Gemeente Borger-Odoorn, Vaststelling Legesverordening omgevingsvergunning 2016

 

 

De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 17 december 2015 de hiernavolgende gemeentelijke belastingverordening vastgesteld:

Legesv erordening omgevingsvergunning 20 16

Alle tarieven zijn verhoogd met 2,75%. De verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

U kunt de verordening vinden op www.overheid.nl of opvragen bij het Klantcontactcentrum.

Tegen de vaststelling van een verordening staat geen bezwaar of beroep open.

GEMEENTERAAD

Onderwerp: Legesverordening omgevingsvergunning 2016 met de daarbij behorende tarieventabel 2016-01

Registratienummer:15.27046

De raad van de gemeente Borger-Odoorn,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met corsanr. 15.27029;

Gelet op de artikelen 216 en 229 eerste lid, aanhef, onderdelen a en b van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning 2016

Legesverordening omgevingsvergunning 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder “vaststelling van een bestemmingsplan”: vaststelling van een nieuw bestemmingsplan, herziening of gedeeltelijke aanpassing van een geldend bestemmingsplan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “leges“ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

De in de tarieventabel genoemde leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 2.

    het in behandeling nemen van een verzoek of aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel voor sociale huurwoningen. Onder sociale huurwoningen worden verstaan woningen of woonwagens als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de huurtoeslag, voor de huur waarvan huurtoeslag op grond van die wet kan worden verleend en waarvan de rekenhuur niet hoger is dan de van toepassing zijnde aftoppingsgrens bedoeld in artikel 20, tweede lid, van die wet.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Indien voorafgaand aan, dan wel volgend op een aanvraag om een omgevingsvergunning afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening inzake grondexploitatie is dan wel wordt toegepast, kunnen geen leges worden geheven voor al die diensten, die zijn opgenomen in de exploitatiebijdrage.

Artikel 6 Wijze van heffing en bekendmaking

  • 1.

    De leges worden geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving, welke kan worden gesteld op het bewuste stuk waarvan de leges worden geheven.

  • 2.

    Het gevorderde bedrag wordt aan belastingschuldige bekendgemaakt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld en termijnen van betaling

  • 1.

    De leges zijn verschuldigd bij het aanvragen van een in deze verordening omschreven dienst.

  • 2.

    De leges dienen voldaan te worden binnen 30 dagen nadat het verschuldigde bedrag aan belastingplichtige ter kennis is gebracht.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 10 Overgangsrecht

De “Legesverordening omgevingsvergunning 2014” van 28 november 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Legesverordening omgevingsvergunning 2016".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Borger-Odoorn op 17 december 2015.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

H.J. van Olst mr. J. Seton

Bijlage “Tarieventabel 2016-01”

 

 

 

 

TARIEVENTABEL 2016-01

 

 

 

 

behorende bij de Legesverordening omgevingsvergunning 2016

 

 

 

 

Indeling tarieventabel

 

 

 

 

 

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

 

 

 

Hoofdstuk

1.Begripsomschrijvingen

 

 

Hoofdstuk

2.Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

 

Hoofdstuk

3.Omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk

4.Vermindering

 

 

Hoofdstuk

5.Teruggaaf

 

 

Hoofdstuk

6.Intrekking omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk

7.Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

Hoofdstuk

8.Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

Hoofdstuk

9.Sloopmelding

 

 

Hoofdstuk

10.In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk

1. Begripsomschrijvingen

 

 

 

 

 

 

1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

 

1.1.1

aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

 

 

 

1.1.2

bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

 

 

 

1.1.3

sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

 

 

 

1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

 

 

 

 

1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

 

 

 

 

1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk

2. Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

 

 

 

 

 

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

0,00

 

 

 

 

Hoofdstuk

3. Omgevingsvergunning

 

 

 

 

 

 

3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

 

 

3.1

Bouwactiviteiten

 

 

 

 

 

 

3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

 

3.1.1.1

bij bouwkosten tot € 900,00

72,05

 

 

 

 

3.1.1.2

bij bouwkosten van € 900,00 of meer, doch minder dan € 4.500,00

72,05

 

 

 

plus 4,44% van de bouwkosten boven € 900

 

 

 

 

3.1.1.3

bij bouwkosten van € 4.500,00 of meer, doch minder dan € 22.500,00

231,75

 

