Gemeenteblad van Eemsmond
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eemsmond | Gemeenteblad 2016, 86347 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eemsmond | Gemeenteblad 2016, 86347 | Verordeningen |
Wegsleepverordening gemeente Eemsmond 2016
De raad van de gemeente Eemsmond;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 juni 2016;
Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;
vast te stellen de volgende verordening:
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Eemsmond aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden.
De plaats van bewaring van voertuigen en de openingstijden van de bewaarplaats worden door het college vastgesteld.
Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, artikel 164, zevende lid en artikel 174, eerste lid van de weg, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
Bijlage Artikelsgewijze toelichting
In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze
verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich.
Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.
Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is
ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en
bromfietsen, invalidenvoertuigen en wagens. Al deze voertuigen vallen daarom
onder de werking van deze wegsleepverordening. Ook in de APV is een
bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de
openbare weg (zie artikel 5.12). Deze bepaling is aanvullend op wat de
wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5.12 van de APV spelen
namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het
uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.
Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de model-
wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting is gememoreerd, is de
bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor
het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de
vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden
aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten
binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.
Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van
wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en
onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij
gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen.
In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om
welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere
gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens,
parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.
In artikel 2 zijn de volgende wegen en weggedeelten aangewezen waar het
college van burgemeester en wethouders van de bevoegdheid tot toepassing
van bestuursdwang gebruik kan maken: alle wegen en weggedeelten binnen de
gemeente. Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van
wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en
weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals
bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én behoren tot
De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel
173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van
voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het
college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene 4
omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn
bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook
andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen. De
openingstijden kunnen wel nader door het college van burgemeester en
wethouders worden vastgesteld omdat ze niet expliciet genoemd zijn in artikel
173 WVW 1994. Voor de gemeente Eemsmondgeldt dan ook dat de
openingstijden, na advies van de korpschef van de politie Noord Nederland,
door het college worden vastgesteld.
In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen, is
geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in
bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het
gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband
houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook
om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop,
eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de
taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.
In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal
inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van
de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de
bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard dienen de opgenomen
kosten wel in overeenstemming te zijn met de genoemde kostencomponenten.
De gemeente dient uiteraard wel voor zichzelf en eventueel derden inzicht te
hebben in de wijze waarop de genoemde kosten zijn berekend. Deze
berekening zal ook in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures de
gerechtelijke toets moeten kunnen doorstaan. Genoemde kosten zijn gebaseerd
op de geldende – eveneens kostendekkende – tarieven.
In het tweede lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaring van
voertuigen worden geregeld, wordt het begrip ‘etmaal’ gebruikt. Het etmaal,
zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een
voertuig en eindigt 24 uur later.
In het derde lid is een bepaling opgenomen op grond waarvan de in het eerste
en tweede lid genoemde bedragen jaarlijks kunnen worden geïndexeerd.
Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze
wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een
voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen.
Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:
het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat
iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van
drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW
de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare
kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct
te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan
voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er
sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.
Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in
bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang.
Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is
geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In
feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het
strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse
bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170
e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. In de wegsleepverordening
zijn nu ook de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en
openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van
voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing
Bijlage bij de toelichting "Wegsleepverordening gemeente Eemsmond 2016"
A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van
voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het
verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994)
noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd.
Een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij
het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5
Een voertuig is tot stilstand gebracht:
1. op een kruispunt, rotonde of een overweg;
2. op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;
3. op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;
5. bij een bord bushalte (eventueel: ook tramhalte) ter hoogte van de
geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een
afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient
voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;
6. op de rijbaan langs een busstrook;
7. op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;
8. langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1
9. op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of
autoweg, of – behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de
vluchthaven of de berm van zo’n weg. (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en
81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)
1. bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;
2. voor een inrit of een uitrit;
3. buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;
4. langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1
5. op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;
6. binnen een erf, waarbij – voor zover het een motorvoertuig betreft – geen
gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid
7. op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;
8. op een parkeergelegenheid voor zover het voertuig niet behoort tot de op
het onderbord aangegeven categorie voertuigen, op een andere wijze dan
op het onderbord is aangegeven, dan wel op de dagen of uren waarop dit
blijkens het onderbord is verboden;
9. in een parkeerschijfzone, tenzij op een parkeerplaats die als zodanig is
aangeduid of aangegeven of plaatsen die voorzien zijn van een blauwe
10. op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep indien het
motorvoertuig niet is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf,
waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met parkeren is begonnen en
de toegestane parkeerduur niet is verstreken; 7
11. zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld;
(Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij
Een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing,
gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander
persoon (zie artikel 82 RVV 1990);
Gevaarlijk of hinderlijk gedrag
Een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat
gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de
weg wordt of kan worden gehinderd. (Zie artikel 5 WVW 1994, het
Nadere toelichting Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de
wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de
verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de
algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten
worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk
wegsleepwaardig is. In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10
RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen,
bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990),
gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir,
voetpad of fietspad. In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde
in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het
RVV 1990. In onderdeel c is er sprake van overtreding van het bepaalde in
artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV
1990. In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel
82 RVV 1990. In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in
artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel. Op grond van deze bepaling is het
verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan
worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden
gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op
de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is
geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.
B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang
van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170,
eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van
voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd
a. op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1
van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als
bedoeld in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter
plaatse een parkeerverbod geldt;
b. op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage
of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel
23, lid 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod
c. op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan
niet met onderbord) voor zover:
het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep
het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;
het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;
d. op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage,
tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;
e. op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die
tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;
tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar
aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;
die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren
f. op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage
(met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder
van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van
g. op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor
zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep
h. op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en
bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het
voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;
i. in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die
bijlage (eventueel: met uitzondering van aangegeven dagen en uren).
Nadere toelichting Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de
wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de
verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het
vrijhouden van wegen en weggedeelten. In de oude wettelijke regeling werd
een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten
worden weggesleept wanneer hier door onbevoegden werd geparkeerd,
namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk
meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk
werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of
belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit
wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en
weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het
bijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-86347.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.