Beleidsregels persoonsgebonden budgetJeugdhulp Rotterdam 2017

 

 

De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

gelet op artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de Jeugdwet, de Verordening Jeugdhulp Jeugdhulp Rotterdam 2015, de Nadere regels Jeugdhulp Rotterdam 2015, het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 en het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2016;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels persoonsgebonden budget Jeugdhulp Rotterdam 2017

Aldus vastgesteld op 4 juli 2017,

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam,

Namens deze,

Concerndirecteur cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

De heer W.A.J.J. Houtman

Beleidsregels p gb Jeugdhulp Rotterdam 201 7

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels worden de volgende begrippen gehanteerd:

  • -

    BIG: beroepen in de individuele gezondheidszorg;

  • -

    formeel pgb-tarief: tarief waarbij tot maximaal 90,0% van de kostprijs van de goedkoopste individuele zorgvoorziening in natura (zin) wordt betaald;

  • -

    informeel pgb-tarief: tarief waarbij tot maximaal 48,4% van de kostprijs van de goedkoopste individuele zorgvoorziening in natura (zin) wordt betaald;

  • -

    nadere regels: Nadere regels Jeugdhulp Rotterdam 2015;

  • -

    Per Saldo: organisatie die de belangen behartigt van mensen met een persoonsgebonden budget en op verzoek advies uitbrengt;

  • -

    SVB: Sociale Verzekeringsbank;

  • -

    VAR-WUO: Verklaring ArbeidsRelatie - Winst Uit Onderneming;

  • -

    VOG: Verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

  • -

    verblijfskosten wooninitiatief; de kosten van de huur van een kamer in een woonvoorziening waar de jeugdige verblijft, alsmede de kosten van het eten, de service en de energie;

  • -

    Verordening Jeugdhulp: de Verordening Jeugdhulp Jeugdhulp Rotterdam 2015;

  • -

    zorg- en budgetplan: het door de jeugdige of zijn ouders ingediende inhoudelijke plan met begroting zoals bedoeld in artikel 5 lid 4 van de Verordening Jeugdhulp;

Artikel 2 Toegang jeugdhulp, indiening hulpvraag

Het wijkteam neemt aan het college gerichte contactvragen op het gebied van jeugdhulp in de vorm van een pgb in ontvangst, registeert deze als hulpvragen en bereidt zonodig een gesprek met de jeugdige of zijn ouders voor, overeenkomstig het bepaalde in de Nadere regels.

Artikel 3 Aanvraag individuele voorziening en gespreksprocedure

  • 1.

    Het college bepaalt tijdens het gesprek met de jeugdige of zijn ouders de wenselijkheid van toekenning van een individuele voorziening in de vorm van een pgb, mede op basis van het door de aanvrager in te dienen zorg- en budgetplan dat deel uitmaakt van het ondersteuningsplan.

  • 2.

    Voor het indienen van het onder lid 1 bedoelde plan wordt een door het college beschikbaar gesteld format gebruikt.

Artikel 4 Toekenning Individuele voorzieningen

  • 1.

    Een pgb kan niet worden ingezet als een passende tijdelijke voorziening zoals bedoeld in artikel 3 lid 4 van de Verordening Jeugdhulp.

  • 2.

    Het college toetst de in artikel 5 lid 3 sub a van de Verordening Jeugdhulp bedoelde geschiktheid om de taken die aan een pgb verbonden zijn op verantwoorde wijze uit te voeren, aan de hand van de uitslag van een volledig doorlopen, door Per Saldo opgestelde en bij het wijkteam verkrijgbare Pgb-zelftest;

  • 3.

    Het college beschouwt een in het zorg- en budgetplan beschreven hulpverleningsaanbod dat volledig overeenkomt met het aanbod van een zorgaanbieder die een contracts- of subsidierelatie heeft met de gemeente Rotterdam, als een passend aanbod in de zin van artikel 5 lid 3 sub b van de Verordening Jeugdhulp;

  • 4.

