Derde wijziging van de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning 2015

 

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 23 mei 2017, registratienummer ;

gelet op artikel 2.9 van de Jeugdwet, artikel 2.1.3 van de Wmo 2015 en artikel 147 van de Gemeentewet;

gezien het advies van ;

overwegende dat ;

besluit(en) vast te stellen:

I. Vast te stellen de navolgende 3e wijziging van de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Venlo 2015.

Bestaande Artikel 16 v ervalt en wordt vervangen door :

Artikel 16 Verhouding prijs en kwaliteit, levering diensten door derden

  • 1.

    Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet Wmo 2015 en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:

    • a.

      een vaste prijs, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan van een overeenkomst met de derde; of

    • b.

      een reële prijs die geldt als ondergrens voor:

      • 1.

        een inschrijving en het aangaan van een overeenkomst met de derde, en

      • 2.

        de vaste prijs, bedoeld in onderdeel a.

  • 2.

    Het college stelt de prijzen, bedoeld in het eerste lid, vast:

    • a.

      overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van die dienst, waaronder de eisen aan de deskundigheid van de beroepskracht, bedoeld in artikel 2.1.3, tweede lid, onderdeel c, van de wet, en

    • b.

      rekening houdend met de continuïteit in de hulpverlening, bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, van de wet, tussen degenen aan wie de dienst wordt verstrekt en de betrokken hulpverleners.

  • 3.

    Het college baseert de vaste prijs of de reële prijs op de volgende kostprijselementen:

    • a.

      de kosten van de beroepskracht;

    • b.

      redelijke overheadkosten;

    • c.

      kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing, werkoverleg;

    • d.

      reis en opleidingskosten;

    • e.

      indexatie van de reële prijs voor het leveren van een dienst;

    • f.

      overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen, en

  • 4.

    Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een reële prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.

  • 5.

    Het college bepaalt met welke derde als bedoeld in het eerste lid hij een overeenkomst aangaat.

  • 6.

    Het college houdt bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren diensten en voorzieningen op het gebied van jeugdhulp, rekening met een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit, waaronder de deskundigheid van het personeel van de aanbieder en de arbeidsvoorwaarden.

  • 7.

    Het college kan bij nadere regeling aanvullende eisen stellen die gelden voor een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit als bedoeld in lid 6.

In artikel 9 lid 2 wordt de volgende tekst toegevoegd :

  • j.

    Voor cliënten van 18 tot en met 20 jaar in de in de opvang van de maatschappelijke opvang bedraagt de eigen bijdrage € 300,- per maand.

  • k.

    Voor cliënten in de opvang van de vrouwenopvang bedraagt de eigen bijdrage met ingang van 1 juli 2017 € 227,50 per maand, waarbij de cliënten zelf verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse voeding.

  • II.

    Te bepalen dat deze wijzigingsverordening met terugwerkende kracht in werking treedt op 1 juni 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 juni 2017.

De griffier De voorzitter

Geert van Soest Antoin Scholten

Naar boven