Negende wijziging Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 26 juni 2017 de negende wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017 hebben vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

De nadere regels worden van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de nadere regels is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

De negende wijziging van de Nadere regels voor subsidieverstrekking gemeente Breda 2017

 

Artikel I Hoofdstuk 5 Specifieke nadere regels Cultuur en hoofdstuk 5a Cultuur Breda worden vervangen door en komt te luiden hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5. Specifieke nadere regels Cultuur

 

Artikel 5:1 Vigerend beleidskader

Het beleidskader voor de subsidies uit dit hoofdstuk zijn de Nota Factor C 2009-2020, zoals vastgesteld door de raad op 30 oktober 2008, het werkprogramma CultuurBreda 2017-2018 zoals vastgesteld door het college op 12 juni 2017 en de Nota Erfgoed in context, zoals vastgesteld door de raad op 14 februari 2008 en de notitie van uitgangspunten erfgoed “Grondstof voor de Toekomst”, zoals vastgesteld door het college op 12 juni 2017.

 

Artikel 5:2 Definities

  • a.

    CultuurBreda: is het on- en offline inspiratieplatform voor cultuur in Breda; culturele instellingen/initiatiefnemers kunnen zich aanmelden via de website www.cultuurbreda.nl en deelnemen aan het online discussieplatform en de maandelijkse cultuurcafés op diverse locaties in de stad. Dit platform is gericht op ontmoeting en het delen van plannen/ projecten.

  • b.

    Planontwikkeling/vorming: het faciliteren van het proces waarbij initiatiefnemers, stakeholders, kansen en risico’s van het plan in beeld brengen en daarmee de basis leggen voor een structureel, realistisch cultureel initiatief in Breda en dat bijdraagt aan (één van) de thema’s van CultuurBreda;

  • c.

    Excellente projecten: dragen bij aan (inter)nationaal topkwaliteit in Breda; deze projecten hebben aantoonbare artistieke en zakelijke kwaliteit en substantieel publieksbereik en publieksinkomsten.

  • d.

    De thema’s van CultuurBreda zijn:

    • -

      Onderscheidende (inter)nationale kwaliteit van het culturele aanbod (Briljantjes);

    • -

      Makersklimaat: het versterken van het makersklimaat van Breda;

    • -

      Verbindingen: cultuur in verbinding tot andere sectoren.

 

Artikel 5:3 Wat 

Binnen deze specifieke nadere regels kennen we jaarlijkse- en projectsubsidies:

  • 1.

    een jaarlijkse subsidiebijdrage is:

    • a.

      bestemd voor activiteiten van amateurkunstorganisaties respectievelijk voor initiatieven van vrijwilligers op het gebied van cultuur;

    • b.

      bestemd voor activiteiten van professionele culturele makers en/ of organisaties;

  • 2.

    een project subsidiebijdrage is onderverdeeld in – incidenteel /projectontwikkeling of kleine initiatieven / excellente plannen en is:

    • a.

      of bestemd voor de daadwerkelijke kosten van incidentele cultuurprojecten;

    • b.

      of bestemd voor projectontwikkeling / kleine initiatieven voor realistische, culturele initiatieven op basis van thema’s uit CultuurBreda;

    • c.

      of bestemd voor excellente projecten, die bijdragen aan landelijk en/of provinciaal onderscheidend aanbod in Breda en zijn gebaseerd op de thema’s uit CultuurBreda. Hierbij is sprake van aanvulling op het cultuuraanbod in de stad.

 

Artikel 5:4 Voor Wie

 

Subsidies als bedoeld in dit hoofdstuk zijn bestemd voor:

culturele (amateur)organisaties, erfgoedorganisaties en professioneel werkende individuele culturele makers/ initiatiefnemers, die de activiteiten in Breda uitvoeren.

 

Artikel 5:5 Criteria 

  • 1.

    Voor een jaarlijkse subsidiebijdrage Culturele Hoofdstructuur gelden de volgende criteria:

    • -

      unieke rol en functie in de culturele infrastructuur van Breda;

    • -

      voldoet aan de code cultural governance;

    • -

      jaarlijks activiteitenprogramma op basis van een artistieke meerjarenvisie;

    • -

      aanbod cultuureducatie ten behoeve van primair en voortgezet onderwijs;

    • -

      draagt bij aan het profileren van Breda als stad voor (inter)nationale topcultuur;

    • -

      realistische, sluitende begroting.

  • 2.

