Gemeenteblad van Deventer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2016, 88802 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2016, 88802 | Beleidsregels |
Beleidsregels van de burgemeester van de gemeente Deventer houdende het Terrassenplan Beleidsregels terrassen gemeente Deventer 2016
De burgemeester van de gemeente Deventer;
gelet op artikel 2:28a van de Algemene Plaatselijke Verordening Deventer,
gelet op de artikelen 1:3, vierde lid en 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende, dat het college van burgemeester en wethouders op 11 januari 2011 het Terrassenplan Deventer 2011 heeft vastgesteld;
dat het Terrassenplan maar op onderdelen aanknopingspunten biedt om als juridisch toetsingskader voor de aanvragen om een terrasvergunning te fungeren;
dat een volledig toetsingskader omwille van duidelijkheid en eenduidigheid gewenst is;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze beleidsregels wordt verstaan onder
Openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar discotheek, coffeeshop, afhaalcentra, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.
Terraselementen: de tafels, zitelementen, parasols, terrasschermen, uitvalschermen zoals zonneschermen en markiezen enandere terraselementen zijnde losse elementen (bv. mobiele terrasverwarming) die het functioneren van het terras ondersteunen of de uitstralingvan de individuele horecaonderneming versterken, maar die op grond van het reclamebeleid zoals neergelegd in de Welstandsnota gemeente Deventer geen commerciële reclame-uiting zijn.
1. De aanvraag om vergunning voor het in gebruik nemen van een openbare plaats ten behoeve van een terras wordt getoetst aan de weigeringsgronden die in artikel 2:28a van de APV zijn opgenomen, waarbij de volgende uitgangspunten in acht worden genomen:
Artikel 1.4 Openingstijd terras
De openingstijden van het terras zijn tussen 07.00 uur in de ochtend en 01.00 uur ‘s nachts, tenzij in de vergunning een kortere sluitingstijd is bepaald. Met betrekking tot de openingstijden van een terras wordt aansluiting gezocht bij de openingstijden van de openbare inrichting waar het terras toe behoort. Een terras is nooit later dan 01.00 uur geopend.
Aan een vergunning voor het exploiteren van een terras worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
3.één los uitklapbaar krijtbord (met een maximale hoogte van 0,9 meter en een maximale breedte van 0,6 meter) is gedurende de openingstijden van het terras toegestaan.
1.6.6 Verwijdering /wijziging terras
In geval van (weg)werkzaamheden, de markt, jaarmarkt, kermis of evenementen op of in de openbare ruimte waar het terras gelegen is, wordt het terras of het noodzakelijke gedeelte daarvan op eerste aanzegging onverwijld aangepast of verwijderd. Heeft de situatie een langdurig of permanent karakter, dan kan de verleende vergunning ambtshalve worden gewijzigd.
HOOFDSTUK 2 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR TERRASSEN IN HET AANGEWEZEN GEBIED
Het aangewezen gebied bevindt zich tussen de grachten met inbegrip van het Stationsplein, met uitzondering van het Vogeleiland.
Voor aanvragen die betrekking hebben op terrassen die gelegen zijn binnen het aangewezen gebied zijn naast de bepalingen in hoofdstuk 1 tevens de bepalingen in dit hoofdstuk van toepassing.
Artikel 2.2 Bijzondere aanvraagprocedure
Een aanvraag kan geweigerd worden indien het beoogde terras afbreuk doet aan andere functies van de openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan. Het terrassenplan 2011 vormt daarbij het beleidskader. Het uiterlijk aanzien is uitgewerkt in de criteria ‘chique en ingetogen’.
Artikel 2.3 Terras in binnentuin
De criteria chique en ingetogen zijn niet van toepassing op terrassen die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Artikel 3.1 Toepasbaarheid beleidsregels
In die situaties en locaties waarin deze beleidsregels niet voorzien of niet geheel toepasbaar zijn neemt de burgemeester een besluit na afweging van alle belangen waarbij zo veel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij deze beleidsregels (bv. hoekterrassen, nieuwe inrichting pleinen)
Deze ‘Beleidsregels terrassen gemeente Deventer’ geven een beschrijving van het juridisch toetsingskader voor aanvragen om een terrasvergunning. In hoofdstuk 1 wordt het algemene kader uiteengezet dat van toepassing is op alle aanvragen om een terrasvergunning.
In hoofdstuk 2 zijn de bepalingen opgenomen die alleen betrekking hebben op terrassen in de binnenstad van Deventer,
Hoofdstuk 3 bevat de slotbepalingen, waaronder de datum van inwerkingtreding en de citeertitel.
Bij de gehanteerde begripsbepalingen is aansluiting gezocht bij de begripsbepalingen die in de Algemene plaatselijke verordening Deventer of hogere wet- of regelgeving worden gehanteerd.
