Zevende wijziging van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregeling Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders van Barneveld;

besluit:

de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen Barneveld als volgt te wijzigen:

Artikel I

• A. Na artikel 2 wordt een artikel 2a ingevoegd, dat luidt als volgt:

  Artikel 2a Doelgroep

  • 1. Tot de doelgroep die in aanmerking kan komen voor bijzondere bijstand en bijstand als bedoeld in deze beleidsregels behoort een belanghebbende waarvan het in aanmerking te nemen inkomen lager is dan 110 procent van de in de artikelen 20, 21 en 22 van de Participatiewet vastgestelde bijstandsnormen;

  • 2. Tot de doelgroep behoren eveneens zelfstandigen, zoals omschreven in artikel 1 onderdeel b van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

• B. Aan artikel 15a wordt een negende lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

  • 9. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid komen belanghebbenden van wie het inkomen de grens als bedoeld in artikel 2a overschrijdt en van wie de schulden door de gemeente Barneveld zijn geregeld in een minnelijk schuldhulpverleningstraject of in een wettelijk traject op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke personen, uitsluitend gedurende dit traject, voor vergoeding van de kosten zoals genoemd in hoofdstuk 4 en 4a van deze regeling in aanmerking.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2016

Aldus vastgesteld op 7 juli 2016 collegevergadering ,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

drs. D. Bakhuizen

Secretaris

dr. J.W.A. van Dijk,

Burgemeester

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I

A

Omdat er verwezen werd naar een bepaling die met de inwerkingtreding van de Participatiewet was vervallen is met de laatste wijziging van de beleidsregels ook dit artikel vervallen. Inmiddels is gebleken dat er onduidelijkheid ontstaat over wie er precies onder de doelgroep vallen. Daarom wordt het artikel weer in ere hersteld – zonder verwijzing. In de praktijk is de norm, zoals genoemd in dit artikel, standaard gehanteerd.

B

Bij de invoering van de Wet op de gemeentelijke schuldhulpverlening is in het beleidsplan vastgesteld dat kinderen van ouders die in een schuldhulpverleningstraject zitten ook een beroep kunnen doen op vergoeding van de kosten van maatschappelijke participatie van kinderen. Dat ligt niet meer vast in verordening dan wel beleidsregels.

Daarom wordt voor de duidelijkheid deze bepaling aan de beleidsregels toegevoegd.