    Voor een jaarlijkse subsidiebijdrage amateurkunst gelden de volgende criteria:

    • -

      de organisatie heeft een rechtsvorm en bestaat minimaal één jaar (inschrijving KvK) en;

    • -

      de organisatie heeft een doelstelling op het gebied van zelf kunst maken (kunstbeoefening), hetgeen blijkt uit de statuten en;

    • -

      er is sprake van bewijsbaar professionele artistieke leiding (zie schema) en;

    • -

      er vindt minimaal tweemaal per jaar een openbaar optreden in Breda plaats en;

    • -

      er is sprake van contributie betalende leden/ deelnemers (zie schema) en;

    • -

      er is sprake van non-profit organisaties voor muziek (vocaal/instrumentaal), dans en theater, beeldende kunst en multimedia/audiovisueel (fotografie/film/video/digitaal) en;

    • -

      er is sprake van een bijdrage aan het stedelijk cultuurklimaat in Breda.

  • 3.

    Voor een project subsidiebijdrage gelden de volgende criteria:

    • a.

      de projecten moeten voldoen aan één of meer van de volgende doelstellingen:

      • -

        het vergroten van de cultuurparticipatie van Bredanaars, met name van die groepen die hier nog niet of nauwelijks in participeren;

      • -

        het vergroten van het aanbod van artistieke (top) kwaliteit;

      • -

        het verbeteren van het culturele productieklimaat van Breda;

      • -

        het stimuleren van talentontwikkeling, deskundigheidsbevordering in de sector;

      • -

        het verbinden van cultuur met andere sectoren;

    • b.

      en daarnaast moeten de projecten voldoen aan de volgende criteria:

      • -

        tenminste 50 % van de begroting van het project is afkomstig uit andere inkomstenbronnen zoals bijvoorbeeld entreegelden, landelijke en/of provinciale cultuurfondsen;

      • -

        de aanvrager dient samen te werken met lokale en/of bovenlokale partijen, zowel financieel als inhoudelijk;

    • c.

      voor een subsidiebijdrage voor projectontwikkeling of kleine initiatieven gelden ook de volgende criteria:

      • -

        het project draagt bij aan de planvorming binnen de thema’s van CultuurBreda;

      • -

        het project is aanvullend op het bestaande cultureel aanbod in Breda.

  

Schema Amateurkunst:

discipline

Aantal leden

Artistieke leiding

Aantal voorstellingen

Maximaal bijdrage:

Theater/dans/beweging

Minimaal 10

CV artistiek leider / regisseur

 

2

€ 5.000,-

Zang

Minimaal 20

CV dirigent

 

2

€ 5.000,-

Kamerkoren

Minimaal 10

CV dirigent

 

2

€ 5.000,-

Muziek: harmonie/ fanfare/ orkesten

Minimaal 20 per onderdeel

CV dirigent

2

€ 6.500,- per onderdeel

Wijkinitiatieven cultuur

Minimaal 15 betalende deelnemers per

activiteit

CV artistiek leider of i.s.m. culturele instelling

2

€ 2.500,-

 

  

Artikel 5:6 Hoogte subsidiebijdrage 

  • 1.

    De subsidiebijdrage voor amateurkunst bedraagt maximaal € 6.500,-

  • 2.

    De subsidiebijdrage voor de daadwerkelijke kosten van incidentele projecten bedraagt maximaal 50% van de totale begroting van het project tot een maximum van € 40.000,- eenmaal per jaar.

  • 3.

    De subsidiebijdrage voor projectontwikkeling of kleine initiatieven is éénmalig en bedraagt maximaal € 2.500,-.

 

Artikel 5:7 Verplichtingen 

Het college kan de subsidieontvanger van dit hoofdstuk verplichten de opgedane kennis en ervaringen bij de uitvoering van het project volgens een nader af te spreken methode te delen, zodanig dat deze beschikbaar komt voor andere en vervolginitiatieven binnen CultuurBreda (de zogenaamde “lerende aanpak”)

 

Artikel 5:8 Procedure 

  • 1.

    Aanvragen voor subsidies op grond van dit hoofdstuk worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Aanvragen voor een project subsidiebijdrage kunnen het gehele jaar door worden ingediend, maar moeten minimaal dertien weken voor aanvang van de uitvoering van het project worden ingediend.

  • 3.

    Het college kan bij de beoordeling van de aanvragen om subsidie voor excellente plannen op grond van dit hoofdstuk advies vragen aan de community CultuurBreda of experts. Onder advies van de community CultuurBreda wordt verstaan een schriftelijk stuk waaruit gemotiveerd blijkt of en in hoeverre het project voldoet aan de gestelde criteria in artikel 5:5.

  • 4.

    Het college beslist uiterlijk binnen drie weken (snelloket) na ontvangst van de volledige aanvraag voor een subsidiebijdrage voor plan- en projectontwikkeling.

  • 5.

    Het college beslist op de overige verzoeken op grond van dit hoofdstuk uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Breda in haar vergadering van 26 juni 2017

, burgemeester

, secretaris

Naar boven