Verordening kwaliteit vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingsrecht

 

Vast te stellen de voorliggende Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht.

De wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving is op 14 april in werking getreden. Het doel van deze wet is een veilige en gezonde leefomgeving, door het bevorderen van de kwaliteit en samenwerking bij de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht. De gemeenteraad moet een Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht vaststellen. 

 

Aan de raad van de gemeente Werkendam

1. Inleiding

Op 8 december 2015 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) aangenomen en de wet is 14 april in werking getreden. De VTH-wet houdt een wijziging in van hoofdstuk 5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Met deze VTH-wet is de wettelijke basis van het nieuwe VTH-stelsel verankerd. Het nieuwe VTH-stelsel, dat vanaf 2010 samen door alle provincies en gemeenten is opgebouwd, bevat een landelijk dekkend stelsel van 29 omgevingsdiensten. In deze diensten vindt een deel van de uitvoering en de handhaving van de Wabo plaats.

Daarnaast bevat de VTH-wet afspraken over de kwaliteitsverbetering waarvoor de provincies en gemeenten als bevoegd gezag verantwoordelijk zijn. De provincies en gemeenten hebben afgesproken om een Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht vast te stellen.

De verordening vormt het kader voor de kwaliteit van de Wabo-taken door de provincie en de gemeenten en in opdracht daarvan handelende omgevingsdiensten. De verordening drukt het commitment uit van de gemeenteraad aan kwaliteit.

 

2. Beleidskader, doel en effect

Door het vaststellen van deze verordening wordt voldaan aan artikel 5.4. lid 1 van wet VTH, waarin is opgenomen dat iedere gemeente een verordening dient vast te stellen om de kwaliteit van de uitgevoerde vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht te regelen.

Doel is het verbeteren van de professionele kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de samenleving en het effect is verhoging van de veiligheid en leefbaarheid van onze woon- en werkomgeving.

Bovendien kan beter worden gestuurd op de kwaliteit van de uitvoering.

 

3. Reikwijdte

Over de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving is al jaren veel discussie. Om tot verbetering van de uitvoeringskwaliteit te komen hebben Rijk, IPO en VNG een set kwaliteitscriteria vastgelegd in de notitie Kwaliteitscriteria 2.1. Voldoen aan deze criteria draagt bij aan een betere uitvoering van de VTH taken en een onafhankelijke, professionele overheid.

Dit raadsvoorstel en –besluit hebben betrekking op het onderdeel ‘kritieke massa’ van de kwaliteitscriteria. De zogenaamde procescriteria (kwaliteit werkprocessen, borging beleidscyclus) blijven buiten beschouwing. Via de vaststelling door uw raad in juni 2015 van het Omgevingsbeleidsplan, inclusief de jaarlijkse opstelling van het uitvoeringsprogramma en een verslag over de uitgevoerde activiteiten, wordt hieraan overigens al voor een belangrijk deel voldaan.

De kwaliteitscriteria voor de kritieke massa zien op de organisatie en de medewerkers die de taken uitoefenen. De kwaliteit van de producten die de gemeente levert in het kader van de uit te oefenen taken gaan uit van vakmanschap van de medewerkers (deskundigheid) en een bepaalde omvang van de organisatie (continuïteit van bedrijfsvoering). In verband met de complexiteit van het omgevingsrecht worden 26 afzonderlijke deskundigheidsgebieden onderscheiden, zoals bouwen, milieu, ruimtelijke ordening, Boa, bodem, brandveiligheid, externe veiligheid, bouwfysica, groen en ecologie. Per deskundigheidsgebied is vastgelegd waaraan de organisatie en de medewerkers moeten voldoen in termen van opleiding, werkervaring, aantal en frequentie, kennis en het onderhouden en borgen daarvan.

In de verordening wordt onderscheid gemaakt tussen taken belegd bij de omgevingsdienst en de taken die door de gemeente zelf worden uitgevoerd.

In het basistakenpakket dat verplicht bij de omgevingsdiensten is belegd, zitten de meest kritische activiteiten (zoals de meest milieubelastende bedrijven en asbestsloop). De omgevingsdiensten zijn opgericht om juist dat soort taken op een hoog ambitieniveau te waarborgen. Het ligt dan ook in die lijn om binnen dit takenpakket geen concessies te doen aan de kwaliteit.

Bij de zgn. ‘thuistaken’ gaat het om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (buiten het Basistakenpakket) door de gemeente. Het is aan iedere individuele gemeente om het ambitieniveau voor de uitvoering van deze thuistaken vast te leggen. Dit kan door op deze taken de kwaliteitscriteria 2.1 van toepassing te verklaren of door aan te geven waarom het voor bepaalde activiteiten niet nodig is om volledig aan de kwaliteitscriteria te voldoen. Hier ligt dus een keuzemogelijkheid voor de gemeente om gemotiveerd af te wijken van de kwaliteitscriteria.

Om te voorkomen dat voor de achterblijvende taken de zorgplicht onvoldoende wordt ingevuld, is een bodemniveau geformuleerd.

 

4 . Aanpak

Het is de bedoeling dat de gemeenten en provincie die samenwerken in een omgevingsdienst hun verordeningen op elkaar afstemmen, zodat de kwaliteitscriteria binnen de omgevingsdiensten gelijk zijn. In de provincie Noord-Brabant is een Brabantbrede Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht opgesteld.

Dit voorstel omvat de vaststelling van de verordening door de raad. De uitwerking van de verordening is een bevoegdheid van ons college. Hiertoe is een Brabantbrede handreiking opgesteld, waarnaar in de verordening wordt verwezen. De handreiking vormt hiermee een integraal onderdeel van de verordening.

