Uitvoeringsregeling Afvalstoffenverordening Krimpen aan denIJssel

Het college van de gemeente Krimpen aan den IJssel,

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijzen waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel; BESLUIT:

Vast te stellen de Uitvoeringsregeling Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel;

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel en artikel 1.1. van de Wet milieubeheer gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens op deze Uitvoeringsregeling van toepassing.

In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel;

  • b.

    afvalbrengstation: inzamelplaats zoals bedoeld in artikel 5 van de verordening gevestigd aan de Stormsweg 11 in Krimpen aan den IJssel.

  • c.

    milieuparkjes: inzamelvoorzieningen voor papier, glas en textiel op locaties zoals aangewezen in de bijlage.

  • d.

    dijklinten: de percelen zoals genoemd in de bijlage.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

Als inzameldienst op grond van artikel 3 eerste lid van de verordening wordt aangewezen NV Milieu Services AVR Krimpen aan den IJssel.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 7 van de verordening worden vastgesteld:

  • 1.

    groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval): dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • 2.

    klein gevaarlijk afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld in de Europese lijst van afvalstoffen (Eural);

  • 3.

    verpakkingsglas: op kleur gescheiden eenmalige huishoudelijke glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van onder andere vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, kunststofflessen;

  • 4.

    papier: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon is en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van onder andere drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • 5.

    kunststof verpakkingen inclusief drankenkartons en blik (PMD): huishoudelijke verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen met daarbij inbegrepen drankenkartons en blikken verpakkingen, met uitzondering van kitspuiten en spuitbussen;

  • 6.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof, knuffels en gordijnen, afkomstig van huishoudens, die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • 7.

    wit- en bruingoed/elektrische en elektronische apparatuur: huishoudelijke afvalproducten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

  • 8.

    bouw- en sloopafval: materialen afkomstig van huishoudens zoals sloophout;

  • 9.

    puin: harde steenachtige materialen van huishoudens, met uitzondering van asfalt en gips;

  • 10.

    gips: gipsplaten en gipsblokken;

  • 11.

    autobanden: banden van voertuigen afkomstig van huishoudens;

  • 12.

    dakafval: dakleer afkomstig van huishoudens;

  • 13.

    grond: niet vervuilde grond, zand en tuinaarde afkomstig van huishoudens;

  • 14.

    hout A: ongeverfd hout

  • 15.

    Hout B: geverfd of gelakt hout;

  • 16.

    Hout C: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout, afkomstig van huishoudens;

  • 17.

    hard kunststoffen: harde kunststoffen zoals tuinsets, afkomstig van huishoudens;

  • 18.

    vlakglas: ruiten, spiegels en vergelijkbare voorwerpen van glas, niet zijnde verpakkingsglas afkomstig van huishoudens;

  • 19.

    snoeiafval en tuinafval: plantaardige of organische huishoudelijke afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder GFT-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout etcetera;

  • 20.

    asbest en asbesthoudend materiaal: huishoudelijk afval waarin zich asbest bevindt of asbestgelijkend materiaal waarin asbest wordt vermoed;

  • 21.

    metaal: ferro en non-ferro metaalstoffen van huishoudens zoals (metaal)schroot, roestvast staal, restanten zink, aluminium, koper, lood en legeringen, met uitzondering van gemotoriseerde vaar- en voertuigen, aanhangers en caravans, gasflessen/brandblussers en overige drukhouders, vaten en andere metalen verpakkingen;

  • 22.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval afkomstig van huishoudens dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

  • 23.

    olie en vet: spijsolie en spijsvet afkomstig van huishoudens;

  • 24.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen dan resterende afvalstoffen genoemd in artikel 7 van de verordening.

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen

Op grond van artikel 10 van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

  • a.

    voor GFT-afval van huishoudens de onder- of bovengrondse inzamelcontainer respectievelijk de minicontainer van 140 of 240 liter.

  • b.

    voor oud papier en karton van huishoudens de ondergrondse inzamelcontainer, respectievelijk de door de gemeente verstrekte minicontainer van 140 of 240 liter. Voor de hoogbouw is voor de gebruikers van een aantal percelen de bij het perceel gerealiseerde inpandige voorziening aangewezen.

  • c.

    voor verpakkingsglas van huishoudens de onder- of bovengrondse inzamelcontainer;

  • d.

    voor textiel van huishoudens de ondergrondse inzamelcontainer.

  • e.

    voor kunststof verpakkingen inclusief drankenkartons en blik van huishoudens de PMD-zak, de ondergrondse inzamelcontainer, respectievelijk de door de gemeente verstrekte minicontainer van 140 of 240 liter.

  • f.

    voor asbest en asbesthoudend afval van huishoudens het afvalbrengstation.

