Gemeenteblad van Lochem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lochem | Gemeenteblad 2016, 78954 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lochem | Gemeenteblad 2016, 78954 | Beleidsregels |
Beleidsregels bijzondere bijstand en armoede- en mimimabeleid 2016
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
de woonkosten bij een koopwoning: de kosten die de eigenaar verschuldigd is voor: de hypotheekrente, de premie voor opstalverzekering, het eigenaar gedeelte van de onroerend zaak belasting, de omslagheffing voor huiseigenaren (de waterschapslasten), een vast bedrag voor kosten van groot onderhoud en ingrijpende reparaties. Deze kosten worden conform het budgethandboek NIBUD vastgesteld. Het gaat om onderhoud woning en onderhoud CV-installatie;
Door het aanvullende karakter en de vangnetfunctie van de Pw, ligt ook het niveau van de voor bijstandsverlening vatbare bijzondere voorzieningen op het niveau van het minimum. Dat wil zeggen dat de meest goedkope en eenvoudige voorziening die een adequaat noodzakelijke oplossing biedt, als passend en toereikend wordt geacht.
In verband met het uitgangspunt dat de Pw in het stelsel van bestaansvoorzieningen de plaats inneemt van het laatste vangnet, speelt het begrip voorliggende voorziening een bepalende rol. Artikel 15 Pw is van belang: geen recht op bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. De bijzondere bijstand in het kader van de Pw mag het beleid, dat gevoerd wordt bij voorliggende voorzieningen niet doorkruisen. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot de kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt.
Aan de verstrekking van bijzondere bijstand kunnen, conform artikel 55 van de Pw, nadere verplichtingen worden verbonden die strekken tot arbeidsinschakeling, dan wel die verband houden met aard en doel van een bepaalde vorm van bijstand of die strekken tot een beperkt beroep op deze bijstand.. Een verplichting kan, op advies van een arts, inhouden het zich onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard.
Aan een persoon die geen recht op bijzondere bijstand heeft kan het bestuur, gelet op alle omstandigheden, bijzondere bijstand verlenen indien daartoe zeer dringende redenen aanwezig zijn.
Het bestuur kan de hoogte van de bijzondere bijstand verlagen indien de belanghebbende niet aan de verplichtingen voldoet die verbonden zijn aan de verstrekking van de bijstand, blijk geeft van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, dan wel anderszins een maatregelwaardige gedraging te verwijten valt. De afstemming van de bijstand gebeurt conform de Maatregelenverordening 2015.
Van het in aanmerking te nemen inkomen worden middelen genoemd in artikel 31 lid 2 Pw niet tot het draagkrachtinkomen van de belanghebbende gerekend. De middelen worden dus voor de bijzondere bijstand vrijgelaten. Het inkomen wordt op dezelfde wijze vastgesteld als bij de algemene bijstand, conform de artikelen 32 en 33 van de Pw.
Inkomsten uit arbeid van ten laste komende kinderen (artikel 31 lid 2 sub h Pw) worden alleen vrijgelaten, indien het bijzondere bijstand betreft voor een ander in de bijstand begrepen persoon dan het minderjarige kind met inkomsten uit arbeid. Betreft het een aanvraag voor het minderjarige kind zelf, dan moeten deze inkomsten wel worden meegenomen.
Aanvragen voor bijzondere bijstand kunnen worden ingediend tot en met een half jaar na het moment waarop de kosten zijn gemaakt. Het is dus mogelijk om met terugwerkende kracht bijzondere bijstand te verlenen. Voorwaarde is in ieder geval dat de noodzakelijkheid van de kosten alsnog kan worden vastgesteld en dat belanghebbende ten tijde van het ontstaan van de kosten niet over voldoende middelen kon beschikken.
