Beleidsregels subsidie gemeente Vlissingen

 

Inhoud 2

Inleiding 3

Beleidsregel 1 Integratie en participatie 4

Beleidsregel 2 Zwembad 5

Beleidsregel 3 Ouderenwerk 7

Beleidsregel 4 Jeugd- en Jongerenwerk 10

Beleidsregel 5 Mensen met beperkingen – lotgenoten 13

Beleidsregel 6 Ondersteuning Mantelzorgers 15

Beleidsregel 7 Bevorderen van de leefbaarheid 18

Beleidsregel 8 Maatschappelijke Zorg 20

Beleidsregel 9 Peuterspeelzaalwerk 23

Beleidsregel 10 Onderwijsachterstandenbeleid 25

Beleidsregel 11 Onderwijsbegeleiding 26

Beleidsregel 12 vervallen

Beleidsregel 13 Opvang Zwerfdieren 27

Beleidsregel 14 Amateurkunst 28

Beleidsregel 15 Podiumkunsten 31

Beleidsregel 16 Kunsteducatie 32

Beleidsregel 17 Oudheidkunde en museum 34

Beleidsregel 18 Lokale Omroep 36

Beleidsregel 19 Recreatie 37

Beleidsregel 20 Economische Ontwikkeling 38

Beleidsregel 21 Bevordering Toerisme 39

Beleidsregel 22 Verslavingsbeleid 40

Beleidsregel 23 Maatschappelijke Opvang 43

Beleidsregel 24 Vrouwenopvang 45

Beleidsregel 25 Antidiscriminatie 47

Beleidsregel 26 Huiselijk geweld 49

Beleidsregel 27 Armoedebeleid 50

Beleidsregel 28 Vakanties minima 51

Beleidsregel 29 vervallen

Beleidsregel 30 Volkscultuur 52

Beleidsregel 31 Milieu- informatie en –educatie 53

Beleidsregel 32 Vluchtelingenwerk 54

Beleidsregel 33 Bijzondere WMO-activiteit 55

Beleidsregel 34 NASB – Voortgezet onderwijs in Vlissingen 56

Beleidsregel 35 Buurtbemiddeling 59

Beleidsregel 36 Sport 61

Beleidsregel 37 Aanjaagfonds Cultuur 2017 63

Beleidsregel 38 Gezond in Bossenburgh 64

Beleidsregel 39 Weerbaarheidslessen primair onderwijs 66

Beleidsregel 40 Algemene voorziening in het kader van de wet

Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 68

Laatste wijziging: december 2016Inleiding

Na de vaststelling van de Algemene Subsidieverordening Vlissingen 2008 (ASV) door de raad is de verdere juridische vertaling van het beleid in de Beleidsregels gevolgd. In eerste aanleg zijn de beleidsregels opgenomen naar de beleidsterreinen die in de subsidieplafonds 2008 waren opgenomen met in enkele gevallen een nadere specificatie en uitsplitsing naar activiteiten en professionele instellingen en vrijwilligersorganisaties. Alle kennen immers hun eigenheden en eigen eisen.

Daarnaast is een aantal aanvullingen opgenomen betreffende specifieke deelbeleidsterreinen.

Met betrekking tot het beleidsterrein Cultuur geldt het volgende: De structurele cultuursubsidies worden in de periode 2016 tot en met 2018 afgebouwd en in 2019 afgeschaft.

Binnen de beleidsregels wordt een duidelijke scheiding aangebracht tussen de waarderingsubsidies, de lagere subsidiebedragen, en de budgetsubsidies.

Waarderingsubsidies

M.b.t. de waarderingssubsidies wordt waar maar mogelijk uitgegaan van genormeerde (vastgestelde) bedragen als tegemoetkoming in de te maken kosten en uiteindelijk de ontstane exploitatietekorten. Het is de bedoeling dat per (deel)beleidsterrein zoveel mogelijk identieke normbedragen gaan ontstaan. Daarbij geldt in de eerste plaats niet het berekende exploitatietekort maar het bedrag dat door het college als redelijk wordt ingeschat als tegemoetkoming in het tekort.

Budgetsubsidie

Iedere besluitvorming moet ‘deugdelijk zijn gemotiveerd’. Om daartoe voldoende informatie te kunnen verkrijgen als subsidieverstrekker moeten professionele instellingen hun Diensten – Activiteiten – Producten (DAP-en) transparant in beeld brengen. Deze informatie wordt, zowel bij de aanvraag tot subsidieverlening als de aanvraag tot subsidievaststelling, op een DAP-kaart gezet die ook de basis is voor de onderhandelingen tussen gemeente en instelling over de ingediende subsidieaanvragen.

De kaart geeft een duidelijk inzicht in prestaties, kosten, baten en effecten.

De inhoud van de DAP-kaart kan sterk per soort instelling variëren: bij het sociaal-cultureel werk is immers sprake van andere beleidsdoelstellingen en verhoudingen qua inkomsten en uitgaven dan bij een filmfestival of een museum.

Incidentele subsidie

Voor initiatieven die gedurende het jaar ontstaan is er op alle beleidsterreinen de mogelijkheid om een aanvraag tot incidentele subsidieverlening in te dienen. De hoogte van het budget wordt per jaar vastgesteld en is beperkt. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

Beleidsregel 1 Integratie en participatie

a. Beleid

Het bieden van mogelijkheden tot het doen plaatsvinden van activiteiten die gericht zijn op kennismaking en acceptatie om te komen tot participatie van mensen van verschillende etniciteit en/of seksuele voorkeur. Daaronder vallen niet de activiteiten die zijn gericht op het in standhouden van de zogeheten ‘eigen cultuur’.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    a.Het bieden van een ontmoetingsplaats voor inwoners van een verschillende etniciteit en/of sexuele voorkeur om zo, via een nadere kennismaking en acceptatie te komen tot participatie

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    b.Educatieve, recreatieve en ontmoetingsactiviteiten

  • 3.

    Subsidiesoort

    c.Waarderingsubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • d.

      Activiteitenplan met begroting

    • e.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • f.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 1)

        De standaard gehanteerde waarderingssubsidie per gesubsidieerde vrijwilligersorganisatie

      • 2)

        Huisvestingslasten subsidiabel voor een jaarlijks door het college te bepalen percentage en maximum

      • 3)

        Incidentele activiteitensubsidie op basis van een genormeerd subsidiebedrag

    • g.

      Verdeelsleutel: Naar rato

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    • h.

      Er moet sprake zijn van tenminste 6 activiteiten per jaar tenzij er als uitgangspunt sprake is van een lager aantal activiteiten op jaarbasis

    • i.

      De genoemde activiteiten moeten in groepsverband plaatsvinden met tenminste 10 deelnemers per activiteit

    • j.

      De deelnemers moeten zowel een westerse als een niet-westerse etniciteit hebben en/of verschillende sexuele voorkeuren hebben.

  • 6.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde

subsidieaanvraagformulieren

Beleidsregel 2 Zwembad

a. Beleid

Het bieden van mogelijkheden tot het beoefenen van de zwemsport

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    a.Het bevorderen van het beoefenen van de zwemsport door het bieden van onderdak aan alsmede het organiseren en faciliteren van aan zwemmen gerelateerde activiteiten

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • 1

      Zwemonderwijs

    • 2

      Verenigingsactiviteiten betreffende de zwemsport

    • 3

      Vrij zwemmen

    • 4

      Overige aan de zwemsport gerelateerde activiteiten

  • 3.

    Subsidiesoort

    b.Budgetsubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • c.

      Activiteitenplan met productbegroting

    • d.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • e.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • f.

      Verdeelsleutel:

      1.Tender

      a.Op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

    • g.

      Achtereenvolgens worden de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget:

      • 5

        De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden])

      • 6

        Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend

        • 2.

          Zwemonderwijs aan kinderen tot 12 jaar

        • 3.

          Zwemonderwijs aan overige leeftijdsgroepen

        • 4.

          Zwemactiviteiten voor specifieke doelgroepen:

          • b.

            Senioren

          • c.

            Minderheden

          • d.

            Mensen met beperkingen

        • 5.

          Verenigingsactiviteiten die zijn gerelateerd aan de zwemsport

        • 6.

          Vrij zwemmen voor kinderen en jongeren

        • 7.

          Vrij zwemmen voor de overige leeftijdscategorieën

      • 7

        Overige activiteiten

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    h.De activiteiten moeten worden ingeroosterd volgens de volgende volgorde:

    • 8

      Zwemonderwijs aan kinderen tot 12 jaar

    • 9

      Zwemonderwijs aan overige leeftijdsgroepen

    • 10

      Zwemactiviteiten voor specifieke doelgroepen:

  • a.

    Senioren

  • b.

    Minderheden

  • c.

    Mensen met beperkingen

      • 11

        Verenigingsactiviteiten die zijn gerelateerd aan de zwemsport

      • 12

        Vrij zwemmen voor kinderen en jongeren

      • 13

        Vrij zwemmen voor de overige leeftijdscategorieën

      • 14

        Overige activiteiten

    • i.

      De organisatie, de inrichting en de personele inzet moeten voldoen aan de daaraan gestelde wettelijke en anderszins gestelde eisen

  • 1.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde

subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

De hoogte van de eigen bijdragen moet allereerst dekkend zijn ten opzichte van

de directe lasten

1.Prestaties

Het zwembad moet tenminste 6 dagen per week open zijn voor publiek

gedurende 51 weken per jaar.

  • 1.

    Uitvoeringsovereenkomst is van toepassing

  • 2.

    Nadere voorwaarden:

Als uitgangspunt wordt een convenant gesloten waarin de intentie wordt uitgesproken een subsidierelatie aan te gaan voor een nader te bepalen meerdere jaren omspannende periode

Beleidsregel 3 Ouderenwerk

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    a.Volwassenen vanaf 65 jaar

  • 1.

    Algemeen:

Het langer zelfstandig kunnen functioneren en wonen van mensen van 65 jaar en ouder in het kader van het bevorderen van de zelfredzaamheid van mensen in deze leeftijdscategorie.

  • 2.

    Professionele instellingen:

    • 1.

      Signaleren en activeren van ouderen

    • 1.

      Voorlichting en advies aan ouderen

    • 1.

      Ondersteuning van ouderen in groepsverband

    • 1.

      Ondersteuning ouderenorganisaties op afroep

    • 2.

      Bevorderen langer zelfstandig wonen en functioneren door o.a.: Signalerende en activerende huisbezoeken en Meer bewegen voor Ouderen

  • 3.

    Vrijwilligersorganisaties:

    • 1.

      Ouderenbonden en -verenigingen

      • a.

        Bieden van mogelijkheid tot ontmoeting

      • b.

        Belangenbehartiging

    • 2.

      Seniorenadviesraad:

Het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan

overheden en belanghebbenden

1.Diensten / Activiteiten / Producten:

a.Algemeen:

Belangenbehartiging van hen die tot de doelgroepen behoren

  • a.Volwassenen van 65 jaar en ouder:

  • b1.

    Professionele instellingen

  • b2.

    Meer bewegen voor Ouderen:

Bewegingbevorderende activiteiten

  • c.

    Vrijwilligersorganisaties:

    • 1.

      Ouderenbonden

      • a.

        Educatieve en recreatieve activiteiten

      • a.

        Belangenbehartiging

    • 1.

      Seniorenadviesraad

      a.Adviezen

    • 2.

      Ouderenverenigingen

      b.Educatieve en recreatieve activiteiten

  • 1.

    Subsidiesoort

    • b.

      Vrijwilligersorganisaties: Waarderingsubsidie

    • c.

      Professionele instellingen: Budgetsubsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    • d.

      Vrijwilligersorganisaties:

      • 2.

        Activiteitenplan met begroting

      • 3.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 4.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 5.

        Verdeelsleutel: Naar rato

    • a.

      Professionele instellingen:

      • 1.

        Activiteitenplan met bijbehorende productbegroting op basis van baten en lasten

      • 2.

        De niet integrale kostprijs van de producten (verdeling naar vaste en variabele lasten)

        • 1.

          Inzicht in de algemene huisvestingslasten

        • 2.

          Inzichten in de overige overheadkosten

      • 3.

        De kosten en tekorten per dienst / activiteit / product

      • 4.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 5.

        De verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

      • 6.

        Achtereenvolgens worden bij de subsidieverstrekking de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget:

        • 3.

          De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden])

        • 4.

          Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend

  • 3.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    a.Algemeen:

    1.Vrijwilligersorganisaties:

De afdrachten aan de landelijke bonden zijn niet subsidiabel

      • 1.

        Minimaal 50 leden per organisatie

      • 1.

        inimaal 6 activiteiten op jaarbasis; dit met uitzondering van de organisaties die een ander aantal activiteiten op jaarbasis als uitgangspunt hebben

      • 1.

        Minimaal 15 deelnemers aan iedere activiteit

    • 2.

      Professionele instellingen:

      • 1.

        De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie

      • 2.

        Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis., dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO

      • 3.

        Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening

      • 4.

        Bij inzet ten behoeve van de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties: De vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisatie is leidend

      • 5.

        De inzet moet zijn gericht op het bevorderen van de taakvolwassenheid van het vrijwilligerskader binnen de vrijwilligersorganisaties

  • 2.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

De kosten van de consumpties (zoals de inkoop ervan en de overige directe kosten) en de materiaalkosten moeten worden opgebracht door de deelnemers en zijn niet subsidiabel.

1.Prestaties

Professionele instellingen:

De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot

subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst

1.Uitvoeringsovereenkomst van toepassing bij professionele instellingen

Beleidsregel 4 Jeugd - en jongeren werk

1.Doelstelling activiteiten

Ontplooiing van de eigen mogelijkheden van jeugd en jongeren tot 23 jaar door middel van educatieve en recreatieve activiteiten (ontmoeting en ontspanning).

