Wijziging CAR-UWO met betrekking tot de invoering van het individueel keuzebudget, gemeente Waterland

Op 10 januari 2017 heeft het College van B&W de wijzigingen in de CAR-UWO met betrekking tot de invoering van het individueel keuzebudget vastgesteld.

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2017.

 

De integrale tekst van de CAR-UWO vindt u onderaan dit elektronisch gemeenteblad. Daarnaast kunt u de CAR-UWO vinden op www.waterland.nl via "bestuur en organisatie" en "wet- en regelgeving"'. U kunt ook kijken op www.overheid.nl. Daarnaast ligt de regeling ter inzage tijdens de openingstijden van het gemeentehuis en ontvangt u op verzoek een afschrift.

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

 

overwegende dat lokale vaststelling van de wijzigingen in de CAR-UWO met betrekking tot de regeling Individueel Keuzebudget noodzakelijk is;

 

gelet op de artikelen 139 en 160 van de Gemeentewet,

 

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland conform ECWGO/ U201600995 Lbr. 16/053 CvA/LOGA 16/14.

ARTIKEL I  

 

  • A.

    Artikel 3:18a vervalt.

     

  • B.

    Artikel 3:27 wordt inclusief koptekst en nummering gewijzigd in:

    Artikel 3:38 Overgangsrecht hoofdstuk 3 per 1 januari 2016

     

  • C.

    Na artikel 3:26 vervalt de tekst: §5 Individueel keuzebudget (gereserveerd)

     

  • D.

    Na artikel 3:26 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

     

    § 5 Individueel Keuzebudget

     

    Artikel 3:27 Algemeen

    • 1.

      De ambtenaar heeft recht op een Individueel Keuzebudget, hierna te noemen: IKB.

    • 2.

      Het college is beheerder van het IKB.

    • 3.

      Het IKB is een maandelijks, in geld uitgedrukt budget dat de ambtenaar naar keuze kan gebruiken voor de doelen genoemd in artikel 3:29, op de wijze zoals vastgelegd is in deze paragraaf.

     

    Artikel 3:28 Opbouw IKB

    • 1.

      Het IKB wordt per maand opgebouwd en bestaat uit een deel waarover pensioen wordt opgebouwd en een deel waarover geen pensioen wordt opgebouwd.

    • 2.

      Het deel van het IKB waarover pensioen wordt opgebouwd bedraagt:

      • a.

        8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris vermeerderd met de salaristoelagen genoemd in paragraaf 3 van dit hoofdstuk, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 146,65 bij een volledig dienstverband, en

      • b.

        6% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van €145,83 bij een volledig dienstverband, en

      • c.

        1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van €33,33 bij een volledig dienstverband, en

      • d.

        indien en voor zolang hoofdstuk 9a van toepassing is op de ambtenaar, 1% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit voor maximaal 20 jaar geldt, tenzij artikel 9a:9, eerste lid, onderdeel b, van toepassing is.

    • 3.

      Het deel van het IKB waarover geen pensioen wordt opgebouwd bedraagt 0,8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris.

    • 4.

      Indien in een maand het salaris of de salaristoelagen niet volledig zijn uitbetaald dan wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelagen. Ontvangt de ambtenaar in een maand geen salaris dan wordt in die maand geen IKB opgebouwd.

    • 5.

      Indien in een maand het salaris en de salaristoelagen niet volledig zijn uitbetaald op grond van artikel 7:3, tweede lid tot en met vierde lid, dan wordt, in afwijking van het vierde lid van dit artikel, het IKB in die maand berekend op basis van het volledige salaris en de volledige salaristoelagen.

    • 6.

      Het college kan bronnen toevoegen aan het IKB. Een bron kan zijn een persoonlijk budget, voor zover dat in de gemeente bestaat en niet is opgenomen in de TOR zoals omschreven in paragraaf 7 in hoofdstuk 3.

     

    Artikel 3:29 Doelen IKB

    • 1.

      De ambtenaar kan het IKB gebruiken voor:

      • a.

        het kopen van vakantie-uren, tot een maximum van vier maal de aanstellingsduur per week gedurende het kalenderjaar;

      • b.

        extra inkomen door uitbetaling van het IKB tot een maximum van het tot aan de datum van uitbetaling opgebouwde IKB;

      • c.

        het financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de gemeente wordt vergoed en de geldende fiscale regelgeving de besteding van het IKB aan dit doel belastingvrij mogelijk maakt.

    • 2.

      Het college kan de bestedingsdoelen zoals omschreven in het eerste lid aanvullen.

     

    Artikel 3:30

    • 1.

