Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Berg en Dal 2016

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

     

    • Cliëntenraad:

    cliëntenraad Werk en Inkomen gemeente Berg en Dal.

     

    • College:

    college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Berg en Dal.

     

    • Raad:

    de gemeenteraad van de gemeente Berg en Dal.

     

    • Afdeling:

    de afdeling Sociale Zaken.

Artikel 2 Cliëntenraad

  • 1.

    De personenbedoeldin artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet, worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad.

  • 2.

    Voor zowel de gemeenteraad als het college is de cliëntenraad het adviesorgaan om de cliëntenparticipatie op een onafhankelijke wijze gestalte te geven. Het college bevordert het in stand houden van het adviesorgaan.

  • 3.

    De cliëntenraad is een instrument dat inzicht dient te verschaffen in hetgeen er onder (potentiële) cliënten leeft om waar mogelijk te komen tot een grotere inbreng van cliënten.

  • 4.

    De cliëntenraad heeft een signaleringsfunctie met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening van de afdeling Sociale Zaken.

  • 5.

    De leden van de cliëntenraad worden op voordracht van de cliëntenraad benoemd door het college voor een periode van vier jaar. Op voordracht van de cliëntenraad kunnen zij telkens voor een periode van vier jaar worden herbenoemd. De leden blijven in functie totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden.

  • 6.

    De cliëntenraad heeft de naam 'cliëntenraad Werk en Inkomen'

  • 7.

    De cliëntenraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken personen. Hierbij is het wenselijk dat de verschillende dorpen van de gemeente zijn vertegenwoordigd in de woonadressen van de leden van de cliëntenraad. Daarnaast is het mogelijk dat inwoners zonder uitkering vanuit hun deskundigheid of betrokkenheid bij de doelgroep lid zijn van de cliëntenraad. Dit heet een kwaliteitszetel.

  • 8.

    De cliëntenraad bestaat uit ten minste zes en ten hoogste 10 personen.

  • 9.

    De cliëntenraad draagt z.s.m. na het ontstaan van een vacature een kandidaat ter benoeming voor aan het college.

  • 10.

    Als de hoedanigheid waaraan een lid zijn benoeming ontleent eindigt, dan kan deze nog maximaal zes maanden lid zijn.

  • 11.

    De cliëntenraad benoemt uit zijn midden een secretaris en een penningmeester. Deze beide functies kunnen door één en dezelfde persoon worden vervuld.

  • 12.

    De cliëntenraad kiest al dan niet uit zijn midden een onafhankelijk voorzitter voor een termijn van een half jaar. Deze termijn kan op advies van de cliëntenraad telkenmale worden verlengd. Een onafhankelijk voorzitter is geen uitkeringsgerechtigde of medewerker van de gemeente Berg en Dal.

  • 13.

    De cliëntenraad komt tenminste zes maal per jaar in vergadering bij elkaar.

  • 14.

    De cliëntenraad heeft minimaal twee keer per jaar overleg met de direct-verantwoordelijke wethouder(s) Inkomen en Werk. De cliëntenraad kan onderwerpen voor de agenda van het overleg aanmelden. De cliëntenraad kan zich bij dit overleg laten vergezellen door een (onafhankelijk) deskundige.

  • 15.

    Het overleg wordt wisselend voorgezeten door de wethouder en de voorzitter van de cliëntenraad.

  • 16.

    Van het overleg en de hieruit voortvloeiende afspraken worden notulen gemaakt die binnen vier weken aan de cliëntenraad worden toegezonden.

  • 17.

    Vergaderingen zijn in beginsel niet openbaar.

Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden van het gemeentebestuur, de cliëntenraad, en de contactpersoon van de gemeente.

Artikel 3 Taken van het college

  • 1.

    Het college vraagt over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk contactpersoon advies aan de cliëntenraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. De beleidsvoornemens hebben betrekking op de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Bbz, het minimabeleid en de schuldhulpverlening.

  • 2.

    Het college betrekt de cliëntenraad actief bij de beleidsvoorbereiding.

  • 3.

    Van een tijdstip als bedoeld in het eerste lid is sprake als:

    • a.

      de betrokken ambtenaar voornemens is een advies uit te brengen aan het college met betrekking tot de in lid 1 genoemde onderwerpen.

