Nota Geluidbeleid

 

 

Aanleiding en doelstelling

Voor u ligt de Nota geluidbeleid van de gemeente Eemnes. Met deze nota geeft de gemeente aan hoe zij met het aspect geluid omgaat. De regels die gelden op het gebied van geluid zijn in diverse wetten vastgelegd, waaronder de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. De wettelijke regels geven echter ook op bepaalde punten een zekere beleidsvrijheid waar door de gemeente invulling aan gegeven kan worden. Middels deze nota wordt dit gedaan.

De nota is vooral bedoeld om de uitgangspunten binnen de gemeentelijke organisatie te verhelderen en ook om het geluidbeleid nog beter te laten aansluiten bij de ambities die de gemeente heeft om een passende geluidkwaliteit te realiseren. De gemeente wil waarborgen dat de geluidbelasting aan de wettelijke randvoorwaarden voldoet en de door haar gewenste geluidniveaus niet worden overschreden. De nota dient verder om de inwoners te laten zien wat de gemeente doet om geluidhinder te beperken.

Reikwijdte en Status

De reikwijdte van de nota betreft de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor geluid. Dit betekent dat in deze nota industrielawaai, het lawaai afkomstig van wegverkeer op gemeentelijke wegen en van horeca en evenementen is opgenomen.

De provinciale wegen en rijkswegen hebben echter ook hun invloed op de gemeente. Evenals de luchtvaart. De provincie Utrecht respectievelijk het Rijk zijn de bevoegde gezagen voor deze geluidbronnen. Deze onderwerpen komen, vanwege hun invloed, in deze nota kort aan de orde.

De Nota Geluidbeleid is een “beleidsregel” in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Een beleidsregel is een algemene regel omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften.

De Nota Geluidbeleid dient onder andere ter invulling van de bevoegdheden met betrekking tot:

  • -

    het vaststellen van hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder;

  • -

    het verlenen van milieuvergunningen en het stellen van maatwerkvoorschriften op grond van de Wet milieubeheer;

  • -

    het verlenen van vrijstellingen en het vaststellen van bestemmingsplannen op grond van de Wet ruimtelijke ordening.

Het gaat hierbij met name om de afweging van belangen en uitleg van wettelijke voorschriften.

Door de beleidsregel vast te stellen is een eenduidig toetsingskader voor geluid beschikbaar. Deze wordt gehanteerd bij het verlenen van een milieuvergunning, de vestiging van bedrijven, de voorbereiding op actualisatie van bestemmingsplannen en het vaststellen van hogere waarden.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt op hoofdlijnen het wettelijke kader beschreven. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 wordt vervolgens per geluidbron beschreven wat de huidige situatie is en wat de beleidsuitgangspunten zijn. Omdat in de gemeente ook een stiltegebied is gelegen wordt in hoofdstuk 6 het geluidbeleid van de provincie voor het stiltegebied Eemland behandeld.

Tot slot wordt in hoofdstuk 7 beschreven hoe de gemeente invulling geeft aan de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere waarden.

2 Wettelijk kader

De belangrijkste wettelijke instrumenten ter voorkoming of vermindering van geluidhinder zijn de Wet geluidhinder, de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer en het Bouwbesluit. Deze worden hierna kort toegelicht.

Wet geluidhinder

De Wet geluidhinder regelt de beheersing van geluidhinder van het wegverkeer, spoorwegverkeer en van gezoneerde industrieterreinen. Voor zijn doorwerking is de wet veelal gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen dient te worden voldaan een de geluidnormen van de Wet geluidhinder. Het wettelijk regime maakt in het algemeen onderscheid tussen bestaande en nieuwe situaties. Voor nieuwe situaties wordt uitgegaan van strengere normen dan voor bestaande situaties.

Toekomstige geluidswetgeving (Swung)

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het voornemen de Wet geluidhinder te vervangen door nieuwe wetgeving. Deels is dit al gebeurd. Deze veranderingen vinden plaats onder de naam Swung, dat staat voor Samen Werken naar de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid. De nieuwe wetgeving wordt door het ministerie gefaseerd vormgegeven en ingevoerd:

• Swung 1: geluidswetgeving voor rijksinfrastructuur. Dit deel van de wetgeving is sinds 1 juli 2012 in de Wet milieubeheer van kracht;

• Swung 2: geluidswetgeving voor provinciale en gemeentelijke wegen en voor gezoneerde industrieterreinen. Deze wetgeving is op dit moment in voorbereiding.

In Swung 1 is voor rijkswegen en hoofdspoorwegen een systeem met geluidproductieplafonds ingevoerd.

Binnen Swung 2 wordt voor provinciale wegen eenzelfde systematiek beoogd. Als het plafond door de groei van geluid benaderd wordt, moeten doelmatige maatregelen door de provincie worden genomen.

Wet milieubeheer

De Wet milieubeheer regelt het verlenen van een milieuvergunning aan een bedrijf. Hierbij worden de gevolgen van het bedrijf voor het milieu door de overheid getoetst. In de vergunning wordt de toegestane geluidproductie vastgelegd. De wet maakt onderscheid tussen vergunningplichtige bedrijven en bedrijven vallend onder een ministerieel besluit (AmvB) (o.a. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en Besluit landbouw).

Tevens is het Swung 1 deel van de geluidswetgeving voor de rijksinfrastructuur opgenomen in de Wet milieubeheer.

Wet ruimtelijke ordening

De wet regelt een zorgvuldige milieuhygiënische afweging bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Het aspect geluid maakt deel uit van deze afweging. Ook situaties die niet onder de Wet geluidhinder vallen, dienen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening bij de milieuhygiënische afweging betrokken te worden.