  • g.

    voor de categorieën in artikel 4; klein gevaarlijk afval, bouw- en sloopafval, wit- en bruingoed, elektrische en elektronische apparaten, puin, gips, grond, autobanden, dakafval, hout B en hout C, hard kunststof, vlakglas, metaal, grof huishoudelijk afval, olie en vet het afvalbrengstation.

  • h.

    het afvalbrengstation wordt aangewezen als voorziening waar de huishoudelijke afvalstoffen als vermeld in artikel 7 van de verordening kunnen worden aangeboden.

Artikel 5. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Krachtens artikel 10, eerste lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij de NV Milieu Services AVR Krimpen aan den IJssel;

    • b.

      de gemeente is bevoegd om de container te (laten) voorzien van een chip waarop staat vermeld: de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam en een huisnummer.

    • c.

      de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning;

    • d.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot NV Milieu Services AVR Krimpen aan den IJssel te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen, en bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel.

    • e.

      de inzamelmiddelen blijven eigendom van de gemeente en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • f.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen zoals een goed huisvader betaamt;

    • g.

      de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden kunnen veroorzaken;

    • h.

      het is verboden afvalstoffen op of om de inzamelmiddelen of -voorzieningen te plaatsen;

    • i.

      de verstrekte inzamelmiddelen mogen alleen worden gereinigd met water.

  • 2.

    Krachtens artikel 10, eerste lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de container met de scharnierzijde naar de weg op een inzamel- of clusterplaats op de parkeerplaats, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een parkeerplaats, aan de kant van de openbare weg, dan wel, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • c.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

    • d.

      afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

    • e.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet groter zijn dan 60 kilogram;

    • f.

      bij de afgifte van afvalstoffen op een afvalbrengstation zijn de acceptatievoorwaarden van de NV Milieu Services AVR Krimpen aan den IJssel van toepassing;

    • g.

      de ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op een afvalbrengstation kunnen legitimeren;

    • h.

      de inzameling van grof huishoudelijk afval en grof tuinafval vindt op afroep plaats, de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst;

    • i.

      het grof afval dient op de afgesproken dag en tijd op de afgesproken plaats bij of nabij de woning klaar te staan. Dit is respectievelijk een opstelplaats, het voetpad of best bereikbare plaats voor het inzamelmaterieel;

    • j.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval mag bij het overdragen of het aanbieden geen groter volume hebben dan 3 m³;

    • k.

      kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en -gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter, niet breder dan 0,5 meter en niet zwaarder dan 25 kilogram.

    • l.

      voor het gebruik van bovengrondse en ondergrondse inzamelcontainers geldt dat

      • i.

        Ten behoeve van het verkrijgen van toegang tot de inzamelvoorziening van gemeentewege een toegangspas of sleutel kan worden verstrekt aan de gebruiker van een perceel.

      • ii.

        De toegangspas of sleutel eigendom blijft van de gemeente.

      • iii.

        Voor de vervanging van een ten gevolge van onzorgvuldig gebruik beschadigde toegangspas of sleutel een vergoeding kan worden gevraagd ter hoogte van het bedrag genoemd in de gemeentelijke tarievenlijst.

      • iv.

        Bij vermissing, diefstal of het op andere wijze verloren gaan van de verstrekte toegangspas of sleutel kan een vergoeding worden gevraagd ter hoogte van het bedrag genoemd in de gemeentelijke tarievenlijst.

  • 3.

    Op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening kunnen grof huishoudelijk afval en grof tuinafval (incl. kerstbomen) zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

  • 4.

    Krachtens artikel 10, eerste lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van het afvalbrengstation:

    • a.

      De openingstijden van het afvalbrengstation zoals genoemd in artikel 4 worden via de diverse digitale en papieren informatiewijzers aangegeven.

    • b.

      Indien daartoe aanleiding bestaat kan het in artikel 4 genoemde afvalbrengstation wegens renovatie of onderhoudswerkzaamheden voor langere tijd door of namens het college worden gesloten.

    • c.

      Alleen inwoners van de gemeente Krimpen aan den IJssel, Ouderkerk aan den IJssel en Nederlek mogen afvalstoffen op de in artikel 4 genoemde afvalbrengstation aanbieden.

    • d.

      Betreden van de in artikel 4 genoemde afvalbrengstation geschiedt op eigen risico.

    • e.

      Kinderen tot en met 12 jaar en huisdieren mogen zich niet buiten een voertuig op het afvalbrengstation bevinden.

    • f.

      Alle aanwijzingen van de op het afvalbrengstation dienstdoende medewerkers dienen stipt te worden opgevolgd, evenals de schriftelijke verwijzingen en aanwijzingen op het terrein zelf.

    • g.

      De diverse categorieën huishoudelijke afvalstoffen moeten in de daarvoor bestemde afvalcontainers of daarvoor bestemde plaatsen op het afvalbrengstation worden achtergelaten.

