de woning geheel buiten beschouwing;
d. Indien het vermogen van belanghebbende het bescheiden vermogen overstijgt bestaat geen recht op een bijdrage op basis van het schoolpakket.
Artikel 4 Fiets
1. Belanghebbende met kinderen die de overstap maken van de basisschool of internationale schakelklas naar het voortgezet onderwijs kan per kind eenmalig een bijdrage ontvangen voor een fiets.
2. De hoogte van de bijdrage bedraagt eenmalig € 350,00 per schoolgaand kind.
3. De bijdrage moet op een vastgesteld aanvraagformulier worden aangevraagd.
4. Bij de aanvraag dient een offerte met betrekking tot de te maken kosten te worden ingeleverd óf een nota of betaalbewijs met betrekking tot de gemaakte kosten.
Artikel 5 Financiële bijdrage
1. Belanghebbende met schoolgaande kinderen kan in aanmerking komen voor een financiële bijdrage voor kosten die voortvloeien uit schoolactiviteiten die schoolgaande kinderen hebben.
2. De hoogte van de bijdrage bedraagt €180,00 per schooljaar per schoolgaand kind dat voortgezet onderwijs volgt.
3. De hoogte van de bijdrage bedraagt €200,00 per schooljaar per schoolgaand kind dat middelbaar beroeps onderwijs volgt.
4. De bijdrage moet op een vastgesteld aanvraagformulier worden aangevraagd en dat kan één keer per schooljaar.
5. Een aanvraag kan alleen gedurende het lopende schooljaar worden ingediend.
6. Bij de aanvraag dient een bewijs van betaling met betrekking tot gemaakte kosten te worden ingeleverd.
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Schoolpakket Gemeente Twenterand.
2. Deze beleidsregels treden onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels Schoolpakket Gemeente Twenterand welke zijn vastgesteld op 12 juli 2016 in werking op de dag na datum van bekendmaking.