  • 1.

    Diensten / Activiteiten / Producten

    • a.

      Algemeen professioneel jeugd- en jongerenwerk:

      • 1.

        Accommodatiegebonden jeugd en jongerenwerk

        • 1.

          Informatie en advies

        • 2.

          Activiteiten

        • 3.

          Vakantiewerk

      • 2.

        Ambulant jeugd- en jongerenwerk

        • 4.

          Signaleren

        • 5.

          Doorgeleiden naar accommodatiegebonden jeugd- en jongerenwerk, activiteiten in de openbare ruimte, school en / of zorg

    • b.

      Vrijwilligersactiviteiten:

      • 3.

        Scouting

      • 4.

        Vakantieactiviteiten

      • 5.

        Speeltuinactiviteiten

      • 6.

        Overige activiteiten

  • 1.

    Subsidiesoort

    • a.

      Professionele instellingen: Budgetsubsidie

    • b.

      Vrijwilligersorganisaties: Waarderingsubsidie en Structurele

activiteitensubsidie

  • 1.

    Subsidiegrondslagen

    a.Professionele instellingen:

    • 1.

      Activiteitenplan met bijbehorende productbegroting op basis van baten en lasten

    • 2.

      De niet integrale kostprijs van de producten (verdeling naar vaste en variabele lasten)

      • 1.

        Inzicht in de algemene huisvestingslasten

      • 2.

        Inzichten in de overige overheadkosten

    • 3.

      De kosten en tekorten per dienst / activiteit / product

    • 4.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • 5.

      De verdeelsleutel:Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 2.

    Nadere subsidievoorwaarden

    • b.

      Professionele instellingen algemeen:

      • 6.

        De activiteiten vinden plaats binnen de gemeente

      • 7.

        Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) – 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis, dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO

      • 8.

        De verschillende producten worden vertaald naar niet integrale kostprijzen per activiteit:

        • 3.

          Variabele lasten:

          baten en lasten resulterend in een tekort per activiteit

        • 4.

          De toedeling van de vaste lasten naar die activiteit met vermelding van de grondslag

    • c.

      Professionele instellingen voor jeugd- en jongerenwerk

      • 9.

        De activiteiten moeten plaatsvinden binnen de gemeente

      • 10.

        De activiteiten moeten zijn gericht op de gemiddelde deelname van ten minste 15 deelnemers bij wekelijkse / tweewekelijkse activiteiten en op ten minste 25 deelnemers bij incidentele activiteiten.

Als de genoemde aantallen volgens de desbetreffende instelling niet haalbaar zijn in casu dat daarvan moet worden afgeweken moet dit gemotiveerd worden aangegeven op basis van een situationele aanpak.

    • 1.

      Iedere activiteit moet worden geleid door minimaal twee daartoe gekwalificeerde volwassenen.

    • 1.

      Daar waar dit volgens de leiding noodzakelijk is, moet gebruik (kunnen) worden gemaakt van professionele ondersteuning. De vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisaties is daarbij leidend (indien van toepassing)

  • b.

    Vrijwilligersorganisaties:

    • 1.

      De activiteiten moeten plaatsvinden binnen de gemeente

    • 2.

      De activiteiten moeten zijn gericht op deelname van ten minste 15 deelnemers bij wekelijkse / tweewekelijkse activiteiten en op ten minste 25 deelnemers bij incidentele activiteiten

Als de genoemde aantallen volgens de desbetreffende instelling niet haalbaar zijn in casu dat daarvan moet worden afgeweken moet dit gemotiveerd worden aangegeven op basis van een situationele aanpak.

    • 1.

      Iedere activiteit moet, als uitgangspunt, worden geleid door ten minste twee volwassenen. Alleen als het werken met minder dan twee volwassen leidinggevenden geen risico’s oplevert is dit toegestaan. Een en ander ter beoordeling van de instelling.

    • 1.

      Daar waar dit volgens de leiding noodzakelijk is, moet gebruik (kunnen) worden gemaakt van professionele ondersteuning. De vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisaties is daarbij leidend.

  • 2.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

De kosten van de consumpties (zoals de inkoop ervan en de overige directe kosten) en de materiaalkosten moeten worden opgebracht door de deelnemers en zijn niet subsidiabel.

1.Prestaties

a.Professioneel jeugd- en jongerenwerk:

De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst

a.Vrijwilligersorganisaties:

N.v.t.

1.Uitvoeringsovereenkomst

a.Professionele instellingen:

Van toepassing

a.Vrijwilligersorganisaties:

N.v.t.

Beleidsregel 5 Mensen met beperkingen – lotgenoten

1.Doelstelling activiteiten

  • a.

    Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke en sociale verkeer van de tot de doelgroep behorende personen

  • b.

    Het bevorderen van de weerbaarheid en de toerusting van hen die in hun dagelijkse leven de zorg hebben voor dan wel worden geconfronteerd met mensen met beperkingen

  • c.

    Samenwerkingsverband aangepaste sporten:

Mogelijkheid bieden tot sportbeoefening aangepast aan de fysieke en / of psychische mogelijkheden

a.Overige onder deze categorie vallende activiteiten:

Bevorderen van de participatie van mensen met beperkingen en lotgenoten

1.Diensten / Activiteiten / Producten:

a.Algemeen:

1 Belangenbehartiging van hen die tot de doelgroep behoren

2 Sportbeoefening aangepast aan de fysieke en / of fysieke

mogelijkheden van de mensen met beperkingen

3 Gesprekken en andere op ontmoeting gerichte activiteiten voor hen

die de zorg hebben voor dan wel worden geconfronteerd met

mensen met beperkingen. Daartoe behoren de lotgenotencontacten

  • 1.

    Subsidiesoort

    • a.

      Vrijwilligersorganisaties: Waarderingssubsidie

    • b.

      Professionele instellingen: Budgetsubsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    • c.

      Vrijwilligersorganisaties:

      • 1.

        Activiteitenplan met begroting

      • 2.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 3.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 4.

        Verdeelsleutel: Naar rato

    • d.

      Professionele instellingen:

      • 5.

        Activiteitenplan met productbegroting

      • 6.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 7.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 8.

        Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

    • e.

      Achtereenvolgens worden de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget:

      • 9.

        De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden])

      • 10.

        Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend

  • 3.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    f.Vrijwilligersorganisaties:De afdrachten aan de landelijke

bonden zijn niet subsidiabel

    • a.

      Mensen met beperkingen:

      • 1.

        Minimaal 10 leden per organisatie

      • 1.

        Minimaal 4 activiteiten op jaarbasis met gem. 10 deelnemers tenzij er als uitgangspunt sprake is van een lager aantal activiteiten op jaarbasis

    • b.

      Professionele instellingen:

      • 2.

        De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie

      • 3.

        Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis., dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO

      • 4.

        Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening

      • 5.

        Bij inzet ten behoeve van de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties is de vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisatie leidend

      • 6.

        De inzet moet zijn gericht op het bevorderen van de taakvolwassenheid van het vrijwilligerskader binnen de vrijwilligersorganisaties

  • 2.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde

subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

De inkomsten vanuit de deelnemersbijdragen (en andere inkomsten) moeten als uitgangspunt dekkend zijn ten opzichte van het onderdeel ‘materiaalkosten’ bij de begrotingspost directe / variabele lasten

1.Prestaties

Professionele instellingen:

De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst

1.Uitvoeringsovereenkomst:

  • a.

    Vrijwilligersorganisaties:

    1.N.v.t.

  • b.

    Professionele instellingen:

    2.Van toepassing

Beleidsregel 6 Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    a.Mantelzorgactiviteiten te ondersteunen die gericht zijn op het waarderen, stimuleren en ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers, zoals beschreven in de nota Onbetaalbare Kracht.

  • 2.

    Diensten / (ondersteunings)Activiteiten / Producten:

Mantelzorgers moeten kunnen rekenen op een goed aanbod van ondersteuning.

    • a.

      Diensten gericht op informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp, respijtzorg en materiele hulp.

    • a.

      Het aangaan van bondgenootschappen met andere partijen om samen mantelzorg en vrijwilligerswerk te versterken.

    • b.

      Activiteiten gericht op specifieke doelgroepen:

      • Het bereiken en begeleiden van jonge mantelzorgers.

      • Het ondersteunen van mantelzorgers die zorg en werk combineren.

      • Het bereiken van allochtone mantelzorgers.

    • c.

      Activiteiten gericht op het uitbreiden van het eigen netwerk en het gebruik van het netwerk van de mantelzorger.

    • d.

      Jaarlijkse activiteit voor het organiseren van de dag van de mantelzorg.

    • e.

      Activiteiten gericht op herkenning van mantelzorgers door de eerstelijnszorg.

    • f.

      Activiteiten voor het ondersteunen van mantelzorgers door de inzet van zorgvrijwilligers.

    • g.

      Activiteiten die gericht zijn op het stimuleren van Maatschappelijk Betrokken Ondernemen.

  • 1.

    Subsidiesoort

    • a.

      Vrijwilligersorganisaties:

      1.Waarderingssubsidie

    • b.

      Professionele instellingen:

      • 2.

        Budgetsubsidie

      • 3.

        Structurele activiteiten subsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    • c.

      Vrijwilligersorganisaties:

      • 4.

        Activiteitenplan met begroting

      • 5.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 6.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 7.

        Verdeelsleutel:

        1.Naar Tender

    • d.

      Professionele instellingen:

      • 8.

        Activiteitenplan met productbegroting

      • 9.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 10.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 11.

        Verdeelsleutel:

        2.Tender

        a.Op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

    • e.

      Achtereenvolgens worden de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget:

      • 12.

        De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden])

      • 13.

        Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend

  • 3.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    f.Professionele instellingen:

    • 14.

      De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie

    • 15.

      Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis, dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO

    • 16.

      Inschaling en honorering conform de CAO VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg) dan wel een andere op de uitvoerende instelling betrekking hebbende CAO

  • 4.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

    g.Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

  • 5.

    Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

    h.N.v.t.

  • 6.

    Prestaties

    i.Professionele instellingen:

    17.De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst

Uitvoeringsovereenkomst:

    • a.

      Vrijwilligersorganisaties:

      1.N.v.t.

    • b.

      Professionele instellingen:

      1.Van toepassing

  • 2.

    Nadere voorwaarden:

    c.N.v.t.

Beleidsregel 7 Bevorderen van de leefbaarheid / participatie

a. Beleid

Het met inzet van subsidiemiddelen:

  • a.

    stimuleren en ondersteunen van de leefbaarheid in de wijken en leefgebieden

  • b.

    leggen van een goede verbinding tussen wijk en gemeente

Het beleid is verwoord in de beleidsnota Welzijn Nieuwe Stijl, vastgesteld in de raadsvergadering van 20 december 2012. Dit beleid richt zich op alle wijkbewoners van en in de wijken in de gemeente Vlissingen. Het beleidsdoel voor de leefbaarheid is het versterken van de sociale infrastructuur. Dit wordt bereikt door het vergroten van de onderlinge betrokkenheid in de samenleving en met de buurt én het bevorderen van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in de meest brede zin van het woord. Wijkbewoners worden aangesproken op hun betrokkenheid bij en inzet voor hun eigen leefomgeving.

Voor de leefbaarheid en het versterken van de sociale infrastructuur hebben de wijkorganisaties een centrale positie en rol. Onder de sociale infrastructuur wordt het geheel van voorzieningen, diensten en organisaties verstaan die het mogelijk maakt dat wijkbewoners elkaar ontmoeten en in sociale verbanden participeren. Wijkorganisaties werken aan de leefbaarheid, onder andere te bereiken door het aantrekken van vrijwilligers, het bereiken van wijkbewoners, het in stand houden of verbeteren van het imago van de wijk, uitvoeren van op leefbaarheid gerichte wijkactiviteiten en het uitvoeren van participatiewerkzaamheden.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling

    Het versterken van de sociale infrastructuur, te bereiken door:

  • a.

    het stimuleren van initiatieven tot het oprichten en in stand houden van wijkorganisaties in de 6 wijken of leefgebieden in de gemeente: Binnenstad/Scheldebuurt, Middengebied, Paauwenburg, Groot- Lammerenburg, Oost-Souburg en Ritthem;

  • b.

    het stimuleren van leefbaarheidactiviteiten in de wijken en leefgebieden door die wijkorganisaties.

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

  • a.

    het werken aan de leefbaarheid in de wijk of leefgebied door middel van bewonersorganisatie, ontmoeting, activering en opbouw;

  • b.

    de behartiging van algemene, niet tot individuele personen terug te brengen belangen van de wijk of het leefgebied.

  • 3.

    Subsidiesoort

    Waarderingssubsidie voor de wijkorganisaties.

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

  • 1.

    Het beoordelen van een subsidie-aanvraag gebeurt op basis van:

  • a.

    de doelstelling van de wijkorganisatie, blijkende uit de oprichtingsakte;

  • b.

    plan van werkzaamheden en activiteiten met begroting;

  • c.

    het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond.

  • 2.

    De volgende kosten zijn subsidiabel:

    · basis- en organisatiekosten: maximaal € 500,-- per jaar;

    · per activiteit: maximaal € 300,--;

    · totaal maximaal € 2.000,-- per wijk per jaar.

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden

  • a.

    de wijkorganisatie is een bij authentieke akte opgerichte rechtspersoon en wordt bestuurd door ten minste 3 personen;

  • b.

    de werkzaamheden en activiteiten zijn gericht op het versterken van de sociale infrastructuur, op het bevorderen van de leefbaarheid in een wijk of leefgebied, voor en met alle leeftijdscategorieën en geledingen binnen een wijk of leefgebied en zijn algemeen toegankelijk;

  • c.

    werkzaamheden en activiteiten kunnen zijn gericht op gedeelten van een wijk of leefgebied.

