Gemeenteblad van Nuenen, Gerwen en Nederwetten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | Gemeenteblad 2016, 78948 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | Gemeenteblad 2016, 78948 | Overige besluiten van algemene strekking |
Kadernota Veiligheid 2015-2018 gemeente Nuenen
‘Samen (door)werken aan veiligheid’
De raad van de gemeente Nuenen c.a.;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015
gelet op artikel 38b van de Politiewet en de bepalingen in de Gemeentewet;
de Kadernota Veiligheid 2015-2018 gemeente Nuenen c.a. vast te stellen
Nuenen wil een gemeente zijn waar inwoners, ondernemers en bezoekers veilig zijn en zich veilig voelen. In vergelijking met de andere 39 gemeenten in de regionale (politie) eenheid Oost-Brabant is Nuenen relatief veilig. Dit willen we zo houden en waar mogelijk verder verbeteren. Hoe we dit de komende vier jaar gaan invullen, is uitgewerkt in deze Kadernota Veiligheid 2015-2018.
In essentie is ons veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en aanpakken van criminaliteit en het voorkomen dat de openbare orde wordt aangetast.
Deze kadernota geeft richting aan het uitvoeringsbeleid en biedt dus kaders die bijdragen aan het bereiken van:
Daarnaast helpt de kadernota de gemeente om de regierol op het gebied van veiligheid op zich te nemen. Deze regierol houdt in dat we sturen op een effectieve samenwerking met alle partners op het gebied van veiligheid. De rol vloeit voort uit het feit dat wettelijk is bepaald dat de burgemeester is belast met de handhaving van openbare orde en veiligheid. Deze kadernota kan daarvoor als sturingsmiddel beschouwd worden. De uitvoering van dit beleid komt tot stand in samenwerking met betrokken partners (zie bijlage 1).
Het integraal veiligheidsbeleid raakt nagenoeg alle gemeentelijke beleidsterreinen. Er zijn veel belangrijke thema’s, maar die kunnen niet allemaal direct en met dezelfde intensiteit worden opgepakt. De basis van deze kadernota is een analyse van de huidige lokale veiligheidssituatie, de Veiligheidsanalyse 2010-2014 van de gemeente Nuenen. Met behulp van de veiligheidsanalyse heeft de gemeenteraad prioriteiten vastgesteld die we met voorrang oppakken. Deze prioriteiten staan uitgewerkt in deze kadernota en bieden daarmee de kaders voor verdere realisatie.
Het college stelt jaarlijks een uitvoeringsprogramma Veiligheid vast met daarin de stand van zaken met betrekking tot prioriteiten en een overzicht van wat we het volgende jaar concreet gaan doen op het gebied van veiligheid. De onderwerpen die niet geprioriteerd worden, raken niet ‘uit beeld’. Deze worden in het uitvoeringsprogramma Veiligheid opgenomen.
Belangrijk verschil tussen prioriteiten en de overige onderwerpen is dat de overige onderwerpen geen bijzondere doorontwikkeling of intensivering behoeven; ze hebben meer een ‘going concern’-karakter.
Wij werken volgens Kernbeleid Veiligheid van de VNG waarbij een onderscheid wordt gemaakt in veiligheidsvelden en –thema’s. In bijlage 2 is een schema opgenomen met de veiligheidsvelden en veiligheidsthema’s (waaronder de prioriteiten). In bijlage 3 is de beleidscyclus van het integraal veiligheidsbeleid opgenomen.
Bij het focussen op de gestelde prioriteiten, nemen we een aantal uitgangspunten in acht. Deze punten fungeren als kaders voor de uitvoering van het beleid (prioriteiten en overige onderwerpen).
A. We stimuleren eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en zelfredzaamheid
We gaan uit van een eigen verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemers om de zelf regels na te leven en daarnaast criminaliteit te voorkomen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke maatregelen zij zelf kunnen nemen. De gemeente en haar partners ondersteunen en stimuleren door middel van goede voorlichting over de mogelijkheden.
B. We betrekken onze burgers (burgerparticipatie)
Veiligheid kan niet alleen worden gerealiseerd door de gemeente en haar partners. Wij stimuleren deelname van inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties aan de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid. Inwoners kunnen een rol vervullen als ‘de ogen en oren’ op straat en spelen daarom een belangrijke rol in het voorkomen van criminaliteit en bij opsporingsonderzoeken. In onze veiligheidsaanpak gaan we inwoners en ondernemers nog meer betrekken om veilige woon- en leefomgeving te bevorderen.
