Eerste wijziging Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2016

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 april 2017 (raadsvoorstel nr. 17bb2539; raadsstuk 17bb5588;

gelet op de artikelen 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid en 36 van de Participatiewet;

besluit vast te stellen:

Eerste wijziging van de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2016

Artikel I

De Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Onderdeel f komt te luiden:

  • f: toeslagjaar: de periode van 12 maanden aansluitend op de datum waarop een individuele inkomenstoeslag is verleend;

• 2. Onderdeel h vervalt onder verlettering van onderdeel i tot onderdeel h.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt de zinsnede “een maatregel in verband” gewijzigd in: een maatregel van 100% in verband met

• 2. Onder vernummering van het vierde lid tot het vijfde lid wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. De beschikking wordt gegeven binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Er is sprake van een langdurig laag inkomen als het inkomen gedurende de gehele referteperiode niet meer bedroeg dan 100% van het wettelijk sociaal minimum.

• 2. Een derde lid wordt toegevoegd dat komt te luiden:

  • 3. 100% van het wettelijk sociaal minimum als bedoeld in het vorige lid is gelijk aan het belastbaar inkomen op basis van de toepasselijke bijstandsnormen van 1 januari respectievelijk 1 juli per betreffend kalenderjaar in de referteperiode, te weten:

    • a. voor de periode tot 1 januari 2015:

      • 1° voor de alleenstaande de norm, bedoeld in artikel 21, onder a, van de WWB;

      • 2° voor alleenstaande ouders de norm, bedoeld in artikel 21, onder b, van de WWB;

      • 3° voor gehuwden de norm, bedoeld in artikel 21, onder c, van de WWB:

    • b. voor de periode vanaf 1 januari 2015:

      • 1° voor alleenstaanden en alleenstaande ouders de norm, bedoeld in artikel 21, onder a, van de wet;

      • 2° voor gehuwden de norm, bedoeld in artikel 21, onder b, van de wet.

Artikel II Wijziging artikelsgewijze toelichting op verordening

De artikelsgewijze toelichting bij de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2016 wordt gewijzigd als volgt:

A

De laatste zin van de toelichting op artikel 1 komt te luiden:

“Het toeslagjaar is de periode van 12 maanden die aansluit op de datum waarop een individuele inkomenstoeslag is verleend.”

B

De toelichting op artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In de zesde alinea wordt in de tweede zin de zinsnede “Het gaat hierbij om een maatregel” gewijzigd in: “Het gaat hierbij om een maatregel van 100%”.

• 2. In de zevende alinea wordt in de eerste regel “vierde” vervangen door “vijfde”.

• 3. In de zevende alinea wordt de zinsnede “het verzoek is ingediend” gewijzigd in: de toeslag is verleend.

C

De tweede alinea van de toelichting op artikel 4 komt te luiden:

Van een laag inkomen is sprake als het inkomen gedurende de gehele referteperiode niet meer bedroeg dan de toepasselijke bijstandsnorm. De hoogte van de toepasselijke bijstandsnorm is in het tweede lid verder uitgewerkt. Omdat op 1 januari 2015 de Participatiewet de Wet werk en bijstand heeft vervangen, is een onderscheid gemaakt tussen de periode voor en vanaf 1 januari 2015.

De WWB kende drie bijstandsnormen, te weten een norm voor alleenstaanden, een norm voor alleenstaande ouders en een norm voor gehuwden. De Participatiewet kent er twee: een norm voor gehuwden en één norm voor alleenstaande ouders en alleenstaanden.

Artikel III Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het is bekendgemaakt in het Gemeenteblad en werkt voor artikel I, onderdeel C, en artikel II, onderdeel C, terug tot en met 12 juli 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 en 29 juni 2017.

De griffier,

J.M. van Midden

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Toelichting

Algemene en artikelsgewijze toelichting

Na inwerkingtreding van de Verordening individuele inkomenstoeslag Rotterdam 2016 (hierna: verordening IIT) is gebleken dat deze op een paar onderdelen (een vooral technische) verbetering behoeft.

Het gaat om het volgende:

• De bijstandsnorm wordt alleen gerelateerd aan de Participatiewet, terwijl de bijstandsnorm ook moet worden vastgesteld in de periode waarin de Wet werk en bijstand van toepassing was. Dit is nu aangepast (artikel I, C en artikel II, C).

• De bedoeling is dat alleen een maatregel van 100% meeweegt in de beoordeling van het recht op een individuele inkomenstoeslag. Dit is tot op heden alleen in de beleidsregels opgenomen, maar wordt nu ook in de verordening opgenomen (artikel 1, B en artikel II, B).

• Voor de betekenis van het begrip “toeslagjaar” wordt direct verwezen naar hetgeen hierover is opgenomen in de Participatiewet. In artikel 36, derde lid van deze wet is vermeld dat als een verzoek om een toeslag wordt ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vorige toeslag, dit verzoek wordt afgewezen.

• De beslistermijn is gesteld op 12 weken. Deze bepaling is verplaatst van de beleidsregels naar de verordening.

• Omdat vanaf datum inwerkingtreding van de verordening al rekening is gehouden met de toepasselijke bijstandsnormen uit de Wet werk en bijstand, wordt aan de artikel I, C en II, C terugwerkende kracht verleend tot en met 12 juli 2016.

Dit gemeenteblad 2017, nummer 97, is uitgegeven op 30 juni 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)