Bouwbesluit

In het Bouwbesluit zijn prestatie-eisen opgenomen voor de geluidwering van gevels en tussen gebouwen onderling. Het Bouwbesluit maakt hierbij onderscheid tussen bestaande en nieuwe gebouwen. De eisen van het Bouwbesluit zijn alleen van toepassing als er gebouwd of verbouwd gaat worden.

Overige regelgeving

De volgende belangrijke andere regels zijn opgenomen in de volgende wetten:

  • -

    De Wegenverkeerswet maakt het mogelijk om verkeersmaatregelen te treffen zodat de geluidoverlast van het verkeer vermindert (bijv. snelheidsbeperkingen).

  • -

    De Algemene plaatselijke verordening (APV) is een instrument tegen overlast in het openbare gebied.

  • -

    Het Wetboek van Strafrecht stelt het met opzet verstoren van de nachtrust strafbaar.

  • -

    In de Provinciale Milieuverordening Utrecht staan specifieke milieuregels voor de provincie Utrecht. Hierin zijn onder andere stiltegebieden aangewezen. De Provinciale Milieuverordening Utrecht stelt in deze stiltegebieden regels aan activiteiten die de natuurlijke rust zouden kunnen verstoren. Zie voor meer informatie hoofdstuk 6 Stiltegebied Eemland.

    • 1

      Industrielawaai

Situatieschets

Het beleid voor industrielawaai heeft betrekking op de in de gemeente aanwezige bedrijven. Binnen de gemeente zijn op dit moment circa 290 bedrijven aanwezig. Deze bedrijven vallen grotendeels rechtstreeks onder de werking van het Activiteitenbesluit.

De bedrijven bevinden zich grotendeels op de twee bedrijventerreinen die in de gemeente aanwezig zijn. Het betreft:

  • -

    Zuidbuurt: dit is een bedrijventerrein gericht op lokale, arbeidsintensieve, kleinschalige bedrijvigheid. Er zitten met name ambachtelijke bedrijven, een groothandel in bouwmaterialen, een tankstation, gasflessenvulbedrijf en kantoren. Er zijn geen ‘grote lawaaimakers’ gevestigd.

  • -

    Eembrugge: (deels) geluidgezoneerd industrieterrein met grootschalige industrie.. Er zit bijvoorbeeld een asfaltcentrale (Asfaltproductie de Eem) en een betonfabriek (Dyckerhoff Basal Betonmortel). Binnen de geluidzone komen overwegend bedrijfsfuncties voor, maar er zijn ook enkele woningen aanwezig.

De milieuvoorschriften voor bedrijven (ook wel ‘inrichtingen’ genoemd) worden opgelegd volgens twee regimes: door het uitgeven van Wm-vergunningen voor individuele bedrijven óf door de directe werking van regels die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. In het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) is beschreven onder welk van deze regimes een bedrijf valt.

Ter onderbouwing van een vergunningaanvraag dient een akoestisch onderzoek te worden aangeleverd als dit verplicht is of naar de mening van de gemeente relevant is. Wanneer bij een aanvraag of melding akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd, staat dit weergegeven in het Activiteitenbesluit en wordt dit daarnaast ontleend aan art 5.10 van het Inrichtingen-en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb).

De handhaving van de voorschriften in de Wm-vergunningen en het Activiteitenbesluit wordt uitgevoerd op basis van het handhavingsbeleid (Handhavingsbeleid 2015-2018) met bijbehorend prioriteitenmatrix.

Als blijkt dat er klachten zijn wordt in eerste instantie een controle uitgevoerd en geprobeerd het ambtelijk op te lossen. Indien dit niet mogelijk blijkt, wordt het traject van handhaving ingezet.

Beleidsuitgangspunten

Het beleid dat de gemeente ten aanzien van vergunningverlening hanteert sluit voor het grootste deel aan op de huidige werkwijze (zoals hierboven omschreven in de situatieschets). De uitgangspunten die op basis van deze Nota Geluidbeleid worden gehanteerd volgen hierna.

Waarden en voorschriften

Voor de bedrijven die vergunningplichtig zijn worden geluidwaarden en -voorschriften opgenomen in de Wm-vergunning. Voor het bepalen van de waarden wordt de methodiek uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (21 oktober 1998) toegepast. De handreiking heeft geen formele juridische status, maar is opgesteld als hulpmiddel voor overheden bij het voorkomen en beperken van hinder door industrielawaai in het kader van de vergunningverlening en het opstellen van maatwerkvoorschriften. De handreiking bevat richtwaarden voor geluid voor verschillende woonomgevingen: een landelijke omgeving, een rustige woonwijk met weinig verkeer en een woonwijk in de stad en biedt de mogelijkheid om de opgenomen richtwaarden gebiedsgericht verder toe te spitsen op de heersende referentieniveaus in meerdere typen gebieden.

De geluidvoorschriften voor bedrijven die onder de werking van het Activiteitenbesluit vallen, zijn standaard. Ook hier is het echter mogelijk voor specifieke situaties maatwerkvoorschriften (voorheen: Nadere eisen) op te leggen.

Vanuit het oogpunt van bescherming van de gebiedskwaliteit, wordt als grenswaarde in de vergunning de geluidruimte opgenomen die het bedrijf nodig heeft, indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat dit lager ligt dan de richtwaarde. Hierbij wordt uitgegaan van het gebruik van de Best Beschikbare Technieken (BBT). De grenswaarde kan hierdoor dus een aantal dB(A) lager liggen dan de richtwaarden uit de Handreiking industrielawaai.