    • b.

      de adviesaanvraag aan de cliëntenraad wordt toegezonden uiterlijk vier weken voorafgaand aan de datum waarop het college voornemens is het beleid vast te stellen of voor te leggen aan de raad.

  • 4.

    Na vaststelling van de bestuurlijke planning van de Afdeling vindt overleg plaats met de cliëntenraad over de onderwerpen waarover aan de cliëntenraad in elk geval advies wordt gevraagd.

  • 5.

    Door het college kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de werkwijze in het kader van de advisering door de cliëntenraad. Deze regels komen tot stand na overleg met de cliëntenraad.

  • 6.

    Het college draagt er zorg voor dat het lidmaatschap van de cliëntenraad van geen enkele invloed is op de behandeling van de cliënt door de gemeentelijke medewerkers.

  • 7.

    Het college voorziet de cliëntenraad Werk en Inkomen op tijd van informatie die nodig is om de in artikel 5 genoemde taken te kunnen uitvoeren.

  • 8.

    Voor een met name te noemen tijdsduur kan de cliëntenraad geheimhouding worden opgelegd.

Artikel 4 Ondersteuning cliëntenraad

Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:

  • a.

    stelt het een vergaderruimte ter beschikking;

  • b.

    geeft het de leden van de cliëntenraad toegang tot kantoormiddelen in het gemeentehuis zoals een kopieermachine en een printer; dit loopt via de contactpersoon.

  • c.

    stelt het ambtenaren van de gemeente in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting en uitleg, als daarom door de cliëntenraad is verzocht;

  • d.

    zorgt het ervoor dat aan de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt voor zover dat nodig is voor het naar behoren functioneren van de cliëntenraad;

  • e.

    verstrekt de informatie op een zodanig tijdstip dat daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en de besluitvorming;

  • f.

    indien van toepassing, ziet erop toe dat de cliëntenraad wordt geïnformeerd over de redenen van afwijking van het door de cliëntenraad gevraagd of ongevraagd gegeven advies;

  • g.

    zorgt voor een vast (ambtelijk) contactpersoon voor het contact tussen cliëntenraad en gemeente.

Artikel 5 Taken en bevoegdheden cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit in verband met door het college of de gemeenteraad voorgenomen beleid inzake de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Bbz, het minimabeleid en de schuldhulpverlening.

  • 2.

    Het advies als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk tien werkdagen voordat het college voornemens is het beleid vast te stellen of ter vaststelling voor te leggen aan de raad, uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling. Deze termijn geldt indien voldaan is aan artikel 3 lid 3 a.

  • 3.

    De cliëntenraad heeft het recht om haar adviezen openbaar te maken.

  • 4.

    De cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies over het feit of de gemeente volledig gebruik maakt van de ruimte die de wetgever haar biedt. Dit advies wordt gegeven aan de raad en het college.

  • 5.

    De cliëntenraad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften, andere zaken met betrekking tot een individuele persoon en in zaken betreffende de uitvoering van beleid. De cliëntenraad kan wel dingen signaleren ten aanzien van de uitvoering.

  • 6.

    De cliëntenraad onderhoudt en verzorgt zelf de communicatie met haar achterban.

  • 7.

    De cliëntenraad kan één of meerdere klankbordgroepen in het leven roepen. Deze klankbordgroepen bestaan uit inwoners met een beperkt inkomen die de cliëntenraad Werk en Inkomen ondersteunt in zijn adviserende taak.

  • 8.

    De cliëntenraad levert zijn bijdrage aan initiatieven en activiteiten die afstemming met andere gemeentelijke adviesraden beogen.

  • 9.

    De cliëntenraad kan aan het college met redenen omkleed een voorstel doen om een lid te schorsen en te ontslaan. Tot schorsing en ontslag kan worden overgegaan:

    • a.

      als het lid handelt in strijd met deze verordening;

    • b.

      wanneer het lid gedurende een half jaar verzuimt aan meer dan de helft van de vergaderingen deel te nemen;

    • c.

      als het lid spreekt namens de cliëntenraad zonder machtiging daartoe;

    • d.

      bij schending van de opgelegde dan wel expliciet afgesproken geheimhouding;

    • e.

      bij herhaaldelijke verstoring van de vergaderorde.

