DELEGATIEBESLUIT

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht

Gelet op artikel 31 van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht; artikel 10 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; artikel 232, vierde lid van de Gemeentewet en afdeling 10.1.2. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

aan het bestuur van het samenwerkingsverband Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht de bevoegdheid over te dragen tot het heffen en invorderen (inclusief het behandelen van bezwaar- en beroepschriften) van:

  • -

    de rechten op basis van de Verordening op de heffing en invordering van Leges, alsmede de daarbij behorende tarieventabel

  • -

    de rechten op basis van de Verordening op de heffing en invordering van Leges omgevingsvergunning, alsmede de daarbij behorende tarieventabel

  • -

    de rechten op basis van de Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden

  • -

    de rechten op basis van de Verordening op de heffing en invordering van Brug-, schut- en havengelden, alsmede de daarbij behorende tarieventabel

  • -

    de rechten op basis van de Verordening op de heffing en invordering van Begraafplaatsrechten, almede de daarbij behorende tarieventabel

  • -

    de belasting op basis van de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen alsmede de daarbij behorende tarieventabel.

Op het moment dat het bestuur van de BghU de heffingsambtenaar heeft aangewezen treedt dit besluit in werking.

Aldus besloten op 9 februari 2016 ,

De secretaris, de burgemeester,

Naar boven