Pieklawaai

Voor pieklawaai zoals laden en lossen sluit de gemeente aan bij de landelijke regels voor waarden (LAmax). Het maximum niveau voor pieklawaai bedraagt 65/60 dB (LAmax) voor de avond/nacht. Met name supermarkten of tankstations geven overlast vanwege het laden en lossen. Conform de landelijke regels is dit toegestaan in de dagperiode (van 7.00u tot 19.00u). Voor wat betreft het laden en lossen in de avond-/nachtperiode zijn in het Activiteitenbesluit diverse voorschriften opgenomen. Omdat de meeste winkels (maar ook kantoren en horeca enz.) onder het Activiteitenbesluit Milieubeheer vallen, moeten de winkels ook aan de voorschriften van dit besluit voldoen.

Zonebeheer

Bij bedrijventerrein bij Eembrugge is een geluidgezoneerd bedrijventerrein. Zonering in het kader van industrielawaai Wet geluidhinder (Wgh) is het ruimtelijk scheiden van industrieterreinen waarop (grote) lawaaimakers zijn gevestigd enerzijds en anderzijds woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Hiertoe wordt voor een dergelijk bedrijventerrein een geluidzonemodel opgesteld. Het geluidzonemodel voor het geluidgezoneerde bedrijventerrein Eembrugge wordt door de RUD Utrecht beheerd. Dit betekent dat de RUD Utrecht het zonemodel van de geluidzone actueel houdt en hierover adviseert in het kader van vergunningverlening (Wet Milieubeheer), bij bouwaanvragen alsmede in relatie tot ruimtelijke planvorming binnen en in de nabijheid van de geluidzone.

Ruimtelijk beleid

Uitgangspunt van het ruimtelijk beleid van de gemeente is dat woningen en andere

gevoelige bestemmingen zo veel mogelijk worden beschermd tegen geluid. Het

bestemmingsplan vormt het belangrijkste instrument om dit te regelen. De volgende uitgangspunten ten aanzien van geluidhinder worden betrokken bij het opstellen en

actualiseren van bestemmingsplannen:

  • -

    Er wordt ruimtelijk een duidelijke functiescheiding aangebracht tussen bedrijfsactiviteiten en gevoelige functies (zoals wonen);

  • -

    Bij de ontwikkeling of herstructurering van een nieuw bedrijventerrein streeft de gemeente naar een inwaartse (milieu)zonering aan te brengen. Bij inwaartse zonering wordt vanuit de gevoelige functie een beschermende bufferzone gecreëerd. Dit kan tot gevolg hebben dat bij de invulling van een bedrijventerrein minder belastende activiteiten op kleine afstand en meer belastende activiteiten op grotere afstand worden toegelaten.

Bij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein heeft de gemeente nadrukkelijk aandacht voor de verkeersaantrekkende werking van bedrijven en de hinder van transport op de gevels van woningen langs de ontsluitingsroutes.

Verkeerslawaai

Situatieschets

Ten westen direct langs de woonkern Eemnes is de A27 gelegen. Ten zuiden van de gemeente ligt de A1.

De kern wordt ontsloten door de autosnelweg aansluiting A27 Eemnes/Laren en verder door de Wakkerendijk richting de A1. De woonwijken worden ontsloten door de Noordersingel, de Stadswijkersingel, de Zuidersingel, de Laarderweg en de Verlegde Laarderweg. Deze wegen hebben bijna allemaal een maximaal toegestane snelheid van 50 km/uur, behalve de Laarderweg (30 km/uur), de Verlegde Laarderweg (60 km/uur) en het laatste stuk van de Wakkerendijk N221 (buiten de bebouwde kom)..

De kern van Eembrugge wordt ontsloten door de autosnelweg A1 en de N414 (Bisschopsweg). De N414 is een provinciale weg waarop de maximaal toegestane snelheid 80 km/uur is.

Daarnaast hebben alle polderwegen een maximaal toegestane snelheid van 60 km/uur en zijnalle overige wegen in Eemnes 30 km/uur zones.

Op grond van de Wet geluidhinder hebben wegen een geluidzone, met uitzondering van 30 km-wegen. Indien binnen deze zone geluidgevoelige bestemmingen worden ontwikkeld dienen zij te worden getoetst aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder. Daarnaast moet worden getoetst aan de Wet Geluidhinder als een weg wordt aangelegd of wordt gewijzigd.

Beleidsuitgangspunten

Er is een aantal mogelijkheden om via het beleid van de gemeente invloed uit te oefenen om de geluidhinder door verkeer te beperken. In deze paragraaf wordt de inzet die gemeente hiervoor pleegt beschreven.

Verkeersbeleid

Het laatste Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) heeft een looptijd van 2011 t/m 2014. Dit GVVP wordt in 2017 geactualiseerd. Het verkeersmodel dat wordt gehanteerd is van 2014.

Er wordt een verkeerskundig onderzoek uitgevoerd naar de alternatieve ontsluitingsmogelijkheden voor de Zuidbuurt. Hierbij dienen de effecten voor geluid te worden meegenomen en de gevolgen daarvan voor de overige wegenstructuur.

Onderhoud en reconstructie van gemeentelijke wegen

Uitgangspunt bij (grootschalig) onderhoud en reconstructie van gemeentelijke wegen is dat onderzocht wordt of er mogelijkheden zijn om een stiller wegdektype toe te passen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat er veel klinkerwegen aanwezig zijn die als beeldbepalend worden beschouwd. Om tot een goede afweging te komen zal overleg plaatsvinden tussen de afdelingen Openbare Ruimte, Ruimtelijke Ordening en Milieu over de geplande onderhouds- en reconstructiewerkzaamheden. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn de hoogte van de geluidbelasting, de verwachte groei van het verkeer, de mogelijkheden om een relevante geluidreductie te halen met maatregelen aan de bron (als de geluidafname groter is dan 2 dB binnen de bebouwde kom), constructieve en financiële mogelijkheden. Bij wegen die in de nabijheid van de A27 en A1 zijn gelegen levert dit onvoldoende winst op, omdat daar het geluid van de A27/A1 maatgevend is (overheerst).