In beginsel moeten wij onze huidige organisatie doorlichten op de uit te voeren VTH-taken in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht in relatie tot de eisen op de 26 deskundigheidsgebieden. Wij zullen moeten aangeven waar we voldoen en waar niet en wat we daaraan gaan doen. Afhankelijk van specifieke omstandigheden kunnen we gemotiveerd besluiten af te wijken. Dit leidt tot de vaststelling van de voor de gemeente Werkendam geldende kwaliteitscriteria. In 2014 is op basis van een zelfevaluatie al gebleken dat de gemeente niet voldoet aan de kwaliteitscriteria en dat gezocht moet worden naar schaalvergroting. Gemeentelijke herindeling kan hierin dus een oplossing bieden.

Gelet op het huidige fusieproces vinden wij het daarom weinig zinvol om nu nog voor de huidige gemeentelijke organisatie de doorlichting uit te voeren en verbeterplannen op te stellen om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria. Dit geldt evenzeer voor de gemeenten Aalburg en Woudrichem. Wij stellen voor de kwaliteitscriteria te betrekken bij het inrichtingsvoorstel voor de nieuwe organisatie. Wij nemen met de vaststelling van de verordening de verantwoordelijkheid om te zorgen dat de nieuwe gemeente per 1 januari 2019 voldoet aan de kwaliteitscriteria.

Met de vaststelling van de verordening wordt in ieder geval het voldoen aan de kwaliteitscriteria door de Omgevingsdienst Midden en West Brabant vastgelegd. Het toezicht hierop wordt door de provincie uitgevoerd in het kader van het Inter Bestuurlijk Toezicht.

 

5 . Regionale en lokale aspecten

Deze verordening is opgesteld in samenspraak tussen gemeenten, Provincie Noord-Brabant en de drie Omgevingsdiensten in Noord-Brabant. Middels de afstemming is materieel voldaan aan de plicht om Gedeputeerde Staten over de Verordening te horen.

Ook de gemeenteraden van Aalburg en Woudrichem zullen de verordening vaststellen. Gelet op het fusieproces is het weinig zinvol om per gemeente voor de huidige organisaties verbeterplannen op te stellen om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria. Wij zullen dit betrekken bij het inrichtingsvoorstel voor de nieuwe organisatie.

 

6 . Besluit

Wij stellen u voor, het bijgevoegde raadsbesluit vast te stellen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam

de secretaris, de burgemeester,

A.J.L.G. van Oudheusden Y.C.M.G. de Boer

zaaknummer

100019

onderwerp

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Werkendam

 

De raad van de gemeente Werkendam,

overwegende dat

  • -

    gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten die in hun opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving met oog voor de maatschappelijke functies daarvan, waar die zorg gestalte krijgt in de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht, voor de gezamenlijke opgave gesteld zien om in landelijk verband de kwaliteit van deze uitvoering en handhaving te bevorderen, te borgen en te beoordelen;

  • -

    het met het oog daarop wenselijk is om regels vast te stellen, in onderlinge afstemming op het niveau van omgevingsdiensten ODBN, OMWB en ODZOB, door de deelnemende gemeenten en provincie;

  • -

    het richtsnoer voor de kwaliteitsbevordering de in landelijke samenwerking opgestelde kwaliteitscriteria zijn die op basis van technische en maatschappelijke ontwikkelingen, indien daartoe aanleiding is, met betrokken partijen in landelijke afstemming zullen worden aangepast;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 5.4, eerste lid, 5.5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Werkendam.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    wet: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • -

    betrokken wetten: de wet en de wetten, bedoeld in artikel 5.1 van de wet, voor zover bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald dat hoofdstuk 5 van de wet van toepassing is;

  • -

    kwaliteitscriteria: de in landelijke samenwerking tussen bevoegde gezagen ontwikkelde en beschikbaar gestelde kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving inzake de beschikbaarheid en de deskundigheid van organisaties die met de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten zijn belast;

  • -

    uitvoering: vergunningverlening;

  • -

    bodemniveau: de spelregels zoals verwoord in de ‘Handreiking bij Brabantbrede Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht’ versie 1, 10 maart 2016, opgesteld door de Brabantse werkgroep en welke breed gedragen wordt door gemeenten, provincie en omgevingsdiensten.

     

Artikel 2. Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders.

 

Paragraaf 2. Kwaliteit

Artikel 3. Betrokkenheid van de raad

De gemeenteraad ziet toe op de hoofdlijnen van het beleid voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van de voor de gemeente vastgestelde beleidskaders voor de fysieke leefomgeving.

 

Artikel 4. Kwaliteitsdoelen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beoordelen de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van daarvoor door hen krachtens artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht gestelde doelen.

  • 2.

    De doelen, waar deze gestalte krijgen in de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten, bedoeld in artikel 2, hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de dienstverlening;

    • b.

      de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten;

    • c.

      de financiën.

       

Artikel 5. Kwaliteitsborging

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de kwaliteitscriteria voor de kwaliteit van uitvoering en handhaving vast, alsmede de daaruit voortvloeiende uitvoeringskaders.

  • 2.

    Het kwaliteitsniveau voor uitvoering en handhaving is minimaal gelijk aan het bodemniveau voor de kwaliteit van uitvoering en handhaving.

  • 3.

    Op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders zijn de in het eerste lid bedoelde kwaliteitscriteria van toepassing.

  • 4.

    Over de naleving van de kwaliteitscriteria doen burgemeester en wethouders jaarlijks mededeling aan de gemeenteraad.

  • 5.

    Voor zover de kwaliteitscriteria niet zijn of niet konden worden nageleefd, doen burgemeester en wethouders daarvan gemotiveerd opgave.

     

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Werkendam.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Werkendam van 28 juni 2016.

de raadsgriffier, de voorzitter,

mr. I. Bakker Y.C.M.G. de Boer

Naar boven