C. We werken samen aan veiligheid (integrale ketenaanpak, samen met de partners, op adequaat schaalniveau)
Het veiligheidsbeleid is niet iets van de gemeente alleen. Dat doen we met onze (keten)partners zoals politie, Openbaar Ministerie, Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost, woningcorporaties, welzijnsorganisaties, jeugdinstellingen en vele andere organisaties.
De aanpak binnen veiligheid wordt gekenmerkt door een goede afstemming van de verschillende activiteiten met onze partners. Hierbij gaan we uit van de veiligheidsketen:
In de veiligheidsketen is het doel een goede balans te realiseren tussen preventieve en repressieve maatregelen. De lijn is preventief waar het kan (zo veel mogelijk voorkomen) en repressief waar het moet (wanneer nodig hard optreden door politie en OM). Toezicht en handhaving maken een logisch onderdeel uit van een sluitende reguleringsketen. In de veiligheidsaanpak zetten we zo veel mogelijk beproefde methodes in die bijdragen aan een goede veiligheid in Nuenen.
Oog voor de impact bij inwoners
Bij de uitvoering van maatregelen op het gebied van veiligheid houden we rekening met wat het effect van de maatregel op het veiligheidsgevoel van inwoners kan zijn.
D. We verbinden zorg en veiligheid
De decentralisaties in het sociale domein (decentralisatie jeugdzorg, AWBZ, Participatiewet) hebben directe raakvlakken met een groot aantal thema’s uit het veiligheidsdomein. Het gaat bijvoorbeeld over overlastgevende jeugdgroepen, huiselijk geweld, woonoverlast, multiprobleem gezinnen, nazorg ex-gedetineerden, jongeren die afglijden richting de criminaliteit, psychisch kwetsbaren die overlast veroorzaken en een gevaar vormen voor zichzelf en hun omgeving.
De decentralisaties en de daarbij behorende werkwijzen kunnen de veiligheid (zowel objectief als subjectief) in de dorpskernen onder druk zetten. Aan de andere kant, de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het hele sociale domein biedt ook kansen. Door preventie, zorg, drang en dwang te combineren kunnen wij als gemeente mensen beter helpen: ‘één gezin, één plan, één regisseur’ onder de vlag van het Centrum Maatschappelijke Deelname (CMD). Wanneer reguliere inzet van de partners binnen de eigen keten niet meer werkt, wordt een beroep gedaan op het Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost (a).
Ook moet rekening worden gehouden met (toekomstige) nieuwe wetgeving op het gebied van de GGZ en de forensische zorg. In deze wetten wordt de nadruk gelegd op het verbinden van zorg en veiligheid, maar ook op ambulantisering (b) van de zorg. Dit kan tot gevolg hebben dat bepaalde doelgroepen eerder en/of sneller terugkeren in de samenleving, met mogelijke gevolgen voor (woon)overlast.
E. We stellen realistische doelen en algemene doelen
Een volledig veilige leefomgeving zonder criminaliteit en overlast bestaat niet. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid staan deze doelen gespecificeerd en waar mogelijk SMART geformuleerd (c). Op deze manier kunnen we de doelstellingen, waar nodig, tussentijds bijstellen op basis van actuele ontwikkelingen.
De kaders die in deze nota zijn gesteld, richten zich op de inzet van de zes prioriteiten die hier aan bod komen. Hieronder staan per prioriteit onze doelstelling, de hoofdlijn van de aanpak en flankerend beleid(d) geschetst. Deze aspecten zijn op hoofdlijnen uitgewerkt.
In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid staan de acties voor dat komende jaar benoemd op basis van de ervaringen van het voorgaande jaar en mogelijke nieuwe ontwikkelingen. Accenten qua maatregelen en instrumenten zijn indicatief, niet limitatief.
