Wijziging van de CAR/UWO Garantiebanen

 

 

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten;

 

Overwegende dat in de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten is opgenomen dat de gemeenten Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden de uitvoering van personeelsbeleid hebben overgedragen en dat de vaststelling/wijziging van de CAR/UWO als zodanig kan worden gezien;

 

Overwegende dat op het personeel van het openbaar lichaam de CAR/UWO van toepassing is;

 

Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) van 7 september 2015 (ECWGO/U201501380) betreffende CAR-UWO wijzigingen i.v.m. wijzigingen arbeidsvoorwaarden garantiebanen;

 

De VNG heeft samen met de andere overheidswerkgevers en de minister van BZK afgesproken dat elk jaar extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking gecreëerd zullen worden. Volgens deze banenafspraak zullen er bij de gemeenten in 2023 in totaal 5250 extra banen zijn. Het College van Arbeidszaken en de commissie Werk & Inkomen van de VNG hebben de gemeentelijke werkgevers opgeroepen om nog in 2015 samen 630 banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking.

 

In de LOGA-brief van 7 september 2015 (ECWGO/U201501380) worden de afspraken vermeld die in het LOGA gemaakt zijn over de rechtspositie van gemeenteambtenaren die een aanstelling krijgen op grond van de banenafspraak voor arbeidsbeperkten.

 

Normaliter is het zo dat als een gemeente iemand een aanstelling geeft, die medewerker onder de CAR-UWO valt. Dat betekent dat deze medewerker een functieprofiel, een functiewaardering en een functieschaal krijgt. Echter, niet alle medewerkers met een arbeidsbeperking hebben de bij hun functieschaal behorende verdiencapaciteit of loonwaarde. In het LOGA is afgesproken dat het salaris van deze medewerkers hierop wordt aangepast. Deze aanpassing betreft:

  • a.

    Wajongers met arbeidsvermogen,

  • b.

    Mensen die onder de Participatiewet vallen en die door beperkingen niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen.

     

De specifieke bepalingen zijn opgenomen in artikel 1:2c van de CAR-UWO.

 

Gelet op het feit dat in het LOGA volledige overeenstemming is en de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de hiervoor genoemde circulaire van het LOGA daaruit voortvloeien;

 

besluit:

 

de CAR/UWO van de gemeenten Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden alsmede van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten te wijzigen overeenkomstig de bij dit besluit horende bijlage en te bepalen dat deze wijzigingen in werking treden op 1 januari 2016 en terug werken tot en met 1 september 2015.

 

Aldus besloten op 15 december 2015

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

 

drs. E.L.C.M. Mol, namens directie

mr. A.H.J.M. Swachten, voorzitter bestuur

 

Bijlage 1 Wijzigingen in gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling als gevolg van de circulaire van 7 september 2015 (ECWGO/ U201501380) per 1 september 2015.

 

A.Met ingang van 1 september 2015 wordt artikel 1:2c toegevoegd. Dit artikel komt als volgt te luiden:

 

Aanstellingen op grond van de banenafspraak

 

Artikel 1:2c
  • 1.

    In afwijking van artikel 3:1, tweede lid, onderdeel b kan het college salarisschaal A in bijlage IIa vaststellen voor de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij onder de Participatiewet valt en door beperkingen niet het wettelijk minimumloon kan verdienen.

  • 2.

    In afwijking van artikel 3:1, tweede lid, onderdeel b kan het college vaststellen dat de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij Wajonger is met arbeidsvermogen en voor wie een loonwaarde van minder dan 100% is vastgesteld, recht heeft op een door zijn loonwaarde bepaald percentage van het salaris. Is het door het loonwaarde bepaalde percentage van het salaris lager dan het wettelijk minumumloon, dan is het salaris van de ambtenaar gelijk aan het wettelijk minimumloon.

  • 3.

    Voor de in het eerste lid genoemde ambtenaar geldt niet het in artikel 3:6, eerste lid genoemde minimumbedrag voor de eindejaarsuitkering.

  • 4.

    Voor de in het eerste lid genoemde ambtenaar geldt niet het in de toelichting op artikel 6:3, tweede lid, genoemde minimumbedrag voor de vakantietoelage.

  • 5.

    Voor de in het eerste lid genoemde ambtenaar geldt niet het in artikel 6a:7, eerste lid genoemde minimumbedrag voor de levensloopbijdrage.

  • 6.

    Voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar geldt als minimumbedrag voor de eindejaarsuitkering het in artikel 3:6, eerste lid genoemde minimumbedrag naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor.

  • 7.

    Voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar geldt als minimumbedrag voor de vakantietoelage het in de toelichting op artikel 6:3, tweede lid genoemde minimumbedrag naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor.

  • 8.

    Voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar geldt als minimumbedrag voor de levensloopbijdrage het in artikel 6a:7 eerste lid genoemde minimumbedrag naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor.

  • 9.

    Indien het college voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar loondispensatie op grond van de Wajong ontvangt, past het college deze loondispensatie toe op het salaris en de daarop gebaseerde toelagen en vergoedingen.

     

Toelichting op artikel 1:2c

Gemeenten kunnen ambtenaren aanstellen vanwege de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Onder deze wet vallen: (1) Mensen met een WSW-indicatie; (2) Wajongers met arbeidsvermogen; (3) mensen met een WIW-baan of ID-baan; (4) mensen die onder de Participatiewet vallen en die door beperkingen niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Om de instroom van deze doelgroepen te bevorderen, maakt de CAR-UWO het mogelijk om het salaris af te stemmen op de verdiencapaciteit of de loonwaarde. Deze mogelijkheid is beperkt tot de ambtenaren die onder de wettelijke omschrijving vallen van de doelgroepen (4) mensen die onder de Participatiewet vallen, en (2) Wajongers met arbeidsvermogen.

  • 1.

    De omschrijving van deze doelgroep staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 38b lid 1 sub a. In salarisschaal A is het salaris bij periodiek 0 het wettelijk minimumloon en is het salaris bij periodiek 11 120% van het wettelijk minimumloon. De bedragen in schaal A worden, in plaats van op de salarisontwikkeling in de Cao Gemeenten, geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari bijgesteld. De actuele schaalbedragen worden na goedkeuring door het LOGA gepubliceerd op www.car-uwo.nl.

     

A. Met ingang van 1 september 2015 wordt aan bijlage IIa het volgende toegevoegd:

Voor de ambtenaar die valt onder de definitie van artikel 1:2c, eerste lid geldt een aparte schaal: schaal A. Het bedrag van de periodiek 0 is gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het bedrag van de periodiek 11 is gelijk aan 120% van het wettelijk minimumloon. De salarisbedragen voor schaal A worden geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari vastgesteld door het LOGA en gepubliceerd op www.car-uwo.nl.

Naar boven