Liggeldverordening woonschepen Maasgouw

 

Wettelijke grondslag

Artikel 149 Gemeentewet

Artikel 156 Gemeentewet

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Maasgouw;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 mei 2017;

Gelet op artikel 149, 156, 228 en 229 van de Gemeentewet;

B E S L U I T

Vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bevoegd gezag: het college van bevoegd gezag van de gemeente Maasgouw;

  • b.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als zelfstandige woning, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak daartoe bestemd is;

  • c.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water dat ingevolge deze verordening door een woonschip met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen;

  • d.

    vergunning: een ligplaatsvergunning zoals bedoeld in de “Woonschepenverordening Maasgouw”.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op de locaties waar woonschepen ingevolge de “Woonschepenverordening Maasgouw” in de haven van Wessem ligplaats mogen nemen.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam “liggeld” wordt een recht geheven voor woonschepen, die ligplaats innemen op de locaties waar met woonschepen ingevolge de “Woonschepenverordening Maasgouw” in de haven van Wessem ligplaats mag worden genomen.

Artikel 4 Belastingplichtige

Belastingplichtig is de eigenaar van het woonschip conform de “Woonschepenverordening Maasgouw”.

Artikel 5 Tarief

Het recht als bedoeld in artikel 3 wordt geheven naar de tarieven, zoals opgenomen in de bij deze verordening in bijlage 1 opgenomen tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.

  • 2.

    Het recht moet worden betaald op het moment van uitreiking van de schriftelijke kennisgeving dan wel, bij verzending van de kennisgeving per post, binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    Het verschuldigde bedrag kan in termijnen worden betaald. Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend.

  • 4.

    In het geval van overdracht van een vergunning en/of woonschip naar een nieuwe vergunninghouder/eigenaar gedurende het lopende belastingjaar, bestaat geen recht op restitutie van het over het gehele belastingjaar betaalde recht.

  • 5.

    Het bevoegd gezag kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en invordering van liggeld.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Liggeldverordening woonschepen Maasgouw".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 juli 2017.

Voorzitter,

S.H.M. Strous

Griffier,

H.M.L. van Soest

Bijlage 1 Tarieventabel bij liggeldverordening woonschepen Maasgouw

Bijlage als bedoeld in artikel 5 van de Liggeldverordening woonschepen Maasgouw.

De tarieven voor het liggeld zijn gebaseerd op de huurbedragen die het Rijksvastgoedbedrijf (hierna: RVOB) hanteert voor de huur van woonschepenlocaties. Het RVOB hanteert een basistarief van € 9,72 per m2/ligplaats (de oppervlakte die de woonboot inneemt) en € 0,23 per m2 overig oppervlaktewater. De voornoemde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 2016.

Tariefberekening:

Oppervlakte woonboten

1.356

Overig oppervlaktewater

9.731

Aantal ligplaatsen

12

Basistarief per m2/ligplaats woonboot (2016)

 € 9,72

 

Basistarief per m2/oppervlaktewater

(2016)

 € 0,23

 

Jaarlijkse indexering huur

2,00%

Afhankelijk van RVOB tarieven

 

 

 

Huurtarief voor 2016:

Huur oppervlakte woonboten

 € 13.180,32

 

Huur oppervlaktewater

€ 2.238,13  

 

Totaal huurbedrag per jaar

 € 15.418,45

 

Huurtarief 2016 per ligplaats

 € 1.285,00

 

 

De door het RVOB gebruikte tarieven kunnen jaarlijks worden aangepast. De aangepaste tarieven zullen worden toegepast om het liggeld voor het betreffende jaar te bepalen. Voor nieuwe gebruikers van de ligplaatsen zullen de RVOB tarieven direct van toepassing zijn; een overgangsregeling is hierop niet van toepassing.

Voor de bestaande vergunninghouders/eigenaren van woonschepen, die vóór de inwerkingtreding van de voorliggende verordening ook al liggeld waren verschuldigd, geldt in het kader van de redelijkheid en de billijkheid een overgangsregeling. Deze overgangsregeling houdt in dat vanaf 1 oktober 2017 tot 1 oktober 2024 het tarief voor het liggeld geleidelijk zal worden verhoogd. Vanaf 1-10-2024 geldt ook voor deze vergunninghouders/eigenaren het volle tarief. De tarieven in het kader van de overgangsregeling luiden als volgt:

Overgangsregeling tarieven liggeld 1 oktober 2017 – 1 oktober 2024 (op basis van het RVOB-prijspeil 2016) 

 

1-10-2017

1-10-2018

1-10-2019

1-10-2020

1-10-2021

1-10-2022

1-10-2023

1-10-2024

Liggeld /jaar

€ 446

€ 597

€ 748

€ 899

Є 1.050

€ 1.201

€ 1.352

€ 1.503

 

 

Naar boven