Woninginbraak behoort met geweld, straatroof en overvallen tot de High Impact Crimes. Voor deze delicten geldt dat er een grove inbreuk plaatsvindt in het privédomein van het slachtoffer. Iedere inbraak kost de maatschappij ongeveer € 4.600,-. Maar belangrijker is de grote emotionele schade die slachtoffers vaak nog lang na een inbraak ondervinden. Wij willen dat onze inwoners veilig wonen en zich veilig voelen. Om dat te bereiken zijn inspanningen nodig van de burger zelf, de gemeente, de politie en de woningbouwcorporaties.
In Nuenen en de overige Dommelstroom-gemeenten is in het aantal woninginbraken een dalende trend waar te nemen. Uitbannen kan niet, maar met een effectieve, preventieve aanpak ‘aan de voorkant’ (met inwoners en ondernemers), in combinatie met integrale daderaanpak ‘aan de achterkant’, is er een effectief samenspel van preventie en repressie.
Het doel is het verlagen van het aantal woninginbraken. Hiervoor bewandelen we drie sporen:
De domeingerichte aanpak richt zich op (kenmerken van) een buurt, wijk of woning. Er is daarbij aandacht voor algemene (preventieve) maatregelen en we realiseren gerichte activiteiten op locaties waar veel inbraken voorkomen, de zogenoemde hotspots. Maatregelen en acties die gebaseerd zijn op goede informatie en analyse, hebben een veel grotere kans op effect. Belangrijke vragen daarbij zijn:
Dit 'informatie gestuurde werken' staat bij politiebasisteam Dommelstroom nog in de kinderschoenen. Belangrijke vraag die we de komende beleidsperiode gaan uitwerken is: Hoe kunnen we gestructureerde informatie gebruiken om:
(Potentiële) slachtoffergerichte aanpak richt zich zowel op slachtoffers van een woninginbraak als de potentiële slachtoffers. Preventieve activiteiten, zoals voorlichting, dragen bij aan de bewustwording bij inwoners over het risico dat zij lopen op een woninginbraak én wat zij zelf kunnen bijdragen aan het voorkomen van woninginbraken en het pakken van de daders.
De dadergerichte aanpak moet er toe leiden dat daders op hun huid worden gezeten, de pakkans wordt vergroot en herhaling wordt voorkomen. Hiervoor wordt een gezamenlijke aanpak door verschillende partijen gehanteerd. Het Veiligheidshuis speelt hierbij een cruciale rol.
Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is sociaal beleid gericht op de thuis- en gezinssituatie, wijk- en dorpsgericht werken, inrichting en beheer van de openbare ruimte en vergunning- en handhavingsbeleid. Beleid van externe partners dat hier relevant is, is met name het landelijke en regionale politie- justitiebeleid, gericht op aanpak van vermogenscriminaliteit.
Geweld komt nog steeds veel voor en in allerlei vormen en heeft een grote impact op slachtoffers. In onze buurten en wijken, in thuissituaties en tegen werknemers met een publieke functie. Denk aan overvallen, straatroof, relationeel (huiselijk) geweld (e), kindermishandeling en uitgaansgeweld. De gemeente Nuenen wil en zal geweld niet tolereren.
Om de genoemde vormen van geweld effectief aan te pakken, gaan we de komende jaren, in afstemming met onze partners, verschillende acties ondernemen. Daarbij is het uitwisselen van informatie, zowel onderling, als met actoren in de zorg, de horeca en het bedrijfsleven een basisvoorwaarde voor succes.
De komende beleidsperiode is er ook speciale aandacht voor ouderen. De vergrijzing binnen de gemeente zorgt ervoor dat de groep ouderen de komende periode groeit. Ouderen blijven steeds langer zelfstandig wonen. Zij vormen daardoor een kwetsbare groep om slachtoffer te worden van veel voorkomende criminaliteit, zoals straatroven, woningovervallen, babbeltrucs en woninginbraken. Maar ook de brandveiligheid in seniorenwoningen is een belangrijk aandachtspunt. Voorlichting over de risico’s en preventiemaatregelen aan deze kwetsbare groep staat de komende beleidsperiode dan ook centraal. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid worden concrete acties opgenomen.
