Gemeenteblad van Roermond
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roermond | Gemeenteblad 2017, 112599 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roermond | Gemeenteblad 2017, 112599 | Verordeningen |
Erfgoedverordening 2017 gemeente Roermond
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
Archeologisch terrein of vindplaats:
Een terrein waarvan bekend is dat er in het verleden archeologische vondsten zijn gedaan.
Beschermd stads- c.q. dorpsgezicht:
Stads- c.q. dorpsgezicht dat als zodanig ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet 1988 is aangewezen (op grond van artikel 9.1.1. Erfgoedwet (overgangsbepaling) is artikel 35 van de Monumentenwet 1988 van toepassing tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet).
Het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1., eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Het geheel van samenstellende onderdelen van een tot rijksmonument aangewezen buitenplaats.
De muren en de kap inclusief de fundering. Hiertoe worden ook de buitenafwerking en de ramen, vensters, kozijnen en deuren in de buitenmuren gerekend.
Het college van burgemeester en wethouders van Roermond.
De in de hoofdstukken 2 en 3 van deze verordening bedoelde en in de Verordening op de Commissie Beeldkwaliteit voorziene commissie.
De natuurlijke persoon of rechtspersoon, die het recht van eigendom dan wel een ander zakelijk recht op een monument heeft.
Gemeentelijk- of rijksmonument van oorsprong ontworpen en gebouwd voor het vieren van een eredienst.
Van algemeen belang zijnde onroerende zaken die bij besluit van het college als gemeentelijk monument zijn aangewezen.
Gemeentelijk- of rijksmonument van oorsprong ontworpen en gebouwd ten behoeve van fabrieksmatige productie.
Stoffelijke uitingen van devotie in de openbare ruimte.
Gemeentelijk- of rijksmonument van oorsprong ontworpen en gebouwd ten behoeve van een kloosterorde of kloostergemeenschap waar mannen of vrouwen, die zich uit de wereld hebben teruggetrokken samenwonen om een aan God en de godsdienst gewijd leven te leiden volgens voorschriften die daartoe zijn vastgesteld.
Een rijksmonument dat uit de aard der zaak niet op een rendabele wijze geëxploiteerd kan worden.
Een vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Het totale gebied waarbinnen, ten behoeve van de realisatie van de toekomstige functie in dat gebied, archeologische waarden geheel of gedeeltelijk door grondwerkzaamheden kunnen worden verstoord.
Onroerende monumenten, die zijn ingeschreven in de ingevolge de Erfgoedwet vastgestelde registers.
Gemeentelijk- of rijksmonument van oorsprong ontworpen en gebouwd ten behoeve van het onderwijs.
De voor een subsidie in aanmerking komende kosten zoals beschreven in hoofdstuk 4 van deze verordening.
Het bedrag dat gedurende een kalenderjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening.
Een beschrijving van de geplande werkzaamheden waaruit blijkt:
HOOFDSTUK 2 GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Paragraaf 1 De aanwijzing tot gemeentelijk monument
Artikel 4 Een aanvraag tot aanwijzing
Een aanvraag om aanwijzing tot gemeentelijk monument dient vergezeld te gaan van de volgende gegevens:
Artikel 5 De redengevende omschrijving
Een redengevende omschrijving maakt onderdeel uit van een besluit omtrent aanwijzing tot gemeentelijk monument. Deze redengevende omschrijving omvat de plaatselijke aanduiding, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van het beschermde monument met een exacte omschrijving van de omvang van de bescherming alsmede een op de in art. 3, lid 2 en 3 genoemde criteria gebaseerde motivatie daarvan.
Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging, verplaatsing of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten
Artikel 8 Cultuurhistorisch rapport
In een cultuurhistorisch rapport als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Regeling omgevingsrecht wordt in ieder geval opgenomen:
Artikel 9 Commissie Beeldkwaliteit
Het bevoegd gezag kan naar aanleiding van aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7, lid 2 het advies van de Commissie Beeldkwaliteit inwinnen.
Artikel 10 Omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning wordt verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Artikel 11 Aan een omgevingsvergunning verbonden voorschriften
Het bevoegd gezag kan aan een omgevingsvergunning voorschriften verbinden in het belang van de monumentenzorg.