Artikel 6 Taken contactpersoon gemeente

De contactpersoon:

  • a.

    ziet erop toe dat adviesaanvragen en conceptbeleid de leden op een zodanig tijdstip bereiken dat zij hun rol effectief kunnen vervullen;

  • b.

    ziet erop toe dat de adviezen van de cliëntenraad worden meegenomen in de adviezen aan het college en de raad. In de adviezen wordt met heldere argumenten aangegeven waarom het advies van de cliëntenraad wel of niet is overgenomen;

  • c.

    ziet erop toe dat het advies van de cliëntenraad als separaat stuk aan de gemeenteraadsleden wordt toegezonden.

  • d.

    plant de overlegmomenten met de wethouder in;

  • e.

    maakt de agenda voor het overleg met de wethouder en maakt verslag van het overleg met de wethouder;

  • f.

    maakt afspraken met ambtenaren binnen de gemeentelijke organisatie als de cliëntenraad om toelichting vraagt voor de totstandkoming van een advies.

Artikel 7 Budget Cliëntenraad

  • 1.

    Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld voor onkosten. De clientenraad kan dit budget zelf beheren, of in beheer laten bij de gemeente. De cliëntenraad bepaalt zelf de besteding, binnen de grenzen van haar taken en bevoegdheden. Goederen die van het budget worden aangeschaft door de cliëntenraad worden geen individueel eigendom van de leden, maar blijven in eigendom van de cliëntenraad.

  • 2.

    De hoogte van het budget wordt nader vastgesteld door het college.

  • 3.

    Jaarlijks voor 1 april brengt de cliëntenraad aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde budget. Het bedrag dat in het voorgaande jaar niet is besteed wordt teruggestort naar de gemeente, indien aan de orde.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 8 Evaluatie.

Jaarlijks wordt door de cliëntenraad en het hoofd van de afdeling Sociale Zaken onder leiding van een gezamenlijk te kiezen extern deskundige beoordeeld of de gekozen opzet van de cliëntenparticipatie voldoet. De cliëntenraad brengt verslag uit van deze evaluatie aan de gemeenteraad.

Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekken oude verordening

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. Gelijktijdig worden ingetrokken:

  • a.

    De Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Groesbeek 2009;

  • b.

    De verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Millingen aan de Rijn 2009;

  • c.

    Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en inkomen 2009 Gemeente Ubbergen.

Artikel 10 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als 'Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Berg en Dal 2016'.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal, op 16 juni 2016

De raadsgriffier,

De voorzitter,

Toelichting Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Berg en Dal 2016

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid.

Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • die algemene bijstand ontvangen; als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;

  • personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • personen zonder uitkering, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. Dit wordt op een manier gedaan dat de cliëntenraad een onafhankelijke positie heeft ten opzichte van de gemeente en het gemeentebestuur. Dit uit zich in een eigen budget dat kan worden gestort op een bankrekening van de cliëntenraad, en de afwezigheid van een ambtenaar bij de eigen overleggen. Als de cliëntenraad behoefte heeft aan een toelichting op stukken, dan kan een ambtenaar worden uitgenodigd bij het overleg om deze toelichting te geven. Daarnaast is er minstens twee keer per jaar een overleg met de wethouder (s) Werk en Inkomen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Cliëntenraad

Lid 4. De clientenraad heeft geen adviesrecht ten aanzien van de uitvoering van beleid door de Sociale Dienst. Zij kan echter wel zaken signaleren bij de wethouder die in de uitvoering niet goed lopen vanuit het gezichtspunt van de klant. In bepaalde gevallen kan het daarnaast zinvol zijn om de cliëntenraad vooraf te betrekken bij uitvoeringsaspecten van beleid, om problemen of onduidelijkheden te voorkomen. Dit is met name zinvol bij complexe uitvoeringsvraagstukken.

Artikel 3 Taken van het college

Lid 3a: In de praktijk geldt de volgende werkwijze: de beleidsambtenaar legt eerst een richtinggevende memo voor aan de wethouder als hij/zij een bepaald onderwerp ter besluitvorming wilt voorleggen aan het college. Nadat de wethouder akkoord is met de richting, kan de memo worden voorgelegd aan de clientenraad, zodat de clientenraad in de gelegenheid wordt gesteld haar mening of visie te geven. Daarna volgt advisering aan het college.

Naar boven