Gemeenteblad van Maasgouw
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2017, 127319 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2017, 127319 | Verordeningen |
Woonschepenverordening Maasgouw
De raad van de gemeente Maasgouw;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 mei 2017;
Deze verordening is van toepassing op al het openbaar water binnen de grenzen van de gemeente Maasgouw.
De in deze verordening genoemde maten worden (met uitzondering van de gebruiksoppervlakte) uitwendig gemeten, daar waar zij het grootst zijn. De hoogte wordt gemeten vanaf de waterlijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend, voor zover zij geen belemmering voor de scheepvaart opleveren. Waar verwezen wordt naar een bestemmingsplan, geldt de wijze van meten zoals die in dat bestemmingsplan is opgenomen.
Het is verboden om met een woonschip een ligplaats te hebben of in te nemen of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 5, eerste lid aangewezen gedeelten van het openbaar water.
Met het in het eerste lid genoemde verbod worden gelijkgesteld het overschrijven op naam, verplaatsen, verbouwen, vervangen of wijzigen van het gebruik van het woonschip, alsmede het verrichten van werkzaamheden aan een woonschip, met uitzondering van het uitvoeren van werkzaamheden die tot het normale beheer en onderhoud moeten worden gerekend.
Artikel 9 Intrekking ligplaatsvergunning
Het bevoegd gezag kan een bestaande ligplaatsvergunning intrekken indien:
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, zijn belast de per besluit van het bevoegd gezag aan te wijzen personen.
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van overtredingen van bij of krachtens deze verordening gestelde regels en voorschriften, welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of de bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.
Bijlage 1 Ligplaatsenkaart bij Woonschepenverordening Maasgouw
Bijlage als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Woonschepenverordening Maasgouw
Oude Sluis Maasbracht, even nummers 2 t/m 12a.
Oude Sluis Maasbracht, oneven nummers 1 t/m 7.
Haven Wessem, Waage Naak 20 t/m 31
Toelichting op de Woonschepenverordening Maasgouw
De gemeente Maasgouw is een waterrijke gemeente. De Maas, het Julianakanaal, het kanaal Wessem-Nederweert en diverse grotere en kleinere, solitaire en aangetakte plassen worden binnen de gemeentegrenzen gevonden. Bijna elke kern binnen de gemeente vindt dan ook wel ergens de aansluiting bij het water. Veel mensen willen recreëren op en rond het water, maar enkelen willen ook wonen op het water. Om verschillende redenen is het niet wenselijk dat overal ligplaatsen worden ingenomen door woonschepen. Daarbij moet onder andere gedacht worden aan zaken als veiligheid en een vrije doorvaart. Na de gemeentelijke herindeling op 1 januari 2007, bleek dat op meerdere locaties binnen de gemeente gewoond werd op het water en dat er grote verschillen zaten tussen de manier waarop dat geregeld was. Van enige uniformiteit was geen sprake. Om het woonbotenbeleid te uniformeren en actualiseren, heeft het college van burgemeester en wethouders op 26 augustus 2014 ingestemd met de uitvoering van de notitie “Uniformering woonbotenbeleid”, d.d. 25 mei 2014 en het daarbij behorende plan van aanpak. Punt 2 van het plan van aanpak houdt in het opstellen van een nieuwe liggeldverordening voor de woonbotenlocatie in Wessem. Punt 3 van het plan van aanpak houdt in het opstellen van een nieuwe woonbotenverordening voor de gehele gemeente en een. Dit document, de “Woonschepenverordening Maasgouw” geeft invulling aan punt 3 van het plan van aanpak.