7.1 Bijzondere bijstand voor jongeren 18-21 jaar
9.1 Collectieve ziektekostenverzekering
Het bestuur beëindigt de deelname van een deelnemer aan de collectieve ziektekostenverzekering wanneer de deelnemer niet meer aan de voorwaarden voldoet of op eigen verzoek van de deelnemer. De deelname wordt niet eerder beëindigd dan met ingang van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de deelnemer niet meer aan de voorwaarden voldoet, tenzij de deelnemer verzoekt de beëindiging eerder te doen plaatsvinden.
In voorkomende gevallen kan het bestuur de medische noodzaak laten vaststellen door een hiervoor aangewezen instantie. De bijzondere bijstand moet aangevraagd zijn voor met de (voortgezette) behandeling wordt gestart en de kosten zijn gemaakt, zodat eerst een medisch advies kan worden opgevraagd om de noodzaak en eventueel de goedkoopst adequate voorziening vast te stellen.
In gevallen waarbij de belanghebbende niet aanvullend is verzekerd voor tandheelkundige kosten wordt rekening gehouden met de vergoeding die mogelijk geweest zou zijn indien men zich bij zijn/haar verzekering verzekerd zou hebben middels het goedkoopste aanvullende verzekeringspakket, inclusief tandartsverzekering.
9.7 Tegemoetkoming kosten schoonmaakhulp: VERVALLEN PER 1 JUNI 2016
Voor zover een partner, kinderen of andere huisgenoten geobjectiveerde beperkingen heeft en/of kennis/vaardigheden mist om deze gebruikelijke ondersteuning ten behoeve van de cliënt uit te voeren en deze vaardigheden (nog) niet kan aanleren wordt van hen geen bijdrage verwacht. Hierbij speelt bijvoorbeeld de leeftijd van het kind een rol.
. wanneer voor de partners, ouder, kind en/of andere huisgenoot eigen mogelijkheden en/of voorliggende voorzieningen zijn om de (dreigende) overbelasting op te heffen dienen deze eigen mogelijkheden en/of voorzieningen hiertoe te worden aangewend.
. de partners, ouder, volwassen kind en/of andere volwassen huisgenoot moet bereid zijn (maatschappelijke) activiteiten te beperken, voor zover dat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden.
9.8 Begrafenis- of crematiekosten
Bijzondere bijstand ten behoeve van begrafenis of crematie kan verleend worden aan de nabestaande van de overledene, voor zover de uitvaartkosten niet uit de nalatenschap voldaan kunnen worden en de nabestaande niet over toereikende middelen beschikt om (zijn aandeel in) de uitvaartkosten te voldoen.
Er wordt uitgegaan van ongekleurde glazen, waarbij de goedkoopste kunststof glazen niet worden aangemerkt als luxe. Ook ontspiegelde glazen en kunststofglazen met hardingslaag (voor kinderen) komen in aanmerking voor een vergoeding. Andere aanpassingen aan de glazen kunnen alleen voor vergoeding in aanmerking komen indien er een medische indicatie is van een (erkende) behandelende oogarts.
Indien er sprake is van bijziendheid of verziendheid worden standaard varilux glazen als goedkoopst adequate voorziening aangemerkt. Hierdoor wordt voorkomen dat er 2 aparte brillen moeten worden aangeschaft. Een tweede bril komt alleen in aanmerking voor vergoeding indien er een medische indicatie is van een erkende oogarts.
Voor de kosten van contactlenzen kan maximaal één maal per 2 jaar bijzondere bijstand worden verleend, onder de voorwaarden dat de vergoeding nooit meer mag bedragen dan die voor een bril onder dezelfde omstandigheden. De kosten van de noodzakelijke lenzenvloeistof zijn voor eigen rekening en komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking.
Deze regeling is uitsluitend bedoeld voor de aanschaf van een computer en randapparatuur, een internetverbinding en noodzakelijke software. De regeling is niet bedoeld voor de aanschaf van games, randapparatuur voor games, webcams, of andere zaken die niet noodzakelijk zijn voor het zakelijke gebruik van de computer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-78954.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.