Artikel 13 Cultuurhistorische analyse
Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing op de aanvragen om omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Het college vraagt de Commissie Beeldkwaliteit, in haar hoedanigheid van commissie op het gebied van monumentenzorg als bedoeld in artikel 15 lid 1 van de Monumentenwet 1988, dat op grond van artikel 9.1,1 Erfgoedwet (overgangsbepaling) van toepassing is tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet, advies, voordat:
Paragraaf 1 Algemene bepalingen met betrekking tot subsidies
Artikel 15 Indienen van aanvragen
Op verzoek van de aanvrager stelt de betrokken ambtenaar zich ter plekke op de hoogte van de noodzaak en de wijze van uitvoering van de geplande werkzaamheden. Indien naar het oordeel van de betrokken ambtenaar de noodzaak en de wijze van uitvoering van de geplande werkzaamheden voldoende duidelijk zijn kan de aanvraag in behandeling worden genomen zonder de onder lid 3.c genoemde omschrijving van de werkzaamheden.
Artikel 18 Toestemming om alvast te mogen beginnen
Op schriftelijk verzoek van de aanvrager kan het college ontheffing verlenen van de verplichting op grond van artikel 17, aanhef en onder c te wachten met de aanvang van de werkzaamheden, totdat een besluit is genomen op de aanvraag tot subsidie, mits de op grond van deze verordening benodigde vergunning is verleend en de werking daarvan niet is opgeschort.
Paragraaf 2 Subsidies voor kleine onderhoudsprojecten aan monumenten en aan onbekende monumentale waarden
Artikel 23 Kosten aan een gemeentelijk- of een niet-rendabel rijksmonument
Het college kan éénmaal per jaar aan de eigenaar van een gemeentelijk monument en / of een niet-rendabel rijksmonument subsidie verlenen in de kosten van werkzaamheden en onderzoeken zoals in artikel 24 genoemd.
Artikel 24 Voor subsidie in aanmerking komende werkzaamheden en onderzoeken en het subsidiemaximum
Voor een subsidie komen in aanmerking:
werkzaamheden welke het behoud van monumentale waarden en / of het casco van een gemeentelijk monument en / of een niet-rendabel rijksmonument ten doel hebben. Deze werkzaamheden komen in aanmerking voor een subsidie van 25% van de subsidiabele kosten. Het subsidiebedrag is gebonden aan een maximum van een door het college vast te stellen bedrag per monument per jaar;
een in het kader van een vergunningaanvraag op grond van hoofdstuk 5 van de Regeling omgevingsrecht of op basis van artikel 2.1 lid 1 onder f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door de gemeente geëist onderzoek naar de cultuurhistorische waarden van het monument. Dit onderzoek komt in aanmerking voor een subsidie van 50% van de subsidiabele kosten. Het subsidiebedrag is gebonden aan een maximum van een door het college vast te stellen bedrag per monument per jaar;
werkzaamheden aan tot nog toe onbekende monumentale waarden mits door de aanvrager voor het betreffende object tevens een aanvraag voor aanwijzing tot gemeentelijk monument wordt ingediend en mits dit leidt tot een onherroepelijk besluit tot aanwijzing tot gemeentelijk monument. Deze werkzaamheden komen in aanmerking voor een subsidie van 25% van de subsidiabele kosten. Het subsidiebedrag is gebonden aan een maximum van een door het college vast te stellen bedrag per monument per jaar.
Paragraaf 3 Subsidies voor archeologische onderzoeken
Artikel 26 Subsidiemogelijkheid
Het college kan een subsidie verlenen in de kosten van archeologisch onderzoek. De subsidie wordt verleend aan de eigenaar van het betreffende perceel.
Artikel 27 Voor subsidie in aanmerking komende werkzaamheden, het subsidiepercentage en het maximum van de subsidie
Paragraaf 4 Subsidies voor grote onderhoudsprojecten
Artikel 29 Kosten aan een gemeentelijk- of een rijksmonument
Het college kan aan de eigenaar van een gemeentelijk monument of een rijksmonument behorende tot een van de in artikel 30 genoemde categorieën subsidie verlenen in de kosten van werkzaamheden zoals in artikel 31 genoemd.
Artikel 30 Categorieën van voor subsidie in aanmerking komende monumenten
De voor een subsidie als bedoeld in artikel 29 in aanmerking komende categorieën van gemeentelijke- en rijksmonumenten zijn: gebouwen voor de eredienst, scholen, kloosters, industriële monumenten en buitenplaatsen.
Van werkzaamheden welke niet door een bij een Kamer van Koophandel ingeschreven bedrijf worden uitgevoerd komen slechts de materiaalkosten voor subsidiëring in aanmerking.
