Gemeenteblad van Best
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Best | Gemeenteblad 2017, 113530 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Best | Gemeenteblad 2017, 113530 | Verordeningen |
Nadere regeling Subsidieregeling muziek-, dans en dramaonderwijs en culturele samenwerking, innovatie en reuring Gemeente Best
Gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening 2013, titel 4.2
van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 149 en 156 van de
Gemeentewet en het raadsbesluit muziek- en dansonderwijs van 2-2-2015;
overwegende dat de gemeente Best muziek- en dansonderwijs wil subsidiëren;
overwegende dat het van belang is een afwegingskader te formuleren voor de
behandeling van aanvragen voor subsidies;
besluit het college vast te stellen de volgende:
Nadere regeling Subsidieregeling muziek-, dans en dramaonderwijs en culturele samenwerking, innovatie en reuring Gemeente Best
A. Muziek-, dans- en dramaonderwijs
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
De gemeente Best hecht waarde aan cultuureducatie voor en cultuurparticipatie door de jeugd. Cultuureducatie en –participatie levert een bijdrage aan de ontwikkeling en ontplooiing van talenten en vaardigheden van de jeugd. Het laat hen kennismaken met en zich verdiepen in verschillende culturele disciplines. Meer specifiek wenst de gemeente dat de jeugd van Best (jonger dan 18 jaar) muziek-, dans- en dramaonderwijs kan volgen. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de jeugd.
5.Indien activiteiten van de aanvrager volgens de nadere regeling subsidieverstrekking
vrijwilligersorganisaties cultuur in aanmerking kunnen komen voor subsidie, is een beroep op de nadere
regeling Subsidieregeling muziek-, dans en dramaonderwijs voor deze activiteiten uitgesloten.
Artikel 4. De te subsidiëren activiteiten
budget overblijft, dan kunnen aanbieders die geen lessen geven in de Culturele Hotspot in aanmerking
1.Om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel a tot en met
c, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 6. Subsidieplafond/verdeling van de subsidie
1.Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten per cursusjaar, zoals bedoeld in deze nadere
regeling, wordt jaarlijks vastgesteld.
Hotspot budget overblijft, dan:
per deelnemer. Gelet op het bepaalde in dit artikel lid 5, kan dit bedrag/percentage lager zijn;
ii. voor dansactiviteiten en drama-activiteiten 50% van het cursusgeld met een maximum van € 50,-
per deelnemer. Gelet op het bepaalde in dit artikel lid 5, kan dit bedrag/percentage lager zijn.
5.Indien het bedrag waarvoor op basis van deze nadere regeling een subsidie per cursusjaar moet worden
verleend, aan diegenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend en die aan de vereisten
voldoen, groter is dan het op grond van het in het eerste lid vastgestelde plafond, worden de betrokken subsidies naar rato verlaagd.
6. Indien na toetsing van alle aanvragen muziek-, dans- en dramaonderwijs van aanbieders in de Culturele Hotspot en buiten de Culturele Hotspot nog budget overblijft, dan wordt dit budget toegevoegd aan de onder B Culturele samenwerking, innovatie en reuring genoemde 30%. Hierbij vindt gelijke verdeling over de drie categorieën (culturele activiteiten die een innovatief karakter hebben, culturele activiteiten die reuring veroorzaken in het centrum van Best en activiteiten die samenwerking tussen culturele organisaties of kunstuitingen in Best bevorderen) plaats.
1.Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte
subsidiabele kosten, met in achtneming van de onder lid 2 van dit artikel genoemde wegingscriteria.
2.Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor muziek-, dans- en dramaonderwijs worden de volgende
wegingscriteria in acht genomen:
De activiteiten dienen bij te dragen aan de gemeentelijke doelstellingen.
De gemeente Best hecht waarde aan cultuureducatie voor en cultuurparticipatie door de jeugd. Cultuureducatie en –participatie levert een bijdrage aan de ontwikkeling en ontplooiing van talenten en vaardigheden van de jeugd. Het laat hen kennismaken met en zich verdiepen in verschillende culturele disciplines. Meer specifiek wenst de gemeente dat de jeugd van Best (jonger dan 18 jaar) muziek-, dans- en dramaonderwijs kan volgen. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de jeugd.
De gemeente hecht sterk aan een toegankelijk aanbod van muziek-, dans-, en dramaonderwijs voor de jeugd van Best. Het is daarbij van belang dat de aanbieder een bijdrage levert aan laagdrempelig aanbod op deze terreinen. Ze dient daarbij open te staan voor kwetsbare jeugd, jeugd met een beperking of van een andere culturele achtergrond (denk o.a. aan vergunninghouders). Het uitgangspunt is dat deze groepen zo veel mogelijk in staat worden gesteld deel te nemen aan het reguliere aanbod van activiteiten en voorzieningen.
cursusjaar voorafgaand aan het cursusjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd, te worden ingediend.
3.Indien alle aanvragers op 1 augustus een volledige aanvraag hebben ingediend, beslissen burgemeester
en wethouders in afwijking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Best op een aanvraag om
In afwijking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Best dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op 30 november volgend op het betreffende cursusjaar.
