Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2017, 122443 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2017, 122443 | Verordeningen |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directeuren van cluster Werk en Inkomen en cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 30 maart 2017; registratienummer 17MO01899;
gelet op artikel 84 Gemeentewet en de artikelen 2 en 7 van de Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Rotterdam 2017;
Artikel 3 Samenstelling en benoeming
De leden worden op voordracht van de benoemingsadviescommissie benoemd door het college. In haar voordracht geeft de benoemingsadviescommissie aan hoe, na benoeming, de samenstelling van de Brede Raad 010 zal zijn qua aantallen cliënten in de zin van de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, vertegenwoordigers van deze cliënten en ingezetenen.
De benoemingsadviescommissie bestaat uit ten minste drie leden, waaronder in ieder geval de voorzitter van de Brede Raad 010. Indien sprake is van een voornemen tot onvrijwillig ontslag van de voorzitter, neemt zijn plaatsvervanger voor dit doel de plaats in van de voorzitter in de benoemingsadviescommissie.
Als een lid is benoemd als cliënt of vertegenwoordiger van de cliënt in de zin van artikel 1, onder a, van de verordening, eindigt zijn lidmaatschap van rechtswege zodra hij geen cliënt of vertegenwoordiger van een cliënt meer is, tenzij de benoemingsadviescommissie op verzoek van het lid besluit hem te benoemen als ingezetene van de gemeente. Deze benoeming geschiedt in dat geval voor de resterende periode van de termijn van drie jaar, met de mogelijkheid deze termijn te verlengen indien betrokkene nog niet zijn maximale zittingsduur, als bedoeld in het derde lid, heeft vervuld en er naar het oordeel van de benoemingsadvies-commissie nog een representatieve vertegenwoordiging van de betreffende cliëntgroep resteert.
De adviezen van de Brede Raad 010 zijn openbaar. Zij worden gepubliceerd op de website van de Brede Raad 010 of anderszins aan iedere geïnteresseerde ter beschikking gesteld, maar niet eerder dan nadat de voor het betreffende beleidsdomein verantwoordelijke wethouder kennis heeft kunnen nemen van het advies.
In afwijking van het vorige lid, wordt het advies vertrouwelijk uitgebracht indien de directeur of het college daartoe een verzoek indient, dan wel de Brede Raad 010 zelf daartoe besluit. Een aanleiding daarvoor kan zijn dat zwaarwegende belangen van gemeente, organisaties of personen dit nodig maken.
De Brede Raad 010 evalueert jaarlijks in het eerste kwartaal de resultaten van zijn functioneren gedurende het voorgaande kalenderjaar en brengt daarover in het tweede kwartaal schriftelijk verslag uit aan de directeuren en het college.
Op 1 juli 2015 is met de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde Verordening Brede Raad Rotterdam de Brede Raad Rotterdam ingesteld. De Brede Raad, die zich inmiddels Brede Raad 010 is gaan noemen, had primair taken in de advisering en co-creatie van beleid met betrekking tot de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en Jeugdwet. De gemeenteraad heeft met de motie “Brede adviesraad inclusief Participatiewet (14bb5400) het college de opdracht gegeven om de taken van de Brede Raad te verbreden tot de Participatiewet.
De gemeenteraad heeft in verband hiermee de Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Rotterdam 2017 vastgesteld (hierna: verordening).
In deze verordening heeft de raad het college opgedragen een commissie ex artikel 84 Gemeentewet op te richten, met als taak het college en de voor de beleidsterreinen bevoegde directeuren ten aanzien van het sociale domein:
Gezien de samenhang tussen de diverse hieronder genoemde onderwerpen, is het sociale domein breder dan de hierboven genoemde drie wetten en omvat:
In artikel 7 van de verordening is bepaald dat het college ter uitvoering van de verordening nadere regels moet opstellen. Deze Regeling Brede Raad 010 is daarvan het gevolg.
Op deze regeling zijn de definities uit de Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Rotterdam 2017 van toepassing. Deze verordening wordt in dit artikel aanvullend gedefinieerd.
In artikel 2, eerste lid, van de verordening heeft de gemeenteraad het college de opdracht gegeven een commissie in te stellen die belast is met cliëntenparticipatie in het sociale domein. De Brede Raad 010 is de commissie als daar bedoeld.
De taken van de Brede Raad 010 zijn eveneens in artikel 2 van de verordening omschreven. De Brede Raad 010 heeft als taak om binnen het sociale domein:
Artikel 3 Samenstelling en benoeming
In artikel 3 van de verordening is geregeld wie er als lid van de Brede Raad 010 kunnen worden benoemd. Dat is in het tweede lid verder uitgewerkt.
Het begrip “cliënt” is gedefinieerd in artikel 1 van de verordening. Het gaat hierbij om cliënten in de zin van de Wmo 2015, Jeugdwet of Participatiewet.
In de verordening is opgenomen dat het college er zorg voor moet dragen dat cliënten per categorie voldoende in de commissie zijn vertegenwoordigd. Het is aan de Brede Raad 010 om in eerste instantie te beoordelen welke verdeling wenselijk is in het kader van de uitvoering van haar taken op de diverse beleidsterreinen.
In het tweede lid is opgenomen dat de leden op persoonlijke titel worden benoemd. Zij voeren hun taken uit zonder last of ruggenspraak. Dat betekent dat zij niet als vertegenwoordiger optreden van een vereniging, een groep cliënten of ingezetenen maar zelf hun advies uitbrengen vanuit hun eigen ervaring en/of expertise.
De leden kunnen voor maximaal drie maal drie jaar worden benoemd.
In het vijfde lid is geregeld dat leden niet tegelijk voor de gemeente Rotterdam werkzaam mogen zijn, noch voor een instelling die door de gemeente wordt gefinancierd voor werkzaamheden binnen het sociaal domein. Het kan hierbij gaan om financiering op grond van een subsidierelatie of op grond van een overeenkomst.