Een aanvraag om een vergunning voor de exploitatie van een terras moet worden ingediend op het daarvoor bestemde formulier. Tevens moeten de op dat formulier aangegeven bescheiden bij het aanvraagformulier worden ingediend.
Het exploiteren van een terras is voorbehouden aan horecabedrijven. Het pand van waaruit het terras wordt geëxploiteerd moet, op grond van het geldende bestemmingsplan een horecabestemming hebben en het pand moet ook daadwerkelijk als horecabedrijf in gebruik zijn. In het geval dat sprake is van aan de hoofdfunctie ondersteunende horeca-activiteiten, wordt geen terrasvergunning verleend. Uitzondering wordt gemaakt voor terrassen bij kantines van sportverenigingen, zorginstellingen indien de overige weigeringsgronden niet aan vergunningverlening in de weg staan. Locaties van sportkantines zijn veelal gelegen op sportparken waarbij het gebruik van de omliggende gronden zich niet verzet tegen het in gebruik nemen van een terras en die gezien de locatie gericht zijn op de gebruikers van de hoofdfunctie.
In dit artikel is bepaald dat een terras zich in de onmiddellijke nabijheid van de openbare inrichting bevindt. Dit omdat er vanuit de inrichting direct zicht en toezicht op het terras moet zijn.
Direct toezicht vanuit de inrichting op het terras is noodzakelijk in het kader van de openbare orde en veiligheid op en om het terras. Is er geen direct (toe)zicht op het terras dan is de kans groter dat er met meubilair gesleept wordt of dat er vanaf het terras overlast veroorzaakt wordt etc. Overlast vanaf een terras vormt een aantasting van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van een terras en kan, in extreme gevallen, aanleiding geven om de terrasvergunning in te trekken.
Daar komt bij dat, als er geen direct toezicht op het terras mogelijk is, het terras vaak (te) ver van het besloten gedeelte van de inrichting gelegen is. Dit leidt er toe dat de verbinding tussen het terras en de rest van de inrichting zoek raakt. Het is voor bezoekers dan niet meer duidelijk bij welke inrichting een terras hoort en wordt de indruk gewekt dat het terras een op zichzelf staand iets is.
Er zijn enkele afwijkingen van bovenstaande regel. Een voorbeeld daarvan is het terras van het horecabedrijf aan de Welle 20 – 21 te Deventer. Deze inrichting heeft een terras aan de kade langs de IJssel. Aangezien het hier bestaande en reeds vergunde situatie betreft, wordt hiervoor een uitzondering op bovenstaande regel gemaakt.
De terrasvergunning heeft een persoonsgebonden karakter en is dus niet overdraagbaar bij overname of overdracht van de onderneming. Nieuwe aanvragen worden beoordeeld op grond van deze beleidsregels. Het kan om die reden dus gebeuren dat een bestaande situatie niet opnieuw (onder dezelfde, bestaande condities) vergund wordt.
Als een vergunning voor de exploitatie van een terras is verleend aan een bepaalde openbare inrichting is het niet toegestaan dat dit terras geëxploiteerd wordt door of ten behoeve van een andere openbare inrichting (bijvoorbeeld het naastgelegen horecabedrijf het terras laten bedienen c.q. exploiteren). In een dergelijke situatie is sprake van oneigenlijke uitbreiding van een terras door de feitelijk exploitant en het verstrekken van onjuiste informatie tijdens de aanvraag van een vergunning door de vergunninghouder.
Gelet op artikel 2:29 van de APV is het verboden een openbare inrichting, waar een terras deel van uit maakt, te exploiteren tussen 01.00 uur ’s nachts en 07.00 uur ‘s morgens. Dit zijn de maximale tijden die van toepassing zijn op terrassen.
Ook als de burgemeester voor een inrichting ruimere sluitingstijden heeft vastgesteld dan 01.00 uur, blijft dat tijdstip de uiterste sluitingstijd van een terras. Heeft een openbare inrichting een sluitingstijd die eerder ligt dan 01.00 uur, dan geldt die sluitingstijd tevens voor het terras.
Artikel 1.5 afmetingen en plaatsing terras
Op het moment dat een terrasvergunning wordt verleend, wordt een tekening bijgevoegd met daarop de maximale afmetingen en oppervlakte van het terras. Om onduidelijkheid in de praktijk te voorkomen worden de maximale afmetingen van een terras met behulp van markeerpunten in de bestrating aangegeven. Dit maakt het voor de horeca-exploitant en voor de toezichthouders makkelijk en duidelijk om na te gaan of het terras binnen de verleende afmetingen opgesteld is.
Als uitgangspunt geldt dat terrassen recht voor het eigen bedrijf liggen en in beginsel niet breder zijn dan de gevel van het pand van waaruit de openbare inrichting wordt geëxploiteerd. Het is niet gewenst dat de gronden die voor naastgelegen openbare inrichtingen, woonhuizen of winkelpanden zijn gelegen in gebruik worden genomen als terras.