    • h.

      Het vervoeren en storten van afvalstoffen dient op zodanige wijze plaats te vinden dat geen verontreiniging van de toegangswegen, het afvalbrengstation of de omgeving daarvan ontstaat.

    • i.

      Nadat de afvalstoffen zijn gestort moet de aanbieder met zijn voertuig onmiddellijk het afvalbrengstation verlaten.

    • j.

      Het is eenieder op het afvalbrengstation verboden zonder toestemming afvalstoffen te sorteren voor eigen gebruik of verkoop aan derden of mee te nemen.

    • k.

      Andere personen dan aanbieders/vervoerders mogen zich zonder toestemming van de toezichthouder niet op het afvalbrengstation ophouden.

    • l.

      Indien het gedrag van de aanbieder van afvalstoffen op het afvalbrengstation in strijd is met het bepaalde in dit besluit, kan hem voor de rest van de dag en maximaal voor de tijd van een week de toegang worden ontzegd door de beheerder. Langere ontzegging vindt plaats in overleg met de toezichthouder en politie.

    • m.

      De aanbieder van afvalstoffen op het afvalbrengstation vrijwaart de exploitant, toezichthouder en vervoerder tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade aan hen toegebracht en/of bij hen ontstaan als gevolg van het niet volledig voldoen door de aanbieder aan de in dit artikel gestelde bepalingen.

    • n.

      Ter controle van het hiervoor bepaalde kan de toezichthouder in geval van ernstige verdenkingen of bij wijze van steekproef te allen tijde de aanbieder gelasten de afvalstoffen te storten op het laadbordes. Bij het doorzoeken van de afvalstoffen dient een vertegenwoordiger van de aanbieder aanwezig te blijven.

    • o.

      Niet toegelaten afvalstoffen moeten door de toezichthouder, al dan niet reeds gestort, worden geweigerd en moeten worden teruggenomen door de ontdoener. Eventuele (verwijderings-)kosten zijn voor rekening van de ontdoener.

    • p.

      Het is verboden zich buiten de vastgestelde openingstijden op het afvalbrengstation te bevinden.

    • q.

      Op het in artikel 4 genoemde afvalbrengstation gelden de volgende aanbiedingsregels:

      • i.

        Wit- en bruingoed dient compleet en schoon (etensresten- en ijsvrij) te zijn. Eventuele batterijen moeten zijn verwijderd.

      • ii.

        Asbest en asbesthoudende afvalstoffen moeten:

        • 1.

          luchtdicht en dubbelverpakt;

        • 2.

          met mondelinge toestemming van het op het afvalbrengstation aanwezige personeel van de inzameldienst;

        • 3.

          in aanwezigheid van een medewerker van de inzameldienst;

        • 4.

          door de bezoeker in de daartoe aangewezen container worden gelegd.

    • r.

      Aanwijzingen van personeel van de inzameldienst moeten te allen tijde terstond worden opgevolgd.

    • s.

      Klein gevaarlijk afval (kga) moet worden aangeboden op de daartoe zichtbaar geplaatste kga-balie bij het kga-depot.

    • t.

      Het is verboden afvalstoffen ongescheiden of in een andere voorziening dan daartoe zichtbaar aangeduid te deponeren.

 

  • 1.

    De navolgende afvalstoffen worden niet geaccepteerd:

    • a.

      Autowrakken, caravans, aanhangers en bootjes.

    • b.

      Kadavers.

    • c.

      Asbest en asbesthoudende afvalstoffen in een hoeveelheid groter dan 50 kilogram.

    • d.

      LPG-tanks, olietanks, benzinetanks.

    • e.

      Gasflessen met een inhoud groter dan 50 liter en acetyleengasflessen.

    • f.

      Bedrijfsafvalstoffen of afvalstoffen afkomstig van als bedrijfsmatig te kwalificeren activiteiten;

  • 2.

    Ingeval de gebruiker van een perceel één van de bepalingen genoemd in dit artikel niet naleeft, kan de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen, zonder voorafgaande waarschuwing, voor dat perceel worden opgeschort tot het moment dat het betreffende inzamelmiddel c.q. afval door de gebruiker van het perceel op een volgende inzameldag wel op de voorgeschreven plaats en wijze ter inzameling wordt aangeboden c.q. gebruikt.

Artikel 6. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 9van de verordening worden de volgende dagen en tijden voor het aanbieden van huishoudelijk afval vastgesteld.

  • a.

    inzamelmiddelen moeten, goed gesloten, op de vastgestelde inzameldag voor 7.30 uur op de juiste wijze worden aangeboden;

  • b.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk om 20.00 uur op de inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

  • c.

    grof huishoudelijk afval en grof tuinafval worden op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken;

  • d.

    in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 7.00 en 22.00 worden gebruikt.