Aanpak huiselijk geweld/relationeel geweld
Kinderen en volwassenen hebben recht op een veilig thuis. Geweld in huiselijke kring en kindermishandeling zijn onaanvaardbaar. Het bestrijden van dit geweld, het doorbreken van het taboe rondom het onderwerp en het voorkomen van schade en overdracht naar een volgende generatie vragen om een sluitende integrale aanpak. De ketenaanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is gericht op het voorkomen, signaleren (inclusief bevorderen melding en aangifte), stoppen en het beperken van de schadelijke gevolgen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat doen we via maatwerk per geval. Instrumenten zoals het tijdelijke huisverbod worden adequaat ingezet ter voorkoming van escalatie en recidive van geweld.
Het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling heet Veilig Thuis Zuidoost-Brabant. Iedereen, zowel inwoners als professionals, kan voor advies of meldingen over (kinder)mishandeling en geweld in huiselijke kring terecht bij Veilig Thuis Zuidoost-Brabant. Veilig Thuis Zuidoost-Brabant werkt samen met politie, Openbaar Ministerie en zorgpartners aan het terugdringen van deze vorm van geweld.
3. Aanpak georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit
De georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in heel Nederland een ernstig maatschappelijk probleem. Het zorgt niet alleen voor veel onveiligheid en (drugs)overlast bij de bevolking, maar ook voor minder zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving. Een belangrijk doel is dan ook het tegengaan van de vermenging van de onderwereld met de bovenwereld (f).
Net als veel andere gemeenten heeft Nuenen te maken met verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit. Het gaat om fenomenen als georganiseerde hennepteelt, het vervaardigen van synthetische drugs, drugshandel, uitbuiting, illegale prostitutie, mensenhandel, illegale autohandel en witwaspraktijken. Politie en justitie zijn primair verantwoordelijk voor de strafrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Doordat criminele activiteiten vaak samengaan met reguliere activiteiten, zijn wij hier als gemeente ook bij betrokken.
Een effectieve bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit vraagt om een geïntegreerde aanpak (1-overheid) op regionaal niveau. De strafrechtelijke opsporing en vervolging sluiten daarbij aan op fiscale en bestuurlijke maatregelen. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) speelt hier een ondersteunende rol. Het doel daarbij is:
Waar ligt de kracht van de gemeente
Onze kracht ligt primair in ‘hinderen, verstoren en tegenhouden’. Belangrijke aanknopingspunten zijn vergunningverlening, toezicht en handhaving. Zo voeren we de Bibob-toets uit bij vergunningaanvragen binnen geselecteerde branches. Samen met partners houden we toezicht op de naleving van regels. Waar nodig intensiveren we de handhaving. Eventueel formuleren we extra voorschriften, generiek of in vergunningen. Bij complexere situaties, waarbij zich meerdere vormen van criminaliteit voordoen of vermoed worden – ‘handhavingsknelpunten’–, is integrale handhaving het meest effectief. De combinatie van regimes waarop gehandhaafd wordt, vergroot de slaagkans en het effect van de interventie. We zetten dit instrument de komende tijd gericht en goed geborgd in.
Samenwerkingspartners bij dit thema zijn politie, justitie, belastingdienst, FIOD en buurgemeenten. Regionale samenwerking valt onder het Convenant Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen. Als uitvloeisel daarvan worden wij ondersteund door het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC). Het RIEC helpt ons bedreigingen te herkennen, beoordelen en van de juiste aanpak te voorzien.
Wat is er nodig voor een goede aanpak
Voorwaarde voor een effectieve aanpak is bewustzijn /awareness van de aard en risico’s van de fenomenen waar het hier om gaat. Belangrijk is dat we onze eigen informatiepositie versterken. Dat hangt direct samen met het vergroten van de bewustwording van de gemeentelijke organisatie. Het inzetten op de bewustwording van de eigen organisatie is dan ook stap 1. Het bestuur en ambtelijke organisatie moeten zich er nog meer van bewust worden dat ook in de gemeente Nuenen sprake is van georganiseerde criminaliteit en dat de (diensten van de) lokale overheden ingezet worden om criminele activiteiten te ontplooien. De volgende stap is om de eigen organisatie bewust te maken van de signalen die op dergelijke criminele activiteiten kunnen duiden. Tot slot is het van belang dat duidelijk is waar medewerkers deze signalen aan kunnen kaarten en vast moeten leggen, zodat een casus bij voldoende signalen integraal opgepakt kan worden.