  • 6.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

    Er wordt gebruik gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaan- vraagformulieren. De aanvraag moet voldoen aan het beleid, de doelstelling, en de doelgroep van aanvragers zoals opgenomen in deze beleidsregel.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Vlissingen d.d. 22 oktober 2013, nr. 532264

Beleidsregel 8 Maatschappelijke zorg

a. Beleid

Algemeen Maatschappelijk Werk / Schoolmaatschappelijk Werk:

Het bieden van een preventief en curatief aanbod aan diensten die ten doel hebben dat alle inwoners van de gemeente zelfstandig kunnen functioneren binnen onze samenleving. Het accent ligt daarbij vooral op diegenen die zich in een kwetsbare situatie bevinden dan wel zich daarin dreigen te gaan bevinden.

Slachtofferhulp:

Het verlenen van praktische, juridische en emotionele hulp aan slachtoffers van misdrijven en ongevallen

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

a.Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)

Inwoners van de gemeente door middel van maatschappelijke hulpverlening in staat te stellen zelfstandig te participeren in de samenleving

a.Schoolmaatschappelijk werk:

Kinderen en jongeren tot 23 jaar door middel van schoolmaatschappelijke werk in staat stellen beter / goed te participeren binnen hun leef- en schoolomgeving

a.Slachtofferhulp (SH)

Het bieden van praktische, juridische en emotionele hulp na een misdrijf of een verkeersongeluk

1.Producten / activiteiten / diensten

  • a.

    Algemeen Maatschappelijk Werk:

    • 1.

      Basisvoorziening 1e lijnpsychosociale hulpverlening

      • 1.

        Begeleiding en behandeling (trajecten)

      • 2.

        Informatie, Ondersteuning en Advies (concrete dienstverlening)

      • 3.

        Spreekuren

    • 2.

      Crisishulpverlening 7 dagen per week 24 uur

  • b.

    Groepsmaatschappelijk Werk

    • 3.

      Bijeenkomsten

    • 4.

      Signalering

    • 5.

      Toegangsfunctie

    • 6.

      Onderzoek en rapportage

    • 7.

      Bemiddeling

    • 8.

      Crisismanagement en interdisciplinair overleg

    • 9.

      Deelname aan netwerken e.d. tot een maximum aantal uren per jaar (nader door het college te bepalen)

  • a.

    Schoolmaatschappelijk werk:

    • 1.

      Signalering

    • 2.

      Aanmelding en intake

    • 3.

      Begeleiding ouders

    • 4.

      Informatie en Advies

    • 5.

      Coördinatie en interdisciplinair overleg

    • 6.

      Netwerken tot een maximum aantal uren per jaar (nader door het college te bepalen)

  • b.

    Sociaal Raadslieden Werk

  • c.

    Sociaal Juridische Ondersteuning

    • 7.

      Signalering

    • 8.

      Informatie en Advies

    • 9.

      Belangenbehartiging

    • 10.

      Bemiddeling

    • 11.

      Ondersteuning

    • 12.

      Netwerken tot een maximum aantal uren per jaar (nader door het college te bepalen)

  • d.

    Slachtofferhulp:

Groepsgerichte en individuele opvang en ondersteuning van slachtoffers van misdrijven en ongevallen

  • a.Slachtofferhulp:

    • 1.

      Openstelling d.m.v. telefonische, elektronische en fysieke bereikbaarheid

    • 1.

      Verwerking en doorgeleiding van meldingen

  • 1.

    Subsidiesoort

    • a.

      Professionele instelling voor AMW: Budgetsubsidie

    • b.

      Professionele instelling voor Slachtofferhulp: Waarderingssubsidie op basis van een bedrag per inwoner

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    c.Algemeen:

Activiteitenplan met bijbehorende productbegroting op basis van baten en lasten

    • a.

      Professionele instelling voor AMW:

      • 1.

        Inzicht in de niet integrale kostprijs van de producten (verdeling naar vaste en variabele lasten)

        • 1.

          Inzicht in de algemene huisvestingslasten

        • 1.

          Inzichten in de overige overheadkosten

      • 2.

        De kosten en tekorten per dienst / activiteit / product

      • 3.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 4.

        De verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

    • b.

      Professionele instelling voor Slachtofferhulp: Aantal inwoners

  • 2.

    Nadere subsidievoorwaarden

    c.Professionele instelling voor AMW: De activiteiten vinden plaats binnen de gemeente

    • 5.

      Er wordt gewerkt volgens de Kwaliteitseisen van de MO Groep m.b.t.:

      • 2.

        Dossiervorming

      • 3.

        Voortgang hulpverlening

      • 4.

        Landelijke Kwaliteitsnormen

    • 6.

      De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie

    • 7.

      Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis., dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO

    • 8.

      Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening

    • 9.

      De verschillende producten worden vertaald naar niet integrale kostprijzen met als de kosten die zijn verbonden aan de uitvoerende uren en bijkomende direct activiteit gerelateerd kosten

    • 10.

      De subsidie betreffende de component overhead heeft als maximum 33% van de totale begroting.

  • 3.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

  • 1.

    Prestaties

    • a.

      Professionele instelling voor AMW:

      • 1.

        De wachttijd tussen de aanmelding en het intakegesprek is vraagafhankelijk en mag maximaal 3 maanden bedragen

      • 2.

        Het aantal trajecten psychosociale hulpverlening op jaarbasis

      • 3.

        Het aantal afgesloten en lopende trajecten

      • 4.

        Bereikbaarheid crisishulpverlening gedurende 7 dagen per week gedurende 24 uur per dag

    • b.

      Schoolmaatschappelijk werk: Nader door het college te bepalen

    • c.

      Sociaal Raadslieden Werk: Nader door het college te bepalen

    • d.

      Sociaal Juridische Dienstverlening: Nader door het college te bepalen

  • 2.

    Uitvoeringsovereenkomst

    • e.

      Professionele instelling voor AMW: Van toepassing

    • f.

      Overige instellingen: N.v.t.

Beleidsregel 9 Peuterspeelzaalwerk

a. Beleid:

Het verhogen van de kwaliteit en de uniformiteit van het peuterspeelzaalwerk.

b. Beleidsregel Peuterspeelzaalwerk

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Het door middel van spelen en ontmoeten zowel actief als passief ontwikkelen van sociale, cognitieve en motorische vaardigheden en taalgebruik

    • b.

      Het signaleren en ondersteunen van positieve en minder positieve elementen betreffende de ontwikkelingen van kinderen tussen de 2 en 4 jaar

  • 2.

    Producten / activiteiten / dienstenPeuterspeelzalen en peuterspeelzaalplaatsen

  • 3.

    SubsidiesoortBudgetsubsidie

    • c.

      Subsidiecomponent ten behoeve van de huisvestingslasten (100%)

    • d.

      Subsidiecomponent ten behoeve van de overheadkosten

      (een nader door het college te bepalen percentage)

    • e.

      Subsidiecomponenten ten behoeve van het tekort per groep (variabel)

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • f.

      Activiteitenplan met productbegroting met scheiding van de volgende kostencomponenten:

      • 1.

        Huisvesting

      • 1.

        Algemene / bestuurlijke en coördinatiekosten

      • 2.

        Activiteitenkosten per peuterspeelzaalgroep

    • g.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • h.

      Het in het Subsidieprogramma opgenomen maximale subsidiebedrag

    • i.

      Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden

    • j.

      De activiteiten moeten binnen de gemeente worden aangeboden

    • k.

      De leiding van de peuterspeelzaalgroep berust bij een peuterspeelzaalleidster die qua opleiding en ervaring voldoet aan de voorwaarden zoals deze in de CAO Welzijn zijn opgenomen m.b.t. peuterspeelzaalleidster 1 dan wel op een gelijkwaardig niveau

    • l.

      De honorering van de leidster is conform CAO Welzijn dan wel op een gelijkwaardig niveau

    • m.

      Bij 9 of meer kinderen in de groep: 2 professionele / betaalde peuterspeelzaalleidsters per groep; bij 8 kinderen of minder 1 professionele / betaalde leidster per groep met één volwassen assistent-leidster

    • n.

      Een peuterspeelzaalgroep telt gemiddeld 13 kinderen tussen de 2 en 4 jaar. In bijzondere gevallen, een en ander ter beoordeling van het college, kan het gemiddelde aantal kinderen per groep op basis van de demografische situatie binnen een kern, worden bijgesteld.

    • o.

      De openstelling van het peuterspeelzaalwerk loopt qua aantal weken en qua periode gelijk met het basisonderwijs

    • p.

      Per week wordt uitgegaan van twee dagdelen openstelling per week met een minimum van 2,5 uur per dagdeel

    • q.

      De inrichting van de binnen- en buitenruimte voldoet aan de daaraan door het college te stellen voorwaarden

    • r.

      Er is sprake van een pedagogisch werkplan

    • s.

      Er zijn reguliere contacten met het primair onderwijs

    • t.

      Voor het overige zijn de in de verordening peuterspeelzaalwerk opgenomen kwaliteitsregels van toepassing

  • 6.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde

subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

  • a.

    Ouderbijdragen:

    • 1.

      De ouderbijdragen kennen een zodanig getrapt systeem, minimaal 3 treden, dat het ook de lagere inkomengroepen mogelijk is gebruik te maken van de door de gemeente gesubsidieerde peuterspeelzaalvoorzieningen

    • 2.

      De te hanteren ouderbijdragen behoeven de instemming van het college (artikel 4:71 Awb)

    • 3.

      De ouderbijdragen dragen voor een door het college vast te stellen percentage bij in de salariskosten van de leidsters. Voor het resterende deel kan een beroep worden gedaan op gemeentelijke subsidie.

  • b.

    Alternatieven / specifieke situaties:

    • 4.

      Uniforme ouderbijdrage; lagere inkomens kunnen gebruik maken van de Bijzondere Bijstand.

    • 5.

      Bij VVE: als de gemeente bepaalt dat bepaalde groepen conform VVE moeten worden opgevangen compenseert de gemeente in beginsel de daaruit voortvloeiende meerkosten vanuit aanvullende subsidie.

Beleidsregel 10 Onderwijs achterstandenbeleid

a. B eleid

Uitvoering Onderwijs Achterstanden Beleid

De nota Onderwijsachterstandsbeleid is concreet ingevuld tot op beleidsregelniveau en is rechtstreeks te vertalen naar de beschikkingen tot subsidieverlening en de uitvoeringsovereenkomsten.

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Na vroegtijdige signalering komen tot een verbeteren van de startcondities op het gebied van de Nederlandse Taal.

  • 1.

    Producten / activiteiten / diensten

    • a.

      Voor- en Vroegschoolse Educatie VVE

    • b.

      Taalbeleid

    • c.

      Voorkomen Vroegtijdig schoolverlaten

  • 2.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 3.

    Subsidiegrondslagen

    • d.

      Activiteitenplan met productbegroting

    • e.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • f.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • g.

      Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 4.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde

subsidieaanvraagformulieren

1.Prestaties

Nader per activiteit op basis van de nota en de besprekingen met het onderwijsveld en de betrokken instellingen tot op leerling- en schoolniveau te bepalen.

Beleidsregel 1 1 Onderwijsbegeleiding

a. Beleid

Na de beleidswijziging met betrekking tot de financiering van de Onderwijsbegeleiding is er voor gekozen in de toekomst niet de ‘vragende’ scholen zelf te subsidiëren maar de ‘aanbiedende’ schoolbegeleidingsdienst. Dit ook omdat daarmee voorkomen wordt dat een deel van het budget moet worden besteed aan BTW (inkoop van diensten vanuit de scholen bij de schoolbegeleidingsdiensten).

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs door middel van het subsidiëren van diensten op het gebied van de educatie en leerlingenzorg voor leerlingen van het primaire onderwijs binnen de gemeente.

2. Producten / activiteiten / diensten ten behoeve van leerlingen met achterstanden:

  • 1.

    Systeembegeleiding

  • 2.

    Individuele begeleiding

  • 3.

    Leerplanontwikkeling

  • 4.

    Projecten

  • 3.

    Subsidiesoort : Structurele activiteitensubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

  • a.

    Activiteitenplan met productbegroting

  • b.

    Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

  • c.

    Het in het Subsidieprogramma opgenomen maximale subsidiebedrag

  • d.

    Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • e.

    De subsidie dient te worden aangewend voor de leerlingenbegeleiding,met betrekking tot zorg, taal en VVE.

  • f.

    Er kan steekproefsgewijs onderzoek worden gedaan naar de tevredenheid bij de scholen en overige klanten over de kwaliteit van de in het kader van de schoolbegeleiding uitgevoerde activiteiten.

  • 5.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet bij de aanvragen tot subsidieverlening en –vaststelling gebruik worden

gemaakt van het door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulier.

  • 7.

    Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

  • a.

    Rijksbijdrage aan de scholen.

  • 8.

    Prestatiesworden jaarlijks vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening

Beleidsregel 1 3 Opvang zwerfdieren

a. Beleid

Het opvangen van zwerfdieren conform de daaraan door wet- en regelgeving gestelde eisen

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Het opvangen van zwerfdieren binnen onze gemeentegrenzen

1.Producten / activiteiten / diensten

Het bieden van adequate opvang ten behoeve van zwerfdieren

  • 1.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Activiteitenplan met productbegroting

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • c.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • d.

      Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 3.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    • e.

      Binnen de bij aanvragen voor subsidieverlening respectievelijk subsidievaststelling geleverde stukken moet een expliciet onderscheid worden gemaakt tussen de wettelijke taken betreffende opvang van zwerfdieren en de overige activiteiten zoals een pensionvoorziening

    • f.

      Alle directe kosten alsmede dat aandeel in de overige kosten dat is verbonden aan de pensionopvang moet volledig worden bekostigd vanuit de opbrengsten uit de pensionvoorziening

    • g.

