Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Nieuwegein 2015;

besluit:

vast te stellen

Besluit tot wijziging van de Subsidieregeling Nieuwegein 2016

Artikel I

De Subsidieregeling Nieuwegein 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A.

De hoofdstukken 4.1 en 4.2 komen te luiden:

Artikel 14 Subsidiabele activiteiten

(gereserveerd)

Artikel 15 Aanvullende subsidiecriteria

(gereserveerd)

Artikel 16 Subsidiabele activiteiten

Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, zijn:

  • a.

    (gereserveerd);

  • b.

    (gereserveerd);

  • c.

    (gereserveerd);

  • d.

    activiteiten gericht op het vergroten van de betrokkenheid van ouders bij de taalontwikkeling van het kind dat deelneemt aan vroegschoolse educatie;

  • e.

    bovenschoolse (deeltijd)schakelklassen.

Artikel 17 Aanvullende subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt in aanvulling op het in artikel 3 bepaalde, voldaan aan de volgende aanvullende criteria:

  • a.

    de aanvraag sluit aan bij het geldende beleidskader voor onderwijsachterstandenbeleid;

  • b.

    (gereserveerd);

  • c.

    de subsidieaanvraag voor de in artikel 16c bedoelde activiteit vermeldt informatie over:

    • -

      het waarborgen van de continuïteit van de activiteiten;

    • -

      organisatie brede activiteiten gericht op ouderbetrokkenheid;

  • d.

    in aanvulling op artikel 17c vermeldt de subsidieaanvraag van een vroegschool het aantal doelgroepkinderen OAB in groep 1 en 2.

Artikel 18 Aanvullende verdeelregels

In aanvulling op het in artikel 4 bepaalde gelden de volgende verdeelregels:

  • 1.

    (gereserveerd)

  • 2.

    (gereserveerd)

  • 3.

    Voor de activiteit als bedoeld in artikel 16c is in 2018 maximaal € 30.000 beschikbaar, waarbij geldt:

    • a.

      (gereserveerd);

    • b.

      basisscholen met vroegschoolse educatie: € 2.500 per basisschool met een maximum van € 25.000;

    • c.

      wanneer de som van de aanvragen als bedoeld onder artikel 18 lid 3b het maximum overschrijdt, hebben de scholen met het hoogste aantal doelgroepkinderen in groep 1 en 2 voorrang;

    • d.

      bovenschoolse voorziening schakelklassen: € 5.000 totaal ongeacht het aantal groepen.

  • 4.

    Voor de activiteit als bedoeld in artikel 16d is in 2017 maximaal € 120.000 beschikbaar, waarbij geldt:

    • -

      voor een deeltijd schakelklas: € 85.000;

    • -

      voor een schakelklas neveninstromers: € 35.000.

B.

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

Onderdeel b. vervalt.

C.

Artikel 32 lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

1.Onderdeel a. komt te luiden:

lokale evenementen zonder winstoogmerk met een wezenlijke cultureel maatschappelijke betekenis in het kader van Koningsdag, Sinterklaas, dodenherdenking 4 mei en bevrijdingsfeest 5 mei, waaronder het uitvoeren van herdenkingsconcerten;

2.Onderdeel c. komt te luiden:

organisatie van openlucht stadsfestival “Geinbeat”;

D.

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

Onderdeel c. komt te luiden:

in afwijking van a. dan wel b. worden de hierna te noemen activiteiten gesubsidieerd voor het bij de activiteit vermelde bedrag:

  • -

    dodenherdenking 4 mei tot een bedrag van € 3.000;

  • -

    herdenkingsconcerten tot een bedrag van € 7.300;

  • -

    openlucht stadsfestival tot een bedrag van € 10.000;

  • -

    theaterevenement voor mensen met een beperking tot een bedrag € 9.000;

  • -

    realiseren van een kunstmarkt tot een bedrag van € 2.000.

E.

