Gemeenteblad van Goes
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goes | Gemeenteblad 2017, 108903 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goes | Gemeenteblad 2017, 108903 | Verordeningen |
Wijziging van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
De Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt gewijzigd als volgt:
Aan artikel 1, lid 1 wordt een nieuw sub toegevoegd, dat komt te luiden:
Artikel 4, lid 2 komt te luiden:
Voor of tijdens het gesprek verschaft de cliënt het college alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Artikel 5, lid 1 sub d komt te luiden:
Na artikel 8 wordt een nieuw artikel toegevoegd, dat komt te luiden:
Het college verstrekt geen woonvoorziening:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte;
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11 lid 3, 4 en 5 komen te luiden:
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
Artikel 12 wordt vervangen door de artikelen 12 en 12a.
Artikel 12 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
Artikel 12a Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 14, lid 1 komt te luiden:
Artikel 15. Voorkoming en bestrijding van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Na artikel 15 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 15a. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 15b. Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen en pgb’s
Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan.
Artikel 16 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het college heeft bij nadere regels vastgesteld op welke wijze zorg wordt gedragen voor de jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van inwoners van de gemeente (zie nadere regels mantelzorgwaardering vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Goes in de vergadering van 16 juni 2015).
Aan artikel 18, lid 1 wordt een sub e toegevoegd dat komt te luiden:
Toelichting bij wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015
Bij de verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is een toelichting terug te vinden.
Hieronder vindt u, waar noodzakelijk, aanpassing op deze toelichting.
Ingezetene: De cliënt kan als hij ingezetene is van een gemeente in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening gericht op zelfredzaamheid en participatie (artikel 1.2.1 Wmo). Uit de Memorie van Toelichting volgt dat een ingezetene zich, voor een maatwerkvoorziening, moet wenden tot het college van de gemeente waar hij woont. De term 'wonen' is niet verder uitgelegd. Uit de jurisprudentie bij de Wmo 2007 (CRvB 22-09-2010, nr. 09/1743 WMO ) volgt dat het gaat om de feítelijke verblijfplaats, waarbij een inschrijving in het Brp belangrijk is maar niet doorslaggevend.
In rechtbankjurisprudentie is inmiddels herhaaldelijk bepaald dat weigeringsgronden, wil er een beroep op kunnen worden gedaan, een grondslag in de verordening moeten hebben. Zie bijvoorbeeld Rechtbank Gelderland 8-11-2013, nr. ZUT 12/1823. Ook in het kader van rechtszekerheid is hier iets voor te zeggen: bij het ontbreken van afwijzingsgronden of het hanteren van zeer ruime afwijzingsgronden is het voor de cliënt niet mogelijk om zijn rechtspositie te bepalen of te voorzien.
Lid 1 onder b doelt op de situatie dat de cliënt zich meldt voor maatschappelijke ondersteuning en de voorziening vervolgens zelf realiseert of aanschaft, voordat het college een beslissing heeft kunnen nemen. Omdat het college dan geen mogelijkheden meer heeft de voorziening volgens het vastgestelde beleid te verstrekken, noch anderszins invloed heeft op de te verstrekken voorziening, kan in deze situatie de voorziening worden geweigerd. Door deze regeling wordt voorkomen dat een voorziening waar vroegtijdig mee is begonnen uiteindelijk niet overeenstemt met hetgeen het college als goedkoopst adequate voorziening beschouwt. Deze bepaling ziet niet op de situatie waarin de cliënt al voor de melding de voorziening heeft gerealiseerd of aangeschaft, omdat er in dat geval in het geheel geen te compenseren probleem (meer) is.
De in het tweede lid opgenomen gronden zijn specifiek van toepassing op maatwerkvoorzieningen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie. Onder ‘langdurig’ wordt over het algemeen verstaan langer dan 6 maanden of dat het een blijvende situatie betreft. Onder een ‘blijvende situatie' wordt ook de terminale levensfase verstaan. Voor sommige maatwerkvoorzieningen, bijvoorbeeld hulp bij het huishouden, kan het ook om een kortere periode gaan, bijvoorbeeld na ontslag uit het ziekenhuis, of begeleiding thuis om vaardigheden aan te leren. Waar precies de grens ligt tussen kortdurend en langdurig zal per situatie verschillen. Als de verwachting is dat belanghebbende na enige tijd zonder de benodigde hulpmiddelen of aanpassingen zal kunnen functioneren, dan mag van kortdurende medische noodzaak worden uitgegaan. Bij een wisselend ziektebeeld, waarbij verbetering in de toestand opgevolgd wordt door periodes van terugval, kan uitgegaan worden van een langdurige medische noodzaak.
In het derde lid zijn enkele afwijzingsgronden opgenomen die specifiek zien op een maatwerkvoorziening die onder de Wmo 2007 zouden worden aangeduid met de term 'woonvoorziening', een term die binnen de Wmo 2015 ook gebruikt kan worden.
In lid 4 wordt geregeld dat er verschillende pgb tarieven gehanteerd worden voor formele en informele ondersteuning.
Artikel 15 Voorkoming en bestrijding van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
Lid 1 dat een "informatieplicht" voor het college omvat, is toegevoegd zodat duidelijk is welke rechten en plichten de cliënt heeft en wat de gevolgen zijn van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Lid 3 sub f en g beschrijft de situatie dat een beslissing van het college herzien kan worden wanneer er door gewijzigd beleid of het ontstaan van nieuwe voorzieningen een cliënt niet meer aangewezen is op de maatwerkvoorziening. De nieuwe voorziening voorziet dan in de oplossing van het door de cliënt ervaren probleem met betrekking tot zelfredzaamheid of participatie.
Artikel 15a. Opschorting betaling uit het pgb
Dit betreft een nieuw artikel, dat tot doel heeft misbruik en oneigenlijk gebruik van pgb’s te bestrijden. De ratio is dat in bepaalde gevallen (tijdelijke) opschorting van een betaling uit het pgb naar aanleiding van een declaratie een beter instrument is dan beëindiging of weigering (op grond van artikel 2, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015) of zelfs intrekken of herzien van het verleningsbesluit (op grond van artikel 2.3.10 van de wet). Door opschorting kan ruimte geboden worden voor herstelmaatregelen of nader onderzoek. Bijvoorbeeld als het gaat om de overeenkomsten die de budgethouder is aangegaan of bij herziening van de toekenningsbeschikking. Daarom is de mogelijkheid voor het college toegevoegd om de SVB te verzoeken over te gaan tot opschorting.
Het college kan een verzoek enkel doen als een ernstig vermoeden is gerezen dat:
Van de onder 2 genoemde omstandigheid is ook sprake als een cliënt niet langer voldoende in staat is op eigen kracht, dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren, en als niet langer is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt.
Artikel 15b. Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen en pgb’s
Het betreft hier het oude artikel 15, zevende lid. Het onderwerp van het onderzoek is echter verbreed. Naast met het oog op de beoordeling van de kwaliteit, dient het college, al dan niet steekproefsgewijs, ook te onderzoeken of de verstrekte maatwerkvoorzieningen in natura en pgb’s worden gebruikt, respectievelijk besteed ten behoeve van het doel waarvoor ze zijn verstrekt en of de besteding op een rechtmatige manier gebeurt.
Een onderzoek kan zowel betrekking hebben op het handelen van een cliënt of pgb-houder, als op de ondersteuningsverlening door een aanbieder.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-108903.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.