 

 

plus 3,26% van de bouwkosten boven € 4.500

 

 

 

 

3.1.1.4

bij bouwkosten van € 22.500,00 of meer, doch minder dan € 45.000,00

819,15

 

 

 

plus 2,73% van de bouwkosten boven € 22.500

 

 

 

 

3.1.1.5

bij bouwkosten € 45.000,00 of meer

1.433,95

 

 

 

plus 2,25% van de bouwkosten boven € 45.000

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

 

 

 

 

3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 150 % van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van

263,95

 

 

 

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

 

 

 

 

3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen

42,25

 

 

 

 

3.2

Beoordeling geluidsonderzoek

 

 

 

 

 

 

3.2.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift een akoestisch onderzoek wordt beoordeeld

154,15

 

 

 

 

 

 

 

 

3.3

Aanlegactiviteiten

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1:

 

 

 

 

 

 

3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

158,40

 

 

 

 

3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

323,05

 

 

 

 

3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

4.117,45

 

 

 

 

3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

323,05

 

 

 

 

3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

527,90

 

 

 

 

3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

4.117,45

 

 

 

 

3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

4.117,45

 

 

 

 

3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

4.117,45

 

 

 

 

3.5

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

 

3.5.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

158,40

 

 

 

 

3.5.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

323,05

 

 

 

 

3.5.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

4.117,45

 

 

 

 

3.5.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

323,05

 

 

 

 

3.5.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

527,90

 

 

 

 

3.5.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

4.117,45

 

 

 

 

3.5.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

4.117,45

 

 

 

 

3.5.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

4.117,45

 

 

 

 

3.6

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

 

 

 

 

3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

287,70

 

 

 

 

3.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

164,40

 

 

 

 

3.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

 

 

 

 

3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Gemeente Borger-Odoorn aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.7.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Gemeente Borger-Odoorn aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.8

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

 

 

 

 

3.8.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

147,80

 

 

 

 

3.9

Aanleggen of veranderen weg

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.10

Uitweg/inrit

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief

63,35

 

 

 

 

3.11

Kappen

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief

52,80

 

 

 

 

3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

 

 

 

 

 

3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

306,20

 

 

 

 

3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.14

Andere activiteiten

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

 

 

 

 

 

3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

 

3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief

306,20

 

 

 

 

3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

 

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

 

3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.

 

 

 

 

 

 

3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

 

 

3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

 

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

 

 

 

 

 

3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

26,40

 

 

 

 

3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

26,40

 

 

 

 

3.17

Advies

 

 

 

 

 

 

3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij Algemene Maatregel van Bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

 

 

 

 

3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

 

 

 

 

3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

 

 

 

 

3.18.1.1

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

306,20

 

 

 

 

Hoofdstuk

4. Vermindering

 

 

 

 

 

 

4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

 

 

 

 

 

4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning en de hierbij behorende stukken volledig digitaal via www.omgevingsloket.nl zijn ingediend, wordt met uitzondering van artikel 3.17.1, het totale legesbedrag, zoals bepaald in artikel 3, verminderd met 5% van het totale legesbedrag.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk

5. Teruggaaf

 

 

 

 

 

 

5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

 

 

 

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

 

 

5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan 100 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

 

 

 

 

5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen ervan 80 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

 

 

 

 

5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken na het in behandeling nemen ervan 60 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

 

 

 

 

5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

 

 

 

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 5 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

 

5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

 

 

 

 

5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 of 3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 25 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

 

5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

 

 

5.4

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

 

 

 

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.17 en 3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk

6. Intrekking omgevingsvergunning

 

 

 

 

 

 

6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.2 van toepassing is

0,00

 

 

 

 

Hoofdstuk

7. Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

 

 

7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

79,15

 

 

 

 

Hoofdstuk

8. Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

 

 

 

 

8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

739,05

 

 

 

 

Hoofdstuk

9. Sloopmelding

 

 

 

 

 

 

9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in de Bouwverordening.

0,00

 

 

 

 

Hoofdstuk

10. In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

 

 

 

10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

105,60

 

 

 

 

 

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van de gemeente Borger-Odoorn van 17 december 2015.

 

De griffier van de gemeente Borger-Odoorn,

 

 

 

 

 

 

H.J. van Olst

 

 

Naar boven