    Het college acht de kwaliteit en het resultaat van de beoogde pgb-hulp zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 sub c van de Verordening Jeugdhulp gewaarborgd bij;

    • a.

      een ingediend zorg- en budgetplan met vermelding van hulpverlening dat naar alle waarschijnlijkheid zal leiden tot het behalen van de in het ondersteuningsplan vermelde doelen en resultaten;

    • b.

      als aanvulling op het onder a gestelde, een zorgovereenkomst die voldoet aan de eisen van de SVB waaruit duidelijk blijkt welke prestatie de hulpaanbiedende instantie of persoon gaat leveren gedurende de looptijd van het pgb;

  • 5.

    Het college betrekt bij de berekening van de kosten van een pgb zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 sub d van de Verordening Jeugdhulp geen verblijfskosten in een wooninitiatief. Deze moeten uit eigen middelen worden betaald.

  • 6.

    Onder bijzonder geval zoals bedoeld in artikel 5 lid 6 van de Verordening Jeugdhulp verstaat het college in ieder geval de begeleiding en verzorging van jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, alsmede de toekenning aan de pgb-houder van een vrij besteedbare component binnen het pgb van maximaal € 25,-- per kwartaal.

  • 7.

    Het college betaalt het pgb overeenkomstig het formele pgb-tarief zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 sub d van de Verordening Jeugdhulp, indien de aanbieder die de individuele voorziening levert, voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      Inschrijving Kamer van Koophandel;

    • b.

      Er is een dienstverband met minimaal twee medewerkers aanwezig;

    • c.

      De medewerkers zijn ingeschreven in het Kwaliteitsregister Jeugd;

    • d.

      De medewerkers beschikken over een geldige VOG;

    • e.

      De medewerkers voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen die op het gebied

      van verantwoorde hulp en verantwoorde werktoedeling aan de betreffende

      hulpverlening worden gesteld en ontvangen een hiermee overeenkomstig

      salaris;

    • f.

      De eigenaar en medewerkers zijn geen eerstegraads familie van degene aan

      wie ze zorg verlenen;

  • 8.

    Het college betaalt het pgb ook overeenkomstig het formele pgb-tarief, indien de individuele voorziening wordt geleverd door een zelfstandige zonder personeel die beschikt over:

    • a.

      Inschrijving Kamer van Koophandel voor activiteiten ter verlening van jeugdhulp;

    • b.

      VAR-WUO verklaring;

    • c.

      Documentatie waaruit blijkt dat de betreffende zelfstandige voldoet aan de

      wettelijke kwaliteitseisen die op het gebied van verantwoorde hulp worden

      gesteld aan de aanbieder van een individuele voorziening jeugdhulp;.

  • 9.

    Het college betaalt het pgb eveneens overeenkomstig het formele pgb-tarief, indien de individuele voorziening wordt geleverd door een hulpverlener die een arbeidsovereenkomst heeft met de cliënt en deze hulpverlener voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      Inschrijving in het Kwaliteitsregister jeugd of het BIG-register;

    • b.

      Documentatie waaruit blijkt dat de betreffende hulpverlener voldoet aan de

      wettelijke kwaliteitseisen die op het gebied van verantwoorde hulp worden

      gesteld aan de aanbieder van een individuele voorziening jeugdhulp;

    • c.

      De arbeidsovereenkomst geen strijdigheid oplevert met eventuele andere

      arbeidsrechtelijke verplichtingen van de hulpverlener.

  • 10.

    In de gevallen waarin de aanbieder niet voldoet aan de in lid 8 of 9 genoemde criteria, betaalt het college het informele pgb-tarief binnen de eisen van artikel 5 lid 5 sub a van de Verordening Jeugdhulp.

Artikel 5 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

  • 1.

    Het college verricht de toets op onjuiste of onvolledige gegevensverstrekking aan de hand van een 6-maandelijks gesprek met de pgb-houder waarbij wordt bezien of de hulpverlening wordt uitgevoerd conform het zorg- en budgetplan en conform de doelen en prestaties zoals beschreven in het ondersteuningsplan en de pgb-beschikking.

  • 2.

    De onder 1. bedoelde toets kan door het college worden vervroegd indien er signalen worden ontvangen waaruit blijkt dat uitnutting van het pgb niet conform het zorg- en budgetplan is of er mogelijk sprake is van oneigenlijk gebruik of fraude..

