Gemeenteblad van Alblasserdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alblasserdam | Gemeenteblad 2017, 113802 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alblasserdam | Gemeenteblad 2017, 113802 | Verordeningen |
Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Alblasserdam 2017
De raad van de gemeente Alblasserdam
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 21 maart 2017;
gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikelen 2.1.3, 2.1.4 en 2.6.6 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
wijziging van de Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Alblasserdam 2016, eerste wijziging.
Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Alblasserdam 201 7
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
wonen in een accommodatie van een instelling of een wooninitiatief met het daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op:
het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die (nog) niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving of zelfstandig te wonen en die niet in staat zijn hun ondersteuningsvraag te formuleren en die niet in staat zijn hun ondersteuningsvraag uit te stellen;
Artikel 2.2 Cliëntondersteuning
Het college wijst cliënten die een melding doen en hun mantelzorgers op de mogelijkheid zich gedurende de procedure desgewenst te laten bijstaan door een onafhankelijke cliëntondersteuner.
Artikel 2.3 Onderzoek en gesprek
Het college vraagt voor het gesprek aan de cliënt alle gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, te verschaffen. Hiertoe behoort in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, tenzij het college daarover al beschikt.
De aanvraag voor een maatwerkvoorziening moet door of namens de cliënt schriftelijk worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier of een ondertekend onderzoeksverslag.
Hoofdstuk 3 BEOORDELING AANSPRAAK OP MAATWERKVOORZIENING
Artikel 3.1 Uitgangspunt bij beoordeling maatwerkvoorziening
Het college neemt het onderzoeksverslag, en indien aanwezig het ondersteuningsplan, als uitgangspunt bij de beoordeling van de aanspraak voor een maatwerkvoorziening.
indien deze een passende bijdrage levert aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen en opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht, of indien dit niet mogelijk is voor cliënt, met een toenemende mate van zelfredzaamheid, te handhaven in de samenleving.
Artikel 3.4 Criteria 24-uursopvang
De cliënt komt in aanmerking voor 24-uursopvang, indien hij, onverminderd de in de wet en de verordening genoemde criteria, voldoet aan alle volgende criteria:
HOOFDSTUK 4 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Artikel 4.1 Criteria persoonsgebonden budget
Het college weigert de verlening van een persoonsgebonden budget:
Artikel 4.2 Hoogte persoonsgebonden budget
Het college stelt in nadere regels de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, beschermd wonen en opvang vast bij dienstverlening door professionele hulpverleners conform de geldende kwaliteitsstandaarden vast. Het college stelt de hoogte van het persoonsgebonden budget vast aan de hand van de prijs waarvoor het college deze dienstverlening heeft gecontracteerd, met dien verstande dat het college de overheadkosten die gecontracteerde aanbieders hebben voor personeel en materieel buiten beschouwing laat bij het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget.
Artikel 4.3 Tarief persoonsgebonden budget in sociaal netwerk
Het college stelt in nadere regels de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, beschermd wonen en opvang vast bij besteding van het persoonsgebonden budget bij een persoon die behoort tot zijn sociale netwerk. Het college stelt de hoogte van het persoonsgebonden budget vast aan de hand van de prijs waarvoor het college deze dienstverlening heeft gecontracteerd, met dien verstande dat het college overheadkosten voor personeel en materieel en andere lasten die professionele aanbieders hebben buiten beschouwing laat bij het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget.
HOOFDSTUK 6 BEËINDIGING, HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
Het college kan, onverminderd artikel 2.3.10 van de wet, een toegekende aanspraak op een maatwerkvoorziening geheel of gedeeltelijk beëindigen of opschorten, indien:
Artikel 6.2 Herziening en intrekking
Het college kan, onverminderd artikel 2.3.10 van de wet, een besluit tot toekenning van een aanspraak op een maatwerkvoorziening geheel of gedeeltelijk herzien of intrekken indien:
HOOFDSTUK 7 BESTRIJDING MISBRUIK OF ONEIGENLIJK GEBRUIK
Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel van dit beleid is dat het college cliënten informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik daarvan. Ter controle van het beroep op algemene- en maatwerkvoorzieningen wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.
Het college kan onderzoek doen naar de rechtmatigheid van de maatwerkvoorziening en kan daarbij onder meer gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college kan daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor de aanspraak op een maatwerkvoorziening onderzoeken.
Het college kan onderzoek doen naar de reden van de beëindiging van de aanspraak op een maatwerkvoorziening en op basis daarvan besluiten nemen met betrekking tot de rechtmatigheid van de maatwerkvoorziening en de wederzijds tussen het college en de cliënt resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.
HOOFDSTUK 10 BURGERPARTICIPATIE
Artikel 10.1 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende beschermd wonen en opvang, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende beschermd wonen en opvang te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende beschermd wonen en opvang, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 11.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen bij de verstrekking van maatwerkvoorzieningen op verzoek van de cliënt ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening en de daarop gebaseerde regels, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Evaluatie van het door het college gevoerde beleid vindt plaats via de reguliere bestuursrapportages van het college.
De Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Alblasserdam 2015 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van een op grond daarvan genomen besluit totdat het college, onder intrekking van dit besluit, een nieuw besluit op grond van deze verordening heeft genomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-113802.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.