Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidies gemeente Groningen (cofinanciering sport)

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Gelet op Hoofdstuk 4, titel 4.2 van de Algemene Wet bestuursrecht;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Groningen 2011;

 

Overwegende dat de paragraaf 5:1 en 5:2 van de nadere regels subsidie gemeente Groningen niet meer voldeden aan het sportbeleid van de gemeente Groningen

Besluit vast te stellen de nadere regeling tot wijziging van de nadere regels subsidie gemeenste Groningen waarvan de bepalingen luiden:

Artikel I

 

  • A.

    Aan artikel 5:1 Begripsbepalingen worden drie definities k. tot en met m. toegevoegd die luiden:

     

    • k.

      sportinfrastructuur: het geheel aan gebouwen, velden, sportmaterialen en overige fysieke zaken die noodzakelijk zijn om sportuitoefening mogelijk te maken.

    • l.

      strategie Sport verbindt: strategie als bedoeld in het Meerjarenprogramma Sport en bewegen 2016-2020, vastgesteld door de raad op 8 juni 2016.

    • m.

      Beter benutten: actie om te komen tot optimale bezetting van sportaccommodaties, als bedoeld in de nota het Meerjarenprogramma Sport en bewegen 2016-2020, vastgesteld door de raad op 8 juni 2016.

  • B.

    De titel van paragraaf 5.2 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Paragraaf 5.2 Investeringen in sportmaterialen en sportinfrastructuur

     

  • C.

    Voor artikel 5:4 worden twee nieuwe artikelen 5:3a en 5:3b ingevoegd die luiden:

    Artikel 5:3a Relevante procedures

    • 1.

      In afwijking van de in artikel 5.2 genoemde procedures, voor zover die betrekking hebben op de data waarop de aanvragen voor subsidies moeten worden ingediend, geldt voor de in deze paragraaf beschreven subsidies dat voorstellen die een voornemen betreffen een subsidieaanvraag te doen te allen tijde aan het college kunnen worden voorgelegd. Deze voorstellen zijn geen aanvragen als bedoeld in artikel 1:3, derde lid Algemene wet bestuursrecht.

    • 2.

      De in het eerste lid bedoelde voorstellen worden, indien door de sportvereniging niet ingetrokken, geacht een aanvraag voor subsidie te zijn nadat de gemeenteraad de jaarrekening van het voorgaande jaar heeft vastgesteld en het college het subsidieplafond heeft vastgesteld.

    • 3.

      De van toepassing zijnde beslistermijn, behorende bij de in artikel 5.2 genoemde procedures, neemt een aanvang een dag na de bekendmaking van het subsidieplafond in het elektronisch gemeenteblad.

    • 4.

      Aanvragen die na de in het vorige lid bedoelde datum zijn ingediend, worden afgedaan met in achtneming van artikel 5:7, eerste lid onder v.

    • 5.

      Aanvragen die na 1 oktober van enig jaar zijn ingediend die betrekking hebben op activiteiten in datzelfde jaar zijn niet ontvankelijk, en worden geacht een voornemen te zijn als bedoeld in het eerste lid.

    • 6.

      Het college legt subsidieaanvragen voor advies voor aan de Adviescommissie voor de Sport.

      Het college betrekt bij zijn besluit op de subsidieaanvraag het advies van de Adviescommissie voor de Sport.

  • Artikel 5:3b Subsidietijdvak

    Het subsidietijdvak voor de subsidies op grond van deze paragraaf loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

     

  • D.

    Artikel 5:4 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Artikel 5:4 Subsidiabele activiteitenHet college kan aan sportverenigingen subsidie verlenen in de kosten van sportinfrastructuur:

    • a.

      investeringen in nieuwbouw, uitbreiding of vernieuwing van clubgebouwen indien dit aantoonbaar bijdraagt aan de strategie ‘Sport verbindt’ of de actie ‘Beter benutten’.

    • a.

      aanschaf van duurzame sportmaterialen;

    • b.

      investeringen in nieuwbouw, uitbreiding, of vernieuwing van sportaccommodaties die vanwege het innovatieve karakter van die nieuwbouw, uitbreiding of vernieuwing een aanvulling zijn op het gemeentelijke aanbod van sportaccommodaties.

  • E.

    Artikel 5:5 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Artikel 5:5 Subsidie per activiteit

    • 1.

      In afwijking van artikel 5:3 bedraagt de subsidie:

      • a.

        voor de investeringen in nieuwbouw en verbouw van clubgebouwen indien dit aantoonbaar bijdraagt aan de strategie ‘Sport verbindt’ of de actie ‘Beter benutten’ maximaal 50% van de noodzakelijke kosten met een maximum van € 45.000,- per aanvraag.

