Eerste wijziging van de Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het voorstel van het college van 12 juni 2017;

 

gelet op artikel 2.9 en artikel 8.1.1. van de Jeugdwet;

besluit

 

vast te stellen de eerste wijziging van de Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015:

Artikel I

Artikel 5.1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Artikel 5.1 - Regels voor pgb

  • 1.

    Indien de jeugdige en ouders dit wensen, verstrekt het college een persoonsgebonden budget dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort, van derden te betrekken.

  • 2.

    Conform artikel 8.1.1 van de wet verstrekt het college de jeugdige en ouders een pgb, indien:

    • a.

      de jeugdige en ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, in staat zijn de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;

    • b.

      de jeugdige en ouders zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening als pgb geleverd wensen te krijgen;

    • c.

      naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort en die de jeugdige en ouders van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit is.

  • 3.

    Voor het tarief voor een pgb geldt het volgende:

    • a.

      het is gebaseerd op een door de jeugdige en ouders opgesteld plan over hoe zij het pgb gaan besteden;

    • b.

      het is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen;

    • c.

      het bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst passende individuele voorziening in natura;

    • d.

      indien de kosten hoger zijn dan de kostprijs van de naar het oordeel van het college passende individuele voorziening in natura is er de mogelijkheid dat de jeugdige en ouders het verschil tussen de kosten en de kostprijs naar het oordeel van het college zelf bekostigen.

  • 4.

    De hoogte van een pgb voor jeugdhulp is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

  • 5.

    De jeugdige en ouders aan wie een pgb wordt verstrekt, kunnen de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk:

    • a.

      het inhuren van personen uit het sociaal netwerk leidt tot effectieve en doelmatige hulp;

    • b.

      het inhuren van personen uit het sociaal netwerk gebeurt op basis van een lager tarief dan het ingevolge het derde lid vastgestelde tarief voor beroepskrachten, en

    • c.

      de persoon uit het sociaal netwerk heeft aangegeven dat de hulp aan de jeugdige en ouders voor hem niet tot overbelasting leidt;

    • d.

      tussenpersonen of belangbehartigers worden niet uit het pgb betaald.

Artikel II

Aan hoofdstuk 5 wordt toegevoegd artikel 5.2:

Artikel 5.2 Hoogte persoonsgebonden budget

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor professionele ondersteuning bij persoonlijke verzorging bedraagt € 27,05 euro per uur.

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget voor professionele intensieve of langdurige ondersteuning bedraagt:

    • a.

      € 35,84 per uur voor individuele begeleiding;

    • b.

      maximaal € 61,50 per uur voor individuele specialistische begeleiding;

    • c.

      € 32,00 per dagdeel voor begeleiding groep basis;

    • d.

      € 44,30 per dagdeel voor begeleiding groep specialistisch;

    • e.

      € 101,00 per etmaal voor kortdurend verblijf ter ontlasting van de mantelzorg.

  • 3.

     

    • a.

      Het persoonsgebonden budget voor niet-professionele ondersteuning bij begeleiding en persoonlijke verzorging bedraagt minimaal het wettelijk minimumuurloon en maximaal € 20,00 per uur.

    • b.

      Het uurtarief wordt in individuele gevallen bepaald met inachtneming van de noodzakelijke deskundigheidsgraad, planbaarheid en onregelmatigheid van de hulp en andere relevante factoren met betrekking tot de voor de cliënt vereiste ondersteuning.

  • 4.

    Het persoonsgebonden budget voor noodzakelijk vervoer in verband met dagbesteding als bedoeld in artikel 4.7 van deze verordening bedraagt voor de heen- en terugreis van de woning van de cliënt naar de locatie waar dagbesteding wordt bijgewoond door de cliënt maximaal € 5,33.

  • 5.

    In afwijking van het gestelde in het vierde lid bedraagt het pgb voor rolstoelvervoer maximaal € 18,00.

  • 6.

    Bij uitzondering zal sprake zijn van een persoonsgebonden budget voor zeer specialistische begeleiding/behandeling. Hierover worden op maat afspraken gemaakt met de budgethouder.

Artikel III
  • A.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • B.

    Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Eerste wijziging Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015’.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2017

de griffier,

drs. B.S.M. Sepers

de voorzitter,

mw. F. Ravestein

Naar boven