Deze bepaling is belangrijk om ervoor te zorgen dat de Brede Raad 010 zijn taken op een onafhankelijke wijze kan vervullen.
De benoemingscommissie, bestaande uit ten minste drie leden, waaronder de voorzitter van de Brede Raad 010, draagt aan het college de personen voor voor benoeming. Bij haar voordracht geeft de benoemingscommissie aan hoe na benoeming de verhouding zal zijn tussen de diverse cliëntgroepen en de personen die op andere gronden zijn benoemd (vertegenwoordigers en ingezetenen).
Als een lid is benoemd omdat hij cliënt is in de zin van de Wmo 2015, Jeugdwet of Participatiewet, eindigt van rechtswege zijn lidmaatschap als hij niet langer cliënt is. Hetzelfde geldt voor de vertegenwoordiger van een cliënt.
De benoemingsadviescommissie kan echter op verzoek van het lid zelf betrokkene opnieuw benoemen als ingezetene. De benoemingstermijnen als cliënt en als ingezetene worden samengevoegd. Dat wil zeggen dat als een cliënt in zijn eerste termijn van drie jaar zat en hij daarin nog twee jaar te gaan had, zijn benoeming als ingezetene voor twee jaar is, met de mogelijkheid deze termijn met twee keer drie jaar te verlengen.
De benoemingscommissie neemt hierbij in overweging of er nog voldoende vertegenwoordiging vanuit de betreffende cliëntgroep waar betrokkene deel van uitmaakte, aanwezig is.
In de werkwijze van de Brede Raad 010 is van belang dat hij zoveel mogelijk de burgers betrekt op wie het beleid betrekking heeft.
De Brede Raad 010 kan werkgroepen instellen. Voor de leden van de werkgroep geldt niet de beperking van onverenigbaarheid met een functie bij de gemeente Rotterdam of een door de gemeente gefinancierde instelling. Een werkgroep kan niet zelfstandig adviezen uitbrengen: dit moet altijd lopen via de Brede Raad 010.
Er kan door de directeur of het college een termijn worden gesteld waarbinnen de Brede Raad 010 wordt geacht zijn advies uit te brengen. Het moet hierbij gaan om een redelijke termijn, waarbij de Brede Raad 010 in staat moet zijn om zijn advies te formuleren.
De Brede Raad 010 brengt zijn adviezen schriftelijk uit en ontvangt daar een schriftelijke reactie op. Met adviezen wordt in dit verband gedoeld op de adviezen die dienen om het formele traject van gevraagd en ongevraagd advies af te ronden dan wel anderszins een formele status moeten hebben. In andere situaties, bijvoorbeeld bij de co-creatie van beleid, wordt per situatie beoordeeld hoe de zienswijze van de Brede Raad 010 het best tot zijn recht komt.
Uitgangspunt is, dat de door de Brede Raad 010 uitgebrachte adviezen openbaar zijn. Adviezen worden echter niet eerder openbaar gemaakt dan dat de voor het beleidsdomein verantwoordelijke wethouder hiervan in redelijkheid kennis heeft kunnen nemen.
Als het college of de directeur daarom vraagt, wordt het advies vertrouwelijk uitgebracht. Ook de Brede Raad 010 kan daartoe besluiten.
Het college of de directeur zal om vertrouwelijkheid verzoeken als er sprake is van zwaarwegende belangen van de gemeente, organisaties of personen. Ook adviezen in het kader van bijvoorbeeld aanbestedingsprocedures worden vertrouwelijk uitgebracht.
De vergaderingen van de Brede Raad 010 zijn niet openbaar. De voorzitter of ten minste de helft van het aantal leden dat bij de vergadering aanwezig is kan echter besluiten dat een vergadering openbaar is. Verzoeken om de vergadering bij te wonen worden ingediend bij de voorzitter van de Brede Raad 010.
De medewerkers van het ondersteunend bureau, in dienst bij de Stichting Brede Raad, hebben als taak de Brede Raad 010 met de uitvoering van zijn taken te ondersteunen.
De Brede Raad 010 stelt een reglement van orde op. Dit reglement van orde heeft betrekking op de interne werkwijze van de Brede Raad 010.
Zaken die in ieder geval in het Reglement van orde moeten worden geregeld zijn:
Benoeming, schorsing, beëindiging van het lidmaatschap
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om situaties waarin de Brede Raad 010 het college kan voorstellen een lid te ontslaan of te schorsen. Ook wordt de werkwijze en samenstelling van de benoemingsadviescommissie hierin geregeld.
Daarnaast wordt geregeld in welke situaties het lidmaatschap in ieder geval eindigt, zoals bijvoorbeeld bij overlijden of verhuizing.
Er vindt ieder eerste kwartaal van het jaar een evaluatie plaats van de werkzaamheden en bevindingen van de Brede Raad 010 in het voorgaande kalenderjaar. Hierover wordt in het tweede kwartaal verslag uitgebracht aan het college en de directeuren.
Er was op 1 juli 2015 al een Brede Raad opgericht met de Verordening Brede Raad Rotterdam. De Brede Raad 010 is feitelijk een “doorstart” van de Brede Raad, met een verbreding van taken. Om te voorkomen dat de leden van de “oude” Brede Raad opnieuw moeten worden benoemd, is in het eerste lid geregeld dat de leden van de Brede Raad geacht worden te zijn benoemd als lid van de Brede Raad 010.
De periode waarover het lid zitting had in de Brede Raad, telt mee voor de totale benoemingstermijn voor de Brede Raad 010.
Dit gemeenteblad 2017, nummer 90, is uitgegeven op 28 juni 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-122443.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.