Geluid bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

Juist bij nieuwbouwplannen (zowel groot als kleinschalig) kan verkeersgeluid één van de belangrijkste factoren zijn die belemmerd werken voor de ontwikkeling. De gemeente hanteert het beleid dat voorafgaand aan alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen akoestisch onderzoek wordt uitgevoerd (ook bij 30-km wegen, hoewel dit formeel volgens de Wet geluidhinder (Wgh) niet verplicht is), zodat de gevolgen van het verkeer voor de geluidkwaliteit in een vroeg stadium in beeld gebracht kunnen worden. Dit onderzoek wordt betrokken bij het opstellen van het stedenbouwkundig ontwerp en het realiseren van voldoende akoestische kwaliteit. De milieumedewerkers zullen vanaf de start van iedere ruimtelijke ontwikkeling/ruimtelijk besluitvormingsproces meedenken over kansen en bedreigingen en voor zover mogelijk vanuit hun deskundigheid bij het proces betrokken blijven.

Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB Lden kan worden voldaan is het op grond van de Wgh mogelijk om hogere waarden vast te stellen. In hoofdstuk 7 is uiteengezet welk beleid de gemeente hiervoor hanteert.

Voor een goed ontwerp van een ruimtelijke ontwikkeling wordt reeds in een vroeg stadium geluiddeskundigheid betrokken. De overige mogelijkheden om in het ontwerp en de bebouwing rekening te houden met geluid zijn weergegeven in onderstaande figuur.

Provinciale wegen

Binnen de gemeente zijn de Bisschopsweg (N414) en het laatste stukje Wakkerendijk (N221), buiten de bebouwde de enige provinciale wegen. De provincie voert het beleid dat bij onderhoud van provinciale wegen het gebruik van stil asfalt nadrukkelijk wordt overwogen. Inzet is een reductie van gemiddeld 2 à 3 dB. Andere bronmaatregelen, die ingrijpen in de verkeersstructuur stuiten vaak op verkeerskundige bezwaren, zoals vermindering van de doorstroming van het doorgaande verkeer. Bij veel provinciale wegen (buiten de bebouwde kom) liggen woningen vaak verspreid en dicht tegen de weg aan. Afschermende maatregelen (het plaatsen van schermen) is een oplossing die vaak niet haalbaar is vanwege de hoge kosten en de vele aansluitingen van woningen.

Rijkswegen

Rijkswaterstaat (RWS) is wegbeheerder en bevoegd gezag van de rijkswegen A1 en A27.

Door het Ministerie wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar de bereikbaarheid van de Oostkant van Amsterdam. De scope van dit onderzoek betreft het traject van de A1 van Naarden tot Amersfoort en ook het deel van de A27 tussen knooppunt Eemnes en de Waterlandse weg. Hierbij zijn drie provincies en twee regio’s betrokken. Op dit moment weten we nog niet waar dit onderzoek toe zal leiden. In ieder geval wordt er geluidoverlast ervaren van de beide autosnelwegen.

Vliegverkeer

De gemeente ontvangt zo nu en dan signalen dat er overlast is van vliegverkeer van Schiphol. De normstelling voor Schiphol is o.a. verankerd in het LVB (Luchthaven verkeersbesluit Schiphol) onder de Wet Luchtvaart. De gemeente heeft geen wettelijke middelen of bevoegdheden om deze geluidbron te reguleren.

Bij klachten over vliegtuiglawaai kunnen bewoners het beste zelf actie ondernemen via www.bezoekbas.nl of de BAS klachtenlijn (020) 601 5555. De meldingen worden geregistreerd en tellen mee in de statistiek.

De gemeente onderhoudt wel contacten met de provincie over eventuele mogelijkheden om de belangen van de gemeente bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de sector te behartigen.

Sluipverkeer

Bijna alle Eemlandgemeenten hebben last van sluipverkeer en dus van een hogere geluidsbelasting. Doordat de rijkswegen (A1, A27) vollopen en zolang het Rijk deze wegen niet op orde heeft, wijkt verkeer uit naar de provinciale en gemeentelijke doorgaande wegen. Dit probleem is bij de afdeling verkeer gesignaleerd en er wordt op gemeentelijk niveau naar oplossingen gezocht om het sluipverkeer te weren. Ook is er in regionaal verband, in samenwerking met andere partijen, momenteel een aantal maatregelen genomen. De nieuwe ontwikkelingen van Rijkswaterstaat (RWS) zoals de verbreding en aanpassing van de A27 en de A1 en verbeterde bereikbaarheid van Almere zullen vermoedelijk wel leiden tot een ontlasting van het onderliggende wegennet.

Het sluipverkeer heeft lokaal invloed op de geluidbelasting langs wegen. Vanuit het vakgebied milieu zullen de ontwikkelingen echter worden gevolgd en indien nodig wordt het onderwerp aan de orde gesteld.

Horeca en evenementen

Naast wegverkeerslawaai en industrielawaai, kunnen horecabedrijven en buitenevenementen binnen de gemeente ook een bron van geluidoverlast zijn. De uitgangspunten die de gemeente hanteert om overlast hiervan tegen te gaan worden hierna beschreven.

Situatieschets

Op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) gelden standaard eisen aan horeca-, sport- of recreatie inrichtingen. In ‘maatwerkbepalingen’ kunnen ter beperking van geluidoverlast, voorschriften worden opgenomen zoals het laten plaatsen van een volumebegrenzer op de muziekinstallatie, het gesloten houden van ramen en deuren (behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen), voorschriften over terrassen en gedragsregels. Het opleggen van maatwerkvoorschriften gebeurt meestal nadat er klachten zijn binnengekomen of zijn geconstateerd omtrent geluidoverlast.

