Verordening precariobelasting 2016

 

 

De raad van de gemeente Alblasserdam;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016

Artikel 1 Voorwerp van belasting; belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Definities

  • 1.

    Bij de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      jaar : een kalenderjaar;

    • b.

      maand : een kalendermaand;

    • c.

      week : een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;

    • d.

      dag: een tijdvak van vierentwintig uur, beginnende des nachts om 00.00 uur.

  • 1.

    Delen van jaren, maanden, weken, dagen, vierkante en strekkende meters worden voor een geheel gerekend.

Artikel 3 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf en tarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat heffing ook voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 6 Restituties

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen het hebben van voorwerpen te allen tijde doen eindigen.

  • 2.

    Zij geven daarvan aan belanghebbende schriftelijk kennis, aan wie daarna de betaalde belasting in verhouding tot de verminderde tijd wordt teruggegeven.

  • 3.

    Indien de belanghebbende het hebben van voorwerpen vóór het verstrijken van de in de vergunning aangegeven termijn wil doen eindigen, vindt geen teruggaaf van betaalde belasting plaats.

Artikel 7 Vrijstellingen

Geen belasting wordt geheven:

  • 1.

    indien het hebben van voorwerpen strekt tot bevordering van de gezondheidszorg (zoals kankerbestrijding en de Nederlandse Hartstichting e.d.) en een internationale organisatie met een ideële doelstelling, zoals Unicef en Amnesty International e.d.;

  • 2.

    voor door een vereniging, waarop in principe de ‘Algemene Subsidieverordening’ van de gemeente Alblasserdam van toepassing is, gehouden rommelmarkt of bazar o.i.d.;

  • 3.

    voor voorwerpen, waarvan de aanwezigheid door de gemeente moet worden gedoogd;

  • 4.

    voor spiegels buiten het venster en voor vlaggenstokken en vlaggen, die niet zijn uitgehangen met het doel om reclame te maken;

  • 5.

    door de rechtverkrijgende van de houder van enige vergunning over het tijdvak, dat de belasting door diens voorganger is betaald;

  • 6.

    voor het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond voor het geval dit krachtens een andere belastingverordening der gemeente belastbaar is, of van belasting is vrijgesteld;

  • 7.

    voor brievenbussen van PostNL en voor wegwijzers van lichamen, die de belangen van het openbaar verkeer behartigen;

  • 8.

    voor woonwagens in de zin van art. 7:235 van het Burgerlijk Wetboek;

  • 9.

    voor het hebben van borden, masten, palen, e.d., die in verband met de verkiezingen van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht;

  • 10.

    voor het hebben van aanhangwagens en opleggers al of niet gekoppeld aan vrachtauto’s c.q. trekkers op door burgemeester en wethouders voor deze voertuigen aangewezen openbare gemeentegrond;

  • 11.

    voor het hebben van drainagebuizen.

Artikel 8 Wijze van heffing; tijdstip verschuldigdheid

  • 1.

    De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvangt neemt.

Artikel 9 Betalingstermijnen

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 2.500,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 1.

    Belastingaanslagen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het derde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting en andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Precariobelasting 2015’, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 1.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Precariobelasting 2016’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Alblasserdam,

d.d. 15 december 2015.

de griffier, de voorzitter,

Naar boven