Het dumpen van afval van drugslabs en hennepplantages in het buitengebied is een steeds groter wordend probleem in Brabant en Limburg. Daarnaast worden in het buitengebied van deze gemeenten regelmatig hennepkwekerijen (zoals tussen de mais of in bosgebied) en drugslabs aangetroffen. Overlast, stijgende kosten en een gevaar voor de veiligheid en de gezondheid zijn de gevolgen hiervan. Vooralsnog valt de stijgende lijn niet in Nuenen waar te nemen. Als het aantal incidenten in het buitengebied toeneemt, dan worden adequate maatregelen toegepast om te komen tot een verbetering van de situatie van het buitengebied. Dit geldt ook voor (het voorkomen van) stroperij. De eventuele maatregelen worden opgenomen in het jaarlijks uitvoeringsprogramma Veiligheid.
Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is vergunning- en handhavingsbeleid, aanbestedingen- en subsidiebeleid, recreatie- en toerismebeleid, beleid in het sociaal domein (uitkeringen/bijstand). In kader van Veilige Publieke Taak worden trainingen georganiseerd om het bewustzijn/awareness onder bestuurders en medewerkers te verhogen. Beleid van externe partners dat hier relevant is, is met name het landelijke en regionale politie- en justitiebeleid, gericht op de aanpak van ondermijnende, georganiseerde criminaliteit.
4. Aanpak problematische jeugd en jeugdgroepen (met name drank- en drugsgebruik)
‘It takes a village to raise a child’, zo luidt het van oorsprong Afrikaans gezegde. Maar die ‘village’ bestaat niet meer in een tijd waarin allerlei sociale verbanden zijn vervaagd, en waarin kinderen opgroeien in een geïndividualiseerde samenleving. Problematische jeugd(overlast) kan worden gezien als een opvoedprobleem van ouders, maar vervolgens ook school, omwonenden, jongerenwerkers, gemeenschap (g), gemeente en politie.
De ouders, omwonenden en de gemeenschap moeten de vaardigheid ontwikkelen en de verantwoordelijkheid nemen om onze jongeren aan te spreken op hun overlastgevend gedrag, inclusief drank- en drugsgebruik. De maatschappelijke, zorg- en veiligheidspartners zijn er ook om de ouders, omwonenden en de gemeenschap te ondersteunen in deze rol.
Ondanks het geringe aantal overlastgevende of hinderlijke jeugdgroepen, blijven jongeren met problemen en het gebruik van drugs en alcohol onder jongeren, een belangrijk thema de komende jaren.
Door de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten, is het borgen van de nauwe aansluiting tussen de zorg- en de veiligheidsketen noodzakelijk. Een intensieve samenwerking rondom (een) jongere(n) met problemen tussen gemeenten en partners uit de zorg- en veiligheidsketen vergt de komende jaren daarom nog meer aandacht.
Jeugdoverlast en –criminaliteit zijn verder afgenomen. We voeren een goede balans van preventie en repressie, van strafrecht en zorg. Ouders en omwonenden hebben de vaardigheid ontwikkeld en nemen de verantwoordelijkheid om onze jongeren aan te spreken op hun overlastgevend gedrag, inclusief drank- en drugsgebruik.
Wij richten ons zowel op individuele jongeren met problemen, beschouwd in hun eigen context (‘systeem’), als op problematische jeugdgroepen. Wij voeren de regie op de aanpak van problematische jeugdgroepen en het Openbaar Ministerie voert de regie over de strafrechtelijke aanpak van criminele jeugdgroepen.
Als het gaat om jeugdoverlast, treedt in eerste instantie ambulant jongerenwerk in contact met de melders van jeugdoverlast. Het doel is dat de jongeren met de omwonenden onder begeleiding van het ambulant jongerenwerk gezamenlijk tot een oplossing komen. De omwonenden leren onder andere de jongeren aan te spreken op hun gedrag. Als het nodig is, maakt de gemeente samen met politie, OM en jongerenwerk een analyse per groep om probleemgericht en persoonsgericht effectieve interventies in te kunnen zetten. In de aanpak werkt de gemeente nauw samen met ouders, omwonenden, gemeenschap, ondernemers, CMD, welzijnsinstellingen, scholen, woningcorporaties, etcetera.