Uitgangspunt is tevens dat boven de openbare inrichting gelegen woonruimte toegankelijk blijft voor de bewoners.
Het trottoir is de plaats op de weg voor voetgangers, ieder ander gebruik van het trottoir is ondergeschikt aan deze functie. Om die reden moet er altijd een minimale vrije ruimte van 1,50 meter op het trottoir blijven om een veilige passage van voetgangers, minder validen en kinderwagens te garanderen. Is het trottoir smaller dan 1,50 meter dan is er in ieder geval geen terras mogelijk op die locatie.
Vrijhouden brandkranen en doorrijroutes
Het vrijhouden van brandkranen, -putten en (nood)uitgangen van omliggende gebouwen houdt verband met de brandveiligheid en de bereikbaarheid van omliggende panden. Tijdens de markt dient bij de inrichting van de terrassen op de Brink rekening te worden gehouden met vluchtroutes over de terrassen. Het is aan de exploitant van het horecabedrijf om zijn terras dusdanig in te richten dat, in geval van een calamiteit, de bezoekers veilig het pand en terras kunnen verlaten zonder hierbij over het terrasmeubilair te struikelen.
Het spreekt voor zich dat in alle gevallen de brandweervoertuigen doorgang moeten hebben in geval van nood. Het is mogelijk dat een terras daarop wordt aangepast.
Verwijdering terras i.v.m. werkzaamheden of evenementen
De locatie waar een terras gevestigd is (de straat) blijft te allen tijde onderdeel van de openbare ruimte. Als er werkzaamheden uitgevoerd moeten worden aan de openbare ruimte waar het terras staat mogen deze werkzaamheden niet gehinderd worden door het terras. Om die reden moet een terras verwijderd worden als hier door de gemeente om verzocht wordt. Dergelijke werkzaamheden zullen vaak van relatief korte duur zijn waardoor er geen recht op schadevergoeding bestaat. Indien de inkrimping van het terras wegens werkzaamheden een langdurig karakter krijgt of zelfs permanent wordt, kan de gemeente besluiten de oude vergunning (met de situatie van voor de wijziging) in te trekken en een nieuwe vergunning te verlenen.
In de binnenstad vinden regelmatig evenementen plaats. Het kan zijn dat voor een evenement een of meerdere terrassen tijdelijk moeten inkrimpen. Bij het beoordelen van een aanvraag voor een evenementenvergunning worden alle betrokken belangen afgewogen. Bij die belangenafweging worden ook de belangen van de horeca-exploitanten die een terras in diezelfde openbare ruimte exploiteren meegewogen. Daarnaast is het vaak zo dat, daar waar een terras moet inkrimpen vanwege een evenement, het horecabedrijf als geheel ook voordeel heeft van datzelfde evenement (meer bezoekers etc.).
De controle op de naleving van de bepalingen uit het terrassenbeleid en de terrasvergunningen vindt plaats door de daarvoor aangewezen toezichthouders. Deze hanteren hierbij het handhavingsbeleid. Dit beleid is op te vragen bij de gemeente Deventer of via de gemeentelijke website.
In dit artikel zijn de voorschriften opgenomen die in ieder geval aan een terrasvergunning verbonden worden. Hieronder wordt een toelichting bij alle voorschriften gegeven. Deze voorschriften zijn van toepassing op alle terrasvergunningen in de gemeente Deventer.
In artikel 2:28a, derde lid onder e van de APV is bepaald dat een terrasvergunning geheel of gedeeltelijk geweigerd kan worden indien ‘het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, dan wel anderszins afbreuk doet aan de andere publieke functies van de openbare ruimte’.
De hiervoor aangehaalde bepaling heeft als doel te voorkomen dat het aanzien van de pleinen of straten waar een terras gelegen is en het pand waarvoor dat terras ligt negatief beïnvloed wordt door de gebruikte terraselementen. Bijvoorbeeld doordat er op een terras voor een historisch, monumentaal pand gebruik gemaakt wordt van ‘goedkope plastic stoeltjes’. Hoewel dit voornamelijk in de binnenstad zal spelen, is deze bepaling op alle terrassen in de gemeente van toepassing.
De elementen moeten gemakkelijk verplaatsbaar zijn. Dit om te voorkomen dat hulp- en reddiensten in de uitvoering van hun taken belemmerd worden door terraselementen die niet verplaatsbaar zijn. Dit geldt niet alleen voor de tafels en stoelen. In geval van een calamiteit moet ook een parasol of terrasafscheiding of andere elementen verwijderd kunnen worden door de hulp- en reddiensten.
Opslag elementen na sluitingstijd
De terraselementen mogen na sluitingstijd blijven staan op voorwaarde dat ze goed vastgelegd worden met kettingen of soortgelijk materiaal. Voorkomen moet worden dat mensen na sluitingstijd van het terras op het terras gaan zitten of met terraselementen gaan slepen. Het is niet toegestaan het terraselementen op te stapelen en tegen de gevel of rond een boom of straatmeubilair te plaatsen.
Verwijdering en opslag van de terraselementen is de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder.
Als het in verband met de brand- of verkeersveiligheid noodzakelijk is dat de terraselementen geheel of gedeeltelijk verwijderd worden, zal dit in de vergunning worden opgenomen. Een voorbeeld hiervan is de situatie in de Keizerstraat. De vastgestelde route voor het bevoorradend verkeer in het centrum loopt via deze straat. Als de terrassen dan geheel blijven staan kan dit de toegankelijkheid van het centrum voor vrachtauto’s blokkeren. Daarnaast kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan als de terrassen compleet uitgestald en in gebruik zijn en het vrachtverkeer rijdt daar vlak langs.
In verband met het open houden van vluchtwegen en de openheid van de openbare ruimte is het niet toegestaan terrasschermen te plaatsen die evenwijdig aan de gevel staan. Hiermee wordt voorkomen dat er een soort aan alle kanten afgesloten eilandjes binnen de openbare ruimte ontstaan waarin een terras gevestigd is. Hiervan kan worden afgewezen als de verkeersveiligheid hier om vraagt. Daarbij is het in dit kader niet toegestaan plantenbakken of grote banken en dergelijke te gebruiken als terrasafscheiding.
Tussen twee aangrenzende terrassen mag maximaal één rij terrasschermen geplaatst worden. Het is dus niet toegestaan dat ieder horecabedrijf eigen terrasschermen gaat plaatsen en er zo twee terrasschermen tegen elkaar komen te staan.
Zie voor criteria voor verankering in de grond de toelichting bij 1.6.4
Met betrekking tot reclame bij horecabedrijven en op terrassen is aansluiting gezocht bij de Reclamenota. In de reclamenota wordt een onderscheid gemaakt tussen reclame-uitingen in aangewezen gebieden en reclame-uitingen gebonden aan de bestemming van een perceel. Voor deze beleidsregels worden de bestemminggerichte criteria gehanteerd. Voor de in deze beleidsregels terrassen aangewezen gebieden gelden strengere regels voor het terrasmeubilair en de reclame-uitingen daarbij, zie daarvoor hoofdstuk 2.
In de reclamenota is bepaald dat per pand één vrijstaande reclame-uiting is toegestaan. Omdat er op een terras vaak meerdere terrasschermen gebruikt worden, wordt dit binnen de beleidsregels voor terrassen geïnterpreteerd als één type reclame-uiting per bedrijf. Er mag dan bijvoorbeeld maar een soort scherm (met één reclame-uiting) gebruikt worden.
Het plaatsen van reclameborden op het terras is niet toegestaan. Tijdens de openingsuren van het horecabedrijf mag er wel een menubord vlak tegen de gevel gehangen worden. Daarnaast is op grond van het uitstallingenbeleid per horecaonderneming één los uitklapbaar krijtbord (met een maximale hoogte van 0,9 meter en een maximale breedte van 0,6 meter) voor mededelingen en een menukaart (maximaal 0,6 meter bij 0,5 meter) op een menustandaard (met een maximale hoogte van 1,2 meter) toegestaan. Deze mogen alleen tijdens openingstijden vóór de gevel van de vestiging in de uitstallingszone of op het vergunde terras staan.
1.6.4 Parasols en uitvalschermen
In verband met de veiligheid van passanten moet de onderzijde van de parasol of het uitvalscherm minimaal 2.20 meter hoog zijn, gemeten vanaf de grond. Hiermee wordt voorkomen dat voorbijgangers zich kunnen bezeren aan de parasol. Daarbij komt dat de parasols niet breder mogen zijn dan het terras waarop deze gebruikt worden. Het is dus niet de bedoeling dat een parasol ook boven de openbare weg hangt. Een uitzondering word gemaakt voor terrassen op de Brink waarvoor een marktopstelling geldt. De parasols mogen ook over de evenwijdig aan de gevel liggende looppaden hangen. Op de looppaden mag zich geen parasolvoet bevinden.
Een terrasvergunning kan geweigerd worden als het beoogde gebruik (als terras) schade toebrengt aan de weg dan wel hinder of gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan (art. 2:28a, 3e lid onder c APV). Als het nodig is om grondpotten in de weg aan te brengen voor de verankering van terrasschermen en parasols en die weg is eigendom van de gemeente, moet eerst overleg plaatsvinden met de gemeente. Voor de meeste locaties zal ook een omgevingsvergunning nodig zijn. Op die manier wordt voorkomen dat kabels of leidingen die onder de weg lopen of de weg zelf beschadigd raken. Het overleg stelt de gemeente dan ook in de gelegenheid om te beoordelen of de plaatsing van de parasols en terrasschermen het veilig gebruik van de weg niet in gevaar brengt. De gemeente (als wegbeheerder) kan besluiten de grondpotten zelf aan te brengen of voorwaarden daaraan te stellen. Op deze manier houdt de gemeente in zijn taak als wegbeheerder overzicht waar er objecten onder het wegdek zijn aangebracht.
Het plaatsen van een tap, barbecue of mobiele keuken op het terras wordt niet toegestaan. Een terras wordt vanuit de inrichting bediend, het is niet de bedoeling dat op het terras zelf eet- en drinkwaren bereid worden. Dit in verband met de brandveiligheid en het voorkomen van gebruik van alcohol op de openbare weg.
Er mag geen vaste luifel boven een terras aangebracht worden of vaste wanden langs een terras geplaatst worden. Op het moment dat een – deel van – het terras met een (semi)permanente constructie overkapt wordt, is er sprake van een bebouwd terras. Hiervoor is een omgevingsvergunning nodig en moet het bebouwde terras (als er alcohol geschonken wordt) voldoen aan de inrichtingseisen zoals gesteld op grond van de Drank- en horecawet. Alleen een parasol of zonnescherm is toegestaan als overkapping. De zijkanten van het terras mogen niet dichtgemaakt worden.
Het plaatsen van een partytent op of over een terras wordt niet toegestaan, ongeacht of dit voor meerdere dagen of “slechts” een uur is. Het plaatsen van een tent in de openbare ruimte (op een terras) drukt een sterk stempel op het beeld en de uitstraling van die openbare ruimte. Een tent op of over een terras is, vanuit het oogpunt van het aanzien van de openbare ruimte, dan ook niet gewenst. Daarnaast moet een tent, in verband met brandveiligheid, minimaal 5 meter uit de gevel van het dichtstbijzijnde pand geplaatst worden.
Een tent in de openbare ruimte is alleen incidenteel toegestaan indien en voorzover noodzakelijk als onderdeel van een vergund evenement.
In verband met de brandveiligheid is het gebruik van open vuur in verwarmingselementen niet toegestaan. Voorts mogen enkel (Kema) goedgekeurde gasflessen en –slangen of elektriciteitsaansluitingen en –kabels gebruikt worden. De verwarmingselementen moeten vrij staan van het overige terrasmeubilair en mogen niet in een looppad geplaatst worden. Dit laatste geldt ook met het oog op waarborgen van de veiligheid in geval van calamiteiten. De terrasverwarming dient dagelijks na sluitingstijd binnen gezet te worden.
In verband met het voorkomen van overlast voor en aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving van een horecabedrijf is het niet toegestaan muziek ten gehore te brengen op een terras. Dit geldt voor zowel mechanische muziek als voor livemuziek (optredens) op een terras.
Op het ten gehore brengen van muziek in een horeca-inrichting is het Activiteitenbesluit van toepassing. Dit geldt ook voor de muziek die op een terras ten gehore wordt gebracht. In de praktijk is gebleken dat men bij muziekgeluid op terrassen niet aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit kan voldoen.
In verband met het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte is het niet toegestaan vlonders op een terras aan te brengen, tenzij hiervoor vergunning is verleend. Voor de binnenstad geldt dat zoals in het Terrassenplan staat beschreven de gemeente het aanzien van de openbare ruimte wil verbeteren daar waar het om terrassen gaat. Om dit te bereiken wordt gestreefd naar een bepaalde eenheid binnen de terrassen. Deze wordt niet gezocht in het meubilair maar in een eenduidige uitstraling en hantering van terrasschermen en parasols. Een vlonder doorbreekt een dergelijke eenheid.
Een vlonder zorgt er voor dat een terras hoger komt te liggen dan de omringende terrassen. De gewenste open zichtlijnen worden hierdoor aangetast. Daarbij doet een vlonder afbreuk aan de uitstraling van het pand waar deze voor is aangebracht. Met name bij de historische panden in de binnenstad is dit het geval. Een vergunning voor het plaatsen van een vlonder wordt daarom in beginsel niet verleend. In uitzonderlijke gevallen kan hier van afgeweken worden, bijvoorbeeld als de bestrating te schuin afloopt en het niet mogelijk is dat verloop door middel van herbestrating op te vangen. Voor het aanbrengen van een vlonder is een omgevingsvergunning nodig.
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat alleen de tafels en stoelen van een terras verwijderd worden terwijl de parasols en de terrasschermen het hele jaar door blijven staan. Dit worden dan losse objecten in de openbare ruimte en vormen op die manier een sta in de weg. Een horecaondernemer moet dan ook kiezen of hij zijn complete terras uitzet of geen terras. Het gedeeltelijk laten staan van het terraselementen, bijvoorbeeld enkel de terrasschermen of parasols, is niet toegestaan.
Als een horecabedrijf in de winter enkel het gevelterras of, bij het ontbreken van een gevelterras, slechts een deel van het terras wil exploiteren moet al het meubilair verwijderd worden van dat deel van het terras wat niet gebruikt wordt. Dit geldt dan dus ook voor de terrasschermen en parasols op dat deel van het terras. Op het moment dat het terras voor langere tijd niet gebruikt zal worden, bijvoorbeeld in de winterperiode, moet dit verwijderd worden en mag het niet in de openbare ruimte worden opgeslagen.
HOOFDSTUK 2 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR TERRASSEN IN DE BINNENSTAD
In het voorgaande hoofdstuk is een toelichting gegeven bij de algemene regels voor terrassen. In de binnenstad zijn echter naast de algemene regels, nog aanvullende regels of eisen van toepassing op het mogen plaatsen en exploiteren van een terras. De aanvullende eisen worden gesteld in verband met de bescherming van het dorps- en stadsgezicht op bepaalde locaties. Het gebied waar dit hoofdstuk op van toepassing is, is weergegeven op kaart 1 (deze kaart is afkomstig uit de Welstandsnota).
Op 11 januari 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders het Terrassenplan Deventer vastgesteld. Het terrassenplan is op 2 september 2011 als beleidsregel door de burgemeester vastgesteld. In dit plan worden de contouren van de gewenste indeling en het gewenste aanzicht van de terrassen in de binnenstad van Deventer geschetst. Dat terrassenplan is leidend bij het bepalen van de gewenste situering van terrassen in de binnenstad en ligt aan de basis van de aanvullende regels zoals beschreven in dit hoofdstuk.
Om de doelstellingen zoals verwoord in het Terrassenplan te behalen en de binnenstad van Deventer een aantrekkelijke uitstraling te geven is in februari 2011 een convenant gesloten tussen:
Doelstellingen c.q. wensen zoals geformuleerd in dit convenant zijn:
De hoofdlijnen van het Terrassenplan Deventer zijn ook in dit convenant verwoord.
Om de hiervoorgenoemde doelstellingen te behalen worden de aanvragen voor terraselementen voorgelegd aan een daarvoor ingestelde Adviescommissie terrassen. Deze commissie adviseert de burgemeester met betrekking tot het criterium chique en ingetogen.
Voor de werkwijze van de commissie wordt verwezen naar de bijlage.
Bij een aanvraag om een terrasvergunning of de wijziging daarvan worden duidelijke foto’s of folders van het gewenste meubilair en de andere terraselementen, inclusief een beschrijving van het gebruikte materiaal, gevoegd.
De getoetste en vergunde elementen worden opgenomen in een aanhangsel behorend bij de terrasvergunning.
Wanneer de exploitant over wil gaan tot de aanschaf of vervanging van terraselementen kan een verzoek tot wijziging van het aanhangsel worden ingediend. De voorgestelde wijzigingen worden op dezelfde wijze beoordeeld als de oorspronkelijke elementen. Deze werkwijze voorkomt dat een geheel nieuwe vergunning moet worden gevraagd.
In het Terrassenplan is aangegeven welke uitstraling de gemeente in de binnenstad wil bereiken en hoe de terrassen daar in passen. Om de ruimtelijke eenheid in de publieke ruimte te waarborgen is er voor gekozen om voor een aantal locaties (Brink, Grote Kerkhof, Grote Poot) op voorhand te bepalen waar een terras is toegestaan en hoe groot deze terrassen mogen zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat, zoals reeds in artikel 1.3 bepaald, het betreffende pand waarvoor de terrasruimte ligt ook als horeca in gebruik is. Daarnaast is het uitgangspunt dat geen terrasruimte ingenomen wordt voor een naastgelegen pand.
Inhoudelijke beoordeling terrasaanvraag
Voor alle terrassen en terraselementen in het aangewezen gebied geldt dat de aanvragen op uiterlijk aanzien beoordeeld worden door de Adviescommissie terrassen van de gemeente Deventer. Deze geven een oordeel over de voorgestelde terraselementen. Indien dat niet voldoet aan redelijke eisen van welstand zal de vergunning geweigerd worden op grond van het bepaalde in artikel 2:28a, derde lid onder e van de APV.
Uitgangspunt bij de toetsing door de Adviescommissie terrassen zijn de criteria ‘Chique en ingetogen’. Onder chique wordt verstaan: stijlvol, elegant, verzorgd, evenwichtig en samenhangend. Er wordt onder andere gekeken of het meubilair en de overige elementen zorgvuldig zijn gemaakt, netjes is afgewerkt en of het totaalplaatje qua stijl bij elkaar past. Ingetogen wordt vertaald met: kalm, waardig en stemmig. Hierbij gaat het om het gebruik en uitstraling van de kleuren en vormen van materialen en meubilair.
Met betrekking tot de elementen niet zijnde tafel stoel parasols of scherm geldt daarnaast dat die bescheiden van omvang zijn, zodat ze ruimtelijk nooit de inrichting van het terras domineren. Ofwel ze zijn ondergeschikt aan het totaal beeld van het terras met zijn meubilair, parasols en windschermen. Ze kunnen door een subtiele vormgeving wel een signaalfunctie hebben.
Andere elementen zijn geen zelfstandige verlichtingselementen, armaturen etc. Verlichting kan wel een bescheiden onderdeel uitmaken van een ander element;
Het gebruik van licht bij andere elementen is altijd ondergeschikt aan het verlichtingsbeeld van het plein of de straat. Gekleurd en/of knipperend licht is niet toegestaan.
De andere terraselementen hebben voorts een eenduidige uitstraling.
Andere elementen moeten er niet toe leiden dat er een allegaartje van terraselementen ontstaat. Dit betekent dat de vormgeving van de andere elementen rekening houdt met de inrichting en uitstraling van het gehele terras.
Andere elementen zijn altijd gesitueerd binnen de grenzen van het terras, zoals deze door de gemeente in de terrasvergunning zijn aangegeven.
Voor het terrassenbeleid is een belangrijk uitgangspunt geweest dat de terrassen op het plein staan. De terrassen vormen geen eilandjes op het plein, die zijn afgeschermd door plantenbakken, banken etc. Dit is o.a. de reden geweest dat nergens aan de kopse kanten van de terrassen windschermen mogen worden geplaatst en de schermen grotendeels transparant zijn. Kortom de situering van de andere elementen mag niet tot ‘eilandjesvorming’ leiden.
In het Terrassenplan zijn indertijd vaste terraselementen alleen binnen de zogenaamde pleinrand, de10m lijn, aangegeven. Veel terrassen lopen buiten de pleinrand nog enkel meters door op de pleinruimte. Buiten de 10 meter lijn is plaatsing van elementen mogelijk, maar wordt wel een terughoudend gebruik ervan voorgestaan; dit om te voorkomen dat de pleinruimte ruimtelijk wordt opgeknipt en om te voorkomen dat het gewenste aanzicht en de beoogde uitstraling te niet wordt gedaan.
Artikel 2.4 en 2.5 Terrasschermen en parasols
In artikel 1.6 is reeds opgenomen dat er slechts een rij terrasschermen geplaatst mag worden tussen twee aangrenzende terrassen. Het is dus nadrukkelijk niet de bedoeling dat ieder horecabedrijf zijn eigen terrasscherm gaat plaatsen en er zo twee terrasschermen tegen elkaar aan komen te staan.
Daarnaast is, in verband met de eenduidige uitstraling van de buitenruimte, bepaald dat per stedenbouwkundige ruimtelijke eenheid (plein of een deel daarvan) één soort terrasafscheiding en één type parasol gebruikt mag worden. De parasol is uitgevoerd in de RALkleuren zoals opgenomen in de bijlage
Het is dus niet meer toegestaan dat ieder horecabedrijf zijn eigen, door de brouwerij of andere leverancier gesponsorde, parasols en terrasschermen plaatst. De te gebruiken parasols en de terrasafscheidingen zijn onderling op elkaar afgestemd. Om het totaalbeeld chique en ingetogen te completteren is het van belang dat ook de uitvalschermen voldoen aan deze criteria. Dat houdt in dat de kleur van het uitvalscherm is uitgevoerd in een van de RALkleuren . Voor de beleving van de historische gevelwanden is het van belang dat de schermen in combinatie met markiezen of zonneschermen niet het beeld oproepen van een ‘semi-erker’
Aanvullend op de eenduidigheid van de terrasafscheidingen is bepaald dat de terrasschermen transparant/gesatineerd moeten zijn en dat daarop geen reclame-uitingen mogen worden aangebracht. Ook het ophangen van een menubord aan de terrasafscheiding of op een andere wijze het menu of een product aanprijzen op de terrasschermen is niet toegestaan.
Er zijn alleen terrasschermen met een maximale hoogte van 1,50 meter toegestaan. Voor deze hoogte is gekozen om de volgende redenen:
Terrassen op pleinen zijn geen losse entiteiten maar maken deel uit van de beleving van de binnenstad als geheel. De ervaring van de totale straat- en pleinruimte met zijn historische gevelwanden is daarbij essentieel. Vanuit die invalshoek is rust in het straat- c.q. pleinbeeld wenselijk. Dit vraagt om uniforme, transparante schermen van gelijke hoogte (1,50 meter) op de pleinzoom
Voor de gevelterrassen is een hoogte van 2 meter en een lengte van maximaal 2 meter toegestaan.
In het Terrassenplan zijn de contouren van de terrassen op bepaalde locaties vastgelegd. Reden hiervoor is het behoud van de zichtlijnen en het creëren van een eenduidige uitstraling op die locaties. Om dit te realiseren heeft de gemeente besloten om in de gebieden waar dit hoofdstuk op van toepassing is, zelf de grondpotten die nodig zijn voor de verankering van parasols en terrasafscheidingen aan te brengen.
Voor het plaatsen van terrasschermen en parasols is tevens een omgevingsvergunning nodig.
Op de Brink vindt op vrijdag en zaterdag een warenmarkt plaats. In juli 2011 is de indeling en opstelling van de markt veranderd. Door die wijziging zijn de markt en de terrassen meer met elkaar verbonden. Gevolg is dat de terrassen aan de pleinzijde moeten inkrimpen tijdens de markt. Dit is gecompenseerd doordat tijdens de markten het looppad tussen het zgn. gevelterras en pleinterras als terrasruimte in gebruik mag worden genomen. In de vergunning is aangegeven hoe de opstelling van de terrassen moet zijn gedurende de markt. De hiervoor beschreven wijziging is van toepassing op vrijdagen en zaterdagen vanaf 07.00 uur tot het moment waarop de marktmeester het terrein vrijgeeft. Dat laatste tijdstip ligt op vrijdag rond 15.00 uur en op zaterdag rond 19.00 uur.
Tijdelijke uitbreiding terrassen
Horecaondernemers laten steeds meer het geluid horen dat het terras van groot belang is voor de inkomsten. Er is daarom in 2015 besloten om als proef de horecaondernemers op de Brink die daartoe de ruimte hebben, de mogelijkheid te bieden om extra terras te laten plaatsen bij een naastgelegen pand tijdens evenementen. In 2016 e.v. gaan we hier mee door onder bepaalde voorwaarden.
De mogelijkheid wordt geboden aan horecaondernemers op pleinen in de binnenstad. Zij kunnen een aanvraag indienen om hun terras te mogen uitbreiden tijdens een evenement. Dit is alleen mogelijk als de openbare orde en veiligheid tijdens het evenement zich daar niet tegen verzet. Daartoe wordt advies ingewonnen van veiligheidsadviseurs van de politie, brandweer of de veiligheidsregio. Per aanvraag wordt beoordeeld waar het terras wordt geplaatst en welke omvang het heeft. M.a.w. afhankelijk van de concrete omstandigheden op dat moment wordt maatwerk geleverd. Omdat het in beginsel onwenselijk is een terras voor een ander pand dan de eigen horecainrichting te plaatsen is vereist dat toestemming wordt verleend door de eigenaar/gebruiker van het pand.
In een aantal gevallen zullen de beleidsregels niet of niet volledig toepasbaar zijn. In deze gevallen is een afzonderlijke afweging vereist waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de beleidsregels. Dit kan voorkomen bij hoeken, pleinen en andere locaties waar een op een toepassing van de regels leidt tot onbedoelde en onwenselijke situaties.
Bijlage 1 Tekst APV betreffende terrassen.
Voor de volledigheid is hieronder de tekst opgenomen van de artikelen uit de APV waar in de beleidsregels of de toelichting naar verwezen wordt.
Artikel 2:28a Terrasvergunning bij openbare inrichtingen
In afwijking van lid 1 kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid en het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving van de openbare inrichting of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer (categorieën) openbare inrichtingen en/of terrassen met inachtneming van het Horecabeleid Deventer andere sluitingstijden vaststellen.
Bijlage 2: Werkwijze terrascommissie
De commissie bestaat uit vijf leden
De werkwijze van de commissie:
Plannen worden digitaal voorgelegd aan de commissie;
Indien nodig komt de terrascommissie bijeen na een oproep van de voorzitter;
Er moeten minimaal drie leden van de terrascommissie aanwezig zijn om een advies te kunnen geven;
De terrascommissie adviseert bij meerderheid van stemmen. Bij staking beslist de voorzitter;
In bijzondere gevallen kan de terrascommissie zaken voorleggen aan de Welstandscommissie voor advies.
De commissie brengt advies uit bij een nieuwe terrasaanvraag binnen het aangewezen gebied;
bij wijzigen of toevoegen van terraselementen binnen het aangewezen gebied;
Vorm en termijn waarin advies wordt uitgebracht
de adviescommissie brengt binnen twee weken nadat daarom door bevoegd gezag om verzocht is, schriftelijk en met redenen omkleed advies uit in het geval dat:
Een schriftelijk advies kan achterwege blijven en met akkoord tijdens de vergadering en verslag afgedaan worden in het geval:
De terrascommissie is bevoegd deskundigen uit te nodigen en te horen.
Bijlage Functioneren terrascommissie
Om geen wildgroei te krijgen en matige kwaliteit van meubilair en andere elementen te voorkomen wordt de regie op chique en ingetogen als volgt geregeld:
De terrascommissie bestaat uit vijf leden
Vergadering van de terrascommissie
Wanneer wordt advies uitgebracht
Vorm en termijn waarin advies wordt uitgebracht
De terrascommissie is bevoegd deskundigen uit te nodigen en te horen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-88802.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.