      De subsidiemiddelen mogen in beginsel pas ten gunste komen aan de laatstgenoemde activiteiten als daartoe door het college voorafgaand toestemming is verleend

    • h.

      Er moet volstrekt de hand worden gehouden aan de geldende milieuvoorschriften (in het bijzonder die betreffende de geluidsoverlast)

    • i.

      Er moet ten minste één maal per jaar overleg worden gepleegd met de omwonenden binnen een straal van 1 kilometer

  • 4.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

Bij het afhalen van zwerfdieren moet door de afhalende persoon een bijdrage worden betaald die gelijk is aan de kosten van de overdracht (zoals het chippen, inenten en dergelijke)

1.Uitvoeringsovereenkomst: Van toepassing

Beleidsregel 1 4 Amateurkunst (Nader in te vullen )

a. Beleid :

In het kader van het eenvoudiger maken van de subsidiesystematiek en het scheiden van de verantwoordelijkheden tussen gemeente (college) en subsidieontvangers is afgestapt van het subsidiëren op basis van instrumenten, uniformen, leden enzovoorts. Het is meer de eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger de subsidiemiddelen in te zetten waar nodig. Zo kan de ene vereniging kiezen voor mooiere (duurdere) instrumenten, een ander voor een betere (duurdere) dirigent en weer een andere voor professionele (duurdere) lessen aan de leden.

Er wordt uitgegaan van een waarderingssubsidie per discipline als tegemoetkoming in het totaal aan kosten. De hoogte van de waarderingssubsidie kan variëren per discipline.

Toelichting

= HAFA (Harmonie- en Fanfare):

Veel muziekverenigingen baseren hun subsidieaanvraag graag op de z.g. SONMO / NIB normen (de toenmalige landelijke koepels die indertijd de normen hebben vastgesteld). Dat zijn normen per lid, uniform, instrument e.d. die door de landelijke koepels zijn vastgesteld. Een niet onbelangrijk nevendoel van deze adviezen is een hogere subsidie te verwerven: de bedragen liggen in de meeste gemeenten ver boven de uiteindelijk verstrekte subsidiebedragen. Het staat gemeenten immers vrij de hoogte van de subsidiebedragen zelf te bepalen.

T.a.v. de Amateurkunst zet de gemeente in op het zo veel mogelijk deel laten nemen van jeugd en jongeren. Vandaar dat de gemeente als subsidievoorwaarde een minimum aantal jeugdleden hanteert. Dit aantal kan overigens nog variëren per kern op basis van de demografische situatie in die kern.

Daarnaast hecht de gemeente sterk aan de inbreng vanuit de muziekverenigingen aan bijeenkomsten als Nationale feestagen en herdenkingen zonder welke deze activiteiten veel aan glans verliezen.

De basis voor de subsidieverstrekking is een activiteitenplan waarin wordt voldaan aan de door de gemeente geformuleerde prestaties. De manier waarop die worden gerealiseerd is voor de hoogte van de subsidie niet van belang. Als de prestaties niet worden gerealiseerd is er geen grondslag voor subsidieverstrekking.

Omdat deelname aan de activiteiten centraal staat en de kwaliteit wordt gewaarborgd door de eisen die aan de leiding worden gesteld, is er vanuit gemeentelijke optiek geen belang (meer) bij deelname aan concoursen.

Uiteraard is iedere vereniging vrij daaraan deel te nemen maar daarvoor is geen subsidiebudget beschikbaar.

= Koorzang

T.a.v. de Amateurkunst zet de gemeente vooral in op het zo veel mogelijk deel laten nemen van jeugd en jongeren. Bij koren is het echter niet mogelijk als subsidievoorwaarde een minimum aantal jeugdleden te hanteren. Redenen hiervoor zijn de stembreuk en het feit dat het repertoire van het gemiddelde koor is gericht op de gemiddelde leeftijd en daarmee niet echt appelleert aan de smaak van de gemiddelde jeugd.

De basis voor de subsidieverstrekking is een activiteitenplan waarin wordt voldaan aan de door de gemeente geformuleerde prestaties. De manier waarop die worden gerealiseerd is voor de hoogte van de subsidie niet van belang.

Omdat deelname aan de activiteiten centraal staat en de kwaliteit wordt gewaarborgd door de eisen die aan de leiding worden gesteld, is er vanuit gemeentelijke optiek geen belang bij deelname aan concoursen.

Uiteraard is iedere vereniging vrij daaraan deel te nemen. Er is echter geen subsidiebudget beschikbaar.

= Toneel

T.a.v. de Amateurkunst zet de gemeente in op het zo veel mogelijk deel laten nemen van jeugd en jongeren. Vandaar dat de gemeente als subsidievoorwaarde een minimum aantal jeugdleden hanteert.

De basis voor de subsidieverstrekking is een activiteitenplan waarin wordt voldaan aan de door de gemeente geformuleerde prestaties. De manier waarop die worden gerealiseerd is voor de hoogte van de subsidie niet van belang.

Conform de uitgangspunten van de Awb, omdat het hanteren van de ledensubsidie conflicteert met de beperkingen vanuit de Wet Bescherming Persoonsgegevens en omdat meer leden in beginsel eerder meer inkomsten dan uitgaven inhoudt, de vaste lasten(dirigent, huur ruimte e.d.) blijven immers gelijk, wordt de subsidieverstrekking gekoppeld aan activiteiten.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten De inwoners van de gemeente de mogelijkheid te bieden de amateurkunst te beoefenen in georganiseerd en groepsverband

  • 2.

    Producten / Activiteiten / Diensten

    • a.

      Harmonie, Fanfare, Brass Band, Tamboer-fanfarecorps

    • b.

      Koorzang

    • c.

      Toneel

    • d.

      Overige

  • 3.

    Subsidiesoort

    • e.

      Harmonie, Fanfare, Brass Band, Tamboer-fanfarecorps

      • 1.

        Waarderingssubsidie

      • 2.

        Incidentele activiteitensubsidie voor eenmalige evenementen, maximaal één maal per 3 jaar te verstrekken

    • f.

      Koorzang

      • 3.

        Waarderingssubsidie

      • 4.

        Incidentele activiteitensubsidie voor eenmalige evenementen, maximaal één maal per 3 jaar te verstrekken

    • g.

      Toneel

      • 5.

        Waarderingssubsidie

      • 6.

        Incidentele activiteitensubsidie voor eenmalige evenementen, maximaal één maal per 3 jaar te verstrekken

    • h.

      Overige : nader door het college te bepalen

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • i.

      Activiteitenplan met begroting

    • j.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • k.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • l.

      Verdeelsleutel: naar rato van het aantal aanvragen

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden

    • m.

      Harmonie, Fanfare, Brass Band, Tamboer-fanfarecorps

      7.De organisatie moet:

      • 1.

        Tenminste 25 in de gemeente woonachtige musicerende en contributie betalende leden tellen

      • 2.

        Twee openbare optredens per jaar binnen de gemeente verzorgen

      • 3.

        Repetities en optredens moeten plaatsvinden onder professionele leiding. Dit betekent het afgesloten hebben van een daarop betrekking hebbende professionele opleiding op Hbo-niveau

    • n.

      Koorzang

      8.De organisatie moet

      • 4.

        Tenminste 15 in de gemeente woonachtige musicerende en contributie betalende leden tellen

      • 5.

        Een openbaar optreden per jaar binnen de gemeente verzorgen

    • o.

      Toneel

      9.De organisatie moet

      • 6.

        Tenminste 15 in de gemeente woonachtige spelende en contributie betalende leden tellen

      • 7.

        Minimaal één openbaar optreden per jaar binnen de gemeente verzorgen

    • p.

      Overige

Door het college nader te bepalen

1.Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

  • 1.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Waarderingssubsidie per organisatie

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • c.

      Verdeelsleutel: Naar rato

  • 2.

    Aanvullende voorwaarden

    d.De organisaties moeten, indien daartoe door het college uitgenodigd, medewerking verlenen aan herdenkingen en vieringen zoals 30 april alsmede 4 en 5 mei.

Beleidsregel 1 5 Podiumkunsten (Nader in te vullen)

a. Beleid

Het bieden van een mogelijkheid zich te presenteren voor de professionele en de niet-professionele podiumkunsten.

b. Beleidsregels

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Het bieden van een gevarieerd aanbod een professionele podiumkunsten

    • b.

      Het bieden van een podium voor niet-professionele podiumkunsten

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

Een programma dat aansluit op de vraag en behoefte van de bevolking

  • 1.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

  • a.

    Activiteitenplan met productbegroting met scheiding van de volgende kostencomponenten:

    • 1.

      Huisvesting

    • 1.

      Algemene / bestuurlijke en coördinatiekosten

    • 1.

      Activiteitenkosten per peuterspeelzaalgroep

  • b.

    Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

  • c.

    Het in het Subsidieprogramma opgenomen maximale subsidiebedrag

  • d.

    Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 1.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

De subsidie is niet bestemd voor het dekken van de tekorten die voortvloeien uit het contracteren van de kunstenaars (uitkoop en partageregeling)

1.Prestaties

Er moet sprake zijn van tenminste 8 producties / voorstellingen op jaarbasis m.b.t. amateurinstellingen

Beleidsregel 1 6 Kunsteducatie (Nader in te vullen)

a. Beleid :In de eerste plaats jongeren, en vervolgens volwassenen, actief in aanraking te brengen met en deel te laten nemen aan activiteiten op het terrein van de beeldende vorming, fotografie, literatuur / schrijven, dans en toneel en film.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Primair: Kennis maken alsmede actief en passief bezig zijn met diverse van de genoemde kunstvormen voor kinderen en jongeren tot 23 jaar

    • b.

      Secundair: Kennis maken alsmede actief en passief bezig zijn met de genoemde kunstvormen van de beeldende kunst voor volwassenen

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • c.

      Activiteiten in cursorisch verband

    • d.

      Projecten

  • 3.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    e.M.b.t. de genoemde kunstvormen:

  • 1.

    Het activiteitenplan met productbegroting

  • 2.

    Een subsidiebedrag ter dekking van een nader door het college te bepalen deel van de vaste lasten (inclusief overheadkosten)

  • 3.

    Een nader door het college te bepalen aantal klokuren aan cursorische activiteiten

  • 4.

    Per klokuur waarvoor een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend moet gemiddeld sprake zijn van minimaal 12 betalende deelnemers per klokuur dat woonachtig is binnen onze gemeente

  • 5.

    Een klokuur cursus dat voldoet aan de genoemde voorwaarden

    f.Algemeen:

  • 1.

    Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

  • 2.

    Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen

maximale subsidiebedrag

3.Verdeelsleutel m.b.t. de overheadlasten:

naar rato van het aantal inwoners binnen het verzorgingsgebied van de desbetreffende instelling

  • 1.

    Nad ere subsidievoorwaarden

    • a.

      De onderdelen binnen de jaarstukken (activiteitenplan & begroting alsmede jaarverslag & jaarrekening die betrekking hebben op de gemeente Vlissingen moeten separaat worden opgenomen.

    • b.

      De begroting en jaarrekening moeten zijn opgesplitst in de volgende componenten:

      • 1.

        Vaste lasten - algemene, niet activiteitgerelateerde kosten

      • 2.

        Variabele lasten - de directe kosten van de activiteiten

    • c.

      Het subsidiebudget dat resteert na aftrek van het aandeel vanuit de subsidie in de overheadlasten, moet als volgt qua volgorde worden ingezet:

      • 3.

        Cursorische activiteiten en projecten gericht op jeugdigen en jongeren tot 23 jaar

      • 4.

        Cursorische activiteiten en projecten gericht op volwassenen

    • d.

      De variabele cursuslasten moeten volgens de volgende percentages worden bekostigd vanuit de deelnemersbijdragen:

      • 5.

        Jeugd en jongeren tot 23 jaar: 80%

      • 6.

        Volwassenen: 100%

    • e.

      De subsidie is bestemd als dekking voor:

      • 7.

        100% van de overheadlasten die zijn verbonden aan het verzorgen van de subsidiabele cursussen

      • 8.

        De hoogte van de te subsidiëren vaste lasten zal maximaal 33% zijn van het totaal aan de subsidiabele cursussen verbonden directe kosten.

  • 2.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

    • f.

      Inzicht in:

      • 9.

        Het aantal activiteiten en het daaraan verbonden aantal klokuren cursus waarvoor subsidie wordt gevraagd

      • 10.

        De gemiddelde leeftijd van de ingeschreven deelnemers

      • 11.

        Het aantal deelnemers dat zich, per cursus, heeft ingeschreven voor de desbetreffende cursussen

    • g.

      Er moet per activiteit inzicht worden gegeven in o.a. de inhoudelijke aspecten, de prestaties en de baten en lasten. Daarvoor moet gebruik worden gemaakt van een door het college vastgesteld format.

  • 3.

    Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

    h.De cursustarieven moeten dekkend zijn ten opzichte van de docentenkosten:

    • 12.

      Jeugd en jongeren tot 23 jaar: 80%

    • 13.

      Volwassenen: 100%

  • 4.

    Prestaties

    • i.

      Ten minste 10 cursorische activiteiten voor jeugd en jongeren tot 23 jaar, woonachtig in de gemeente Vlissingen met een gemiddeld aantal van 12 deelnemers per cursus

    • j.

      Ten minste 20 cursorische activiteiten voor volwassenen, woonachtig in de gemeente Vlissingen met een gemiddeld aantal van 12 deelnemers per cursus.

    • k.

      De lessen worden verzorgd door daartoe bevoegde docenten

  • 5.

    Uitvoeringsovereenkomst

    l.Van toepassing

  • 6.

    Nadere voorwaarden

    • m.

