Wijziging Beleidsregels taaleis Participatiewet 2016

De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen,

 

gelezen het voorstel van afdeling C&O, cluster W&I, van 16 juni 2016,

 

gelet op het artikel 1.3, tweede lid van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 en artikel 3 van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2016, artikel 18b Participatiewet en het Besluit taaltoets Participatiewet;

besluit vast te stellen:

 

Wijziging van de Beleidsregels taaleis Participatiewet 2016

Artikel I

De Beleidsregels taaleis Participatiewet 2016 worden als volgt gewijzigd:

 

Artikel 3, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.
    • a.

      Er wordt afgezien van het afnemen van een taaltoets bij een belanghebbende bij wie het redelijke vermoeden bestaat dat hij de Nederlandse taal onvoldoende beheerst maar tegelijk wordt vastgesteld dat de belanghebbende redelijkerwijs niet in staat is om een taaltoets af te leggen en te werken aan het verwerven van vaardigheden in de Nederlandse taal vanwege zijn eigen beperkingen.

    • b.

      Er wordt afgezien van het afnemen van een taaltoets bij een belanghebbende met inburgeringsplicht volgens de Wet inburgering bij wie het redelijke vermoeden bestaat dat hij – vanwege recent verblijf in Nederland – de Nederlandse taal niet beheerst maar tegelijkertijd wordt vastgesteld dat de belanghebbende wel in staat is om te werken aan het verwerven van vaardigheden in de Nederlandse taal.

      Het betreft de belanghebbende met inburgeringsplicht die vanaf 1 januari 2016 een uitkering aanvraagt op grond van de Participatiewet.

Artikel II

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

 

Aldus vastgesteld op 5 juli 2016.

Namens het college van burgemeester en wethouders,

Drs. ing. V.J.M. Roozen

Concerndirecteur Werk en Inkomen

Toelichting

 

Toelichting artikel 3, derde lid, onder b:

Op basis van artikel 18b, lid 1 Participatiewet, wordt bij inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigden – die zich recent uit het buitenland in Nederland hebben gevestigd en bij wie derhalve redelijkerwijs kan worden vastgesteld dat zij geen Nederlands spreken – geen taaltoets afgenomen. Aan belanghebbende wordt een beschikking ‘redelijk vermoeden niet beheersen Nederlandse taal’ verstrekt. De plicht uit de Wet taaleis om zich in te spannen de beheersing van de Nederlandse taal te verbeteren blijft onverkort van kracht.

Dit gemeenteblad 2016, nummer 124, is uitgegeven op 7 juli 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven