Gemeenteblad van Maasgouw
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2016, 55214 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2016, 55214 | Verordeningen |
Algemene plaatselijke verordening gemeente Maasgouw
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:3 Indiening aanvraag
Als in het desbetreffende artikel geen termijn is vermeld voor de indiening van een vergunning of ontheffing, dan kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen als de aanvraag wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft.
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter vergunning en ontheffing
De vergunning en ontheffing zijn persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Wijziging en intrekking van vergunning en ontheffing
De vergunning en ontheffing kunnen worden gewijzigd of ingetrokken als:
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Degene die in een door de burgemeester aangewezen gebied en/of de daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouwen en inrichtingen, waarin naar zijn oordeel de openbare orde is verstoord, één of meer van de in het vijfde lid bedoelde overtredingen begaat, en zich zodanig buiten dat gebied gedraagt dat het effect daarvan ook in dit gebied direct merkbaar zijn, moet zich onmiddellijk uit dat gebied verwijderen en zich daar gedurende 24 uur verwijderd houden, nadat door of namens de burgemeester hem een daartoe strekkend bevel is gegeven.
Het in het eerste lid genoemde bevel wordt niet eerder gegeven dan na een eerste overtreding als genoemd waarvan proces-verbaal is opgemaakt en zich een soortgelijke tweede overtreding heeft voor gedaan waarbij de overtreder de aanzegging heeft gekregen dat bij een derde overtreding verwijdering volgt uit genoemd gebied voor vierentwintig uur.
Degene die in een door de burgemeester aangewezen gebied, als bedoeld in het eerste lid, in de door de burgemeester bepaalde termijn na een derde overtreding zoals genoemd in het tweede lid, een nieuwe overtreding begaat, moet zich onmiddellijk na bevel van of namens de burgemeester uit dat gebied te verwijderen en zich veertien dagen verwijderd te houden.
Degene die in een door de burgemeester aangewezen gebied, als bedoeld in het eerste lid, in de door de burgemeester bepaalde termijn na een vierde overtreding zoals genoemd in het derde lid, een nieuwe overtreding begaat, moet zich onmiddellijk na bevel van of namens de burgemeester uit dat gebied te verwijderen en zich vier weken verwijderd te houden.
Wat staat in het eerste tot en met het vijfde lid geldt niet als degene die voor de gebiedsontzegging in aanmerking komt in het door de burgemeester aangewezen gebied zijn woning heeft, zijn werk of beroep uitoefent of hulpverlenende instanties bezoekt. In dit laatste het geval, dan wordt de kortste route aangewezen, waar langs degene die de gebiedsontzegging krijgt opgelegd het gebied moet betreden of verlaten.
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Het is verboden een betoging op een openbare plaats te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, tenzij degene die dit voornemen heeft daarvan vóór de openbare aankondiging en tenminste twee werkdagen voordat de betoging wordt gehouden, daarvan een schriftelijke kennisgeving doet aan de burgemeester.
Afdeling 4 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:5 Voorwerpen op of aan de weg
Artikel 2:6 Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Afdeling 5 Veiligheid op de weg
Artikel 2:8 Hinderlijke beplanting en gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op een wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:9 Openen straatkolken e.d.
Het is degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
De vaststelling van de bovenvermelde klasse-indeling vindt plaats aan de hand van het scoreformulier risicopotentie evenement (zie bijlage 2).
Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet als:
de melding geschiedt minimaal 8 weken voorafgaand aan het begin van het evenement, tenzij op grond van een ingediende melding als bedoeld onder b, blijkt dat een evenement toch vergunningsplichtig is. In dat geval dient de vergunning 5 weken voorafgaand aan het begin van het evenement te worden aangevraagd.
Afdeling 7 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:14 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken, rookwaren of voedsel voor directe consumptie worden verstrekt of bereid die al dan niet op een andere plek worden genuttigd, met uitzondering van supermarkten en andere vormen van detailhandel waarin in hoofdzaak waren worden verkocht om ergens anders te nuttigen;
Onder openbare inrichting wordt mede verstaan:
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen worden verricht die verband houden met dan wel inherent zijn aan het exploiteren van wat in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als onder andere een smartshop, headshop of growshop of een combinatie van deze winkelvormen.
Artikel 2:15 Exploitatie openbare inrichting
Voor de uitoefening van zijn bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid kan de burgemeester nadere regels vaststellen (zie bijlage 4 Nadere regels terrassen). Ten aanzien van het exploiteren of laten exploiteren van een terras dat deel uitmaakt van een openbare inrichting kan de burgemeester in ieder geval nadere regels vaststellen voor:
Het is de exploitant en de leidinggevende van een openbare inrichting, die een horecabedrijf is in de zin van artikel 2:14, eerste lid, sub a van deze verordening, waar voedsel voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, verboden dit voor bezoekers geopend te hebben en bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 02:30 uur en 07:00 uur.
Het is verboden de sluitingstijd te verlengen als de schriftelijke melding als bedoeld in het zesde lid niet minimaal 5 werkdagen voor de datum waarop de verlenging van de sluitingstijd betrekking heeft, wordt gedaan en de buurtbewoners niet minimaal 5 werkdagen van tevoren door de exploitant of de leidinggevende hierover zijn geïnformeerd.