De wettelijke grondslag voor het opstellen van deze verordening is gelegen in artikel 149 en artikel 156 van de Gemeentewet. De raad maakt in het belang van de gemeente de verordeningen die hij in dat kader noodzakelijk acht, bijvoorbeeld in het belang van de openbare orde, de zedelijkheid en de volksgezondheid. De grondslag voor deze verordening is niet meer gebaseerd op artikel 88 van de Huisvestingswet. Per 1 januari 2015 is de Huisvestingswet namelijk vervangen door de Huisvestingswet 2014. (De strekking van) Artikel 88 keert daarin niet meer terug. In artikel 88 van de oude Huisvestingswet werd gesteld dat de gemeenteraad geen regels mocht stellen die leiden tot een algeheel verbod van het in gebruik nemen of geven van een woonschip op een ligplaats. Desalniettemin is bij het opstellen van deze verordening geen algeheel verbod opgenomen om ligplaats te nemen met een woonschip binnen de gemeente Maasgouw.
Met deze verordening wordt beoogd één uniforme woonschepenverordening voor heel Maasgouw te maken. Op dit moment is namelijk geen enkele woonschepenverordening van de voormalige herindelingsgemeenten meer van kracht. De gemeente kan dan ook weinig of geen invloed uitoefenen op het (al dan niet terecht) innemen van ligplaatsen op woonschepenlocaties of daarbuiten. Met deze verordening wordt buiten kijf gesteld dat:
Het verboden is om zonder vergunning ligplaats te nemen met een woonschip op locaties die op de ligplaatsenkaart zijn aangegeven.
Met het vergunningenstelsel in de hand, kan de gemeente zicht houden op de verdeling van de verschillende ligplaatsen voor woonschepen binnen de gemeente. Ook kan indien nodig naleving van het gestelde in de vergunning worden afgedwongen bij de vergunninghouder. Het hebben van een ligplaatsvergunning zal de vergunninghouder ook de rechtszekerheid bieden dat hij of zij beschikt over een legale, als zodanig erkende ligplaats binnen de gemeente. Dat kan vervolgens weer helpen bij het verkrijgen van financiering/hypotheek. Op termijn is de hoop en wens dat het aanzien van de woonschepenlocaties in Maasgouw hierdoor ook verbetert en gezien wordt als volwaardige woonlocatie.
Relatie met het bestemmingsplan
In een bestemmingsplan worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden van gronden (inclusief het water) vastgelegd. In de diverse bestemmingsplannen van Maasgouw zijn de woonschepenlocaties die thans middels deze verordening als zodanig worden aangewezen, al bestemd. Het betreft bovendien een recente actualisering van de bestemmingsplannen, zodat gesproken kan worden van up to date bestemmingsplannen. In de notitie “Uniformering woonbotenbeleid” zijn weliswaar enkele strijdigheden geconstateerd met de bouwregels van die bestemmingsplannen, maar mede in dat kader wordt nog een bestemmingsplan “Reparatieplan Maasgouw” in procedure gebracht, waarbij de bouwregels zullen worden verruimd, zodat de bestaande woonschepen voldoen aan het gestelde in de bestemmingsplannen. In deze verordening wordt aansluiting gezocht bij deze actuele planologische situatie door een weigeringsgrond voor een ligplaatsvergunning op te nemen, wanneer het aangevraagde woonschip niet voldoet aan de voorschriften die voortvloeien uit het bestemmingplan. Zo wordt ook dubbel werk of afwijkende interpretaties tussen woonschepenverordening en bestemmingsplan voorkomen. Het bestemmingsplan blijft dan ook het kader vormen voor de met name de maatvoering van woonschepen.
Deze verordening beoogt geen regels te stellen ten aanzien van zaken als constructie, opbouw, brandveiligheid, etc. Gelet op de meest recente jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, worden woonschepen thans over het algemeen beschouwd als bouwwerken in de zin van de Woningwet/Wabo. Dat betekent dat het Bouwbesluit 2012 hierop van toepassing is. In dat kader beoogt het Bouwbesluit uitputtend zaken als constructieve veiligheid, brandveiligheid en aanverwante onderwerpen te regelen en is er mitsdien geen ruimte om dat in een gemeentelijke verordening aanvullend of vervangend te regelen.