      De in artikel 4:51 Awb genoemde ‘redelijke termijn’ houdt een periode in van maximaal 1,5 kalenderjaar

    • n.

      Indien de genoemde prestaties niet worden gerealiseerd zal de subsidierelatie anderhalf jaar na de besluitvorming daartoe door de raad geheel zijn beëindigd.

Beleidsregel 1 7 Oudheidkunde en museum (Nader in te vullen)

a. Beleid

Professionele instellingen

Het vormen van een collectie alsmede het conserveren en tentoonstellen alsook het publiceren over de cultuurhistorie van Zeeland in zijn algemeenheid en het eiland Walcheren in het bijzonder, en Vlissingen zeer specifiek.

Steunfonds

Het mee in standhouden van de in Zeeland gevestigde musea

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Professionele instelling

      • 1.

        Het behoud van cultureel erfgoed

      • 2.

        Het conserveren van materialen en goederen

      • 3.

        Het verzorgen van tentoonstellingen

      • 4.

        Het publiceren van artikelen die betrekking hebben op het Walcherse en specifiek het Vlissingse erfgoed

    • b.

      Steunfonds: Het in stand houden van de Zeeuwse musea

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • c.

      Professionele instelling

      • 5.

        Openstelling van de collectie voor publiek

      • 6.

        De openstelling van het archief voor geïnteresseerden

      • 7.

        Publicaties

    • d.

      Steunfonds: Het leveren van een bijdrage aan het in standhouden van Zeeuwse musea

  • 3.

    Subsidiesoort:

    • e.

      Professionele instelling: Budgetsubsidie

    • f.

      Steunfonds: Waarderingssubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • g.

      Professionele instelling

      • 8.

        Activiteitenplan met productbegroting

      • 9.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 10.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 11.

        Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

    • h.

      Steunfonds: Aanvraag tot subsidieverlening betreffende het steunfonds

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    • i.

      Professionele instelling:

      12.De subsidie is vooral bedoeld voor het dekken van de vaste lasten. De variabele lasten moeten voor een jaarlijks door het college te bepalen percentage worden opgebracht vanuit entreegelden, sponsoring en andere vormen van inkomsten

    • j.

      Steunfonds: N.v.t.

  • 6.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

  • 1.

    Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

    • a.

      Professionele instelling:

      1.De inkomsten uit de entreegelden moeten primair gericht zijn op het dekken van de kosten die zijn verbonden aan de publiekgerichte activiteiten

    • b.

      Steunfonds:

      2.Ten minste 80% van alle Zeeuwse gemeenten moeten een subsidie verstrekken. Zo niet, dan vervalt de grondslag voor subsidieverstrekking

  • 2.

    Prestaties

    c.Professionele instelling

    • 3.

      Openstelling voor publiek gedurende:

      • 1.

        52 weken per jaar

      • 2.

        Minimaal 45 uur per week

    • 4.

      Het verzorgen van lespakketten voor de leerlingen uit de groepen 4, 5 en 6 van het basisonderwijs

  • 3.

    Uitvoeringsovereenkomst:

    d.Van toepassing.

Beleidsregel 1 8 Lokale Omroep

a. Beleid

Er wordt uitgegaan van een genormeerd subsidiebedrag, los van het aantal woningen, aansluitingen e.d. en geen relatie hebbende met het deel in het gemeentefonds dat naar de gelden voor een lokale omroep is te herleiden.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten : Verzorgen van de lokale omroep

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten : Radio- en TV uitzendingen

  • 3.

    Subsidiesoort: Waarderingssubsidie of structurele activiteitensubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Activiteitenplan met begroting

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • c.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • d.

      Verdeelsleutel: Naar rato

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

Er moet sprake zijn van het voldoen aan de door het rijk gestelde eisen

1.Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

Be leidsregel 1 9 Recreatie

a. Beleid

Het bevorderen van recreatieve activiteiten gericht op inwoners van en bezoekers aan onze gemeente.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten : Het bevorderen van recreatieve activiteiten binnen de gemeente

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten : Recreatieve activiteiten

  • 3.

    Subsidiesoort

    • a.

      Vrijwilligersorganisaties: Waarderingssubsidie of structurele activiteitensubsidie

    • b.

      Professionele instellingen: Budgetsubsidie of structurele activiteitensubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • c.

      Vrijwilligersorganisaties:

      • 1.

        Activiteitenplan met begroting

      • 2.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 3.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 4.

        Verdeelsleutel: Naar rato

    • d.

      Professionele instellingen

      • 5.

        Activiteitenplan met productbegroting

      • 6.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 7.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 8.

        Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 5.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Uitvoeringsovereenkomst:

  • a.

    Vrijwilligersorganisaties: Niet van toepassing

  • b.

    Professionele instellingen: Van toepassing

Beleidsregel 20 Economische ontwikkeling

a. Beleid

Het bevorderen van de economische ontwikkelingen in zijn algemeenheid binnen de gemeente. Daarbij wordt gewaakt voor het bevoordelen van individuele bedrijven met als gevolg het scheppen van ongelijke voorwaarden voor commerciële ondernemingen.

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Het bevorderen van de economische ontwikkelingen binnen de gemeente.

  • 1.

    Producten / activiteiten / diensten

    • a.

      Informatie en advies m.b.t. de mogelijkheden binnen de gemeente

    • b.

      Bijeenkomsten van ondernemers t.b.v. het netwerken

  • 2.

    Subsidiesoort

Waarderingssubsidie

  • 1.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Activiteitenplan met begroting

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • c.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • d.

      Verdeelsleutel: Naar rato

    • e.

      De subsidie is primair bedoeld als tegemoetkoming in de organisatiekosten

  • 2.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

Er moet sprake zijn van een naar het oordeel van het college redelijke eigen bijdrage vanuit de deelnemers aan de bijeenkomsten en de plaatselijke ondernemers.

1.Prestaties

Minimaal 6 netwerkbijeenkomsten op jaarbasis

Beleidsregel 2 1 Bevordering Toerisme

a. Beleid

Het bevorderen van het toeristische bezoek aan de gemeente

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Het bevorderen van het toerisme aan de gemeente

  • 1.

    Producten / activiteiten / diensten

    • a.

      Informatievoorziening

    • b.

      Promotieactiviteiten

  • 2.

    Subsidiesoort

    • c.

      Professionele instellingen: Budgetsubsidie

    • d.

      Vrijwilligersorganisaties: Waarderingssubsidie of structurele activiteitensubsidie

  • 3.

    Subsidiegrondslagen

    • e.

      Professionele instellingen:

      • 1.

        Activiteitenplan met (product)begroting

      • 2.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 3.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 4.

        Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

      • 5.

        Achtereenvolgens worden de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget:

        • 1.

          De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden])

        • 2.

          Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend

    • f.

      Vrijwilligersorganisaties:

      • 6.

        Activiteitenplan met begroting

      • 7.

        Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

      • 8.

        Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      • 9.

        Verdeelsleutel: naar rato

  • 4.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

Er moet sprake zijn van een naar het oordeel van het college redelijke bijdrage

  • 1.

    Prestaties

    • a.

      Professionele instellingen:

      • 1.

        Het aantal dagen en uren openstelling / activiteiten

      • 2.

        Het aantal onder verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger georganiseerde activiteiten

      • 3.

        Het aantal personen dat om inlichtingen vraagt / deelneemt

      • 4.

        Het aantal verspreide brochures en bezoeken aan de website

    • b.

      Vrijwilligersorganisaties: N.v.t.

  • 2.

    Uitvoeringsovereenkomst:

    • c.

      Professionele instellingen: Van toepassing

    • d.

      Vrijwilligersorganisaties: N.v.t.

Beleidsregel 2 2 Verslavingsbeleid

a. Beleid sdoelen

Het voorkomen van het gebruik van tabak en drugs.

Het uitstellen van de leeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken.

Het maken van gezonde keuzes t.a.v. genotmiddelen.

Het behandelen van de gevolgen die verslaving heeft op het functioneren van de verslaafde.

Het tegengaan van overlast in de openbare ruimte en het opvangen en begeleiden van verslaafden aan alcohol en drugs.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Het bevorderen van het tegengaan van overlast in de openbare ruimte door personen die verslaafd zijn aan alcohol en drugs.

    • b.

      Het bevorderen van het behandelen van de gevolgen van de verslaving op het functioneren van de verslaafde.

    • c.

      Het vergroten van de autonomie, verbeteren van de kwaliteit van leven en maatschappelijk herstel van de verslaafde

    • d.

      Het voorkomen van riskant gebruik dan wel misbruik van genotsmiddelen.

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • e.

      Buurtbeheersplan

    • f.

      Gebruiksruimte

    • g.

      RIOB

    • h.

      Begeleid/beschermd wonen

    • i.

      Wekelijks spreekuur

    • j.

      Begeleiding nar zorg

    • k.

      Straathoekwerk

    • l.

      Spuitomruil

    • m.

      Dagopvang

    • n.

      Maaltijdvoorziening

    • o.

      Informatie en advies

    • p.

      Basis preventiepakket met diverse voorlichtingsactiviteiten, waaronder Projectplannen Gezonde School en Genotsmiddelen.

  • 3.

    Subsidiesoort

    • q.

      Budgetsubsidie via de specifieke uitkering voor verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang

    • r.

      Budgetsubsidie maatschappelijke opvang uit de gemeentebegroting

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • s.

      Regeling maatschappelijke ondersteuning van VWS. Instellingen dienen de gegevens geheel conform paragraaf 4 van deze regeling in aparte overzichten of tabellen weer te geven; bij voorkeur in de aangegeven volgorde en vorm, en per te onderscheiden voorziening of functie.

    • t.

      Jaarlijkse subsidieaanvraag, met activiteitenplan en (product)begroting

    • u.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond voor maatschappelijke opvang

    • v.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • w.

      De specifieke uitkering voor verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang van het rijk.

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    • x.

      Toepassing van:

      • 1.

        De landelijk vastgestelde protocollen

      • 2.

        De landelijk vastgestelde rapportages

    • y.

      Er moet een aansluiting zijn op de overige WMO prestatievelden, met name 7,8 en 9.

    • z.

      De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan 10% van de totale personeelsformatie (inclusief vrijwilligers)

    • aa.

      De professionele personele inzet bedraagt tussen de 1.125 (inclusief seniorenregeling) - 1.350 productieve uren binnen een fte.

    • ab.

      Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening

    • ac.

      Deelname aan door het college te bepalen overlegvormen, verder nader in te vullen in de beschikking tot subsidieverlening en/of de uitvoeringsovereenkomst

  • 6.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

    • ad.

      Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

    • ae.

      Verantwoording geschiedt conform de richtlijnen van de regeling Maatschappelijke Ondersteuning

  • 7.

    Prestatiesmoeten worden weergegeven conform de uitgangspunten van het Zeeuws Kompas:

    af.Het aantal in Vlissingen en elders woonachtige cliënten per doelgroep:

  • 1.

    Heroïne

  • 2.

    Cocaïne

  • 3.

    Amfetamine

  • 4.

    Alcohol

  • 5.

    Methadon

    • ag.

      Het aantal in Vlissingen woonachtige cliënten in de leeftijd van:

      • 3.

        – 23 jaar

      • 4.

        34 – 65 jaar

      • 5.

        65+ jaar

    • ah.

      Het aantal gestarte, lopende en afgesloten individuele trajecten

      • 6.

        Het aantal deelnemers aan het methadonproject

      • 7.

        Het aantal deelnemende scholen c.q. leerlingen in het kader van preventieprojecten

  • 1.

    Uitvoeringsovereenkomst:

Van toepassing (op basis van de individuele afspraken in het kader van het Zeeuws Kompas)

Beleidsregel 2 3 Maatschappelijke Opvang

a. Beleid

Het voorkomen van dak- en thuisloosheid, het bieden van maatschappelijke opvang en het maatschappelijk herstel van personen en gezinnen die daar op basis van de landelijk gestandaardiseerde criteria voor in aanmerking komen.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Het voorkomen van dak- en thuisloosheid

    • b.

      Het voorzien in individuele trajecten voor opvang en herstel van mensen die volgens de landelijk gehanteerde criteria in aanmerking komen voor de maatschappelijke opvang

    • c.

      Het verminderen van overlastgevend gedrag van de doelgroep

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • d.

      MAB

    • e.

      Inloophuis

    • f.

      Lokale zorgnetwerken

    • g.

      Nachtopvang

    • h.

      Dagopvang

    • i.

      Winteropvang

    • j.

      Gezinsopvang

    • k.

      Huiskameropvang

    • l.

      Crisisopvang

    • m.

      Gebruiksruimte

    • n.

      Gezondheidsbevordering

    • o.

      Methadonverstrekking

    • p.

      Straathoekwerk

    • q.

      Begeleid groepswonen verslaafden

    • r.

      Sociale pensions

    • s.

      Foyer de Jeunesse

    • t.

      Nazorg ex-gedetineerden

    • u.

      Woonherkansen

    • v.

      Laatste Kans Project

    • w.

      Crisisopvang

    • x.

      Ambulante woonbegeleiding

    • y.

      Dagbesteding

    • z.

      Sociaal netwerk

  • 3.

    Subsidiesoort

    • aa.

      Budgetsubsidie via de specifieke uitkering voor verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang

    • ab.

      Budgetsubsidie maatschappelijke opvang uit de gemeentebegroting

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • ac.

      Regeling maatschappelijke ondersteuning van VWS. Instellingen dienen de gegevens geheel conform paragraaf 4 van deze regeling in aparte overzichten of tabellen weer te geven; bij voorkeur in de aangegeven volgorde en vorm, en per onderscheidbare voorziening of functie.

    • ad.

      Jaarlijkse subsidieaanvraag, met activiteitenplan en (product)begroting

    • ae.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond voor maatschappelijke opvang

    • af.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • ag.

