Gemeenteblad van Baarn
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Baarn | Gemeenteblad 2016, 83913 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Baarn | Gemeenteblad 2016, 83913 | Beleidsregels |
Gemeente Baarn - Mandaatbesluit RUD Utrecht / Gemeente Baarn
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht .
Burgemeester en wethouders van de Gemeente Baarn
-de RUD Utrecht per 1 juli 2014 start met haar taakuitvoering;
-de Gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht 2.0 op 1 januari 2014 in werking is getreden met daarin de grondslag voor nadere regelgeving in het kader van mandaat, volmacht en machtiging;
-dit mandaatbesluit van toepassing is op de door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht 2.0 verleende mandaten
-Het algemeen bestuur en de directeur van RUD Utrecht 2.0 hebben ingestemd met mandaatverleningdoor de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht 2.0 aan RUD Utrecht 2.0;
-afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
-de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de wet- en regelgeving als genoemd in de bijlage bij dit besluit;
-artikel 2 lid 3, artikel 18 en artikel 19 lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht 2.0;
Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht - gemeente Baarn
De in artikel 1 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht 2.0 opgenomen definities zijn vantoepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder
Artikel 2: Mandaat en ondermandaat
1. Het college verleent aan de directeur mandaat voor de bevoegdheden genoemd in de bijlage.
2. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheden die in de bijlage uitdrukkelijkzijn uitgezonderd.
3. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheid tot besluiten tot de intrekkingvan een vergunning overeenkomstig artikel 5.19 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
4. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheid tot beslissen op bezwaarschriften,bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
5. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in het eerste lid, in ondermandaat opdragen aan personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn, tenzij dat ten aanzien van een concreet mandaat in de bijlage uitdrukkelijk is uitgesloten.
Artikel 3: Uitsluiting BRZO- en RIE 4-inrichtingen
Het mandaatbesluit geldt niet ten aanzien van bevoegdheden die betrekking hebben op vergunningver-lening, toezicht en handhaving van de BRZO- en RIE 4-inrichtingen.
Bij de uitoefening van een mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke regelingen, besluiten, verordeningen, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels van het Rijk en het college betrokken dan wel, indien dat in een van de genoemde regels is bepaald, in acht genomen, conform de algemene en specifieke instructies en financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.
Onverminderd het eerste en derde lid heeft een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend een voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde of de politieke gevoelens in de gemeenteraad of de samenleving naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken. In de gevallen, bedoeld in de vorige volzin, verschaft de directeur de benodigde informatie en voert overleg met het college alvorens de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, uit te oefenen.
Artikel 6: Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijk gesteld de verlening van:
De directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat genomen besluiten via de reguliere planningscyclus en control cyclus, een en ander in overleg met de mandaatgevers. De verslaglegging, bedoeld in het eerste lid, wordt ter kennisneming het ter zake bevoegd bestuursorgaan wordt gezonden.
Namens burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht
Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het hiervoor bepaalde ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de eerst gemandateerde, wordt geplaatst.
Artikel 9: Bekendmaking en inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op de dag waarop het is bekendgemaakt.
Dit besluit wordt aangehaald als: mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Baarn
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 24 juni 2014,
Namens burgemeester en wethouders,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-83913.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.