Om overlast te beperken zijn de sluitingstijden ook van groot belang. Horecabedrijven mogen op grond van de APV van zondag tot en met donderdag open zijn tot 01.00 uur. Van vrijdag tot en met zaterdag tot 02.00 uur. Verder houdt de gemeente in het vestigingsbeleid voor horecaondernemingen rekening met de eventuele overlast op omwonenden. Dit komt in de bestemmingsplannen tot uiting.

Individuele en collectieve festiviteiten bij horecabedrijven

De landelijke wet- en regelgeving biedt de ruimte om bedrijven de mogelijkheid te bieden om op een hiervoor vastgesteld aantal dagen niet aan de standaard geluidnormen uit het Barim te hoeven voldoen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in twee typen evenementen/ festiviteiten:

  • -

    (Individuele) festiviteiten behorend tot de inrichting.

  • -

    Algemene (collectieve) festiviteiten aangewezen door de gemeente;

De gemeente kan maximaal 12 individuele én collectieve dagen aanwijzen, waarop door inrichtingen geen melding gedaan hoeft te worden van te houden festiviteiten.

Beleid voor individuele festiviteiten

In de APV van de gemeente Eemnes is vastgelegd dat het houden van individuele festiviteiten per bedrijf op maximaal 4 dagen per jaar is toegestaan. Dit geldt voor zogenaamde ‘individuele festiviteiten’ verbonden aan de inrichting. Een goede communicatie richting burgers over festiviteiten bespaart veel ergernis en hinder.

Van de festiviteiten moet van te voren een melding worden gedaan. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    de melding wordt bij voorkeur 10 dagen van te voren gedaan.

  • -

    ontheffing van de geluidnormen voor individuele festiviteiten wordt verleend tot 00.00 uur. Dit tijdstip kan voor specifieke festiviteiten met maximaal een uur worden verlengd.

Beleid algemene (collectieve) festiviteiten

Het activiteitenbesluit biedt het college de mogelijkheid om dagen voor collectieve festiviteiten aan te wijzen waar horeca, recreatie en sportinrichtingen zijn vrijgesteld van de geluidnormen. Op deze dagen hoeft daarvan niet vooraf melding te worden gemaakt. In Eemnes komt Koningsdag daarvoor in aanmerking.

Vrijstelling van de geluidnormen op deze dagen heeft alleen betrekking op geluid binnen de inrichting en dus niet op de gemeenschappelijke podia. Voor deze podia dient een aparte evenementenvergunning (zie hierna) te worden aangevraagd.

Voor de festiviteiten van de inrichtingen op deze collectieve dagen gelden dezelfde eindtijden als voor de evenementen op de buitenpodia waarvoor een vergunning moet worden aangevraagd.

Beleid evenementen

Voor het houden van buitenevenementen met al dan niet versterkte muziek, dient een evenementenvergunning te worden aangevraagd.

Evenementen mogen een maximale geluidbelasting veroorzaken van 80 dB(A) op de dichtstbijzijnde gevel, of bij het ontbreken van een gevel, op 50 meter afstand. De eindtijd voor evenementen is zondag tot en met donderdag 00.00 uur en van vrijdag tot en met zaterdag 01.00 uur.

De evenementen in Eemnes vinden bijna allemaal plaats op het evenemententerrein. Het evenemententerrein ligt dicht bij het stiltegebied. Hierdoor worden de normen voor geluid nabij het stiltegebied al snel overschreden. Omdat het evenemententerrein al lange tijd in gebruik is is met de provincie afgesproken dat voor ongeveer 5 evenementen op het evenemententerrein mag worden afgeweken van de richtwaarden voor geluid die in de Provinciale Milieuverordening staan opgenomen voor het stiltegebied. Dit betekent niet dat daarmee de geluidbelasting op het stiltegebied ongelimiteerd is. Er moet worden gestreefd naar een zo klein mogelijke overschrijding van de richtwaarde. Een besluit tot verlening van een evenementenvergunning moet hiertoe een motivering bevatten.

Het grootste gedeelte van het gebied ten oosten van de Wakkerendijk wordt ingenomen door het stiltegebied Eemland. Het houden van evenementen in een stiltegebied is in principe niet mogelijk en is in strijd met de Provinciale Milieuverordening. Ook aan inrichtingen gebonden festiviteiten (waarbij een evenementenvergunning bij de gemeente aangevraagd moet worden) worden niet toegestaan. In uitzonderlijke gevallen kan, naast het aanvragen van een evenementenvergunning bij de gemeente, een ontheffing worden aangevraagd bij de provincie (als beheerder van het stiltegebied).

In 2016 is op verzoek van de gemeente Eemnes een aantal evenementen als uitzondering in de Provinciale Milieuverordening opgenomen en daardoor kan voor deze evenementen ontheffing worden verleend door de provincie. Het gaat hierbij om de gondelvaart en het afspelen van muziek tijdens de sinterklaasintocht op de Eemnesservaart.

Buitengebied en Stiltegebied Eemland

Situatieschets

Het buitengebied van Eemnes heeft een overwegend agrarische functie. Een groot deel van dit gebied is aangewezen als stiltegebied. De provincie wijst deze gebieden aan en is beheerder van deze gebieden. De westelijke grens van het stiltegebied valt vrijwel samen met de Wakkerendijk en de Meentweg. De zuidelijke grens valt ongeveer samen met de Anna-Louwenweg. In het noorden en oosten wordt het gebied begrenst door de Eem en de gemeentegrens in het Eemmeer. In het stiltegebied aan de Eem is de jachthaven ’t Raboes gelegen.