      De ambtenaar kan elke maand een keuze maken om zijn IKB te gebruiken voor een of meerdere van de in artikel 3:29 genoemde doelen. Hij heeft voor deze keuze geen toestemming nodig.

    • 2.

      Het college wijst in verband met de salarisverwerking voor elke maand een uiterste datum aan waarop de ambtenaar zijn keuze kenbaar moet maken.

    • 3.

      Als de ambtenaar geen keuze maakt, of bij zijn keuze slechts een deel van zijn IKB gebruikt, dan wordt het IKB over die maand, of het resterende deel daarvan, gereserveerd. De ambtenaar kan het gereserveerde IKB op een later moment in het lopende kalenderjaar besteden.

    • 4.

      Heeft de ambtenaar na de sluitingsdatum van de salarisverwerking in december nog een resterend IKB dan wordt dit bij de salarisbetaling van die maand uitbetaald.

    • 5.

      Besteding van het IKB kan alleen voor zover het beschikbare budget toereikend is. De keuze voor een doel heeft uitsluitend betrekking op hetzelfde kalenderjaar.

    • 6.

      Bedragen die uit het IKB zijn gebruikt, kunnen niet meer worden teruggestort in het IKB.

     

    Artikel 3:31 Waarde van een vakantie-uur

    Als de ambtenaar kiest voor het kopen van vakantie-uren dan wordt het IKB per vakantie-uur verlaagd met het voor de ambtenaar geldende uurloon in de maand waarin hij de vakantie-uren koopt.

     

    Artikel 3:32 Uitbetaling IKB bij einde dienstverband

    • 1.

      Bij beëindiging van het dienstverband wordt het resterende IKB bij de laatste salarisbetaling aan de ambtenaar uitbetaald.

    • 2.

      Bij overlijden van de ambtenaar wordt in aanvulling op de overlijdensuitkering het resterende IKB uitbetaald aan de nagelaten betrekkingen zoals omschreven in artikel 3:23, tweede lid en derde lid.

     

    Artikel 3:33 Wet- en regelgeving

    • 1.

      Het gebruik van het IKB kan gevolgen hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. De ambtenaar wordt geacht deze gevolgen te kennen.

    • 2.

      Als blijkt dat een bedrag uit het IKB ten onrechte belastingvrij is uitgekeerd doordat de ambtenaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, verhaalt het college de verschuldigde loonheffing of eventuele boetes op de ambtenaar.

    • 3.

      Als een netto voordeel voor de ambtenaar vervalt door wijzigingen van wet - en regelgeving dan wordt dat niet gecompenseerd door het college.

    • 4.

      Alle transacties in het IKB moeten in overeenstemming zijn met geldende wet - en regelgeving.

     

    Artikel 3:34 Vakantietoelage 2016

    • 1.

      De vakantietoelage die de ambtenaar heeft opgebouwd in de periode van juni 2016 tot en met december 2016 op grond van artikel 6:3 zoals dat gold op 31 december 2016 wordt uitbetaald bij de salarisbetaling van mei 2017. Dit bedrag maakt geen onderdeel uit van het IKB.

    • 2.

      Indien de ambtenaar ontslag verleend wordt voor 1 mei 2017dan wordt de opgebouwde vakantietoelage over 2016 uitbetaald bij de laatste salarisbetaling.

     

    Artikel 3:35 Overige bepalingen

    Voor de ambtenaar die werkzaam is in de kunsteducatie en op wie artikel 19b:10 van toepassing is, is artikel 3:28, derde lid, niet van toepassing.

     

  • E.

    § 6 Overgangsrecht komt te luiden, § 7 Overgangsrecht.

     

  • F.

    Na paragraaf 5 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

     

    § 6 Overige individuele keuzemogelijkheden

     

    Artikel 3:36 Verkoop van vakantie-uren

    • 1.

      De ambtenaar kan elk kalenderjaar een verzoek doen om ten hoogste 72 uren bovenwettelijk vakantieverlof te verkopen. Bij een deeltijd dienstverband wordt dit aantal naar rato vastgesteld.

    • 2.

      Een verzoek als bedoeld in het eerst lid wordt toegewezen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten.

    • 3.

      Het college kan regels stellen over de aanvraagprocedure.

    • 4.

      Het bepaalde in artikel 3:31 is van overeenkomstige toepassing.

       

  • G.

    Hoofdstuk 4a vervalt.

     

  • H.

    Artikel 6:3 vervalt.

     

  • I.

    Artikel 6a:7 vervalt.

ARTIKEL II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 10 januari 2017.

Het college voornoemd,

mr. N. van Ginkel MPM

algemeen directeur/gemeentesecretaris

L. Bromet

locoburgemeester

Naar boven