      De specifieke uitkering voor verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang van het rijk.

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    • ah.

      Toepassing van:

      • 1.

        De landelijk vastgestelde protocollen

      • 2.

        De landelijk vastgestelde rapportages

    • ai.

      Er moet een aansluiting zijn op de overige WMO-prestatievelden, met name 7,8 en 9.

    • aj.

      De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan 10% van de totale personeelsformatie (inclusief vrijwilligers)

    • ak.

      De professionele personele inzet bedraagt tussen de 1.125 (inclusief seniorenregeling) - 1.350 productieve uren binnen een fte.

    • al.

      Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening

    • am.

      Deelname aan door het college te bepalen overlegvormen, verder nader in te vullen in de beschikking tot subsidieverlening en de uitvoeringsovereenkomst

  • 6.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

De aanvraag geschiedt conform de richtlijnen van de Regeling Maatschappelijke Ondersteuning

  • 1.

    Prestaties

    a.M.b.t. de gemeente Vlissingen:

    • 1.

      Het aantal uit Vlissingen afkomstige cliënten in de leeftijd van:

      • 1.

        – 23 jaar

      • 2.

        34 – 65 jaar

      • 3.

        65+ jaar

    • 2.

      Het aantal gestarte, lopende en afgesloten projecten tot re-integratie

  • 2.

    Uitvoeringsovereenkomst:

Van toepassing op basis van de afspraken m.b.t. de individuele trajecten in het kader van het Zeeuws Kompas

Beleidsregel 2 4 Vrouwenopvang

a. Beleid

Het opvangen en begeleiden van mishandelde vrouwen en hun minderjarige kinderen die daar op basis van de landelijk gestandaardiseerde criteria in aanmerking voor komen.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    a.Het opvangen en begeleiden van mishandelde vrouwen die volgens de landelijk gehanteerde criteria in aanmerking komen voor de vrouwenopvang

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • b.

      Hulpverlening

    • c.

      Telefonische hulp- en advieslijn

    • d.

      Crisisopvang door middel van Opvanghuizen

      • 1.

        Opvanghuizen

      • 2.

        Vluchthuizen

    • e.

      Noodplaats

    • f.

      Preventie

    • g.

      Nazorg

  • 3.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie op basis van de doeluitkering vrouwenopvang

van VWS

  • 1.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Regeling maatschappelijke ondersteuning van VWS. Instellingen dienen de gegevens geheel conform paragraaf 4 van deze regeling in aparte overzichten of tabellen weer te geven; bij voorkeur in de aangegeven volgorde en vorm, en per onderscheidbare voorziening of functie.

    • b.

      Jaarlijkse subsidieaanvraag, met activiteitenplan en (product)begroting

    • c.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond voor maatschappelijke opvang

    • d.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • e.

      De specifieke uitkering voor verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang van het rijk.

  • 2.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    • f.

      Toepassing van:

      • 1.

        De landelijk vastgestelde protocollen

      • 2.

        De landelijk vastgestelde rapportages

    • g.

      De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan 20% van de totale personeelsformatie (inclusief vrijwilligers)

    • h.

      De professionele personele inzet bedraagt tussen de 1.125 (inclusief seniorenregeling) - 1.250 productieve uren binnen een fte.

    • i.

      Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening

    • j.

      Deelname aan door het college te bepalen overlegvormen, verder nader in te vullen in de beschikking tot subsidieverlening en de uitvoeringsovereenkomst

  • 3.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

De aanvraag geschiedt conform de richtlijnen van de regeling Maatschappelijke Ondersteuning

1.Prestaties

Het aantal cliënten in de leeftijd van:

    • 1.

      – 23 jaar

    • 1.

      23 – 65 jaar

    • 1.

      65+ jaar

  • 2.

    Uitvoeringsovereenkomst: Van toepassing

Beleidsregel 2 5 Antidiscriminatie

a. Beleid

  • Het geven van voorlichting betreffende de eigenschappen en de gevolgen van discriminatie. Dat met het accent op de jeugd en jongeren.

  • Betreffende discriminatie gaat het om de aspecten geloof, ras en geaardheid.

  • Mensen die zich gediscrimineerd voelen door middel van een meldpunt de gelegenheid geven dit te melden.

  • In het verlengde van een melding kan vanuit het meldpunt een juridische procedure worden ingezet.

    a.Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Het bewust maken van burgers in het algemeen en jongeren in het bijzonder dat discriminatie in strijd is met de wet.

    • b.

      Het bieden van een platform en een meldpunt voor mensen die naar hun mening gediscrimineerd worden.

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • c.

      Het geven van informatie via woord, geschrift, internet en andere daartoe geschikte media aan de inwoners van Vlissingen met het accent op jeugd en jongeren. Dit in samenwerking met het onderwijs.

    • d.

      Een meldpunt in de vorm van een internetadres.

  • 3.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • e.

      Activiteitenplan met (product)begroting

    • f.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • g.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • h.

      Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

    • i.

      De activiteiten moeten zijn gericht op alle inwoners van de gemeente Vlissingen

    • j.

      De voertaal is het Nederlands

  • 6.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

  • 1.

    Prestaties

    a.Nader te bepalen aantallen:

    • 1.

      Het aantal uitgebrachte brochures

    • 2.

      Het aantal bezochte scholen

    • 3.

      Het totaal aantal meldingen

    • 4.

      Het aantal gegrond verklaarde meldingen

    • 5.

      Het aantal meldingen dat leidde tot een juridische procedure

  • 2.

    Uitvoeringsovereenkomst: Van toepassing

Beleidsregel 2 6 Huiselijk geweld

a. Beleid

  • Het geven van voorlichting betreffende de kenmerken en de gevolgen van huiselijk geweld.

  • Betreffende huiselijk geweld betreft het zowel fysiek als psychisch geweld.

  • Mensen die zich geconfronteerd voelen met huiselijk geweld door middel van een meldpunt de gelegenheid geven dit, al dan niet anoniem, te melden.

  • In het verlengde van een melding kan vanuit het meldpunt een juridische procedure worden ingezet.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Het bewust maken van burgers in het algemeen en jongeren in het bijzonder dat huiselijk geweld in strijd is met de wet.

    • b.

      Het bieden van een platform en een meldpunt voor mensen die geconfronteerd worden met vormen van huiselijk geweld.

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • c.

      Het geven van informatie via woord, geschrift, internet en andere daartoe geschikte media aan de inwoners van Vlissingen met het accent op jeugd en jongeren. Dit in samenwerking met het onderwijs.

    • d.

      Een meldpunt in de vorm van een internetadres.

  • 3.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • e.

      Activiteitenplan met (product)begroting

    • f.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • g.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • h.

      Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 5.

    Nadere subsidievoorwaarden:

De activiteiten moeten zijn gericht op alle inwoners van de gemeente Vlissingen

1.Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

  • 1.

    Prestaties : Nader te bepalen aantallen:

    • 1.

      Het aantal uitgebrachte brochures

    • 1.

      Het aantal bezochte scholen

    • 2.

      Het totaal aantal meldingen

    • 3.

      Het aantal gegrond verklaarde meldingen

    • 4.

      Het aantal meldingen dat leidde tot een juridische procedure

  • 2.

    Uitvoeringsovereenkomst: Van toepassing

Beleidsregel 2 7 Armoedebeleid

a. Beleid

Het met inzet van subsidiemiddelen stimuleren en mogelijk maken van plaatselijke initiatieven voor minima. Doelstelling van de subsidie reikt van waarderen tot tijdelijke stimuleringsmaatregel en is geenszins structureel van aard.

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Het stimuleren van initiatieven gericht op de doelgroep minima

1.Producten / activiteiten / diensten

Gericht op en/of bijdragend aan verbetering van de inkomenspositie van minima in Vlissingen

  • 1.

    Subsidiesoort : Waarderingsubsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Doelstelling organisatie

    • b.

      Beoogd aantal deelnemers

    • c.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • d.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

  • 3.

    Nadere subsidievoorwaarden:

Een activiteit die in aanmerking is gekomen voor subsidieverstrekking moet zelfvoorzienend zijn binnen uiterlijk 3 jaar.

1.Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

Beleidsregel 2 8 Vakanties Minima

a. Beleid

Het met inzet van subsidiemiddelen mogelijk maken van vakanties voor inwoners met een smalle beurs. Tot de doelgroep behoren mensen met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum. De vakanties dienen in georganiseerd verband te worden aangeboden.

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Het laagdrempelig aanbieden van vakanties voor minima

1.Producten / activiteiten / diensten

Organiseren van vakanties voor minima

  • 1.

    Subsidiesoort : Structurele activiteitensubsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Aantal deelnemers

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • c.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

  • 3.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

  • a.

    Moeten in begroting worden verantwoord

  • b.

    Aan de deelnemers wordt een jaarlijks door het college vast te stellen eigen bijdrage gevraagd.

Beleidsregel 30 Volkscultuur

a . B eleid

Het bevorderen van het in stand houden van Oranjefeesten en regionale, nationale en internationale volksfeesten binnen onze gemeente.

b. Beleidsregels

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Oranje- en volksfeesten: Het besteden van aandacht aan de Nationale feestdagen met het accent op activiteiten voor kinderen tot 12 jaar en volwassenen vanaf 65 jaar

    • b.

      Ringrijden : Het organiseren van wedstrijden ringrijden

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • c.

      Oranje- en volksfeesten: Activiteiten voor kinderen tot 12 jaar

    • d.

      Ringrijden: Wedstrijden

  • 3.

    Subsidiesoort

    • e.

      Oranje- en volksfeesten : Waarderingssubsidie

    • f.

      Ringrijden : Waarderingssubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • g.

      Het aanwijsbaar actief zijn van de organisatie

    • h.

      Verdeelsleutel: naar rato

  • 5.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college voorgeschreven aanvraagformulier

1.Prestaties

  • a.

    Oranjeverenigingen / -comités: De activiteiten moeten gericht zijn op deelname door kinderen van 4 – 12 jaar

  • b.

    Ringrijden: N.v.t.

Beleidsregel 3 1 Milieu-informatie en -educatie .

a. Beleid

Milieubeleid algemeen.

Beleid op gebied van het verstrekken van milieu-informatie en –educatie aan met name burgers ten behoeve van het vergroten van het milieubewustzijn.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      Het aanwakkeren en vergroten van het milieubewustzijn in de hoop dat men meer milieuvriendelijke keuzes maakt, in het belang van een duurzame ontwikkeling. Naast het vergroten van het milieubewustzijn het geven van tips en tools voor een meer duurzame leefstijl.

    • a.

      Doelgroepen zijn vooral de bewoners van de regio Walcheren, zowel volwassenen als kinderen. De activiteiten richten zich voornamelijk op huishoudens en de (basis)scholen  in de regio. Verder worden de natuur- en milieuorganisaties ondersteund bij hun educatieve activiteiten.

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    • a.

      de MilieuWinkel, met informatie en verkoopartikelen

    • b.

      stands

    • c.

      tentoonstellingen

    • d.

      educatieve natuurtuin

    • e.

      cursussen

    • f.

      groene agenda

  • 3.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • g.

      Activiteitenplan met (product)begroting

    • h.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • i.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • j.

      Verdeelsleutel: tender

  • 5.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

1.Prestaties : Uitvoering activiteitenplan

Beleidsregel 3 2 Vluchtelingenwerk

Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    a.Het werven en begeleiden van vrijwilligers gericht op maatschappelijke begeleiding van

    • 1.

      Asielgerelateerde vergunninghouders binnen de Wet inburgering

    • 2.

      Nieuwe statushouders onder de ‘Regeling ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet’

    • 3.

      Voormalig alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s)

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

Het werven en begeleiden van vrijwilligers

  • 1.

    Subsidiesoort : Budgetsubsidie

  • 2.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Activiteitenplan met productbegroting

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • c.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

    • d.

      Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 3.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

Beleidsregel 33 Bijzondere Wmo activiteit

Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Het waarderen van een organisatie voor het bereiken van een mijlpaal in haar participatiebevorderende inspanningen jegens een wijk, buurt of kern, haar vrijwilligers en/of haar cliënten binnen de gemeente Vlissingen. Gedacht kan worden aan bijzondere activiteiten zoals afscheid, jubilea enz. Er moet sprake zijn van een echt bijzonder feit zoals een jubileum van minimaal 25 jaar of een unieke Wmo gebeurtenis.

1.Producten / activiteiten / diensten

Door een bijdrage in de kosten van het organiseren van een bijzondere eenmalige gelegenheid wordt uiting gegeven aan de waardering.

1.Subsidiesoort

Incidentele activiteitensubsidie als waardering voor de bijzondere activiteit.

  • 1.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Kostenraming bijzondere gebeurtenis.

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond voor bijzondere Wmo activiteiten.

    • c.

      Per organisatie een maximaal bedrag van € 1000,-; bij verlening vast te stellen.

  • 2.

    Nadere subsidievoorwaarden:

  • a.

    De subsidie is in principe bedoeld voor vrijwilligersorganisaties maar kan in voorkomende gevallen worden gebruikt door professionele organisaties ten behoeve van ondersteunende vrijwilligersactiviteiten.

  • b.

    Het werkterrein van deze organisaties moet liggen op een van de 9 prestatievelden van de Wmo.

  • c.

    De gebeurtenis moet een relatie hebben met activiteiten die aan Vlissingen of Vlissingse burgers gebonden zijn.

  • d.

    Er moet sprake zijn van een echt bijzonder feit zoals een (langjarig) jubileum van minimaal 25 jaar of een unieke Wmo gebeurtenis.

  • e.

    De Wmo activiteit moet minimaal een reikwijdte naar de buurt of wijk hebben.

  • 1.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulier voor incidentele activiteiten.