Het provinciale beleid voor de stiltegebieden is er op gericht een aantal stille gebieden te creëren voor de ‘rustzoekende’ mens. In de regio is één stiltegebied (Eemland) begrensd in de gemeenten Bunschoten en Eemnes. Zie de afbeelding op de volgende pagina voor de ligging van het stiltegebied. De provinciale milieu verordening beschrijft de provinciale regelgeving. Deze bevat onderstaande aspecten.

Een stiltegebied bestaat uit:

  • 1.

    een stille kern. In de stille kern is het totale geluidsniveau (exclusief gebiedseigen geluid), gemiddeld over een etmaal, maximaal 40 dB(A)

  • 2.

    een geluidsarm overgangsgebied, dat rondom de stille kern ligt (bufferzone). Hier is het geluidsniveau, gemiddeld over een etmaal, maximaal 45 dB(A)

De stilte in een stiltegebied kan worden verstoord door diverse geluidsbronnen.

Op incidentele verstoringen buiten inrichtingen (bedrijven) zijn de verbodsbepalingen van toepassing. Structurele geluidsbronnen (wegen, bedrijven) hebben eveneens invloed op de stilte, hiervoor zijn in de provincie milieuverordening richtwaarden opgenomen (art. 25 en 26).

Overheden moeten bij besluitvorming rekening houden met de richtwaarden voor geluid. De richtwaarde is 35 dB(A) op 50 meter van de geluidsbron. Dit is lager dan het aanvaardbare totale geluidsniveau. Hierdoor blijft het stil genoeg op plaatsen waar bijvoorbeeld zowel een weg als een bedrijf is gevestigd.

Activiteiten die de stilte negatief beïnvloeden (uitgezonderd de gebiedseigen geluiden zoals geluiden door agrarische bedrijfsvoering), zijn niet toegestaan in de stiltegebieden. In paragraaf 5.2 staat omschreven hoe wordt omgegaan met evenementen en het stiltegebied.

Bedrijvigheid in stiltegebied

Het beleid van de provincie is er op gericht om de geluidsbelasting ten gevolge van menselijke activiteiten in de stiltegebieden onder de waarde van 40 dB(A) te houden. Bedrijven en recreatie-inrichtingen die reeds in het gebied gevestigd zijn, mogen hun (verstorende) activiteiten waarvoor ze een milieuvergunning hebben, blijven verrichten. Uitbreiding van activiteiten is slechts mogelijk indien dit geen extra verstoring oplevert of de verstoring doet afnemen.

Bij de bepaling van deze geluidsbelasting blijven buiten beschouwing de geluiden die het gevolg zijn van in het gebieden passende activiteiten, ook indien zij door mensen worden veroorzaakt.

Webkaart Provincie Utrecht Stiltegebieden

Agrarische activiteiten buiten stiltegebied

In navolging van de regels die gelden voor het stiltegebied wordt voor de rest van het buitengebied, dat grenst aan het stiltegebied, door de gemeente Eemnes de volgende beleidslijn gehanteerd. Doelstelling is om mogelijke overlast die omliggende woningen (of een andere gevoelige bestemming), en natuur- en diersoorten van de agrarische bedrijfsvoering kunnen ondervinden als gevolg van:

  • -

    de normale bedrijfsvoering;

  • -

    activiteiten die vroeg in de ochtend of in de nacht plaatsvinden;

  • -

    uitbreiding van nevenactiviteiten (recreatie en/of toerisme);

  • -

    evenementen in het buitengebied op een agrarisch perceel;

te beperken.

Middels het ruimtelijke traject (bestemmingsplan) en het vergunningentraject kan dit worden gereguleerd.

Bestemmingsplan

Het toetsingskader voor handhaving wordt behalve door de Wm-vergunning of het Activiteitenbesluit geboden door het bestemmingsplan. Hierin is een lijst met toegestane activiteiten opgenomen.

Er is in de bestemmingsplannen buitengebied een goede (limitatieve) lijst opgenomen als bepaalde activiteiten die het karakter van het buitengebied kunnen aantasten in het buitengebied niet gewenst zijn.

Maatwerkvoorschriften

Om de geluidkwaliteit in het buitengebied te kunnen bewaken wordt bij het verlenen van een nieuwe Wm-vergunning of nieuwe melding in het kader van het Activiteitenbesluit, afgewogen of via maatwerkvoorschriften de gebiedsgerichte ambitiekwaliteit voor geluid kan worden voorgeschreven. Of sprake is van een redelijke eis, zal moeten blijken uit onderzoek.

Hiertoe zullen dan ook referentiemetingen moeten worden uitgevoerd om te bepalen wat het geluidniveau van de omgeving is (het zgn achtergrondniveau).

Voor bestaande bedrijven worden de huidige grenswaarden gehandhaafd, ook als deze hoger zijn dan het geluidniveau wat uit referentiemetingen is gebleken.

Hogere grenswaarden

Situatieschets

Sinds de wetswijziging van 1 januari 2007 is de hoofdregel dat de burgemeester en wethouders bevoegd zijn om binnen de grenzen van hun gemeente een hogere waarde vast te stellen. Hierop zijn een aantal uitzonderingen:

Gedeputeerde staten (GS) van de provincie is o.a. bevoegd bij de aanleg of wijziging van een hoofdspoorweg of de aanleg of reconstructie van een weg in beheer bij het Rijk of een provincie. De Minister van I en M is bevoegd in geval het bijvoorbeeld gaat om een verbreding in de zin van artikel 2 Spoedwet wegverbreding; of bij aanleg, wijziging of verbreding van een hoofdweg in de zin van artikel 2 Tracéwet.

