Gemeenteblad van Maasgouw
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2017, 103332 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2017, 103332 | Verordeningen |
Financiële verordening gemeente Maasgouw 2017
De raad van de gemeente Maasgouw, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2017, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de navolgende “Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Maasgouw 2017”.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld per inwoner : bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen wordt verstaan het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Bij de behandeling van de Programmarapportages in de raad bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Kredietvoorstellen dienen zo nodig op hoofdonderdelen gespecificeerd te worden verstrekt.
Het college informeert de raad bij de eerst mogelijke gelegenheid, tussentijds (buiten de ProRap), als ze verwacht, dat de lasten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden bij bedragen groter dan € 50.000. De raad dan actief te informeren via een raadsinformatiebrief.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en dienstendie worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht wordt daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het zevende en achtste lid. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen in de omslagrente voor de kostprijsberekening als bedoeld in het zesde lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. De hoogte van het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de bij de begroting geraamde rentekosten als percentage van de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt op een half procent afgerond.
In afwijking van het eerste lid worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, heffingen en rechten. Verzorging gemeentelijke diensten van aanleg inritten en rioleringswerkzaamheden vinden plaats op offertebasis. Voor diensten en werkzaamheden ten behoeve van derden in het kader van het algemeen belang worden geen vergoedingen gevraagd.
Artikel 14. Financieringsfunctie
Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college waar mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 17. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op een overzicht van alsmede een stand van zaken met betrekking tot de geldende beheerplannen.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 20. Verbonden partijen
In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden partij op:
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 25. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening 13 december 2007 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Bijlage afschrijvingsbeleid bij artikel 8
Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa
De volgende immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven in:
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in:
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut
De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven in:
Hierna wordt artikelsgewijs ingegaan op de bepalingen van de nieuwe financiële verordening 2017. Daarbij wordt een toelichting gegeven als wordt afgeweken van de VNG-modelverordening en waar beleidskeuzes mogelijk zijn.
Artikel 2: Programma-indeling begroting
volgens modelverordening. De raad kan een wijziging van de programma-indeling vaststellen bij aanvang raadsperiode. Een wijziging kan plaatsvinden in relatie tot de missie en visie of op basis van het coalitieprogramma.
Artikel 3: Inrichting begroting en jaarstukken
Er is voor gekozen om na de programma’s de volgende overzichten te verstrekken:
In de modelverordening wordt van de overzichten Algemene dekkingsmiddelen en overhead (op taakveldniveau) een verdeling per programma voorgestaan. Voorheen was deze verdeling van overheadkosten per product in de begroting opgenomen. Het is echter de bedoeling om vanaf 2017 de overheadkosten op één afzonderlijk overzicht in totaliteit op te nemen en daar op te sturen. Vandaar dat wij op dit onderdeel afgeweken hebben van de VNG-modelbepaling
In onze huidige methodiek worden niet of gedeeltelijk bestede budgetten in het raadsvoorstel jaarrekening bij saldobestemming in een bestemmingsreserve opgenomen. Dit om in het volgende jaar de uitvoering alsnog te kunnen realiseren. Deze mogelijkheid wordt in deze verordening onder 3.4 geformaliseerd.
Er is vanaf gezien om een bepaald percentage van de totale lasten als post onvoorzien in de primitieve begroting te ramen. Toegevoegd is dat de ramingen van onderhoudsbudgetten worden gebaseerd op meerjarige onderhoudsplannen.
Artikel 5: autorisatie begroting en investeringskredieten
De modelverordening wordt gevolgd door autorisatie van budgetten per taakveld. Autorisatie op programma-niveau zou als alternatief ook kunnen maar dan dienen volgens de BBV de uitgaven en inkomsten per taakveld wel afzonderlijk in de begroting te worden opgenomen. Daarmee wordt ons inziens de begroting en de indeling daarvan onoverzichtelijk. In de bijlage is een voorbeeld opgenomen met autorisatie zoals in de programmabegroting 2017 opgenomen. Tevens het alternatief bij autorisatie op programmaniveau.
In het VNG-model is bij dit artikel een bepaling opgenomen om de raad te informeren bij dreigende overschrijdingen van budgetten of investeringen. Dit wordt door ons overbodig geacht omdat daartoe tijdig op geanticipeerd kan worden in tussentijdse rapportages en, in uitzonderlijke gevallen, middels een raadsinformatiebrief. Daarnaast is in lid 6 het college een bevoegdheid toegekend om een beroep te kunnen doen op de post onvoorziene uitgaven waarbij achteraf in een van de P&C-documenten aan de raad verantwoording wordt afgelegd.
