Gemeenteblad van Oosterhout
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oosterhout | Gemeenteblad 2016, 72775 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oosterhout | Gemeenteblad 2016, 72775 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit wijziging Uitvoeringsbesluit re-integratievoorzieningen Participatiewet 2016, gemeente Oosterhout
Artikel I Wijziging Uitvoeringsbesluit re-integratievoorzieningen
Het Uitvoeringsbesluit re-integratievoorzieningen Participatiewet 2015, gemeente Oosterhout wordt als volgt gewijzigd.
Aan artikel 2.1 wordt na het zesde lid een nieuw zevende lid toegevoegd luidende:
Aan artikel 5.1 wordt na het zesde lid een nieuw zevende lid toegevoegd luidende:
In artikel 7.3, derde lid, komt ‘inclusief pensioenopbouw’ te vervallen.
Op grond van de Participatiewet heeft de gemeenteraad de Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Oosterhout vastgesteld. Een aantal onderdelen van deze verordening is uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit re-integratievoorzieningen, dat door het college is vastgesteld. In de praktijk is gebleken dat er in het vastgestelde uitvoeringsbesluit enkele onduidelijkheden zitten. Daarnaast is er met ingang van 1 januari 2016 een landelijke no-riskpolis ingevoerd voor personen die tot de doelgroep van de banenafspraak behoren. Als gevolg hiervan is het gewenst om enkele wijzigingen aan te brengen in het Uitvoeringsbesluit re-integratievoorzieningen Participatiewet.
Artikel I Wijziging Uitvoeringsbesluit re-integratievoorzieningen
In de toelichting bij artikel 2.1 van het uitvoeringsbesluit is al wel aangegeven dat het in de rede ligt dat geen proeftijd meer wordt toegepast als er na een periode van proefplaatsing een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan. Er is echter niet expliciet opgenomen dat dit niet is toegestaan.
Het is zeer de vraag of het arbeidsrechtelijk wel is toegestaan om na een proefplaatsing alsnog een proeftijd toe te passen. De werkgever heeft immers gedurende de periode van de proefplaatsing al voldoende kunnen beoordelen of de werknemer geschikt is voor de werkzaamheden. Het na een proefplaatsing toepassen van de proeftijd kan dan ook worden beschouwd als een dubbele toepassing van de proeftijd. Dit is dan in strijd met artikel 7:652 van het Burgerlijk Wetboek, waarin een maximale termijn voor een proeftijd is opgenomen. Vanwege dit aspect wordt nu een nieuw zevende lid toegevoegd aan artikel 2.1 waarin expliciet is opgenomen dat een proeftijd niet meer toepast mag worden na een periode van proefplaatsing. Dit past ook in de harmonisatie van instrumenten, omdat bij de uitvoering van de Wajong door het UWV ook expliciet is bepaald dat na een proefplaatsing geen proeftijd mag worden toegepast.
In artikel 5.1, lid 4, van het uitvoeringsbesluit is bepaald dat de duur van een scholingstraject maximaal 12 maanden bedraagt. In het vijfde lid is verder bepaald dat de kosten van scholing of opleiding maximaal € 2.500 bedragen.
De praktijk laat zien dat deze beperkingen in sommige gevallen belemmerend werken. Om deze reden wordt er nu een nieuw zevende lid toegevoegd aan artikel 5.1. In dit zevende lid is expliciet opgenomen dat in individuele gevallen afgeweken kan worden van de bepalingen in het vierde en vijfde lid. Voor wat betreft de maximale duur van een scholingstraject speelt hierbij de invoering van de Wet taaleis Participatiewet een rol. Voor sommige personen is een periode van 12 maanden onvoldoende om het vereiste taalniveau te behalen. Ten aanzien van een afwijking van de maximale kosten van scholing of opleiding zal wel op voorhand voldoende aannemelijk moeten zijn dat dit de kansen op werkaanvaarding daadwerkelijk vergroot. Hierbij kan dan bijvoorbeeld gedacht worden aan een situatie waarbij er daadwerkelijk een baan in het vooruitzicht is gesteld op het moment dat de opleiding is afgerond.
Ten aanzien van plaatsingen in het kader van de banenafspraak en de plaatsing op een participatievoorziening beschut werk gelden de arbeidsvoorwaarden (zoals Cao-bepalingen) van de werkgever waar betrokkene in dienst komt als uitgangspunt. Niet in alle gevallen maakt een pensioenvoorziening onderdeel uit van deze arbeidsvoorwaarden. Om onduidelijkheid hierover te voorkomen wordt de bepaling, die hierover in het uitvoeringsbesluit is opgenomen, geschrapt. Het schrappen van deze bepaling betekent echter niet dat de werkgever altijd mag afzien van een pensioenvoorziening. Zoals hiervoor al is aangegeven zijn de reguliere arbeidsvoorwaarden die bij de werkgever gelden van toepassing en dit geldt dus ook voor een bepaling ten aanzien van een pensioenvoorziening.
In artikel 9.1 zijn bepalingen opgenomen over de no-riskpolis. Met ingang van 1 januari 2016 is er als gevolg van de invoering van de Wet harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten een landelijk no-riskpolis gericht op de doelgroep van de banenafspraak. Deze landelijke no-riskpolis wordt uitgevoerd door het UWV. Om deze reden kunnen gemeentelijke bepalingen over de no-riskpolis vervallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-72775.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.