Onder regie van de gemeenten wordt persoonsgericht te werk gegaan: effectief aanpakken van kopstukken uit de overlastgevende jeugdgroepen door optimaal en creatief gebruik te maken van het wettelijk instrumentarium. Deze aanpak moet aansluiten bij de gezinsgerichte aanpak vanuit de zorg. Wanneer reguliere inzet van de partners binnen de eigen keten niet meer werkt, wordt een beroep gedaan op het Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost.
Doelstellingen in relatie tot alcohol en drugsgebruik onder jongeren, vallen onder het gezondheidsbeleid. Drank- en drugsmisbruik vormen echter vaak de katalysator voor geweld. Naast repressieve interventies is het ook noodzakelijk dat we samen met zorgpartners (zoals GGD en Novadic) ook preventieve maatregelen nemen. We ondersteunen de NIX18-campagne.
Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is sociaal beleid gericht op de thuis- en gezinssituatie, zoals het beleidsplan Sociaal domein inclusief Wmo, jeugd-en participatiebeleid, maar ook leerplicht, onderwijs- en arbeidsmarktbeleid, wijk- en dorpsgericht werken, economisch beleid en handhavingsbeleid.
5. Bevorderen brandveiligheidsbewustzijn
In 2015 is het eindrapport Toekomstvisie Brandweerzorg vastgesteld. De toekomstvisie is een pleidooi voor versterking van ‘de voorkant van brandveiligheid’. Pijlers zijn namelijk het voorkomen van onveiligheid en incidenten, eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en een optredende overheid bij grote risico’s. Belangrijk is de inzet op bewustwording en gedragsverandering bij burgers in het kader van brandveiligheid. Dit moet leiden tot minder branden, slachtoffers en schade. Deze doelstelling is uitgangspunt in het nieuwe programmaplan Brandveilig Leven. Brandveilig Leven biedt diverse producten aan die een bijdrage leveren aan de doelstelling.
We zetten vooral in op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, bedrijven en instellingen. Organisaties die bovengemiddeld veel te maken hebben met mensen met een verminderde zelfredzaamheid, krijgen hierbij extra aandacht. Zelfredzaamheid houdt in dat inwoners en
gebruikers weten wat ze moeten doen om een brand te voorkomen, te ontdekken en te ontvluchten. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid worden concrete acties c.q. producten opgenomen.
Het project Nuenen (brand)veilig gaat door
In 2013 zijn we gestart met het project ‘Nuenen (brand)veilig’, waarbij rookmelders door vrijwilligers werden geplaatst in private woningen in Gerwen, Nederwetten en Eeneind en
alle huurwoningen van woningbouwvereniging Helpt Elkander. Het project is erg succesvol. Allereerst door de toename van de veiligheid van onze inwoners door het plaatsen van
rookmelders en een verhoging van het brandveiligheidsbewustzijn. Daarnaast is het project zeker ook een succes vanuit het oogpunt van burgerparticipatie en sociale cohesie. Nu deelproject I is afgerond, wordt het project verder uitgerold over de rest van koopwoningen in Nuenen. Het succes leidt ertoe dat er regionale en landelijke aandacht is voor het project.
In 2013 heeft de gemeente Nuenen meegedaan met de Veiligheidsmonitor (h) waarbij er uitspraken zijn gedaan over de leefbaarheid en veiligheid in de gemeente Nuenen. Door middel van een enquête is aan inwoners ook gevraagd wat zij als het grootste probleem in hun buurt ervaren, waarvan zij vinden dat dit als eerste moet worden aangepakt. In Nuenen is de volgende top 3 ontstaan:
Ook blijkt uit de Veiligheidsmonitor 2013 ontevredenheid over het groenonderhoud.
Uit de Veiligheidsmonitor 2013 blijkt dat hard rijden als buurtprobleem nummer 1 wordt aangemerkt.
Gelet op de ongevallencijfers, kunnen we concluderen dat het om subjectieve onveiligheid gaat (het gevoel van mensen).
Extra infrastructurele maatregelen zullen het probleem niet oplossen. Onze inwoners veroorzaken dan ook vaak zelf het probleem: volgens onderzoek door Veilig Verkeer Nederland komt 90% tot 100% van de hardrijders in een woonstraat uit de eigen wijk. Het is dan ook belangrijk de bewoners (mede-) verantwoordelijk te maken voor de verkeersveiligheid in de wijk. We zetten in op mensgerichte maatregelen, hierbij haken we zoveel mogelijk aan bij de Brabantbrede acties.