Beleidsregel 34 NASB – Voortgezet onderwijs in Vlissingen

Beleidsregel

De gemeente Vlissingen ontvangt vier jaar lang de landelijke impulssubsidie Nationaal Actieplan Sport en Bewegen. De gemeente wil de doelstellingen hiervan realiseren samen met de scholen voor voortgezet onderwijs in Vlissingen.

1.Doelstelling activiteiten

Samen met de gemeente Vlissingen mede uitvoering geven aan de tijdelijke impulsregeling NASB binnen de gemeente Vlissingen, waarbij de volgende doelen concreet worden benoemd:

  • a.

    Het terugdringen van de beweegarmoede bij vooral de te niet-actieve burgers;

  • b.

    Het verminderen van overgewicht onder de Nederlandse bevolking;

  • c.

    Het terugdringen van andere gezondheidsproblemen als diabetes, hart- en vaatziekten en depressie;

  • d.

    Het realiseren van een meer beweegvriendelijke omgeving

    1.Producten / activiteiten / diensten

  • a.

    Door inzet van interventies in het voortgezet onderwijs een bijdrage leveren aan de uitvoering van de doelstellingen van het NASB in Vlissingen.

  • b.

    De scholen leveren gelijk met de subsidieaanvraag, schema’s met interventies aan, op basis waarvan de NASB doelstellingen worden bereikt.

  • c.

    Deze interventies zijn met name gericht op kennismakingsactiviteiten met sport en bewegen, en leefstijlprogramma’s gericht op een gezonde leefstijl, het belang van goede voeding in combinatie met sport en bewegen. Zowel ouders en leerlingen worden daarbij betrokken.

  • d.

    Jaarlijks zal op basis van de aangeleverde schema’s, in overleg een evaluatie en zo nodig een bijstelling van de interventie(s) plaatsvinden.

    • 1.

      Subsidiesoort : Structurele activiteitensubsidie

    • 2.

      Subsidiegrondslagen

  • a.

    Het in overleg per school vastgestelde subsidieplafond voor NASB activiteiten bedraagt voor het Scheldemond College € 10.268,-- en voor de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren € 11.000,-- per halfjaar.

  • b.

    De bovenstaande subsidieplafonds gelden voor de gehele looptijd van de NASB subsidie. Voor de jaren 2011 en verder geldt hiervoor het voorbehoud van goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad.

  • c.

    De hoogte van het maximale subsidieplafond van het Scheldemond College is mede bepaald op basis van de jaarlijkse subsidie welke zij in het kader van de sportklassen ontvangen.

  • d.

    De verdeling van de vastgestelde subsidiebedragen heeft plaatsgevonden naar rato van de leerlingenaantallen van de betreffende scholen

    3.Subsidieperiode

  • a.

    De looptijd van de tweede tranche van de Impuls NASB bedraagt vier jaren, vanaf de tweede helft 2010 tot en met de eerste helft van 2014.

  • b.

    Buiten de looptijd van de Impuls NASB kan geen beroep op deze beleidsregel worden gedaan.

  • c.

    Indien de landelijke overheid de NASB impuls aan de gemeente Vlissingen beëindigt ongeacht de reden hiervan, zal de gemeente Vlissingen de subsidiering aan de scholen met onmiddellijke ingang stopzetten.

  • 1.

    Nadere subsidievoorwaarden

  • a.

    De subsidie is bedoeld voor de scholen voor het Voortgezet Onderwijs in Vlissingen: het Scheldemond College en de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren.

  • b.

    De interventies zijn gericht op scholieren en/of hun ouders van de desbetreffende scholen voor het voortgezet onderwijs in de gemeente Vlissingen of via de interventies van de scholen op andere inwoners of instellingen in Vlissingen.

  • c.

    Van de bovengenoemde scholen wordt verwacht dat zij de ambitie hebben om de gerealiseerde nieuwe beweeginterventies ook na 2014 in stand te houden.

  • d.

    De scholen ontvangen bovengenoemde subsidiebedragen omdat zij bereid zijn, om een deel van hun reeds bestaande activiteitenaanbod dat qua inhoud binnen het NASB kader valt, als cofinanciering te benoemen. Zij dienen dit cofinancieringaanbod gedurende de looptijd van de regeling in stand te houden. Qua (financiële) omvang is dit cofinancieringaanbod gelijk aan het subsidiebedrag wat zij op basis van deze regel ontvangen.

  • 1.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

  • a.

    Er moet gebruik worden gemaakt van het door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulier voor structurele activiteiten.

  • b.

    De aanvraag moet jaarlijks voor 1 juni worden ingediend voor het daaropvolgende kalenderjaar. Alleen bij de eerste aanvraag in 2010 wordt voor het lopende en het daaropvolgende jaar tegelijkertijd een aanvraag ingediend.

  • c.

    Scholen dienen jaarlijks voor 1 februari op basis van de ingediende aanvraag een verantwoording in te dienen over het afgelopen kalenderjaar. Deze verantwoording maakt deel uit van de verantwoording die de gemeente hierover richting de landelijke overheid moet afleggen.

  • d.

    Als onderdeel van deze verantwoording dienen de scholen ook voor de activiteiten welke als cofinanciering zijn aangemerkt een verantwoording in te dienen.

  • 1.

    Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

Scholen zijn zelf gehouden om te zorgen voor cofinanciering (zie art.6.d.)

  • 1.

    Prestaties

  • a.

    De prestaties worden benoemd in de tegelijkertijd bij de aanvraag ingediende interventieschema’s.

  • b.

    Het standaard interventieschema is beschikbaar bij het cluster Sport van de afdeling Accommodaties en Subsidies van de gemeente Vlissingen.

  • 1.

    Uitvoeringsovereenkomst:

De als bijlage bij de subsidieaanvraag ingediende interventieschema’s zullen als toetsingskader worden gebruikt

Beleidsregel 35 Buurtbemiddeling

a. Beleid Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van wijken/ buurten door een vroegtijdige aanpak van conflicten tussen buren en buurtgenoten, die anders zouden kunnen escaleren.

b. Beleidsregel

  • 1.

    Doelstelling activiteiten

    • a.

      oplossen van conflicten, waarbij herstel van de relatie tussen partijen in een vroegtijdig stadium wordt beoogd;

    • b.

      verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, het versterken van gemeenschapszin en het bevorderen van de zelfredzaamheid van de burgers;

    • c.

      ontlasten van het handhaving- en rechtssysteem.

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    d.Het begeleiden van het proces tot conflictoplossing met de inzet van vrijwillige bemiddelaars.

  • 3.

    Subsidiesoort

Budgetsubsidie

  • 1.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Plan van aanpak en de daarin opgenomen begroting.

    • b.

      Het voor 2011 in het uitvoeringsprogramma sociale veiligheid opgenomen bedrag voor buurtbemiddeling.

    • c.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag voor 2012 en volgende jaren.

    • d.

      Verdeelsleutel:

      1.Tender

      a.op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs

  • 2.

    Nadere subsidievoorwaarden

    • e.

      Afspraken over conflictbemiddeling en daadwerkelijk procesbegeleidingen van conflicten vinden plaats binnen de gemeente;

    • f.

      Een stuurgeroep wordt ingesteld ten behoeve van de aansturing;

    • g.

      Een jaarlijkse evaluatie wordt opgesteld.

  • 3.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

    h.Niet van toepassing

  • 4.

    Prestaties

    • i.

      Een aantal van jaarlijks minimaal 85 aanmeldingen tot buurtbemiddeling;

    • j.

      Bereikbaarheid van 10 dagdelen per week, 52 weken per jaar.

  • 5.

    Uitvoeringsovereenkomst

    k.Niet van toepassing

  • 6.

    Aanvullende voorwaarden

    l.Niet van toepassing

Beleidsregel 36 Sport

a. Beleid

De uitgangspunten voor het subsidiebeleid voor sport zijn vastgelegd in de sportnota “Sport doen en beleven 2009-2012” en de Beleidsnotitie subsidies sport 2011.

b. Beleidsregel

1.Doelstelling activiteiten

Waardering voor het organiseren van sportactiviteiten en evenementen door sportverenigingen en sportorganisaties. Belangrijk is dat hierdoor de breedtesportdeelname in Vlissingen wordt gestimuleerd. Een brede maatschappelijke deelname en een vernieuwend karakter zijn voorwaarden voor ondersteuning van deze activiteiten.

  • 2.

    Producten / activiteiten / diensten

    a.Vernieuwende breedtesportactiviteiten;

  • I.

    Deelname is primair gericht op de inwoners van de gemeente Vlissingen.

  • II.

    Sport en/of bewegen en het maatschappelijke belang dienen hierbij voorop te staan.

  • III.

    De activiteit of het project is gericht op, of staat open voor, alle inwoners en dus niet alleen voor de leden van de eigen vereniging of organisatie.

  • IV.

    De aanvraag dient breedtesportgeoriënteerd te zijn.

  • V.

    Vernieuwing dient een onderdeel uit te maken van de aanvraag

Aanvulling projecten;

  • I.

    Er moet sprake zijn van een risicovol maar kansrijk sportgerelateerd maatschappelijk initiatief.

  • II.

    Projectmatige opzet.

  • III.

    De subsidieverstrekking kan voor één of evt meerdere jaren plaatsvinden.

  • IV.

    Het sport- en/of beweeginitiatief maakt onderdeel uit maakt van het jaarplan of het (strategische) meerjarenplan van de vereniging draagt bij aan de doelstellingen daarvan.

  • V.

    De leiding van het sport- en/of beweeginitiatief moet voldoen aan de door de desbetreffende sportkoepel vastgestelde normen qua bekwaamheid voor de desbetreffende leeftijdscategorie / het betreffende speelniveau e.d..

    a.Topsportevenementen;

  • I.

    Het evenement dient plaats te vinden in de gemeente Vlissingen.

  • II.

    Bij de organisatie van het evenement moet de doelstelling zijn dat het evenement een structurele plaats heeft of krijgt op de evenementenkalender in de gemeente Vlissingen.

  • III.

    Sport en/of bewegen dient bij de organisatie van een dergelijk evenement voorop te staan.

  • IV.

    De binding van het evenement met een grote groep inwoners of één of meerdere sportverenigingen uit de gemeente Vlissingen is een belangrijke voorwaarde.

  • V.

    Bijvoorkeur dient het topsportevenement verbonden te worden met breedtesportdoelstellingen die ten goede komen aan de inwoners van de Gemeente Vlissingen.

  • VI.

    Evenement moet mede een stadspromotie of citydressing karakter hebben en de kwaliteit en de uitstraling van het topsportevenement dient van een dusdanig niveau te zijn dat het evenement ook bijdraagt aan de promotie van de gemeente Vlissingen.

    b.Instandhouding sportaccommodaties van derden.

    • I.

      De sportaccommodaties staat op het grondgebied van de gemeente Vlissingen.

    • II.

      Sportvereniging is eigenaar van de betreffende sportaccommodatie.

    • III.

      De regeling geldt alleen voor sportaccommodaties en dus niet voor kantines, clubhuizen en/of verenigingsgebouwen.

    • IV.

      De regeling geldt alleen voor vervangingsinvesteringen of groot onderhoud en niet voor de uitbreiding van de sportaccommodatie.

    • V.

      De vereniging kan alleen een aanvraag doen als aangetoond kan worden dat voor de betreffende tak van sport, vanwege de aard van de sport (dus niet vanwege de capaciteit), geen onderdak gevonden kan worden in een gemeentelijke accommodatie of in een accommodatie van een andere Vlissingse vereniging of organisatie.

    • VI.

      De vereniging is zelf niet in staat om deze vervanging of dit onderhoud volledig te bekostigen.

  • 3.

    Subsidiesoorten

  • -

    incidentele activiteitensubsidie, waaronder project- en investeringssubsidies

  • -

    waarderingssubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen

    • a.

      Inhoudelijke activiteitenplan en communicatieplan met begroting

    • b.

      Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

    • c.

      Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

      I.Incidentele activiteitensubsidie op basis van een genormeerd subsidiebedrag

    • d.

      Verdeelsleutel:

      I.Naar rato

  • 5.

    Nadere vereisten bij de aanvraag

  • a.

    Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

B eleidsregel 37 Aanjaagfonds Cultuur 2017

a.Beleid.

Met het aanjaagfonds cultuur wil de gemeente organisaties met vernieuwende ideeën voor culturele activiteiten de kans geven om deze nieuwe activiteit met een financiële ondersteuning van de gemeente op te starten. De culturele activiteiten moeten een bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van de (binnen)stad voor bewoners, studenten, toeristen en bezoekers uit de regio. Alleen activiteiten op het gebied van muziek, dans, film, beeldende kunst, cultuureducatie en erfgoed die toegankelijk zijn voor een breed en omvangrijk publiek komen in aanmerking voor een subsidie. Cofinanciering door een particulier fonds, andere overheid of bedrijfsleven is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een bijdrage.

  • b.

    Beleidsregel

  • 1.

    Doestelling activiteiten:

Een bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van de (binnen)stad voor zowel bezoekers als (potentiele) inwoners van de gemeente Vlissingen.

Een bijdrage leveren aan het imago van "Vlissingen Studentenstad".

Door het aantrekken van een omvangrijk publiek (in)direct bijdragen aan de economie in de (binnen)stad.

Een bijdrage leveren aan de vernieuwing van het cultureel aanbod in Vlissingen (nieuwe activiteit voor Vlissingen).

2.Producten/activiteiten/diensten:

Evenementen, activiteiten en festivals op gebied van muziek, dans, film, beeldende kunst, cultuureducatie en erfgoed.

3.Subsidiesoort:

Incidentele activiteitensubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen:

  • a.

    Activiteitenplan met begroting voor 2017;

  • b.

