Wijzigingsbesluit beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015, (premie arbeidsinschakeling, vervoersvoorziening en werkplekaanpassingen)

 

 

Gelet op artikel 12, derde lid, en artikel 17, tweede lid van de Re-integratieverordening Participatiewet Zaanstad 2015

 

Het college van de gemeente Zaanstad,

 

BESLUIT

 

vast te stellen het " Wijzigingsbesluit beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015, (premie arbeidsinschakeling, vervoersvoorziening en werkplekaanpassingen)

Artikel I

De beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015, gepubliceerd in Gemeenteblad nr. 2016 424338, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-42438: inwerking getreden op 1 januari 2016 op Overheid.nl, worden als volgt gewijzigd:

 

A

Na artikel 9.2.1 wordt een nieuw artikel toegevoegd dat gaat luiden:

Artikel 9.2.2 Premie arbeidsinschakeling

  • 1.

    Het college kan een of maximaal twee maal per kalenderjaar een premie toekennen aan iemand van de doelgroep die via de voorziening Flexwerken parttime of tijdelijk werk aanvaardt, voor zover dit naar het oordeel van het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De werkwijze voor de premie is als volgt:

    • a.

      Het bedrag van de premie is € 1,50 per gewerkt uur. Dit wordt uitbetaald bovenop de uitkering;

    • b.

      bij een flexopdracht van meer dan 24 uur per week is de werktermijn maximaal drie maanden;

    • c.

      bij een flexopdracht van minder dan 24 uur per week is de werktermijn maximaal zes maanden;

    • d.

      de hoogte van de premie wordt aan het eind van een flexwerkperiode vastgesteld en bedraagt ten hoogste het bedrag bedoeld in artikel 31, tweede lid, onder j, van de Participatiewet.

B

Na artikel 9.2.4. wordt een nieuw artikel toegevoegd dat gaat luiden:

Artikel 9.2.5 Vervoersvoorziening

Bij de gemeente kan een vervoersvoorziening worden aangevraagd als de werkzoekende/werknemer met arbeidsbeperking een baan vindt en aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    door zijn/haar beperking kan hij/zij niet zelfstandig reizen en/of niet zelfstandig gebruik maken van het openbaar vervoer

  • 2.

    het geldt alleen voor woon/werk verkeer;

  • 3.

    de persoon is woonachtig binnen de gemeente Zaanstad;

  • 4.

    de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e, van de Participatiewet en/of heeft een structurele functionele beperking als gevolg van een ziekte of handicap/gebrek;

  • 5.

    er sprake is van een dienstverband/arbeidsovereenkomst voor de duur van ten minste 6 maanden en voor minimaal 12 uur per week. Een vervoersvoorziening kan ook worden toegekend gedurende de proefplaatsing (fase voorafgaand aan arbeidsovereenkomst);

  • 6.

    er geldt een reizigerstarief voor de algemeen gebruikelijke kosten voor aanvullend openbaar woonwerkvervoer. Hiervoor wordt het tarief dat de WMO jaarlijks voor vervoersvoorzieningen vaststelt in het “Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad”, gebruikt. Dit betreft een basis-instaptarief ( € 0,60 voor 2016), en een tarief per kilometer (€ 0,15 voor 2016). Deze tarieven zijn onafhankelijk van het inkomen;

  • 7.

    er geldt een inkomensafhankelijke bijdrage voor persoonlijke voorzieningen. Dit betreft bijvoorbeeld aanpassingen aan eigen auto, bijv. aangepaste stoel of hand-gas i.p.v. voet-gas bediening, een aangepaste auto, een aanpaste fiets bijvoorbeeld een driewielfiets en een scootmobiel. In het WMO “Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2016” is dit wettelijke onderdeel uitgewerkt. Daarnaast is wettelijk bepaald dat een rolstoel van deze inkomensafhankelijke bijdrage is uitgesloten.

  • 8.

    betrokkene is verplicht om eventuele wijzigingen die van invloed zijn op de voorziening aan de gemeente door te geven. Dit kan leiden tot een heroverweging op bijv. het type vervoersvoorziening en de hoogte van de verstrekking.

  • 9.

    de persoon kan geen aanspraak maken op een voorliggende voorziening, bijvoorbeeld vervoersvoorziening via WMO of UWV of via een zorgverzekeraar; en

  • 10.

    de gemeente biedt de meest adequate en goedkoopste oplossing, kwalitatief verantwoord. De kosten van de vervoersvoorziening dienen proportioneel te zijn, dat wil zeggen dat de investering in de vervoersvoorziening moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere betrokken:

    • a.

      de kosten van de vervoersvoorziening;

    • b.

      de duur van de arbeidsovereenkomst in termen van looptijd (aantal maanden/jaren/bepaalde tijd/onbepaalde tijd);

    • c.

      de omvang van de arbeidsovereenkomst in termen van het aantal uren dat de persoon gaat werken; en

    • d.

      de opbrengsten in termen van besparing op de uitkeringslasten en eventuele andere lasten (bijvoorbeeld in het kader van de WMO) in relatie tot de kosten van de vervoersvoorziening;

    • e.

      bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt tegelijkertijd met de loonwaarde ook de noodzakelijkheid en proportionaliteit van de vervoersvoorziening getoetst.