      • b.

        Voor de aanschaf van duurzame sportmaterialen maximaal 50% van de noodzakelijke kosten met een maximum van € 6.000,- per aanvraag;

      • c.

        Voor de investeringen in uitbreiding of vernieuwing van sportaccommodaties die vanwege het innovatieve karakter van die uitbreiding of vernieuwing een aanvulling zijn op het gemeentelijke aanbod van sportaccommodaties maximaal 50 % van de noodzakelijke kosten met een maximum van € 45.000,- per aanvraag.

    • 2.

      In bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de subsidieontvanger afwijken van de in het eerste lid van dit artikel genoemde maxima.

  • F.

    Artikel 5:6 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Artikel 5:6 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

    In de subsidieaanvraag wordt beschreven hoe door middel van de gewenste investering de participatie onder sporters en onder mensen die nog niet sportief actief zijn wordt vergroot.

     

  • G.

    Na artikel 5:6 wordt een nieuw artikel 5:6a ingevoegd dat luidt:

     

    Artikel 5:6a Aanvullende weigeringsgronden

    • 1.

      Het college wijst een subsidieaanvraag voor de in artikel 5:4, onder a. en c. genoemde activiteiten, af als het bouwplan niet voldoet aan de eisen die het bouwbesluit stelt.

    • 2.

      Subsidie op grond van deze paragraaf wordt geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op de nieuwbouw, uitbreiding of vernieuwing van kleedkamers op gemeentelijke sportaccommodaties.

  • H.

    Artikel 5:7 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Artikel 5:7 Subsidieplafond en verdelingsregels

    • 1.

      Voor subsidieaanvragen voor investeringen op grond van deze paragraaf, anders dan voor duurzame sportmaterialen, gelden de volgende regels:

      • a.

        het subsidieplafond bedraagt voor de in artikel 5:4, eerste lid onder a. en c. genoemde activiteiten dat deel van het budget van de “Bestemmingsreserve Vrijval kapitaallasten sportaccommodaties” dat voor het betreffende subsidietijdvak door het college wordt vastgesteld;

      • b.

        als het totaal van de aanvragen hoger is dan het subsidieplafond, dan honoreert het college de aanvragen die aan de voorwaarden voldoen in deze volgorde:

        • i.

          subsidieaanvragen afkomstig van subsidieontvangers die in de afgelopen 3 jaar nog niet eerder subsidie op grond van deze paragraaf ontvangen hebben, gaan boven subsidie ontvangers die wel de afgelopen drie jaar een dergelijke subsidie hebben ontvangen;

        • ii.

          subsidieaanvragen die aantoonbaar bijdragen aan Sport Verbindt of aan Beter benutten gaan voor voorstellen die dat niet of minder doen.

        • iii.

          subsidieaanvragen die voorstellen betreffen die meer op jeugd gericht zijn gaan boven voorstellen die meer op volwassenen zijn gericht.

        • iv.

          subsidieaanvragen die meer gericht zijn op innovatie gaan boven aanvragen die meer gericht zijn op uitbreiding van het bestaande aanbod;

        • v.

          resteert er na bovenstaande verdeelwijze nog een deel van het subsidiebudget dan honoreert het college de aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, en die bij het college zijn binnengekomen na de in artikel 5:3a lid 3 bedoelde datum maar voor 1 oktober, in de volgorde waarop ze bij het college zijn binnengekomen.

    • 2.

      Voor subsidieaanvragen voor de aanschaf van duurzame sportmaterialen gelden de volgende regels:

      • a.

        Het subsidieplafond bedraagt het budget “duurzame sportmaterialen” dat voor het betreffende subsidietijdvak door het college wordt vastgesteld;

      • b.

        als het totaal van de aanvragen hoger is dan het subsidieplafond dan honoreert het college de aanvragen die aan de voorwaarden voldoen in deze volgorde:

        • i.

          aanvragen afkomstig van subsidieontvangers die nog niet eerder voor de aanschaf van duurzame sportmiddelen subsidie ontvangen hebben;

        • ii.

          subsidieaanvragen die meer gericht zijn op talentontwikkeling en jeugd gaan boven andere aanvragen.

      • c.

        resteert er na bovenstaande verdeelwijze nog een deel van het subsidiebudget dan honoreert het college de overige aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, in de volgorde waarop ze bij het college zijn binnengekomen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

 

Gedaan te Groningen op 20 juni 2017,

burgemeester en wethouders van Groningen,

de burgemeester,

Peter den Oudsten

de secretaris,

Peter Teesink

Naar boven