Deze verordening beoogt voorts niet te treden in de bevoegdheden van andere bevoegde gezagen. De gemeente Maasgouw is namelijk niet exclusief rechthebbend ten aanzien van de diverse oppervlaktewateren binnen de gemeente. Onder andere Rijkswaterstaat hanteert namens de Minister van Infrastructuur en Milieu diverse toestemmingsstelsels, bijvoorbeeld via de Waterwet (watervergunning voor het permanent afmeren van drijvende objecten) en het Binnenvaartpolitiereglement (ligplaatsontheffingen). In het voorkomende geval, zal van beide bevoegde gezagen een vergunning en vergunning/ontheffing noodzakelijk zijn om met een woonschip ligplaats te nemen. Toestemming van één van deze bevoegde gezagen, garandeert geen toestemming van het andere bevoegde gezag, gelet op het feit dat hiermee verschillende doelen worden beoogd te bereiken.
In deze verordening worden voorts geen eisen gesteld ten aanzien van de afvoer van huishoudelijk afvalwater. In het Besluit lozing afvalwater huishoudens zijn woonschepen gelijk gesteld met een gebouw/particulier huishouden, zodat de betreffende bepalingen uit dat Besluit ook van toepassing zijn op woonschepen. Het is derhalve niet mogelijk of nodig om hieromtrent in de woonschepenverordening iets te regelen.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1
Artikel 1 bevat een aantal begripsbepalingen die noodzakelijk zijn voor een goed begrip van de werking van de verordening. Voor het begrip woonschip is gekozen als verzamelterm voor elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruik wordt als zelfstandige woning. Hieronder kunnen dus woonboten, woonschepen, woonarken, scharken of watervilla’s vallen. De binnenscheepvaart en de pleziervaart vallen niet onder begripsomschrijving omdat hierin niet uitsluitend of in hoofdzaak gewoond wordt. Onder bijbehorende voorzieningen worden die voorzieningen geschaard die nodig worden geacht voor het gebruik van een woonschip. Het begrip openbaar water geeft duidelijk aan dat hier alle wateren onder verstaan worden die voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn. Slechts een beperkt deel van dit openbare water wordt in deze verordening als ligplaats aangewezen.
Artikel 4 bevat de eerste verbodsbepaling, namelijk het verbod om ligplaats te hebben, te nemen of beschikbaar te stellen buiten de locaties die als zodanig door de gemeente middels deze verordening zijn aangewezen. Hiermee kan illegaal ligplaats nemen met een woonschip worden opgepakt. Bij de aanwijzing tot ligplaats in deze verordening, is de notitie “Uniformering woonbotenbeleid”, d.d. 25 mei 2014 en het daarbij behorende plan van aanpak als uitgangspunt genomen.
Om de verbodsbepaling uit artikel 4 te kunnen handhaven en om een basis te bieden voor het ligplaatsvergunningenstelsel uit artikel 6, is het noodzakelijk om de door de gemeente erkende ligplaatsen voor woonschepen op kaart te zetten. De bij de verordening behorende bijlage “ligplaatsenkaart” geeft aan waar, met vergunning, ligplaats met een woonschip mag worden ingenomen. Gelet op de relatie met de bestemmingsplannen, voorziet de verordening in het tweede lid van artikel 5 in een grondslag om de ligplaatsenkaart tussendoor aan te passen, indien bijvoorbeeld de wens bestaat om meer locaties toe te voegen als ligplaats voor woonschepen of indien een bepaald bestemmingsplan nieuwe locaties voor “wonen op het water” mogelijk heeft gemaakt. Zo wordt voorkomen dat een bestemmingsplan een ontwikkeling mogelijk maakt, terwijl een ligplaatsvergunning zou moeten worden geweigerd.
