De raad van de Gemeente Opsterland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juni 2016,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Subsidieverordening Innovatie Sociaal Domein Opsterland 2016

De raad van de gemeente Opsterland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 juni 2016 inzake de Subsidieverordening Innovatie Sociaal Domein Opsterland 2016;

gelet op de Algemene subsidieverordening Opsterland 2012;

overwegende dat met ingang van 1 januari 2015 de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet in werking zijn getreden en dat de gemeente verantwoordelijk is geworden voor een belangrijk deel van de ondersteuning van burgers die onvoldoende zelfredzaam zijn en onvoldoende in staat zijn tot participatie in de samenleving;

overwegende dat op 17 november 2014 het Beleidsplan Drie Decentralisaties 2015-2018 Gemeente Opsterland is vastgesteld, waarin de gemeente haar ambitie en de centrale uitgangspunten heeft benoemd voor het beleid in het sociaal domein;

overwegende dat de gemeente in het Beleidsplan Drie Decentralisaties heeft verwoord dat zij de

Subsidieverordening vrijwilligersactiviteiten Opsterland 2012 wil gaan vervangen door een bredere subsidieverordening sociaal domein, waarin meer ruimte is voor het verstrekken van subsidies voor activiteiten en projecten die gericht zijn op innovatie in het sociaal domein;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Subsidieverordening Innovatie Sociaal Domein Opsterland 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:

• a. ASV: Algemene subsidieverordening Opsterland 2012, inhoudende algemene regels omtrent de verstrekking van gemeentelijke subsidies;

• b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland;

• c. innovatie: de vernieuwing van het stelsel van ondersteunende voorzieningen binnen het sociaal domein;.

• d. Inwoner: ingeschreven op een adres in de gemeente Opsterland.

• e. jeugdhulp:

  • ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie gerelateerde problemen;

  • het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en;

  • het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt;

  • met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht;

• a. maatschappelijke ondersteuning:

  • bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld;

  • ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving;

  • bieden van beschermd wonen en opvang;

• a. mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;

• b. participatie: deelnemen aan het maatschappelijke verkeer;

• c. preventie: op preventie gerichte ondersteuning van inwoners met (een risico op) problemen op het gebied van de zelfredzaamheid en/of participatie in de samenleving;

• d. raad: de gemeenteraad van de gemeente Opsterland;

• e. sociaal domein: de beleidsterreinen werk en inkomen, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp, voor zover de uitvoering daarvan berust bij de gemeente op grond van de Participatiewet, De Wet maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Jeugdwet;

• f. transformatie: het proces dat is gericht op het realiseren van de beoogde inhoudelijke effecten van de stelselwijziging in het sociaal domein, namelijk snellere, betere en goedkopere integrale ondersteuning, die aansluit op wat mensen zelf kunnen;

• g. zelfredzaamheid: in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden.

Artikel 2 Toepassingsbereik

• 1. Het bepaalde in deze subsidieverordening is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

• 2. Op deze verordening zijn de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Opsterland 2012 van toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

Artikel 3 Activiteiten

Een eenmalige subsidie kan worden verleend voor activiteiten en projecten die gericht zijn op innovatie in het sociaal domein, onder andere door inzet van andere ondersteuningsproducten, diensten, werkwijzen of methodieken. Deze producten, diensten, werkwijzen of methodieken zijn gericht op het voorkomen of beperken van het beroep op dure, specialistische vormen van ondersteuning en/of op het stimuleren en faciliteren van preventie, informele hulp door vrijwilligers en mantelzorgers en van goedkopere, meer generalistische vormen van ondersteuning aan inwoners met (een risico op) problemen op het gebied van zelfredzaamheid en/of participatie. Er wordt ingezet op de transformatie binnen het sociaal domein.

Artikel 4 Doelgroep

• 1. Subsidie kan worden verleend aan:

  • a. een inwoner, dan wel een groep inwoners van de gemeente Opsterland;

  • b. een organisatie die de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitvoert ten gunste van inwoners van de gemeente Opsterland;

  • c. een samenwerkingsverband van de onder a en b genoemde doelgroepen.

• 1. Indien sprake is van een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, onder c:

  • a. treedt één van de deelnemers op als penvoerder;

  • b. draagt de penvoerder zorg voor de aanvraag, de overige correspondentie en de verantwoording aan de subsidieverstrekker;

  • c. draagt de activiteit of activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

Per project/aanvraag kan maximaal € 10.000,-- subsidie worden verleend.

Artikel 6 Subsidieplafond

• 1. De raad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor de uitvoering van deze subsidieverordening.