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels pgb Jeugdhulp Rotterdam 2017 en treden in werking op 1 juli 2017. De Beleidsregels pgb Jeugdhulp Rotterdam 2015 worden per gelijke datum ingetrokken.

-------

Toelichting algemeen

De onderhavige beleidsregels zijn algemene regel, niet zijnde algemeen verbindende voorschriften, waarin het college aangeeft hoe het uitvoering zal geven aan bepaalde voorschriften in de Verordening Jeugdhulp Jeugdhulp en de Nadere regels Jeugdhulp Rotterdam. Het college beoogt hiermee de rechtszekerheid van de jeugdigen of zijn ouders binnen het nieuwe stelsel van jeugdhulp in Rotterdam te bevorderen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 worden de begrippen gedefinieerd die cruciaal zijn voor het begrip van deze beleidsregels

Artikel 2

Alvorens een aan het college gerichte hulpvraag kan worden geregistreerd, een gesprek kan worden voorbereid en daadwerkelijk een gesprek met het wijkteam kan worden gevoerd, moet de jeugdige of zijn ouders via het wijknetwerk maar doorgaans via het centrum voor jeugd en gezin, contact leggen met het wijkteam. Dit zal in de regel schriftelijk gebeuren via een op internet verkrijgbaar contactformulier. In dit artikel wordt geregeld dat het wijkteam het ingediende contactformulier als input voor de registratie en een (eventueel) gesprek gebruikt.

Deze procedure staat los van de verwijzingen via de artsen zoals genoemd in artikel 3 lid 2 van de Verordening Jeugdhulp

Artikel 3

Ad.1. Tijdens de gesprekken tussen het wijkteam en de jeugdige of zijn ouders kan men op een gegeven moment tot de conclusie komen dat hulpverlening voor de jeugdige noodzakelijk is. Ouders kunnen daarbij een voorkeur hebben voor hulpverlening die zij zelf inkopen door middel van een pgb. Indien ouders dit aangeven, is het de taak van het wijkteam om het gezin te wijzen op de procedure omtrent een pgb. Aanvrager dient een zorg- en budgetplan in te dienen dat beoordeeld wordt door het wijkteam. Indien het zorg- en budgetplan akkooord wordt bevonden maakt dit onderdeel uit van het ondersteuningsplan dat vervolgens door beide partijen ondertekend wordt. Indien het wijkteam het zorg- en budgetplan afwijst, zal de aanvraag dientengevolge niet gecompleteerd kunnen worden met een voor akkoord ondersteuningsplan en zal de gemeente een voor bezwaar en beroep vatbare beschikking afgeven.

Ad.2 De gemeente Rotterdam heeft een format opgesteld van een zorg- en budgetplan. Een aanvraag voor een pgb dient idealiter plaats te vinden via het invullen van dit format. Het bedoelde format is te vinden op de website van de gemeente Rotterdam

Artikel 4

ad 1. Indien er sprake is van spoedeisende hulp kan een pgb niet worden ingezet. In de praktijk komen deze situaties bijna niet voor, aangezien het in een crisissituatie niet voor de hand ligt om eerst een zorg- en budgetplan te schrijven dat vervolgens ook nog moet worden goedgekeurd door het wijkteam

ad. 2 de cliëntenvereniging Per Saldo heeft op haar website een zelftest geplaatst waarop cliënten kunnen toetsen of een pgb de meest geschikte verstrekkingsvorm is in hun situatie. Er wordt o.a. getoetst of een cliënt het opdrachtgeverschap naar een hulpverlener aan kan en/of deze administratief voldoende vaardig is. De uitslag van de test is een belangrijks gespreksonderwerp tijdens de totstandkoming van het uiteindelijke ondersteuningsplan. Hierbij dient benadrukt te worden dat de uitslag van de test niet bindend is voor het wel of niet goedkeuren van de pgb-aanvraag.

Ad. 3 indien blijkt uit het zorg- en budgetplan dat de hulp die met een pgb wordt ingekocht volledig overeenkomt met de hulp die de gemeenten inkoopt bij de gecontracteerde zorgaanbieders, dan wordt het verzoek voor een pgb afgewezen

Ad. 4. Het wijkteam gaat beoordelen of de hulpverlening beschreven in het zorg en budgetplan van voldoende kwaliteit is. Dit gaat zij beoordelen aan de hand van de kaders die gesteld zijn in de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp Jeugdhulp Rotterdam. Het belangrijkste uitgangspunt bij deze toetsing op kwaliteit is dat er meer kwaliteitseisen gaan gelden op het moment dat de hulpverlening specialistischer wordt danwel er medische componenten aanwezig zijn in de hulpverlening.

Ad. 4 sub a. Het wijkteam en cliënt zijn (meerdere keren) in gesprek met elkaar om uiteindelijk te komen tot een ondersteuningsplan. Indien er sprake is van hulpverlening in de vorm van een pgb, dan kan er nimmer sprake van zijn dat de doelen en resultaten die staan beschreven in het zorg- en budgetplan anders zijn dan de doelen en resultaten die uiteindelijk staan opgesomd in het ondersteuningsplan.

Ad. 4 sub b. Een zorgovereenkomst maakt onderdeel uit van het zorg- en budgetplan. Een zorgovereenkomst is noodzakelijk aangezien op basis van deze zorgovereenkomst de betaling dient plaats te vinden. In deze zorgovereenkomst dient altijd de prestatie te staan die de hulpverlener gaat leveren. Met prestatie wordt het aantal uur, dagdeel, dag, etcetera bedoeld.

Ad. 5. Het pgb kan alleen aan zorg worden besteed. De kosten verbonden aan het verblijf in een wooninitiatief – huur van een kamer, eten, service en energie – moeten uit eigen middelen worden betaald. Deze woonlasten kunnen dus niet uit het pgb worden betaald.

Ad. 6. Er zijn bijzondere omstandigheden nodig om te kunnen afwijken van het vereiste in de Verordening Jeugdhulp dat een pgb in beginsel alleen mogelijk is bij een individuele voorziening. Indien er sprake is van een hulpverleningsvorm in de vorm van begeleiding en verzorging van jeugdigen met een verstandelijke, geestelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, is er in de ogen van het college altijd sprake van een bijzondere omstandigheid, en moet een pgb voor deze vormen mogelijk zijn. Tevens acht het college het gewenst om binnen elk pgb een vrij besteedbare component van maximaal € 25,-- per kwartaal toe te kennen. Deze mag voor een ander doel dan inkoop van jeugdhulp worden gebruikt, maar moet wel gewoon worden verantwoord.

Ad. 7. Het maximaal beschikbare bedrag voor een pgb-aanvraag is, indien gebruik wordt gemaakt van een hulpverlener die voldoet aan de criteria genoemd in artikel 4 lid 7, 90% van het gecontracteerde zorg in natura-tarief. Voorzieningen die worden uitgevoerd door medewerker die geen inschrijving in het Kwaliteitsregister Jeugd kunnen overleggen, worden als kwalitatief niet-toereikend geacht en komen hierdoor niet in aanmerking voor vergoeding via een pgb.

Ad. 8. en 9. Het maximaal beschikbare bedrag voor een pgb-aanvraag is, indien gebruik wordt gemaakt van een hulpverlener die voldoet aan de criteria genoemd in artikel 4 lid 8 en lid 9, eveneens 90% van het gecontracteerde zorg in natura-tarief.

Ad. 10. Indien de aanbieder die de hulp zal gaan leveren niet voldoet aan de criteria die vermeld staan in de artikelen 4.7 en 4.8, is het maximaal beschikbare bedrag 48,4% van het gecontracteerde zorg in natura-tarief.

Artikel 5

Halfjaarlijks neemt het wijkteam contact op met de pgb-houder met als belangrijkste gespreksonderwerpen de voortgang van de hulpverlening en de mate waarin de doelen en resultaten zoals beschreven in het ondersteuningsplan lijken te worden gehaald. Er kan eerder contact worden gelegd met de pgb-houder als blijkt dat er signalen zijn van bijvoorbeeld de SVB waaruit blijkt dat er een sterke onder- danwel overbesteding is van het pgb-budget of er mogelijk sprake is van oneigenlijk gebruik of fraude.

Naar boven