Artikel 38 komt te luiden:

In afwijking van artikel 8 lid 2 geldt:

op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd, is de omvang van de toegestane reserve maximaal 100% van het begrotingstotaal voor het jaar waarin de te subsidiëren activiteiten plaatsvinden.

F.

Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:

-Lid 2 komt te luiden:

De subsidieplafonds 2017 blijven van kracht tot 1 januari 2018.

-Lid 3 komt te luiden:

Op subsidieaanvragen die zijn ingediend in het kalenderjaar 2017 voor activiteiten die in 2017 plaatsvinden, maar waarop nog niet is beschikt bij de inwerkingtreding van de 1ste wijziging van de Subsidieregeling Nieuwegein 2016, zijn de nadere regels van toepassing die op de aanvraagdatum van kracht waren.

-Lid 4 komt te luiden:

Op de subsidieaanvragen tot vaststelling zijn de nadere regels van toepassing waaronder de subsidie is toegekend.

-Lid 5 vervalt.

G.

De bijlage bij de Subsidieregeling Nieuwegein 2016: Subsidieplafonds 2017, komt te luiden:

Bijlage bij Subsidieregeling Nieuwegein 2016: Subsidieplafonds 2018

Deze plafonds worden vastgesteld onder het voorbehoud dat de gemeenteraad de middelen in de Programmabegroting voor het jaar 2018 beschikbaar stelt. Wanneer er een verschil ontstaat tussen de subsidieplafonds en de programmabegroting, is de programmabegroting leidend.

 

Hoofdstuk

§

Werkveld

Subsidieplafond

Welzijn & maatschappelijke ondersteuning

3.1

Algemene voorzieningen WMO en Jeugd

Zie toelichting

 

3.2

Armoedebestrijding

173.200

Onderwijs

4.1

Peuterspeelzaalwerk

Zie toelichting

 

4.2

Onderwijsachterstandenbeleid

 150.000

Zie toelichting

 

4.3

Onderwijsvoorzieningen

195.200

Bibliotheekwerk

5

Bibliotheekwerk

1.859.700

Theater en Cultuur

6.1

Theater en kunstencentrum

2.918.500

 

6.2

Cultuur

234.100

Sport en bewegen

7

Sport en bewegen

603.000

Overige subsidies

8.1

Maatschappelijk betrokken samenwerkingsverbanden

26.400

 

8.2

Evenementen

43.900

 

8.3

Voet- en fietsveer

45.600

 

8.4

Wijkplatforms

68.500

Stimuleringsregeling

9.2

Armoedebestrijding

60.000

Maatschappelijke

 

Amateurkunst

30.700

Initiatieven

 

Culturele initiatieven

30.400

 

 

Jeugd

8.000

 

 

Ouderen

2.500

 

 

Sport en bewegen

50.000

 

 

Algemene voorzieningen WMO

20.000

 

 

Totaal

6.519.700

 

Toelichting op de subsidieplafonds:

  • Voor subsidieaanvragen binnen het werkveld Algemene voorzieningen WMO en Jeugd geldt dat het beschikbare budget voor subsidies bestaat uit het totaal voor deze werkvelden begrote bedrag verminderd met de bedragen voor inkoop van dienstverlening, voor dienstverlening via een gemeenschappelijke regeling en voor de kosten voor de lokale infrastructuur.

  • Het totale subsidieplafond voor armoedebestrijding bedraagt € 230.000. Afhankelijk van de vraag wordt meer of minder geld ingezet voor de Stimuleringsregeling Maatschappelijke Initiatieven. De onder 3.2 en 9.2 genoemde bedragen geven een indicatie voor de inzet.

  • De budgetten voor de werkvelden Peuterspeelzaalwerk en Onderwijsachterstandenbeleid worden gepubliceerd wanneer de nadere regels voor deze werkvelden vastgesteld worden. Voor onderwijsachterstandenbeleid zijn nu alleen de bedragen opgenomen voor ouderparticipatie op basisscholen met vroegschoolse educatie en voor (deeltijd)schakelklassen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 juni 2017,

de secretaris, de burgemeester,

Naar boven