Voor het ligplaats nemen op een aangewezen ligplaats conform artikel 5, moet de eigenaar van het woonschip beschikken over een ligplaatsvergunning. Ook mag niet gehandeld worden afwijking van het gestelde in een dergelijke ligplaatsvergunning. Dit is de tweede verbodsbepaling uit deze verordening. Het college stelt een aanvraagformulier ter beschikking, waarvan gebruik gemaakt moet worden om een dergelijke vergunning te kunnen verkrijgen. Het college zorgt dat op het aanvraagformulier alle relevante kenmerken worden vermeld die nodig zijn om een dergelijke vergunning te kunnen afgeven. De beslistermijn is acht weken. De lex silenctio positivo (de vergunning wordt geacht te zijn verleend indien niet binnen de beslistermijn is beslist) is niet van toepassing. In het vierde lid worden de weigeringsgronden voor een ligplaatsvergunning benoemd. Dit betreft een limitatieve opsomming van weigeringsgronden. De weigeringsgronden garanderen dat er nooit méér vergunningen in omloop zijn dan het aantal aangewezen ligplaatsen dat als zodanig op de ligplaatsenkaart is aangeduid en ook dat er nooit méér dan één vergunning voor één ligplaats wordt afgegeven. Als dus een nieuwe vergunning wordt afgegeven voor een locatie waar al eerder een ligplaatsvergunning voor is afgegeven, dan zal die oude ligplaatsvergunning eerst ingetrokken moeten worden. Voor wat betreft de maatvoering wordt aangesloten bij de actuele bestemmingsplannen, na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Reparatieplan Maasgouw”. Dit om een dubbele toets en afwijkende voorschriften te voorkomen. In het vijfde lid wordt geregeld wat de ligplaatsvergunning ten minste moet bevatten om ook op de langere termijn een heldere administratie te kunnen bijhouden. In lid 6 wordt ten slotte buiten kijf gesteld dat het bevoegd gezag een vergunning onder beperkingen en onder het stellen van nadere voorschriften kan afgeven. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een beheer- en onderhoudsvoorschrift voor het woonschip en/of de wal/oever.
In artikel 7 is de overdracht van een vergunning geregeld. Indien de vergunninghouder (= eigenaar van het woonschip) zijn woonschip verkoopt en dit woonschip op deze locatie blijft liggen, dan is een wijziging van de tenaamstelling van de vergunning noodzakelijk. Het object blijft liggen, de ligplaatsvergunning behoeft geen wijziging, enkel de naam van de vergunninghouder wijzigt. Dit kan middels een verzoek/melding aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag schrijft vervolgens de wijziging in tenaamstelling op. De ligplaatsvergunning blijft inhoudelijk hetzelfde. Voor de rechtverkrijgende gelden dezelfde voorschriften en beperkingen. Indien de vergunninghouder een nieuw woonschip ter plaatse wil afmeren, dan zal een nieuwe ligplaatsvergunning moeten worden aangevraagd, onder gelijktijdige intrekking van de bestaande ligplaatsvergunning.
Het is voorstelbaar dat een vergunninghouder wijzigingen wenst aan te brengen aan zijn woonschip. Bijvoorbeeld een extra bijbehorende voorziening realiseren of een verbouwing van het woonschip waarbij nog steeds voldaan wordt aan de eisen zoals opgenomen in de ligplaatsverordening. In dat geval kan de vergunninghouder verzoeken om wijziging van zijn bestaande ligplaatsvergunning, zonder dat hij een nieuwe vergunning moet aanvragen. Omdat de beoordeling voor het bevoegd gezag wel min of meer gelijk is aan de beoordeling van een nieuwe aanvraag, zijn een aantal weigeringsgronden uit artikel 6 van overeenkomstige toepassing verklaard.
Artikel 9 bevat de redenen op grond waarvan het bevoegd gezag kan besluiten een ligplaatsvergunning in te trekken. Ook dit betreft een limitatief stelsel van intrekkingsgronden. Het gestelde in lid 3 kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij ernstige nalatigheid in het kader van beheer en onderhoud. Onder de intrekkingsgrond “bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften” moet immers ook worden verstaan de voorschriften die op grond van de ligplaatsvergunning zijn gesteld aan bijvoorbeeld de staat van het woonschip en een beheer- en onderhoudsverplichting. Wel moet worden opgemerkt dat intrekking van een ligplaatsvergunning een zwaar middel is en eigenlijk pas als laatste moet worden ingezet (ultimum remedium). Er zijn immers minder zware handhavingsmiddelen die kunnen worden ingezet om ervoor te zorgen dat een vergunninghouder zich houdt aan het gestelde in de vergunning en de verordening. De intrekkingsgrond op grond van lid 7 ziet op situaties dat het woonschip niet wordt gebruikt voor zelfstandige bewoning (bewoning door een huishouden), bijvoorbeeld voor kamerverhuur, kantoorruimte, etc.