C

na artikel 9.2.5. wordt een nieuw artikel toegevoegd dat gaat luiden:

Artikel 9.2.6 Werkplekaanpassingen

Bij de gemeente kan een aanpassing van de werkplek worden aangevraagd als de werkzoekende/werknemer met arbeidsbeperking een baan vindt en als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

Bij de aanvraag dient voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    de werkplekaanpassing is noodzakelijk om de werkzoekende/werknemer zijn/haar werk te kunnen laten uitvoeren;

  • 2.

    de persoon is woonachtig binnen de gemeente Zaanstad;

  • 3.

    de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6,eerste lid, ondere, van de Participatiewet en/of heeft een structurele functionele beperking als gevolg van een ziekte of handicap/gebrek;

  • 4.

    er sprake is van een dienstverband/arbeidsovereenkomst voor de duur van ten minste 6 maanden en voor minimaal 12 uur per week. Het toekennen van een werkplekaanpassing gedurende de proefplaatsing behoort tot de mogelijkheden op voorwaarde dat er zekerheid is dat na de proefplaatsing een arbeidsovereenkomst volgt;

  • 5.

    er is geen sprake van een voorliggende voorziening, bijvoorbeeld een bouwbesluit waaruit blijkt dat de desbetreffende werkgever zelf verantwoordelijk is voor de werkplekaanpassing;

  • 6.

    algemeen gebruikelijke werkplekaanpassingen die tot de standaarduitrusting van de werkgever behoren worden ook niet vergoed. Hiervan is sprake indien van de werkgever, op basis van wat gangbaar is in het bedrijfsleven, verwacht mag worden dat hij de investering zelf doet; en

  • 7.

    de gemeente biedt de meest adequate en goedkoopste oplossing, kwalitatief verantwoord. De kosten van de werkplekaanpassing dienen proportioneel zijn, dat wil zeggen dat de investering in de werkplekaanpassing moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere betrokken:

    • a.

      de kosten van de werkplekaanpassing;

    • b.

      de duur van de arbeidsovereenkomst in termen van looptijd (aantal maanden/jaren/bepaalde tijd/onbepaalde tijd);

    • c.

      de omvang van de arbeidsovereenkomst in termen van het aantal uren dat de persoon gaat werken; en

    • d.

      de opbrengsten in termen van besparing op de uitkeringslasten en eventuele andere lasten (bijvoorbeeld in het kader van de WMO) in relatie tot de kosten van de werkplekaanpassing.

De werkplekaanpassing wordt in principe in bruikleen beschikbaar gesteld aan de werkgever. In specifieke gevallen kan besloten worden de werkplekaanpassing in eigendom te verstrekken.

 

Artikel II Publicatie en inwerkingtreding

Na publicatie in het gemeenteblad treedt dit wijzigingsbesluit met terugwerkende kracht tot en met 1 april 2016 in werking en wordt opgenomen in de “Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015”.

 

Artikel III Citeertitel

Dit wijzigingsbesluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015,(premie arbeidsinschakeling, vervoersvoorziening en werkplekaanpassingen)

 

D . De toelichting op artikel 9.2.2. komt te luiden aldus:

Toelichting

Algemeen

Met de inzet van deze premie bij flexwerken (tijdelijk/ fulltime of parttime flexibele klussen doen met behoud van uitkering) wordt aan de flexwerkers dezelfde financiële stimulans geboden als aan degenen die regulier parttime werk gaan doen. Bij regulier parttime werk is er de wettelijke vrijlating van inkomsten voor een periode van zes maanden.

 

Eerste lid

Het college levert maatwerk bij het bepalen welke re-integratie-voorziening voor een kandidaat nodig is. De voorziening is het resultaat van een zorgvuldige, op de persoon toegesneden, afweging. In het kader van Flexwerken is het resultaat van de afweging of de inzet van Flexwerken met een premie een noodzakelijke voorziening is i.v.m. de kansen op de arbeidsmarkt. Van belang is de koppeling met de bevordering van de arbeidsmarktpositie van de kandidaat.

 

Bij deze afweging zijn de volgende aspecten van belang: de mogelijkheden, werkervaring (in kansrijke sectoren), opleiding (gericht op kansrijke sectoren), gezinssituatie, werkloosheidsduur. Deze opsomming is niet limitatief. De aspecten leiden in onderling verband tot een oordeel over de voorziening c.q. het traject voor de kandidaat.

 

Tweede lid

Flexwerken biedt in de huidige en toekomstige arbeidsmarkt, mogelijkheden voor werkzoekenden uit het bestand om werkervaring, ritme e.d. op te doen. Deze groep heeft een achterstand t.o.v. andere werkzoekenden dus werkervaring opdoen met behoud van uitkering is een instrument met als doel dat de kandidaat zijn CV verrijkt. Om verdringing te voorkomen stellen we de regels in het tweede lid.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Zaanstad op 26 april 2016

 

mr. G.H. Faber, burgemeester

Ir. J.C. van Ginkel, MCM, gemeentesecretaris

Naar boven