De gemeente Best hecht waarde aan culturele activiteiten in Best. Een aantrekkelijk kunst- en cultuurklimaat is van belang omdat het de inwoners de mogelijkheid geeft zich te verrijken, talenten te ontwikkelen en te genieten van cultuur. Daarnaast geeft het uitdrukking aan de identiteit van de gemeente en haar inwoners. Specifiek vindt het belangrijk dat er in het centrum van Best reuring is en er daardoor mensen op de been gebracht worden in het centrum van Best. Nieuwe initiatieven en extra activiteiten zorgen voor meer gezelligheid en levendigheid. Verder wil de gemeente ruimte bieden voor experimenten en vernieuwing waardoor kunst en cultuur aansluiten bij de manier waarop mensen kunst beleven. Daarnaast wil de gemeente de samenwerking tussen culturele partijen vergroten. Kortom de gemeente wenst culturele activiteiten die of een innovatief karakter hebben, of reuring veroorzaken in het centrum of waarmee samenwerking tussen partijen/kunstuitingen te bevorderen.
Om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid onderdeel a tot en
met c, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 15. Subsidieplafond/verdeling van de subsidie
1.Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten per cursusjaar, zoals bedoeld in deze nadere
regeling, wordt jaarlijks vastgesteld.
2.Het beschikbare subsidiebudget kent de volgende verdeling:
30% Van het totale budget is voor culturele activiteiten die of een innovatief karakter hebben, of reuring
veroorzaken in het centrum of waarmee samenwerking tussen partijen/kunstuitingen wordt bevorderd.
Hierbij wordt de 30% als volgt verdeeld:
i. 10% voor culturele activiteiten die een innovatief karakter hebben;
ii. 10% voor culturele activiteiten die reuring veroorzaken in het centrum;
iii.10% voor culturele activiteiten waarmee samenwerking tussen partijen/kunstuitingen wordt bevorderd.
1.Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte
subsidiabele kosten, met in achtneming van de onder lid 2, 3 en 4 van dit artikel genoemde
2.De gemeente streeft naar een evenwichtige verdeling van het beschikbare subsidiebudget, daarom kan
per activiteit kan maximaal € 5.000,- subsidie worden aangevraagd.
3.Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor culturele activiteiten die een innovatief karakter hebben
worden de volgende wegingscriteria in acht genomen:
Het culturele landschap verandert continu door maatschappelijke, technologische, economische en culturele trends. De op cultuur georiënteerde activiteiten dienen hierop in te spelen en daarmee een vernieuwend karakter te hebben ten opzichte van het bestaande aanbod. De vernieuwing van het aanbod, niet zijnde het reguliere muziek-, dans- en/of dramaonderwijs, dient plaats te vinden op een breder sociaal-maatschappelijk terrein. Het gaat hierbij onder andere om het inspelen op de manier waarop mensen kunst beleven, het creëren van nieuwe manieren om nieuwe doelgroepen aan te trekken en vast te houden. Door ruimte te creëren voor experimenten, pilots en broedplaatsen kunnen nieuwe activiteiten en kan nieuw aanbod ontstaan.
Bij de subsidieverlening doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Subsidie wordt alleen verleend als financiering door de gemeente noodzakelijk is en de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut. Subsidieverlening vormt zo het sluitstuk. We verwachten van organisaties dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, fondsen, donaties, sponsering, et cetera.
4.Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor culturele activiteiten die reuring veroorzaken in het
centrum worden de volgende wegingscriteria in acht genomen:
Van organisaties wordt verwacht dat de activiteit bijdraagt aan het vergroten van de cultuurdeelname van inwoners in het algemeen en meer in het bijzonder aan de levendigheid van het centrum van Best. Dit bevordert sociale samenhang en gemeenschapszin.
Bij de subsidieverlening doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Subsidie wordt alleen verleend als financiering door de gemeente noodzakelijk is en de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut. Subsidieverlening vormt zo het sluitstuk. We verwachten van organisaties dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te weven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, fondsen, donaties, sponsering, et cetera.
5.Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor activiteiten die samenwerking tussen culturele
organisaties of kunstuitingen bevorderen worden de volgende wegingscriteria in acht genomen:
Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt drempels om deel te nemen. En door samenwerking ontstaan nieuwe verbindingen of worden bestaande verbindingen verstrekt. Dit komt ten goede aan het gehele culturele netwerk in Best. Dit resulteert in verbetering van de kwaliteit van het aanbod en efficiëntere inzet van financiële middelen.
Bij de subsidieverlening doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Subsidie wordt alleen verleend als financiering door de gemeente noodzakelijk is en de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut. Subsidieverlening vormt zo het sluitstuk. We verwachten van organisaties dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te weven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, fondsen, donaties, sponsoring, et cetera.
jaar voorafgaand aan het cursusjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd, te worden ingediend.
3.Indien alle aanvragers op 1 augustus een volledige aanvraag hebben ingediend, beslissen burgemeester
en wethouders in afwijking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Best op een aanvraag om
In afwijking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Best dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op 30 november volgend op het betreffende cursusjaar.
Deze regeling treedt in werking op 27 juni 2017 en is van toepassing op aanvragen voor subsidie voor de uitvoering van activiteiten vanaf 1 augustus 2017.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-113530.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.