Aanpassing APV 2014; De verwerking van de raadsbesluiten inzake thuisverkoop en venten/standplaatsen in de APV.

De Raad van de gemeente Vaals

B E S L U I T:

• 1. Verwerking raadsbesluiten inzake thuisverkoop en venten/standplaatsen in de APV,

• 2. onder gelijktijdige intrekking van de Standplaatsen- en Ventverordening 2002.

Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de Gemeente Vaals

Afdeling 3 Thuisverkoop

Artikel 3.1

Thuisverkoop is toegestaan mits het initiatief voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 3.2

Artikel 3.2

Thuisverkoop dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

• a. De aangeboden producten zijn afkomstig uit de eigen productiestroom van de aanbieder.

• b. De thuisverkoop dient kleinschalig te zijn en geen bedrijfsmatig karakter te hebben.

• c. De producten moeten aangeboden worden in verse vorm, primair verwerkte vorm of verpakte vorm indien dat noodzakelijk is voor het verkoopcomfort.

• d. De thuisverkoper is verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke eisen en voorwaarden van de Warenwet (onder andere voedselhygiëne, opslag van verse producten, identificatie en controle van kritische punten en etikettering)

• e. De thuisverkoop vindt plaats op eigen grond.

Afdeling 4 Venten en Standplaatsen

Artikel 4.1

In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis, met uitzondering van het aan huis afleveren van goederen in het kader van de exploitatie van een winkel, en het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de gemeentewet.

Artikel 4.2

In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, niet zijnde een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet.

Artikel 4.3

Er moet sprake zijn van een verplaatsbare voorziening; in het geval van bakken/braden dient de verplaatsbare voorziening voorzien te zijn van een ontgeuringsinstallatie.

Artikel 4.4 Vergunning

Lid 1 Van de toewijzing van een vergunning wordt door Burgemeester en Wethouders aan de vergunninghouder een schriftelijk bewijs afgegeven, vermeldende o.a.:

a. naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, alsmede woonplaats en adres;

b. een omschrijving van de verkoopinrichting;

c. de branche, artikelen, goederen of waren, welke door de vergunninghouder mogen worden verkocht;

d. de dag of de dagen, het tijdvak en de tijden waarop van de vergunning gebruik mag worden gemaakt;

e.de locatie(s)

Lid 2 Aanvragen voor toewijzing van een vergunning moeten ten minste zes weken voordat men de standplaats- of ventvergunning wenst in te nemen, schriftelijk worden ingediend bij Burgemeester en Wethouders. De vergunning kan worden geweigerd indien de aanvraag als hier bedoeld niet tijdig is ingediend. Als een formulier niet volledig is ingevuld stelt het bestuursorgaan de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de ontbrekende gegevens aan te vullen.

Lid 3 Om voor een vergunning in aanmerking te komen dient de aanvrager aan te tonen:

a. ouder te zijn dan de leeftijd van 18 jaar;

b. te voldoen aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

c. dat hij van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt.

Lid 4 Een vergunning wordt uitsluitend verleend aan natuurlijke personen of een bedrijf.

Lid 5 De vergunninghouder dient voldoende verzekerd te zijn tegen vorderingen tot schadevergoeding waartoe hij als gebruiker van een voorziening krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade.

Lid 6 De vergunning eindigt op eigen verzoek; bij overlijden van de vergunninghouder; als de vergunninghouder het bij of krachtens in deze verordening bepaalde overtreedt; als de vergunninghouder niet of niet tijdig de rechten, onder welke naam dan ook verschuldigd, voldoet; als de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; na afloop van de vergunningsduur.

Lid 7 Per product(groep) worden maximaal twee vergunningen per kern afgegeven.

Artikel 4.5

Een standplaats moet door de vergunninghouder worden ingenomen en mag derhalve niet aan een ander afgestaan of in gebruik gegeven worden. De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan.

Artikel 4.6 De verkoopvoorziening

Lid 1 Het is de vergunninghouder verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

Lid 2 Vergunninghouders, aan wie het is toegestaan op de standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun verkoopinrichting 2 korven van voldoende grootte te plaatsen voor het inwerpen van afval.

Lid 3 De op een standplaats in gebruik zijnde voorziening mag op geen enkele wijze aan opstallen of vaste voorwerpen zijn verbonden, noch zijn aangesloten op het electriciteits-, gas-, waterleiding- of telefoonnet. Kortom de verkoopinrichting dient te allen tijde mobiel te zijn.

Artikel 4.7

Het is verboden andere producten in voorraad te houden, uit te stallen, te koop aan te bieden of te verkopen dan waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 4.8

De standplaats moet door de vergunninghouder ingenomen worden op de vergunde datum, in de vergunde tijdsperiode en dient ontruimd te zijn binnen 1 uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd.

Artikel 4.9

De vergunninghouder neemt alle maatregelen die nodig zijn in het kader van verkeersveiligheid, geluidsoverlast en milieu.

Artikel 4.10

Het College kan beargumenteerd van bovenstaande bepalingen afwijken.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 27 juni 2016

mr. B.G.P. Hoevenagel	drs. R.L.T. van Loo
Griffier	Voorzitter