Parkeerproblemen staat in de top 3, maar is enkel voor 7% van de ondervraagden een probleem. We blijven onze aanpak voor wat betreft parkeren voortzetten: bij een melding wordt eerst een quickscan van het gebied gemaakt en indien nodig een schouw op locatie uitgevoerd. Mocht dit onvoldoende beeld geven kan in het uiterste geval een parkeerdrukmeting worden gedaan. Als blijkt dat sprake is van een probleem, dan wordt adequaat gehandeld. De melder wordt geïnformeerd over de uitkomst van de scan, schouw of parkeerdrukmeting en eventuele vervolgstappen.
Het college stelt voor de aanpak van overlast van hondenpoep een plan op. De insteek van de aanpak is om de hondenbezitter beter op te voeden (beter bekendmaken van het hondenbeleid en zorgen dat de overlastveroorzaker bewust is van het probleem en dat
de oplossing niet alleen bij de gemeente ligt). De aanpak leidt ertoe dat er minder overlast wordt ervaren.
Samen met onze burgers zorgen wij voor een fijne woon- en leefomgeving. Een van de acties die op dit gebied wordt uitgevoerd is de wijkschouw. Wij bezoeken per jaar vier wijken om, naast de reguliere onderhoudsplannen, meer intensief, samen met burgers naar de situatie in de wijk te kijken en kijken welke acties er (samen) opgepakt kunnen worden.
In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke voorzieningen we moeten treffen om de uitvoering van het veiligheidsbeleid zo zorgvuldig en integraal mogelijk te laten verlopen.
4.1 Bestuurlijke en ambtelijke coördinatie
Met deze kadernota worden de kaders voor het veiligheidsbeleid voor de komende vier jaar bepaald. De uitvoering van het veiligheidsbeleid vindt plaats op basis van de kadernota. Jaarlijks stellen we een uitvoeringsprogramma Veiligheid op met daarin de concrete
activiteiten. Het bepalen en uitvoeren van de activiteiten in het uitvoeringsprogramma gebeurt samen met de partners. Daaruit voortvloeiend maken we afspraken in het uitvoeringsprogramma over hun bijdrage aan het veiligheidsbeleid en de gestelde doelen in de kadernota.
Artikel 172 Gemeentewet geeft aan dat de burgemeester verantwoordelijk is voor handhaving van de openbare orde. De coördinatie op de uitvoering van het veiligheidsbeleid ligt bij de driehoek (burgemeester, OM en politie). De burgemeester gaat over de openbare orde en het OM over de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. In de driehoek worden afspraken gemaakt over de aanpak van prioriteiten en inzet van de politie op basis van de kadernota en de veiligheidsontwikkelingen in de gemeente.
Integrale verantwoordelijkheid
Een integraal veiligheidsbeleid is meer dan alleen het stellen van veiligheidsprioriteiten. Denk ook aan bijvoorbeeld veiligheid(saspecten) bij de inrichting van de openbare ruimte, bij
ontwikkeling van jeugd- of jongerenbeleid of beleid voor informatieveiligheid/privacy.
Het veiligheidsbeleid is dan ook een integrale verantwoordelijkheid van het college. Iedere
portefeuillehouder heeft op de een of andere wijze in zijn portefeuilles raakvlakken met veiligheid. De burgemeester stemt de veiligheidsaanpak af met de wethouders en waar nodig geven zij samen richting aan de uitvoering en aanpak. In de gemeentelijke organisatie moet op alle gebieden aandacht zijn voor veiligheid. Ambtelijk is de beleidsmedewerker
Openbare Orde en Veiligheid verantwoordelijk voor het veiligheidsbeleid en specifiek voor de realisatie van de doelen in de kadernota. Per prioriteit en activiteiten kijken we welke partners nodig zijn en in welke vorm afstemming plaatsvindt.
Met de invoering van de nationale politie wordt steeds meer op eenheidsniveau beleidslijnen bepaald en zaken afgestemd.
De burgemeester neemt deel aan een aantal regionale en landelijke overleggen gericht op veiligheid. Ook op ambtelijk niveau vindt deelname plaats aan overleggen waarin beleid wordt voorbereid en afgestemd voor bestuurlijke besluitvorming.
