Verordening toeristenbelasting Leeuwarden 2018

De raad van de gemeente Leeuwarden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juni 2017, nr.

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2018.

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

arrangement: een reservering op een toeristische plaats voor een aantal samen reizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor een vast huurbedrag;

kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie;

maandarrangement: een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september;

mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn en gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

naseizoenarrangement: een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen;

seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, waar gedurende het seizoen een zelfde mobiel kampeeronderkomen is geplaatst, dat gedurende die periode gebruikt wordt door dezelfde persoon of personen en dat na afloop van het seizoen van de plaats wordt verwijderd;

toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;

vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

vaste jaarplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat gedurende die periode gebruikt wordt door dezelfde persoon of personen en dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd;

vas t e seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat gedurende die periode gebruikt wordt door dezelfde persoon of personen en dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten;

verlengd voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend in de eerste helft van de maand juli;

voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend aan het eind van de maand juni.

 

Artikel 2 . Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

 

Artikel 3 . Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

 

Artikel 4 . Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

van degene die op de dag van de eerste overnachting, de leeftijd van 5 jaar nog niet heeft bereikt;

 

Artikel 5 . Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

 

Artikel 6 . Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

1. Voor mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaar- en seizoenplaatsen, seizoenplaatsen en toeristische plaatsen kan het aantal overnachtingen bedoeld in artikel 5 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het tweede en derde lid.

2. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

a. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen en gebezigd voor recreatief gebruik, bepaald op 2,6;

b. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste seizoenplaatsen en gebezigd voor recreatief gebruik, bepaald op 2,5;

c. mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen en gebezigd voor recreatief gebruik, bepaald op 2,5;

d. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens op niet-vaste of seizoenplaatsen en gebezigd voor recreatief gebruik, bepaald op:

i. 2,3, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

ii. 2,3, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

iii. 2,3, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

iv. 2,3, indien sprake is van een maandarrangement.

3. Het aantal malen dat door de in het tweede lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

a. in geval van het tweede lid, sub a, bepaald op: 52;

b. in geval van het tweede lid, sub b, bepaald op: 53;

c. in geval van het tweede lid, sub c, bepaald op: 47;

d. in geval van het tweede lid, sub d, bepaald op:

i. 30, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

ii. 39, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

iii. 18, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

iv. 12, indien sprake is van een maandarrangement.

 

Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt, op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag, de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.

Artikel 8 . Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,00

Artikel 9 . Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 10 . Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 11 . Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 13. Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste

maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft,

zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders

aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van

de Gemeentewet.

 

Artikel 14 . Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

 

Artikel 1 5 . Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

 

Artikel 1 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Leeuwarden 2018.

 

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 17 juli 2017.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven