Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Helmond 2017

De raad van de gemeente Helmond

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017;

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid en 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2, 7a, vierde lid en 13, tweede lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

 

gezien het advies van de raadscommissie Bestuur en Economie;

besluit:

  • I.

    Vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Helmond 2017.

  • II.

    In te trekken de Verordening onkostenvergoeding, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 1992, bijlagenummer 255.

  • III.

    In te trekken de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2009, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 september 2009, bijlagenummer 93.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    burgercommissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

  • -

    reglement van orde: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Helmond 2011.

  • -

    computer: een bij raadsbesluit vastgesteld apparaat (computer, tablet of vergelijkbaar apparaat) dat aan raads- en commissieleden in bruikleen wordt gegeven;

Paragraaf 2. Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2. Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid voor burgercommissieleden is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2.

    De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikel 97, eerste lid Gemeentewet voor raads- en burgercommissieleden is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 3.

    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

Artikel 3. Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen deze te betalen uit de aan hun fractie toegekende fractievergoeding.

  • 2.

    Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komen altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking. Raads- of commissieleden dienen hiervoor vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 3.

    De gemeenteraad kan op grond van artikel 13 lid 2 Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.

  • 4.

    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 5.

    In voorkomende gevallen beslist het presidium.

Artikel 4. Computer en internetverbinding

Raads- en burgercommissieleden ontvangen voor hun werkzaamheden een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen en ondertekenen daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

     

Paragraaf 3. Voorzieningen voor wethouders

Artikel 6. Reiskosten woon-werkverkeer

Een wethouder die ingezetene is van de gemeente Helmond, alsmede de wethouder aan wie door de gemeenteraad ontheffing is verleend van de verplichting om ingezetene te zijn van de gemeente Helmond, heeft aanspraak op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder a van het Rechtspositiebesluit wethouders en de hieraan gerelateerde bepaling in de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7. Zakelijke reis- en verblijfkosten

Een wethouder heeft recht op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente gemaakt voor de uitoefening van het ambt, als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders de hieraan gerelateerde bepaling in de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 8. Computer en internetverbinding

Wethouders ontvangen voor hun werkzaamheden een tablet, computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen en ondertekenen daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 9. Communicatieapparatuur

Wethouders ontvangen voor hun werkzaamheden communicatieapparatuur in bruikleen en ondertekenen daarvoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 10. Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebbenaanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 11. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

     

Paragraaf 4. De procedure van declaratie

Artikel 12. Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de vergoeding voor de raadsleden op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 13. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen, of

    • c.

      betaling met een gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling:

    • a.

      door de wethouder ingediend bij de gemeentesecretaris;

    • b.

      door het raads- of commissielid ingediend bij de griffier (voor wat betreft kosten die betaald dienen te worden uit de fractievergoeding wordt verwezen naar de verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2017)

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2017 en werkt, voor wat betreft de artikelen 7 tot en met 12 terug tot en met 6 mei 2014.

  • 2.

    De intrekking van de Verordening onkostenvergoeding werkt terug tot en met 6 mei 2014.

  • 3.

    De intrekking van de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2009 werkt terug tot en met 1 juli 2014.

 

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 27 juni 2017.

De raad voornoemd,

de voorzitter

de griffier

Naar boven