Referendumverordening ’s-Hertogenbosch 2014

De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 12 juni 2017;

Gezien het voorstel van het Presidium d.d. 8 juni 2017 registratienummer 7073576

Gelet op de Gemeentewet en de Referendumverordening 2014

Besluit

 

  • 1.

    De Referendumverordening ‘s-Hertogenbosch 2014 gewijzigd vast te stellen;

  • 2.

    De gewijzigde verordening treedt met onmiddellijke ingang in werking, maar is niet van toepassing op referendumverzoeken die vóór 1 juni 2017 bij de gemeenteraad zijn ingediend. Voor deze verzoeken blijft de op die datum geldende referendumverordening van toepassing.

 

’s-Hertogenbosch

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs. W.G. Amesz, mr. dr. A.G.J.M. Rombouts

Referendumverordening 's-Hertogenbosch 2014

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch;

  • b.

    presidium: het door de raad op grond van het reglement van orde ingestelde presidium;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch;

  • d.

    referendum: stemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een concept raadsbesluit;

  • e.

    kiesgerechtigden: diegenen die stemrecht hebben voor de verkiezing van de leden van de raad.

  • f.

    concept raadsbesluit: een aan de raad voorgelegd besluit dat op de agenda van de raadsvergadering is opgenomen;

Artikel 2 Referendabele besluiten

    • 1.

      Concept raadsbesluiten kunnen onderwerp zijn van een referendum, met uitzondering van besluiten:

    • a.

      over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen en, schenkingen;

    • b.

      over de hoogte van geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers en hun nabestaanden;

    • c.

      de vaststelling, wijziging of intrekking van de arbeidsvoorwaardenregeling en daaruit voortvloeiende besluiten met betrekking tot de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • d.

      over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;

    • e.

      over de vaststelling van gemeentelijke tarieven en belastingen;

    • f.

      in het kader van deze verordening;

    • g.

      ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

Artikel 3 Initiatief vanuit de raad (raadplegend referendum)

    • 1.

      Een voorstel vanuit de raad om een referendum te houden geschiedt door het indienen van een motie bij het concept-raadsbesluit waarvoor het referendum wordt gevraagd.

    • 2.

      Indien de raad de motie aanneemt, wordt niet gestemd over het concept-raadsbesluit en wordt de verdere behandeling ervan uitgesteld.

    • 3.

      Het presidium bereidt een raadsvoorstel voor met daarin in ieder geval een vraagstelling en een paragraaf over de wijze waarop de voorlichting van gemeentezijde inhoudelijk en financieel wordt vorm gegeven. Het voorstel legt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden.

    • 4.

      De raad neemt in de eerstvolgende vergadering of zo snel mogelijk daarna, een besluit over het in het derde lid genoemde voorstel.

    • 5.

      De stemming over het concept raadsbesluit, zoals dat luidt na verwerking van de aanvaarde amendementen, wordt aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij de raad besluit geen referendum te houden.

Artikel 4 Initiatief vanuit de bevolking (raadgevend referendum)

Vervallen

Artikel 5 Behandeling van een raadgevend referendum

Vervallen

Artikel 6. Vraagstelling referendum

Tenzij de raad anders besluit wordt bij een referendum aan de kiesgerechtigden de vraag voorgelegd of zij vóór of tegen het concept raadsbesluit zijn.

Artikel 7 Samenstelling referendumcommissie

  • 1.

    De raad stelt een onafhankelijke referendumcommissie in en benoemt en ontslaat haar leden.

  • 2.

    De referendumcommissie bestaat uit drie leden en kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3.

    De commissie wordt ondersteund door de griffier of een door de griffier aan te wijzen medewerker van de griffie.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 5.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende leden kunnen worden herbenoemd.

  • 6.

    De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij die aftreden of ontslag hebben genomen blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 8 Taken referendumcommissie

    • 1.

      Vervallen

    • 2.

      De commissie heeft tevens tot taak om de raad te adviseren over de evaluatie van gehouden referenda en van voorstellen en verzoeken die niet tot een referendum hebben geleid.

    • 3.

      De commissie adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen.

    • 4.

      De adviezen van de commissie zijn openbaar.

Artikel 9. Budget

    • 1.

      Nadat is besloten tot het houden van een referendum, brengt de raad op voorstel van het college een bedrag op de begroting voor voorlichting en organisatie.

    • 2.

      Vervallen

    • 3.

      Het college beslist op de aanvragen om subsidie in volgorde van ontvangst.

Artikel 10. Uitvoering

Het college is belast met de organisatie en uitvoering van het referendum.

Artikel 11. Procedure stemming

    • 1.

      De bepalingen van de Kieswet en het Kiesbesluit zijn op de gang van zaken bij het referendum van overeenkomstige toepassing.

    • 2.

      De raad kan van de in lid 1 bedoelde bepalingen afwijken indien het van belang is om per stemdistrict de zienswijze van de kiesgerechtigden te kunnen bepalen. Alsdan zal de raad bepalen dat slechts in het eigen stemdistrict kan worden gestemd en dat volmachten slechts kunnen worden verleend aan kiezers van het eigen stemdistrict.

Artikel 12. Geldigheid van de uitslag

    • 1.

      Het referendum is geldig, indien het aantal geldig uitgebrachte stemmen 30 procent of meer is van het aantal kiesgerechtigden.

    • 2.

      De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone meerderheid van het totale aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 13. Strafbepalingen

Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • c.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden;

  • d.

    bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen zijn stem;

  • e.

    stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Referendumverordening ‘s-Hertogenbosch 2014”.

Naar boven