Afdeling 8 Bijzondere bepalingen horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet.
Artikel 2:22 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen
Een paracommerciële rechtspersoon die zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten waarbij het faciliteren van sociale interactie een voorname rol speelt, kan alcoholhoudende drank verstrekken. Dit mag echter alleen vanaf één uur voor de aanvang en tot uiterlijk twee uur na afloop van een activiteit die wordt gehouden in verband met de statutaire doelen van deze paracommerciële rechtspersoon. Maar niet later dan 02.00 uur.
Overige paracommerciële rechtspersonen kunnen alcoholhoudende drank verstrekken vanaf één uur voor aanvang en tot uiterlijk twee uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van deze paracommerciële rechtspersoon met inachtneming van de volgende schenktijden:
Artikel 2:23 Bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen
Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die zijn gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.
Artikel 2:24 Stellen van voorschriften en beperken vergunning
De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, zedelijkheid, volksgezondheid en ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de Drank- en Horecawet voorschriften aan de vergunning verbinden en de vergunning beperken tot zwak alcoholhoudende drank.
Afdeling 9 Toezicht op gelegenheden voor nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke ruimte waarin, in de uitoefening van beroep, bedrijf of vereniging aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of kamperen wordt gegeven.
Artikel 2:26 Melding exploitatie
Het is verboden een inrichting op te richten, over te nemen, te verplaatsen dan wel de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting te staken, zonder dit schriftelijk te melden aan de burgemeester, binnen drie dagen direct daarna.
Het is verboden een inrichting als bedoeld in deze Afdeling te exploiteren, zonder een nachtregister bij te houden als bedoeld in artikel 438 Wetboek van Strafrecht. Dit verbod geldt eveneens voor de exploitant of beheerder van, dan wel anderszins rechthebbende op een recreatiepark dat gelegenheid geeft tot nachtverblijf.
Artikel 2:28 Verschaffing gegevens nachtregister
Het is verboden in een inrichting de nacht door te brengen zonder naar waarheid en volledig het nachtregister in te vullen als bedoeld in artikel 2:30. Daarbij wordt in ieder geval melding gemaakt van naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en dag van vertrek.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:29 Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te laten exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:33 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het verbod is niet van toepassing als de inbrekerswerktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:39 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:40 Plaatsen van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek als:
De rechthebbende op herkauwende en eenhoevige dieren of varkens (vee) en pluimvee, die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat maatregelen worden getroffen zodat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: een handelaar als bedoeld in artikel 1 van de Algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:52 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: vuurwerk als bedoeld in het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit).
Artikel 2:55 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:56 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet te besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1, 2:36, 2:37, 2:38, 2:39, 2:54, 2:55, 5:49 of 5:50 van de Algemene plaatselijke verordening Maasgouw 2016 groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:57 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:4 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:7 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
Met het oog op de openbare orde en de belangen als neergelegd in de weigeringsgronden van de vergunning, kan door politieambtenaren aan personen die zich bevinden op de wegen of gebieden en gedurende de tijden bedoeld in het eerste lid, het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.
De burgemeester kan met het oog op de openbare orde en de belangen als neergelegd in de weigeringsgronden van de vergunning, personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid, verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen of gebieden en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:10 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het verbod bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 3 Beslistermijn en weigeringsgronden
Artikel 3:12 Weigeringsgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie en wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, als het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant besluit de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19a en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening- uiterlijk een half uur voor sluitingstijd te worden beëindigd, met uitzondering van inrichtingen waar op de aangewezen dagen een ruimere sluitingstijd geldt. In die gevallen dient het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de genoemde geluidsnormen om 02:00 uur te worden beëindigd.
Artikel 4:3 Melding incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19a en 2.20 van het Besluit en artikel 4:4 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting dit ten minste één week voor de aanvang van de festiviteit schriftelijk heeft gemeld bij het college.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten mits de houder van de inrichting dit ten minste één week voor de aanvang van de festiviteit schriftelijk heeft gemeld bij het college.
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid moet het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19a en 2.20 van het Besluit en artikel 4:4 van deze verordening- uiterlijk een half uur voor sluitingstijd worden beëindigd. Deze verplichting is niet van toepassing op inrichtingen waarvoor tijdens de incidentele festiviteit een ruimere sluitingstijd geldt. In die gevallen moet het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de genoemde geluidsnormen, om 02:00 uur worden beëindigd.
Artikel 4:4 Onversterkte muziek
Bij het ten gehore brengen van onversterkte muziek als bedoeld in artikel 2.18, eerste lid onder f en vijfde lid van het Besluit, vanwege het oefenen en het geven van uitvoeringen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, binnen inrichtingen is de onder e. opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat:
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:7 Natuurlijke behoefte doen
Het is voor personen verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn of haar natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:8 Toestand van sloten, andere wateren, niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten, andere wateren, niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:9 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen, enz.