Indien een dergelijke hogere waarden procedure door hetzij GS of door de minister van Infrastructuur & Milieu wordt gevoerd, waarbij op het grondgebied van de gemeente hogere waarden zullen worden verleend, zal de gemeente Eemnes zich kritisch beschouwend in dit proces opstellen en waar nodig in overleg treden met de wegbeheerder.

Dit beleidskader omschrijft de situaties waarin door het college hogere waarden kunnen worden vastgesteld in het geval van wegverkeerslawaai. Het beleid is van toepassing op alle wegen, en de directe omgeving daaromheen, uitgezonderd wegen die binnen een woonerf liggen of waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. De directe omgeving is in de Wgh (Wet geluidhinder) en Bgh (Besluit geluidhinder) omschreven in de vorm van zones.

De Wgh biedt de mogelijkheid om voor woningen of andere geluidgevoelige objecten hogere waarden voor geluid vast te stellen wanneer het niet mogelijk is om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. De Wgh geeft de maximale bandbreedte tussen de voorkeurswaarden en maximaal toelaatbare waarden aan. De gemeente kan zelf middels beleid aangeven hoe hier invulling aan gegeven wordt.

Hierbij valt te denken aan:

  • -

    in welke gevallen kunnen hogere waarden worden vastgesteld (de ontheffingscriteria);

  • -

    hoe hoog zijn de waarden die kunnen worden vastgesteld (hoogte van de hogere waarden) en;

  • -

    welke voorwaarden worden hieraan verbonden?

In 7.2. wordt in eerste instantie aangegeven in welke gevallen de gemeente hogere waarden vaststelt, aan de hand van welke regels de hoogte van de hogere waarden wordt bepaald en onder welke voorwaarden, waarna in 7.3 de procedure en de aanvraag voor de hogere waarden worden beschreven.

30-km wegen

De 30 kilometer wegen vormen een afwijkende categorie binnen de Wgh. Formeel kan voor deze wegen geen hogere grenswaarde aangevraagd of verleend worden, omdat ze geen zone hebben. Vanuit de ruimtelijke ordening moet echter wel beoordeeld worden of de geluidbelasting op woningen nabij een 30 kilometer weg voldoet aan de voorkeursgrenswaarde.

Bij nieuwbouw van woningen en reconstructie van wegen is het bij geluidsbelastingen boven de 48 dB aan te bevelen om altijd te bouwen met voldoende geluidwering.

Beleidsregels voor hogere waarden

Indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kunnen hogere waarden worden vastgesteld. De hogere waardenprocedure vereist een zorgvuldige afweging tussen het toe te stane geluidniveau en voldoende bescherming van het woonklimaat. Cruciale punten bij deze procedure zijn:

  • -

    de ontheffingscriteria om deze procedure te kunnen doorlopen

  • -

    het geluidniveau van de hogere grenswaarde

  • -

    de voorwaarden die aan de hogere waarden worden verbonden.

Voor de drie genoemde punten wordt hierna aangegeven wat de uitgangspunten voor de gemeente Eemnes zijn.

De ontheffingscriteriawaaraan voldaan moet worden zijn:

  • 1.

    de woningen vullen een open plaats tussen aanwezige bebouwing op, het gaat hierbij vooral om woningen die worden gebouwd in een planmatige verdichting van de woonbebouwing; of

  • 2.

    de woningen vervullen door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige, akoestisch afschermende functie voor andere woningen waar de voorkeursgrenswaarde reeds wordt overschreden. Onder een doelmatige afscherming verstaan we ten minste 2 dB afscherming voor bestaande woningen of nieuw te bouwen woningen, welke in aantal ten minste de helft van het aantal nieuwe woningen bedraagt (verhouding “nieuwe woningen : bestaande woningen met een reductie van ten minste 2 dB” = 2:1); of

  • 3.

    de woningen bestaan uit vervangende nieuwbouw:

    • i)

      woningen voor woningen: gelijk blijvend aantal woningen of geluid-gehinderden en een gevelbelasting die gelijk blijft of afneemt; of

    • i)

      woningen in plaats van niet-geluidgevoelige functies: indien dit niet leidt tot ingrijpende wijzigingen van de stedenbouwkundige structuur; of

  • 4.

    de woningen liggen verspreid in het gebied buiten de bebouwde kom; of

  • 5.

    de woningen zijn grond- of bedrijfsgebonden, dit zijn bijvoorbeeld (agrarische) bedrijfswoningen of aanleunwoningen bij een zorginstelling; of

  • 6.

    een nieuw aan te leggen weg vervult een zodanige verkeersverzamelfunctie, dat binnen de zone van een andere weg of meerdere andere wegen een lagere geluidbelastingen van woningen wordt bereikt. Netto moet er sprake zijn van een verbetering. Dit betekent dat de totale afname (aantal woningen x afname per woning) groter moet zijn dan de totale toename (aantal woningen x toename per woning).

  • 7.

    de woningen maken onderdeel uit van een uitbreidingslocatie. Een uitbreidingslocatie is een locatie waarbij de nieuw te bouwen woningen onderdeel uitmaken van een dorpsvernieuwingsplan.

De hoogtevan de vast te stellen hogere grenswaarde wordt bepaald aan de hand van onderstaande regels:

  • 1.

    Waarden voor woningen hoger dan 58 dB voor wegverkeerslawaai worden alleen toegestaan bij vervangende nieuwbouw of bij een stadsvernieuwingsplan.

  • 2.

    Bij geluidgevoelige objecten anders dan woningen worden geen hogere waarden vastgesteld hoger dan 58 dB voor wegverkeerslawaai.

  • 3.

    Wanneer sprake is van cumulatie van geluidbelasting dan mag de gecumuleerde geluidsbelasting voor verkeerslawaai Lcum,VL met toepassing van de aftrek van artikel 110g Wgh in beginsel niet hoger zijn dan 63 dB.