Artikel 7 Locatie van inzamelen

Op grond van artikel 7 van de verordening worden de volgende locaties van inzameling van huishoudelijk afvalstoffen vastgesteld.

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt in de laagbouw (met uitzondering van de dijklinten) ingezameld, via inzamelvoorzieningen op de locaties zoals aangewezen in de bijlage. Huishoudelijk restafval wordt bij de dijklinten ingezameld in inzamelmiddelen per perceel, op de inzameldag door de bewoner(s) te verplaatsen naar de door of namens het college in de bijlage aangewezen c.q. aan te wijzen containeropstelplaatsen. Huishoudelijk restafval wordt in de hoogbouw ingezameld via inpandige inzamelvoorzieningen respectievelijk via inzamelvoorzieningen op de locaties zoals aangegeven de bijlage.

  • 2.

    GFT-afval wordt in de laagbouw ingezameld in inzamelmiddelen per perceel, op de inzameldag door de bewoner(s) te verplaatsen naar de door of namens het college in de bijlage aangewezen c.q. aan te wijzen containeropstelplaatsen. GFT-afval wordt in de hoogbouw ingezameld via inzamelvoorzieningen op de locaties zoals aangegeven de bijlage.

  • 3.

    Papier wordt in de laagbouw ingezameld in inzamelmiddelen per perceel, op de inzameldag door de bewoner(s) te verplaatsen naar de door of namens het college in de bijlage aangewezen c.q. aan te wijzen containeropstelplaatsen. Papier wordt in de hoogbouw ingezameld via inpandige inzamelvoorzieningen respectievelijk via inzamelvoorzieningen op de locaties zoals aangegeven de bijlage.

  • 4.

    Kunststof verpakkingen inclusief drankenkartons en blik worden in de laagbouw (met uitzondering van de dijklinten) ingezameld in inzamelmiddelen per perceel, op de inzameldag door de bewoner(s) te verplaatsen naar de door of namens het college in de bijlage aangewezen c.q. aan te wijzen containeropstelplaatsen. Kunststof verpakkingen inclusief drankenkartons en blik worden bij de dijklinten ingezameld in inzamelmiddelen (PMD-zakken) per perceel, op de inzameldag door de bewoner(s) te verplaatsen naar de door of namens het college in de bijlage aangewezen c.q. aan te wijzen containeropstelplaatsen. Kunststof verpakkingen inclusief drankenkartons en blik worden in de hoogbouw ingezameld via inzamelvoorzieningen op de locaties zoals aangegeven de bijlage.

  • 5.

    Textiel wordt ingezameld via inzamelvoorzieningen op de locaties zoals aangegeven de bijlage.

  • 6.

    Verpakkingsglas wordt ingezameld via inzamelvoorzieningen op de locaties zoals aangegeven de bijlage.

  • 7.

    Snoei- en tuinafval wordt door de inzameldienst bij of nabij het perceel ingezameld.

  • 8.

    Grof huishoudelijk afval wordt op afroep door de inzameldienst nabij het perceel ingezameld.

  • 9.

    Kerstbomen worden jaarlijks door de inzameldienst ingezameld op de locaties zoals aangewezen c.q. aan te wijzen door of namens het college.

  • 10.

    Alle hiervoor niet genoemde categorieën huishoudelijk afval als bedoeld in artikel 3 van de verordening worden niet ingezameld door een inzameldienst. Deze categorieën moeten bij de afvalbrengstation worden ingeleverd.

Dit artikel moet gelezen en toegepast worden in relatie met artikel 4 en 5 van deze regeling.

Artikel 8. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door bijzondere omstandigheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 9 van de verordening, door de afdeling Buitenruimte van de gemeente Krimpen aan den IJssel voor de duur van de bijzondere omstandigheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt op de gemeentepagina van het huis-aan-huis-blad of via berichtgeving die huis aan huis en/of via de gemeentelijke website verspreid wordt.

Artikel 9. Mandaat, aanvulling en afwijking

De adjunct-directeur Openbare Werken en/of de toezichthouder Afvalinzameling en Reiniging hebben de bevoegdheid tot het uitvoeren van de Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel en de onderhavige Uitvoeringsregeling Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel. Het mandaat omvat mede de bevoegdheid tot het aanwijzen van (afval)locaties, zoals containeropstelplaatsen. Het mandaat omvat mede de bevoegdheid tot aanvullen en afwijken van de onderhavige Uitvoeringsregeling, met name waar het betreft, vooruitlopend op aanpassing van deze regeling, (voorgenomen) beleidswijzigingen, pilots,

c.q. het uitrollen daarvan naar locaties.

Artikel 10. Inwerkingtreding

De gewijzigde uitvoeringsregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking daarvan.

Artikel 11. Citeerbepaling

Deze gewijzigde uitvoeringsregeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 7 juli 2016.

Naar boven