    Het jaarlijks door het College vastgestelde subsidieplafond voor het aanjaagfonds;

  • c.

    Verdeelsleutel naar volgorde van ontvangst van een volledige aanvraag; voor 2017 maximaal 20.000 euro per activiteit;

  • 5.

    Nadere vereisten bij aanvraag:

er moet gebruik worden gemaakt van het door het college vastgestelde subsidieformulier.

Beleidsregel 38 Gezond in Bossenburgh

A: Beleid

Met de subsidie 'Gezond in...' wil de gemeente zich inzetten om gezondheidsachterstanden tegen te gaan. De gemeente wil met een integrale aanpak de gezondheid verbeteren van de inwoners van de wijk Bossenburgh, om daarmee de gezondheidsverschillen in de stad te verkleinen.

  • B.

    Beleidsregel.

  • 1.

    Doelstelling van de activiteiten:

Een bijdrage leveren om de gezondheidsachterstanden te verminderen in de wijk Bossenburgh. De activiteiten worden gedragen door de inwoners van de wijk.

2.Producten/activiteiten/diensten:

Activiteiten die er op gericht zijn om de gezondheid van de mensen in de wijk Bossenburgh te verbeteren.

3.Subsidiesoort:

Incidentele activiteitensubsidie

  • 4.

    Subsidiegrondslagen:

  • -

    Er moet naast het standaard aanvraagformulier voor incidentele activiteitensubsidies een plan van aanpak worden ingediend als bijlage bij het aanvraagformulier. In het plan van aanpak moet worden opgenomen:

* hoe de activiteit de gezondheidsverschillen wil verkleinen;

* welke (deel van) de wijkbewoners het plan draagt;

* wat de wijkbewoners zelf gaan doen;

* welke organisaties betrokken zijn (indien van toepassing);

* wat verwacht wordt aan ondersteuning van de gemeente.

  • 5.

    Nadere vereisten bij de aanvraag:

  • -

    Er is maximaal € 39.000,- euro beschikbaar per jaar, met uitzondering van 2015 (i.v.m. het overhevelen van gelden van 2014).

  • -

    Verzoeken voor een incidentele activiteitensubsidie kunnen het hele jaar worden ingediend, tenminste 12 weken voor de activiteit start. Dit m.u.v. 2015 omdat pas gedurende het jaar bekend is geworden dat er geld beschikbaar is.

  • -

    Activiteit moet plaatsvinden in het jaar waarvoor de activiteitensubsidie is aangevraagd.

  • -

    Verantwoording:

* Voor bedragen beneden de € 10.000 volstaat een media-uiting waaruit blijkt dat de activiteit heeft plaatsgevonden.

* Voor bedragen van € 10.000 en hoger moet een verantwoordingsformulier worden ingevuld.

Beide soorten verantwoordingen moeten worden ingeleverd binnen 12 weken na afloop van de activiteit.

Indien er meerdere verzoeken binnenkomen bij de gemeente wordt er extra gekeken naar de onderstaande (aanvullende) criteria:

Er is sprake van meerwaarde

  • -

    wanneer het de initiatieven versterkt die er al zijn;

  • -

    wanneer de activiteit leidt tot kruisbestuiving van verschillende thema's (veiligheid en gezondheid) (sport en inkomen) (scholen en gezondheid) etc.;

  • -

    wanneer het niet gaat om een eenmalige activiteit, maar om een activiteit die wordt voortgezet door bewoners van de wijk of partnerorganisaties.

Beleidsregel 39 Weerbaarheidslessen primair onderwijs

1 Doelstelling activiteiten

Het ondersteunen van Vlissingse scholen in het primair onderwijs bij het organiseren van lessen weerbaarheid voor hun leerlingen. Het kan hierbij gaan om motorisch/lichamelijk, sociale en emotionele weerbaarheid.

Weerbaarheidbevordering is sinds 2008 een thema in het lokale jeugdbeleid van de gemeente Vlissingen en onderdeel van de Jeugdagenda Vlissingen 2013-2016. De maatschappelijke doelstelling is het vergroten van de weerbaarheid van kinderen in situaties waarin sprake is van grensoverschrijdend gedrag (waaronder pesten) en machtsmisbruik. Zowel in de reële wereld als in de social media. Het kunnen omgaan hiermee heeft een grote preventieve werking op het ontstaan van echte problemen voor een kind. Werken aan weerbaarheid voorkomt indirect mogelijke inzet van jeugdhulp en andere maatschappelijke kosten. Doorgaans lopen kinderen uit kwetsbare gezinnen hier meer risico’s.

Naast ouders spelen scholen een belangrijke rol in het bevorderen van weerbaarheid, met name ook in het kader van pesten. Gerichte aandacht voor weerbaarheid speelt een positieve rol in het bestrijden en voorkomen van pesten. Dit kan in de vorm van weerbaarheidslessen. Juist op de scholen in wijken waar veel kinderen uit kwetsbare gezinnen wonen is meer behoefte aan lessen weerbaarheid. Normale omgangsvormen en respect voor elkaar zijn niet de vaardigheden waar ze van thuis uit voldoende mee geconfronteerd worden.

De gemeente wil bevorderen dat de scholen in het primaire onderwijs hierin hun rol kunnen invullen maar zal zelf geen lessen meer uitvoeren zoals in de periode tot 2015. In de plaats daarvan zal de gemeente aan scholen die zelfstandig weerbaarheidlessen organiseren een tegemoetkoming ter beschikking stellen. De hoogte van de tegemoetkoming is maximaal 40% van de kosten die de school hiervoor moet maken.

2 Producten / activiteiten / diensten

Door een bijdrage in de kosten van het organiseren van weerbaarheidslessen.

3 Subsidiesoort

De bijdrage betreft een waarderingssubsidie.

4 Subsidiegrondslagen

  • a.

    Kostenopgave weerbaarheidsles;

  • b.

    Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond voor weerbaarheidslessen (in 2016 bedraagt dit € 20.000);

  • c.

    Er wordt gebruik gemaakt van de landelijke Impulsregeling brede scholen, sport en cultuur van het (hierna regeling Combinatiefuncties). Wanneer de gemeente Vlissingen ervoor kiest geen gebruik meer te maken van de regeling Combinatiefuncties óf dat er landelijk een einde komt aan deze rijksregeling worden de subsidiemogelijkheden daarmee ook beëindigd;

  • d.

    Op basis van dit budget wordt maximaal 40 % van de kosten vergoedt, verdeelt over alle aanvragen met een maximum van € 5000,- per school;

  • e.

    Wanneer alle scholen gebruik maken dan is er een bijdrage van 40% in de kosten met een maximum van € 1052,- per schooljaar.

5 Nadere subsidievoorwaarden

  • a.

    De subsidie aanvraag moet binnen zijn vóór 1 juli 2016.

  • b.

    De subsidie is bedoeld voor scholen in het primaire onderwijs binnen de gemeente Vlissingen

  • c.

    De weerbaarheidslessen hebben als kwaliteitscriterium dat ze moeten voldoen aan de criteria van de Erkenningscommissie Interventies (http://www.nji.nl/nl/Kennis/Projecten/Erkenningscommissie-Interventies) of de Commissie Anti-pestprogramma’s (http://www.nji.nl/antipestprogramma).

  • d.

    Een inhoudelijke verantwoording dienen de scholen vóór 28 september over het afgelopen schooljaar in te dienen via een door ons vastgesteld formulier.

6 Nadere vereisten bij de aanvraag

De scholen moeten gebruik maken van het door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulier voor waarderingssubsidies.

7 Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie

Scholen dragen zelf minimaal 60% bij in de kosten van de weerbaarheidslessen.

8 Prestaties

De te leveren prestatie wordt vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening

9 Uitvoeringsovereenkomst

N.v.t.

Beleidsregel 40 Algemene voorziening in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

Deze beleidsregel gaat over burgerparticipatie en over vernieuwende algemene voorzieningen in het kader van de WMO 2015.

1. Doelstelling activiteiten

a. Meer participatie, minder specialistische voorzieningen

De gemeente streeft naar vermindering van het gebruik van specialistische voorzieningen waar burgers toegang toe krijgen op basis van een gemeentelijke beschikking

b. Sterk netwerk rondom burgers

De gemeente vindt het belangrijk dat burgers zelfredzaam zijn en gebruik kunnen maken van een sterk netwerk. De basis van de te starten vernieuwende algemene voorziening wordt gevormd door een uitgevoerd onderzoek naar het knelpunt in de zelfredzaamheid van de doelgroep, dat men wil verminderen of oplossen.

c. Haal de voorziening uit de “zorgsfeer”

De gemeente vindt het belangrijk dat organisaties niet alleen binnen hun eigen organisatiegrenzen bezig zijn met vernieuwing en verbetering, maar dat zij elkaar opzoeken en gebruiken. Bij ieder initiatief moeten daarom minstens 2 partijen met elkaar samenwerken.

d. Burger staat centraal

De gemeente vindt het belangrijk dat bij innovatie de burger centraal wordt gesteld. Daarom stimuleert de gemeente initiatieven van burgers zelf, initiatieven waarbij vanuit het perspectief van de burger als cliënt wordt nagedacht (vraaggericht) en initiatieven waarbij burgers betrokken zijn.

e. Preventie

De gemeente vindt het belangrijk, dat preventie een doel is van de innovatie. Door het initiatief wordt zoveel mogelijk voorkomen, dat mensen een beroep moeten gaan doen op dure hulpverlening.

f. Informele inzet

De gemeente vindt het belangrijk dat de informele inzet van mensen deel uitmaakt van de innovatie. De gemeente stimuleert daarom initiatieven waarbij vrijwilligers, mantelzorgers, verenigingen etc. betrokken zijn.

g. Betaalbaarheid

Het WMO budget daalt de komende jaren met ongeveer 25%. Ingediende initiatieven moeten bijdragen aan het “anders” organiseren van maatschappelijke ondersteuning met als doel borging van kwaliteit tegen lagere kosten.

h. Deelname aan het maatschappelijk verkeer

De gemeente vindt het belangrijk dat haar inwoners zoveel mogelijk deelnemen aan het maatschappelijk en sociale verkeer binnen buurt, wijk of kern. De gemeente ondersteunt daarom initiatieven die burgers bij elkaar brengen door middel van bewonersparticipatie.

Er moet onderzoek gedaan zijn naar de in de wijk aanwezige relevante stakeholders en netwerkpartners. Het probleem en het voorgestelde plan moet herkend worden door een representatief deel van de in de wijk aanwezige netwerkpartners en (vertegenwoordigers van) bewoners.

i. Nabijheid

De algemene voorziening is bedoeld voor iedereen en moet daarom toegankelijk zijn voor iedereen in de wijk. De voorziening moet daarom bij voorkeur in de wijken, dichtbij de bewoners worden uitgevoerd.

j . Succesvolle projecten

De gemeente is voornemens succesvolle projecten, die een bewezen positief effect hebben op de zelfredzaamheid en betaalbaarheid van de maatschappelijke ondersteuning voor meerder jaren te contracteren of te subsidiëren

2. Diensten / Activiteiten / Producten:

Algemene voorziening van vernieuwende activiteiten in de buurt of wijk, georganiseerd door

2 of meer samenwerkende organisaties, waardoor netwerken worden gevormd van burgers,

die elkaar ondersteunen. Hierdoor wordt voorkomen dat mensen een beroep moeten doen

op dure specialistische zorg.

3. Subsidiesoorten

Incidentele subsidie, waarderingssubsidie, structurele activiteitensubsidie en budgetsubsidie

4. Subsidiegrondslagen

  • a.

    Activiteitenplan met begroting.

  • b.

    Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond

  • c.

    Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag

  • d.

    Verdeelsleutel: Naar rato

5. Nadere subsidievoorwaarden

  • a.

    Bij iedere aanvraag wordt een afweging gemaakt tussen de investeringen en resultaten; de in te zetten middelen moeten in verhouding staan tot het beoogde resultaat. Het gesprek met de aanvrager gaat in ieder geval over:

  • -

    Resultaten lopend jaar

  • -

    Investeringen 1ste jaar

  • -

    Doorkijk van resultaten en investeringen op lange termijn (> 5 jaar)

  • b.

    In het activiteitenplan wordt in ieder geval beschreven:

  • -

    hoe de algemene voorziening de zelfredzaamheid van cliënten bevordert;

  • -

    welke partijen (organisaties, instellingen, stichtingen, vrijwilligers etc.) met elkaar

samenwerken. Er moet sprake zijn van minimaal 2 organisaties of een organisatie met

verbinding tot vrijwillige inzet;

-hoe de algemene voorziening bijdraagt aan een afname van specialistische begeleiding, bij

voorkeur met een financiële doorrekening;

-hoe de algemene voorziening invulling geeft aan activiteiten in de wijk en wat het draagvlak

is binnen die wijk;

  • -

    hoe specialistische en informele inzet georganiseerd wordt

  • -

    welke ondersteuning er geboden wordt;

  • -

    hoe de algemene voorziening gebruik maakt van de reeds bestaande infrastructuur binnen

zorg en welzijn;

-welke resultaten en investeringen worden verwacht in termen van geld en maatschappelijke

effecten.

  • c.

    In de financiële paragraaf van de subsidieaanvraag wordt in ieder geval de volgende informatie opgenomen:

  • -

    kosten en baten overzicht

  • -

    welke financieringsbronnen er naast het vernieuwingsbudget ingezet worden;

  • -

    welke investeringen er worden gedaan door de bij de aanvraag betrokken organisaties;

  • -

    hoe de eigen bijdragen van de deelnemers worden ingevuld

  • -

    welke ondersteuningsbijdrage er van de gemeente wordt gevraagd. Dit kan ook anders dan

financieel zijn.

6 . Nadere vereisten bij de aanvraag

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren

Naar boven