Aan een beschikking waarin een hogere grenswaarde wordt vastgesteld, worden voorwaardenverbonden:

  • 1.

    Een hogere grenswaarde wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de mogelijkheden om binnen de voorkeursgrenswaarde te blijven, door het treffen van bron- en overdrachtmaatregelen, zijn uitgeput. Hierbij kan bijvoorbeeld getoetst worden aan het doelmatigheidscriterium.

  • 2.

    Bij een uitbreidingslocatie moet in principe ten minste 90% van de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde(n).

  • 3.

    Iedere woning moet een geluidluwe gevel hebben. Geluidluw betekent een geluidbelasting die kleiner of gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde, ook indien er rekening wordt gehouden met cumulatie.

  • 4.

    Er is ten minste één te openen deel in de geluidluwe gevel aanwezig.

De gemeente kan, indien er fundamentele en gemotiveerde bezwaren van stedenbouwkundige, volkshuisvestelijke, milieuhygiënische (bijv. kan hierbij gedacht worden aan meerdere woningen met een relatief lage hogere waarden i.p.v. een klein aantal woningen met een relatief hoge hogere grenswaarde) of financiële aard zijn, bij hoge uitzondering besluiten dat de voorgaande voorwaarden niet gelden. Hiertoe neemt zij een motivering op bij het besluit tot het vaststellen van een hogere waarde.

Mocht sprake zijn van bezwaren van financiële aard zijn dan zal een kosten-batenanalyse moeten plaatsvinden, waarbij de meerkosten worden aangetoond. Hierbij moet worden gedacht aan het doorrekenen van maatregelen om aan zowel de voorkeurs- als ook de aangevraagde hogere grenswaarde te voldoen. Baten zijn bijv. aantal afgenomen decibellen.

Als het initiatief van het project bij de gemeente ligt en geluidmaatregelen zijn noodzakelijk dan dient hiermee in de grondexploitatie rekening te worden gehouden.

Procedure

Procedure besluitvorming

De procedure voor besluitvorming van het vaststellen van hogere waarden volgt uit de Wgh. In de meeste gevallen is de procedure voor het toestaan van een hogere grenswaarde gekoppeld aan de vaststelling van een bestemmingsplan of een projectbesluit. Initiatiefnemers kunnen ook geheel autonoom, dus niet gekoppeld aan een bestemmingsplanwijziging of projectbesluit, een verzoek om een hogere waarde indienen. Dit kan uiteraard alleen indien de reden voor het verzoek niet in strijd is met het bestemmingsplan. De procedure ziet er als volgt uit:

  • 1.

    Indienen gegevens ten behoeve van hogere grenswaarde besluit (zo mogelijk voorafgegaan door vooroverleg)

  • 2.

    Beoordelen gegevens

    • i)

      Eventueel verzoek om aanvullende gegevens

    • i)

      Inhoudelijke toetsing (door medewerker milieu)

    • ii)

      Opstellen advies (door medewerker RO)

  • 3.

    Ontwerpbesluit

  • 4.

    Inspraak

6 weken

Als de procedure gerelateerd is aan een bestemmingsplanprocedure (of projectbesluit) worden beide ontwerpen tegelijkertijd ter inzage gelegd (conform de procedure uit 3.4 Awb). Het college biedt in beginsel alleen aan belanghebbenden de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.

  • 1.

    Besluit: vaststellen hogere waarden

  • 2.

    Vaststellen bestemmingsplan

  • 3.

    Hogere grenswaarde melden bij kadaster (na besluit of beroepsprocedure)

De milieumedewerker toetst de ingediende akoestische onderzoeken aan dit beleidskader en overige wet- en regelgeving en stelt een inhoudelijk advies op. De medewerker RO

coördineert de procedure (parallel aan de WRO procedure) en adviseert aan de hand van het inhoudelijke advies van milieu het college. Op basis van dit advies neemt het college het besluit tot het vaststellen van hogere waarden.

Benodigde gegevens voor een procedure hogere waarden

De volgende gegevens dienen te worden overgelegd:

  • -

    De hoogte van de hogere waarden in dB;

  • -

    De reden voor de procedure hogere waarden;

  • -

    De rapportage van het akoestisch onderzoek (inclusief onderzochte bron- of overdrachtsmaatregelen);

  • -

    Ruimtelijke onderbouwing;

  • -

    Financiële onderbouwing;

  • -

    Verklaring dat maatregelen getroffen worden om aan het binnenniveau voorgeluidte kunnen voldoen;

  • -

    Een beschrijving, schetstekening en uitvoeringsplan van (eventuele) de geluidafschermende voorzieningen tussen geluidbron en woningen, indien deze voorziening noodzakelijk is om de gevraagde waarden te kunnen waarborgen;

  • -

    Een situatietekening van de onderzoekslocatie met inbegrip van de omgeving waarop alle geluidbronnen zijn weergegeven, alsmede mogelijke wettelijk vastgestelde zone(s) die de onderzoekslocatie overlappen.

De ontheffingscriteria die zijn opgenomen in dit hoofdstuk zijn alleen van toepassing op nieuwe aanvragen vanaf de datum van bekendmaking van deze Nota Geluidbeleid.

8 Tot slot

Met deze Nota Geluidbeleid maakt de gemeente Eemnes inzichtelijk hoe zij met het aspect geluid omgaat. Naast het voldoen aan de wettelijke eisen wordt o.a. ook aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere waarden.

Omdat regelgeving en ontwikkelingen in de mobiliteit en bedrijvigheid niet stil staan, is het wenselijk deze nota na een bepaalde tijd tegen het licht te houden (evalueren) en zo nodig aan te passen. Om deze reden zal de nota in 2019 worden geëvalueerd.

Naar boven