In artikel 12 is opgenomen dat het bevoegd gezag aanwijzingen kan geven bij het innemen van een ligplaats of wanneer werkzaamheden aan of nabij de ligplaats noodzakelijk zijn (vanwege of door de gemeente). De vergunninghouder dient die aanwijzingen op te volgen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een tijdelijk verplaatsing van het woonschip voor de duur van de werkzaamheden. Het bevoegd gezag zal daarbij een termijn in acht moeten nemen die redelijk is voor het gevolg kunnen geven aan de aanwijzing in kwestie. Een meer ingrijpende aanwijzing zal dus langer van te voren moeten worden gegeven dan een minder ingrijpende.
Toezichthouders worden op grond van artikel 13 aangewezen door het college.
Op overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde staan de in artikel 14 genoemde strafsancties, te weten een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie (stand van zaken anno 2015: tot € 4.050,-). Overtreding van de diverse gebods- en verbodsartikelen uit de verordening kan hiermee dus bestraft worden, alsmede overtreding van de voorschriften van een bij of krachtens deze verordening afgegeven vergunning. Teven is het gewoon mogelijk om bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen in te zetten, bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom of toepassing bestuursdwang vanwege overtreding van de (voorschriften van de) afgegeven ligplaatsvergunning. In de Algemene wet bestuursrecht zijn hieromtrent instrumenten en randvoorwaarden gesteld.
In artikel 15 is een bevoegdheid tot het binnentreden van een woonschip voor de als zodanig aangewezen toezichthouders opgenomen. In het tweede lid is buiten kijf gesteld dat daarbij de regels uit de Algemene wet bestuursrecht (titel 5.2), waarin voorts nog andere bevoegdheden aan toezichthouders zijn toegekend, in acht worden genomen. Voor het binnentreden van woningen zonder toestemming van de bewoner is voorts in de Algemene wet op het binnentreden een bijzondere regeling opgenomen. In het tweede lid is derhalve opgenomen dat ook de Algemene wet op het binnentreden in acht dient te worden genomen bij gebruikmaking van de bevoegdheden uit het eerste lid.
Uit praktisch oogpunt en om de eigenaren van de woonboten niet onnodig op onkosten e.d. te jagen (leges), wordt voorgesteld om in de verordening een overgangsrechtelijke bepaling op te nemen. In het overgangsrecht kan bepaald worden dat de al verleende (privaatrechtelijke) toestemmingen tevens worden aangemerkt als de in de verordening genoemde ligplaatsvergunning.
De verordening treedt in werking de dag na bekendmaking in een lokaal dag-, nieuws-, of huis-aan-huisblad en wordt aangehaald als de “Woonschepenverordening Maasgouw”.
Het is voorts niet noodzakelijk om bestaande verordeningen in te trekken. De voormalige gemeente Maasbracht kende geen woonschepenverordening. In de voormalige gemeente Wessem was de “Verordening op de woonschepen” van kracht. Na de herindeling met de gemeente Heel, heeft deze verordening in 1993 zijn werking verloren, op grond van de Wet algemene regels herindeling. In de tussentijd heeft de voormalige gemeente Heel en de gemeente Maasgouw geen nieuwe woonschepenverordening vastgesteld. Er is dus geen noodzaak om gelijktijdig met het vaststellen van deze nieuwe verordening, bestaande verordeningen actief in te trekken. Deze bestaan thans immers al niet meer of hebben nooit bestaan. Afdeling 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)(artikel 5:25 tot en met 5:30) zal ook aangepast moeten worden als gevolg van het in werking treden van deze verordening. Dit zal geschieden middels separaat besluit.