In het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel het voorkomen van schade aan de openbare gezondheid, kan het college plaatsen aanwijzen die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg zijn gelegen, waar het verboden is de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen dan wel aanwezig te hebben:
Artikel 4:11 Handhaving reclame
Als het college voornemens is de reclame te verwijderen zoals bedoeld in het eerste lid, zal het college daaraan uitvoering geven door de reclame weg te nemen na de overtreder daarvan schriftelijk in kennis te hebben gesteld door middel van in ieder geval een vermelding van het voornemen op de reclame zelf.
Afdeling 4 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig, waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren. Na deze periode mag, gedurende een periode van één week, niet binnen een straal van 500 meter van voornoemde plek worden geparkeerd.
Artikel 5:7 Parkeren van grote voertuigen
Vanwege de schadelijke afbreuk aan het uiterlijk van de gemeente is het verboden een voertuig dat, inclusief van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, te parkeren op alle wegen of weggedeelten, gelegen binnen de bebouwde kom, van de kernen Maasbracht, Brachterbeek, Linne, Stevensweert, Ohé en Laak, Heel Beegden Thorn, Panheel en Wessem en de historische kern van Wessem.
Met het oog van de verdeling van de beschikbare parkeerruimte is het verboden een voertuig, dat inclusief de lading een lengte heeft van meer dan 6 meter, te parkeren waar dit buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte op alle wegen of weggedeelten, gelegen binnen de bebouwde kom, van de kernen Maasbracht, Brachterbeek, Linne, Stevensweert, Ohé en Laak, Heel, Beegden, Thorn, Panheel en Wessem en de historische kern van Wessem.
Artikel 5:8 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, inclusief de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op die manier dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:11 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college aangewezen plaatsen, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of het voorkomen van schade aan de openbare gezondheid, fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:12 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
1.In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare
en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel
diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Artikel 5:17 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
5.Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:18 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van
Artikel 5:21 Organiseren van een snuffelmarkt
De snuffelmarkt kan worden gehouden als de burgemeester niet binnen tien werkdagen na ontvangst van de melding heeft beslist dat het organiseren van de snuffelmarkt wordt verboden in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de leefomgeving, de volksgezondheid of het milieu. De burgemeester geeft daarvan binnen tien werkdagen na ontvangst van de melding aan de organisator met opgaaf van redenen bericht.
Afdeling 6 Openbaar water, vaarwegen en landschapsschoon Maasplassen
Artikel 5:23 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen te plaatsen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard, aan te brengen of te hebben, als deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens de artikelen 5:24 en 5:26 bepaalde.
Artikel 5:28 Verbod innemen ligplaats buiten de havens
Onverminderd het in artikel 5:24 bepaalde is het verboden met een vaartuig buiten de havens, langer dan 3 achtereenvolgende dagen op dezelfde ligplaats in te nemen of, als het vaartuig is verhaald, binnen 3 dagen weer dezelfde ligplaats in te nemen. Voor de toepassing van dit verbod wordt onder dag verstaan de tijd tussen 00.00 uur en 24.00 uur.
Artikel 5:30 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel of voor onmiddellijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 5:34 Commerciële activiteiten
Het is verboden zonder vergunning van het college zich met een vaartuig binnen de wateren te begeven met het doel commerciële activiteiten te verrichten zoals het drijven van handel of het beroepsmatig gelegenheid geven tot nachtverblijf.
Artikel 5:35 Verbod (ver)bouwen vaartuigen
Het is verboden binnen openbaar water, waarop het Binnenvaartpolitiereglement van toepassing is en voor de aan dit water grenzende oevers binnen een afstand van 150 meter uit de oeverlijn, vaartuigen te bouwen, te verbouwen of te slopen, met uitzondering van binnen de daartoe op grond van andere wettelijke voorschriften bestemde en zo in gebruik zijnde inrichtingen.
Het is verboden op oevers, wateren en plassen een waterscooter, die zich in een kennelijk voor onmiddellijk gebruik geschikte en beoogde staat bevindt, bij zich te hebben anders dan op daartoe door of namens de Minister van Verkeer en Waterstaat - ingevolge het Binnenvaartpolitiereglement - of door het college aangewezen plaatsen.
De schipper op een vaartuig moet ervoor te zorgen, dat het vaartuig op deugdelijke wijze is afgemeerd, op een manier dat het vrij van andere vaartuigen, steigers of palen blijft.
Artikel 5:44 Milieuhygiëne en veiligheid
Indien als gevolg van een ongeval, lekkage of anderszins benzine, andere ontvlambare of verontreinigde stoffen overboord gaan of anderszins in het water of op de oever terechtkomen, is de schipper op een vaartuig verplicht dit onmiddellijk aan de beheerder van de passantenhaven of bij diens afwezigheid aan de politie te melden.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:49 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 9 Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele as verstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van de gebods- en verbodsbepalingen genoemd in hoofdstuk 2 tot en met 5 en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde, veiligheid, bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Intrekking oude verordening
De Algemene Plaatselijke Verordening Maasgouw 2013 wordt ingetrokken.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-55214.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.