• 2. Honorering van aanvragen die op grond van artikel 3 in aanmerking komen voor subsidie en die niet op grond van artikel 9 worden geweigerd, geschiedt door het college in volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen voor subsidie.

• 3. Ten behoeve van een evenwichtige verdeling van de subsidies over het jaar, kan het college het jaarlijkse budget gelijkmatig verdelen over maximaal vier tijdvakken.

• 4. Een aanvraag kan alleen worden gehonoreerd indien en voor zover daarmee het subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 7 Subsidieaanvraag

• 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college;

• 2. De aanvraag dient het volgende te bevatten:

  • a. een beschrijving van de activiteiten;

  • b. de doelen en resultaten die worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

  • c. vermelding van eventuele samenwerkingspartners, inclusief een beschrijving van de inhoudelijke en/of financiële inbreng per partner;

  • d. een begroting van de kosten van de activiteiten, inclusief bijdragen van derden, eigen investering en het aangevraagde subsidiebedrag;

  • e. de projectduur (maximaal 2 jaar), met start- en einddatum;

  • f. de projectplanning;

  • g. de inzet van mensen en middelen;

  • h. de wijze waarop de nagestreefde doelen en resultaten worden geborgd na afloop van de periode waarvoor subsidie is verstrekt;

  • i. de wijze waarop de opgedane kennis en ervaring wordt gedeeld met andere partijen in de gemeente Opsterland.

Artikel 8 Aanvraag- en beslistermijn

• 1. Een aanvraag voor een subsidie wordt ingediend uiterlijk 8 weken vóór het plaatsvinden van de activiteit en/of de aanvangsdatum van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

• 2. Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Het college kan een subsidieverlening weigeren als:

• a) de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar inwoners of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar inwoners;

• b) de subsidieaanvrager niet in de gemeente Opsterland woont of gevestigd is of de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet in de gemeente Opsterland worden uitgevoerd;

• c) de aanvraag niet is ingediend binnen de aanvraagtermijn;

• d) de aanvraag binnen de aanvraagtermijn onvolledig is ingediend en niet binnen 2 weken na melding door de gemeente bij de aanvrager volledig is aangevuld;

• e) de aanvraag niet aansluit bij de ambitie, de beleidsuitgangspunten, de doelen en/of de geplande activiteiten in het sociaal domein, zoals verwoord in het Beleidsplan en het Uitvoeringsprogramma Drie Decentralisaties 2015-2018 Gemeente Opsterland;

• f) de aanvraag is gericht op persoonlijk of bedrijfsmatig winstbejag;

• g) de activiteiten bestaan uit het verstrekken van geld of goederen;

• h) er geen evenwichtige verhouding is tussen de verwachte resultaten en de gevraagde subsidie;

• i) de aanvraag activiteiten of een project betreft waarvoor de gemeente al in de kosten heeft bijgedragen;

• j) er al gelijksoortige activiteiten zijn in de wijk/het dorp waar de aanvrager zich op richt;

• k) de aanvraag een ondersteuningsaanbod betreft waarover geen afstemming heeft plaatsgevonden met (andere) betrokken professionals en/of informele ondersteuners.

Artikel 10 Verantwoording en vaststelling van de

subsidie

• 1. Binnen 8 weken nadat het project is afgerond, dient de aanvraag tot vaststelling van de subsidie te worden ingediend bij het college.

• 2. Een aanvraag tot vaststelling dient het volgende te bevatten:

  • a. een inhoudelijk verslag, inclusief een beschrijving van de beoogde en gerealiseerde resultaten van de gesubsidieerde activiteiten en de wijze waarop de nagestreefde doelen en resultaten zijn geborgd voor de toekomst;

  • b. een financieel verslag.

• 3. Het college stelt binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

Artikel 11 Betaling en terugvordering

• 1. Betaling van het volledige subsidiebedrag vindt plaats in de vorm van een voorschot, binnen 8 weken na verzenddatum van het subsidieverleningsbesluit.

• 2. Indien een subsidieontvanger meer aan voorschot heeft ontvangen dan de vastgestelde subsidie bedraagt, is de subsidieontvanger verplicht het te veel ontvangen bedrag binnen een termijn van 8 weken terug te betalen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2016.

• 2. Met in werking treden van deze verordening wordt de Subsidieverordening vrijwilligersactiviteiten Opsterland 2012 ingetrokken.

• 3. Deze verordening wordt aangehaald als: “Subsidieverordening Innovatie Sociaal Domein Opsterland 2016”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 juli 2016.

De Griffier, De Voorzitter,

Ieke Zwart Ellen van Selm