Een bijzondere bepaling uit de huidige financiële verordening van Maasgouw is dat bij een aanbestedingsvoordeel binnen een projectkrediet het betreffende krediet wordt verlaagd. Formalisering volgt bij een reguliere begrotingswijziging in de P&C-cyclus. Deze bepaling is in voorliggende nieuwe verordening niet overgenomen. Tijdens de uitvoering van een project zijn er namelijk plussen én minnen. Het krediet is en blijft het kader. Na afronding van het project volgt uiteraard (financiële) verantwoording. Bij dreigende kredietoverschrijdingen wordt tijdig een begrotingswijziging voorgelegd.
Artikel 6: tussentijdse rapportage
Bepalingen volgens de modelverordening zijn overgenomen. Alleen benamingen zijn aangepast.
In de huidige Prorap’s wordt gerapporteerd over afwijkingen groter dan € 10.000. In de Kadernota, begroting en jaarrekening worden al afwijkingen boven € 25.000 nader toegelicht. Het grensbedrag voor rapportage van afwijkingen wordt bijgesteld naar € 25.000.
Informatieplicht (artikel modelverordening laten vervallen)
In de modelverordening staat: het college informeert boven een nader te bepalen bedrag de raad over aan- en verkoop van goederen, het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties. College stelt de raad daarbij in de gelegenheid om wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Dit artikel is niet overgenomen omdat reeds voldoende waarborgen daartoe in artikel 169 van de Gemeentewet zijn opgenomen.
Conform modelverordening om eventuele financiële gevolgen overschrijding EMU-saldo aan de raad te berichten.
Artikel 8: Waardering en afschrijving vaste activa
Afschrijvingstermijnen in bijlage overeenkomstig huidige systematiek van de gemeente Maasgouw.
Artikel 9: Voorziening voor oninbare vorderingen
Op zich zijn de bepalingen van artikel 9 niet noodzakelijk. De accountant controleert bij zijn controle van het getrouwe beeld van de jaarrekening sowieso de hoogte van deze voorziening. Om de huidige werkwijze tot uitdrukking te laten komen hebben wij de bepalingen uit de modelverordening overgenomen. Vorderingen worden bij de gemeente Maasgouw individueel beoordeeld. In de modelverordening is opgenomen dat een voorziening wordt getroffen op basis van het historisch percentage van oninbaarheid bij gemeentelijke aanslagen, heffingen en bijstandsverstrekkingen. Deze bepaling is in voorliggende concept-verordening achterwege gebleven.
Artikel 10: Reserves en voorzieningen
Volgens de modelverordening wordt geen rente toegerekend van reserves en voorzieningen aan taakvelden. Deze bepaling is overgenomen.
Verder is overgenomen dat de Nota van Reserves en Voorzieningen 1x per 4 jaar geactualiseerd wordt. Daarbij wordt met name ingegaan op de vorming van reserves en voorzieningen met betrekking tot budgetten die vóór 31 december van een begrotingsjaar niet of onvolledig zijn besteed.(dit in directe relatie met het bepaalde hieromtrent in artikel 3).
Artikel 11:Kostprijsberekening
De modelverordening geeft aan dat voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten, heffingen, werken en diensten een afzonderlijk stelsel van kostentoerekening wordt gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rentekosten activa betrokken. Bij rechten en heffingen wordt daarbij ook de compensabele BTW doorberekend.
Met name voor de afvalstoffen- en rioolheffingen worden in dit artikel de kostengrondslagen bepaald. In de raad van 16 februari 2017 zijn de jaarlijkse uitgaven van het nieuwe GRP geaccordeerd. Daarbij is toegezegd dat de dekking van deze GRP-kosten aan de orde komt bij de behandeling van nu voorliggende bepalingen in de financiële verordening. In deze verordening worden de grondslagen bepaald. De financiële vertaling volgt dan bij de behandeling van de programmabegroting en de uiteindelijke vaststelling van de hoogte van de heffingen in de december-vergadering. Voorgesteld wordt de volgende kostensoorten tot de kostprijs van rechten, heffingen etc. te rekenen:
Het is aan de raad te bepalen of bovenstaande kostensoorten tot de grondslagen behoren van de kostprijsberekening van rechten, heffingen etc. Alle genoemde kosten volgens de modelverordening worden door de gemeente Maasgouw tot en met 2017 in de berekeningen meegenomen.
Met uitzondering van de gederfde inkomsten kwijtscheldingsbeleid waarover in het verleden vaker discussie in de raad van Maasgouw gevoerd is en waarbij uiteindelijk besloten is deze doorberekening achterwege te laten. Gelet op eerdere discussie in de raad en politieke besluitvorming is afgezien van overname van deze modelbepaling.
Bij de directe kosten van salarissen is de inhuur personeel bij vervanging eigen personeel niet meegenomen in de grondslag omdat de verdeling daarvan administratief lastig is.
De verdeelsleutel van de overheadkosten vindt plaats volgens het evenredig aandeel van de salariskosten voor betreffende dienstverlening in de totale salariskosten van de gemeente (artikel 10, lid 5). Een alternatieve verdeelsleutel van de overheadkosten is waarbij de totale uitgaven van de begroting de basis daartoe vormen. Dit zou echter een onevenredige hoge doorbelasting aan de rioolheffingen betekenen omdat de kapitaallasten van rioleringen relatief een hoge kostenpost vormen.
Over de doorberekening van rentekosten van geactiveerde investeringen van met name rioleringen bij de kostprijsberekening van de rioolheffingen, is in 2016 landelijk veel discussie geweest. In de gemeentebegroting 2017 van Maasgouw kwam de renteberekening uit op 0% omdat:
Om met een aparte berekening een redelijke kostprijsberekening voor rechten, heffingen etc. te bepalen ten aanzien van de hoogte van het te hanteren rentepercentage zijn in de modelverordening in artikel 10 (vanaf lid 7) bepalingen daartoe opgenomen. Daarbij is het toegestaan wel rente over eigen vermogen mee te rekenen en een minimaal rentepercentage van 3% te hanteren. Voorgesteld wordt de modelverordening daarin te volgen.
Dit betekent dat aanpassing van de huidige interne rekenrente van 4 naar 3% een positief budgettaire gevolg heeft voor de kosten rioolheffingen en anderzijds een negatief budgettair gevolg heeft voor de gemeentelijke exploitatie. In het raadsvoorstel van 16 februari 2017 tot vaststelling van het nieuwe GRP is hiermee reeds rekening gehouden.
Artikel 12: Prijzen economische activiteiten
Conform modelverordening. Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht.
Verder gaat dit artikel in op bepalingen van het verstrekken van leningen en garanties en motivering van wat onder publiek belang wordt verstaan.
Artikel 13: Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet daartoe jaarlijks een voorstel in de december-vergadering.
Afgezien is van de overname van de modelbepaling om periodiek een Nota met kaders voor de bepalingen van de prijzen voor de levering van gemeentelijke goederen, werken en diensten aan de raad ter vaststelling aan te bieden.
Voorgesteld wordt de huidige “Verordening voor diensten en werkzaamheden ten behoeve van derden” in te trekken. Verder in de financiële verordening op te nemen dat de aanleg van inritten en riolerings-werkzaamheden op offertebasis door de gemeente gedaan kan worden.
Voor andere diensten en werkzaamheden ten behoeve van derden worden geen vergoedingen gevraagd omdat deze dienstverlening wordt gezien als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25h lid 5 Mededingingswet.
Artikel 14: Financieringsfunctie
Het model wordt aangevuld met bepalingen omtrent het verstrekken van garanties e.d. uit hoofde van de publieke taak omdat dit gewenst wordt geacht. Mede in relatie tot het niet overnemen van het modelartikel ten aanzien van informatieplicht (zie tekst vóór artikel 7).
Modelbepalingen aangevuld met opname informatie in de paragraaf Lokale heffingen van:
Te bepalen minimale informatie welke in de paragraaf Financiering dient te worden verstrekt:
Artikel 17 Weerstandsvermogen & risicobeheersing
Naast de modelbepalingen in deze paragraaf de volgende informatie op te nemen:
Op basis van de door de raad vastgestelde beleidsnota Risicomanagement & Weerstandsvermogen rapportage van risico’s, berekening van de incidentele en structurele weerstandscapaciteit en het onderscheiden van een incidentele en structurele weerstandsratio en vermelding van de belangrijkste risico’s met incidentele en/of structurele financiële impact
Artikel 18 Onderhoud kapitaalgoederen
Modelbepaling aangevuld met: te verstrekken overzicht van de geldende beheerplannen.
Met deze aanvulling in lid 1 van dit artikel kunnen de overige modelbepalingen in dit artikel komen te vervallen.
Conform modelverordening. Afgezien is van de facultatieve bepaling om in deze paragraaf op te nemen de budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant.
Tevens opgenomen de huidige vraagstellingen per verbonden partij zoals in Programmabegroting 2017 gehanteerd.
Het opstellen van een Nota verbonden partijen is niet opgenomen omdat er geen behoefte is aan aanvullende kaderstelling. In de paragraaf Verbonden partijen van de P&C-cyclus is dit per verbonden partij voldoende geborgd.
Zover al niet plaatsvindt, is voor deze paragraaf vereist om in te gaan op de verwerving van gronden en de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.
Verder wordt vastgelegd om eens in de vier jaar een nota Grondbeleid aan de raad ter vaststelling aan te bieden.
Artikel 23 Financiële organisatie
Conform modelverordening. Alleen punt h inzake steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen aanvullen met” binnen de door de raad gestelde kaders”.
Artikel 25 en 26 Intrekking oude verordening, overgangsrecht en inwerkingtreding
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-103332.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.