Artikel 33 Indiening van een aanvraag
Een aanvraag om een subsidie op basis van artikel 29 dient schriftelijk te worden ingediend bij het college. In aanvulling op de in artikel 15 genoemde gegevens dient bij de aanvraag een financieringsplan voor het project waarin de in artikel 31, lid 3 genoemde aspecten aan de orde komen te worden bijgevoegd; het volgende te worden vermeld:
Op verzoek van de aanvrager stelt de daartoe door het college aangewezen ambtenaar zich ter plekke op de hoogte van de noodzaak en de wijze van uitvoering van de geplande werkzaamheden. Indien naar het oordeel van genoemde ambtenaar de noodzaak en de wijze van uitvoering van de geplande werkzaamheden voldoende duidelijk zijn kan de aanvraag in behandeling worden genomen zonder de onder lid 1.c genoemde omschrijving van de werkzaamheden;
Het college neemt een besluit op de aanvraag binnen 6 weken na ontvangst van de in kennisstelling van het laatste van de onder lid 4 bedoelde besluiten van andere (kerkelijke) overheden. Het college kan zijn besluit eenmaal voor ten hoogste 6 weken verdagen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 34 Accountantsverklaring
Bij een subsidiebedrag hoger dan € 50.000 is een subsidieontvanger verplicht om uiterlijk 6 maanden na afloop van de gesubsidieerde werkzaamheden een goedkeurende accountantsverklaring in te dienen van een daartoe bevoegde accountant. Deze verklaring moet tevens betrekking hebben op de naleving van de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen, in het bijzonder van de geleverde prestaties, een en ander na overleg hierover met het college ende subsidieontvanger.
Paragraaf 5 Subsidies voor restauraties van kleine religieuze monumenten
Paragraaf 6 Subsidies voor overige activiteiten
Artikel 36 Voor subsidie in aanmerking komende overige activiteiten
Het college kan een subsidie verlenen voor:
het opstellen van op basis van hoofdstuk 5 van de Regeling omgevingsrecht of op basis van artikel 2.1 lid 1 onder f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verplicht gestelde cultuurhistorische analyses voor niet-monumentale panden binnen de op grond van de Monumentenwet 1988 (op grond van het overgangsrecht van de Erfgoedwet, zijn de hoofdstukken II, paragrafen 2 en 3, IV, V, paragrafen 1 en 9, en VI van de Monumentenwet 1988, zoals die luidden voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet, van toepassing tot de inwerkingtreding van de Omgevingwet) aangewezen beschermde stads- en dorpsgezichten.
Artikel 37 Het subsidiepercentage en het maximum aan subsidie
De in artikel 36, lid 1 en 2 genoemde activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie van 50% van de subsidiabele kosten. Het subsidiebedrag is gebonden aan een maximum van een door het college vast te stellen bedrag per cultuurhistorische analyse of beleidsondersteunende activiteit per jaar.
Artikel 39 Verplichting tot archeologisch onderzoek
Voorafgaande aan grondwerkzaamheden binnen de op de bij deze verordening behorende Beleidskaart archeologie als historische kern aangeduide gebieden of binnen de grenzen van gemeentelijke archeologische monumenten dient een archeologisch vooronderzoek plaats te vinden waar uit moet blijken wat de archeologische verwachting is.
Voorafgaande aan grondwerkzaamheden binnen de op de bij deze verordening behorende Beleidskaart archeologie als gebied met hoge archeologische verwachting aangeduide gebieden dient een archeologisch vooronderzoek plaats te vinden. Dit geldt niet wanneer de grondwerkzaamheden plaatsvinden binnen de bebouwde kom én het plangebied kleiner is dan 1.000 m2 of wanneer de grondwerkzaamheden plaatsvinden buiten de bebouwde kom én het plangebied kleiner is dan 2.500 m2.
Het in lid 1 tot en met lid 5 genoemde archeologische onderzoek hoeft niet te worden verricht wanneer de grondwerkzaamheden plaatsvinden in evident eerder verstoorde bodem of wanneer de grondwerkzaamheden niet dieper reiken dan 40 centimeter onder maaiveld of wanneer het een plangebied betreft met een oppervlakte kleiner dan 100 m2.
HOOFDSTUK 6 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 42 Bijzondere omstandigheden
Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven kan het college gemotiveerd afwijken van het in deze verordening bepaalde.
Vergunningen en aanwijzingsbesluiten die zijn verleend onder de werking van de Monumenten- en archeologieverordening 2011 of diens voorgangers en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunningen en aanwijzingsbesluiten krachtens deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-112599.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.