Nuenen kiest ervoor om de gelden voor veiligheid waar mogelijk te integreren in de diverse beleidsvelden (verkeer, vergunningverlening, handhaving, brandweer, rampenbestrijding, etc). Daardoor is het niet eenvoudig om het totaalbedrag voor veiligheid in beeld te
In programma 2 Veiligheid en Handhaving is een algemeen budget opgenomen in de meerjarenbegroting 2016-2019. Uit dit budget worden bijvoorbeeld de kosten voor de vierjaarlijkse veiligheidsmonitor, het project Nuenen (brand)veilig, onze bijdrage aan het Veiligheidshuis en het RIEC betaald.
De belangrijkste opgave van de komende jaren is de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Om uitvoering te geven aan deze opgave zijn via de programmabegroting 2016 en de meerjarenbegroting 2016-2019 extra middelen ontvangen. Onderstaande budgetten zijn opgenomen in de begroting 2016.
Via de planning- en controlcyclus wordt in hoofdlijnen verantwoording afgelegd over de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Als in de komende beleidsperiode extra middelen nodig zijn voor realisatie van de plannen dan wordt dit voorgelegd aan de gemeenteraad.
De communicatiestrategie binnen veiligheid is gericht op:
Om gedrag van inwoners, ondernemers en bezoekers van de gemeente te beïnvloeden, communiceren we over welke regels binnen de gemeente gelden en wat mensen zelf kunnen doen om de veiligheid te verbeteren.
Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, zetten we verschillende communicatie-instrumenten in. Dat resulteert in een afgewogen mix van zowel persoonlijke als schriftelijke en digitale media. Denk aan publicaties op de website, sociale media, huis aan huis brieven en door het organiseren van themagerichte bijeenkomsten. De exacte invulling van deze communicatie komt in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma aan bod.
Daarin wordt, onder andere, per prioriteit een concreet communicatieplan opgesteld, met daarin beschreven wie verantwoordelijk is voor de communicatie, wie de doelgroep is en
welke middelen er ingezet worden met bijbehorende doelstellingen. De gemeente publiceert de kadernota en het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid op de gemeentelijke website.
In geval van een (dreiging van) sociale of fysieke ramp of crisis, kan de gemeente Nuenen gebruik maken van de mogelijkheid om op het gebied van crisiscommunicatie een beroep te doen op de kennis en expertise van de veiligheidsregio.
Na het vaststellen van deze kadernota door de gemeenteraad komt een jaarlijks terugkerende cyclus op gang. Allereerst worden de ambities en doelstellingen uit de kadernota door vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma (en de evaluatie) wordt vastgesteld door het college en vervolgens ter kennisname aan de commissie ABZ/Fin voorgelegd. Aan het eind van het jaar evalueren we het uitvoeringsprogramma. Deze evaluatie geldt als input voor het uitvoeringsprogramma van het jaar daarna.
Bijlage 1 Betrokken partners in het veiligheidsdomein
Gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden:
•Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Bijlage 2 Onderwerpen veiligheid (voor uitvoeringsprogramma) volgens Kernbeleid Veiligheid VNG
Een meetbare doelstelling gaat over een gekwantificeerd, geoperationaliseerd doel, bevat een of meer indicatoren (meetbare variabelen) en bevat een streefwaarde (het nagestreefde niveau waarop de indicator op een vastgelegd moment moet komen). Een voorbeeld van een meetbare doelstelling: het aantal aangiften woninginbraak in Nuenen (de indicator) moet in 2018 gedaald zijn tot 88 (de streefwaarde).
Er zijn verschillende beleidsontwikkelingen, zowel intern als extern, die nauw samenhangen met integrale veiligheid en die niet los gezien kunnen worden van het nieuwe integrale veiligheidsbeleid. Een aantal van deze flankerende beleidsprocessen zijn: Algemene plaatselijke verordening, evenementenbeleid, handhavingsbeleid, jeugdbeleid, preventie- en handhavingsplan Drank- en Horecawet, beleid openbare ruimte, Bibob-beleidsregels, verkeersbeleid, bestuurlijke en ambtelijke integriteit. De opsomming is niet limitatief.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-78948.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.