Bijlage 2 Aanvraagformulier ligplaatsvergunning
Ondergetekende verzoekt op grond van artikel 6 van de Woonschepenverordening Maasgouw vergunning voor het innemen van een ligplaats met woonschip.
Vul hierna alleen de benodigde gegevens in op de voor u van toepassing zijnde situatie.
3. Overige noodzakelijke vergunningen/toestemmingen
Het verkrijgen van een ligplaatsvergunning voor een woonboot, regelt niet het privaatrechtelijke gebruik van de ligplaats. Hiervoor moet u een afspraak maken met de grondeigenaar en de eigenaar van de grond onder het water. Ook kan het noodzakelijk zijn dat u een vergunning nodig heeft van Rijkswaterstaat.
Voor het bouwkundig veranderen of het vervangen van het woonschip heeft u (mogelijk) ook een omgevingsvergunning nodig van de Gemeente Maasgouw.
Afdelingen Ontwikkeling, werkveld Grondzaken
Ik verklaar dat ik het formulier naar waarheid heb ingevuld.
Naam: ____________________________________________________________
Datum:______________________________________________________
EERSTE AANVRAAG (ER IS NOG GEEN LIGPLAATSVERGUNNING VOOR DE LIGPLAATS VERLEEND)
Is/zal het woonschip aangesloten zijn op het elektriciteitsnet? |
|
Is/zal het woonschip worden aangesloten worden op het gemeenteriool? |
* Doorhalen wat niet van toepassing is
N.B. Naast dit ingevulde formulier dienen de volgende stukken te worden bijgesloten:
1. Een situatietekening waaruit de ligging van de gewenste ligplaats duidelijk te zien is.
WIJZIGING TENAAMSTELLING LIGPLAATSVERGUNNING
Gegevens huidige houder ligplaatsvergunning
Is/zal het woonschip aangesloten zijn op het elektriciteitsnet? |
|
Is/zal het woonschip worden aangesloten worden op het gemeenteriool? |
* Doorhalen wat niet van toepassing is
N.B. Naast dit ingevulde formulier dienen de volgende stukken te worden bijgesloten:
1. Een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de huidige houder van de ligplaatsvergunning.
2. Een kopie van de huidige ligplaatsvergunning. Hiermee wordt de originele vergunning bedoeld, inclusief de gewaarmerkte situatietekening.
VERBREDEN EN/OF VERLENGEN EN/OF VERHOGEN VAARTUIG/WOONSCHIP
N.B. Naast dit ingevulde formulier dienen de volgende stukken te worden bijgesloten:
1. Een situatietekening waaruit de ligging van de huidige ligplaats duidelijk te zien is.
2. Een tekening en foto van de gewenste uitbreidingen.
Naast deze vergunning dient u mogelijk ook een omgevingsvergunning aan te vragen. Hiervoor kunt u contact opnemen met het vergunningenloket….
VERVANGEN WOONSCHIP DOOR NIEUW WOONSCHIP
Is/zal het woonschip aangesloten zijn op het elektriciteitsnet? |
|
Is/zal het woonschip worden aangesloten worden op het gemeenteriool? |
* Doorhalen wat niet van toepassing is
N.B. Naast dit ingevulde formulier dienen de volgende stukken te worden bijgesloten:
1. Een situatietekening waaruit de ligging van de gewenste ligplaats duidelijk te zien is.
* Doorhalen wat niet van toepassing is
Indien ja, S.v.p. een bewijs van (opdracht tot) verwijdering uit de gemeente Maasgouw bijsluiten.
Indien het oude woonschip niet uit de gemeente Maasgouw wordt verwijderd kunnen wij uw aanvraag pas in behandeling kunnen als ook een aanvraag ligplaatsvergunning waaruit blijkt wie de nieuwe eigenaar van het oude woonschip wordt en waarin wordt aangegeven wat de gewenste (nieuwe) locatie van het oude woonschip is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-127319.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.