Bekendmaking wijziging Legesverordening Giessenlanden 2016

Naar aanleiding van een be­sluit van de gemeenteraad op 21 april 2016 wordt onderstaande belasting­veror­dening (in geconsolideerde vorm) beschikbaar gesteld op www.overheid.nl.

Legesverordening 2016 2e wijziging. Deze gewijzigde verordening treedt in werking op 1 mei 2016.

Raadsbesluit 2016 - 16

Zaaknummer : 16-18794 - 56

De raad van de gemeente Giessenlanden;

Gelezen het raadsvoorstel van 15 maart 2016

Overwegende dat bij de kadernota de financiële uitgangspunten voor de begroting 2016 zijn vastgesteld;

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de

 

Legesverordening Giessenlanden 2016 (2e wijziging)

 

Artikel I

De verordening wordt gewijzigd conform de bijlage bij dit besluit.

Artikel II
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2016.

  • 2.

    De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 mei 2016.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente

Giessenlanden van 21 april 2016.

De griffier,

mevr. mr. A. van Dijk - van den Hoef

De voorzitter,

ir. W.E. ten Kate

Bijlage bij raadsbesluit 2016-16: Verordening tot wijziging van de Legesverordening Giessenlanden 2016

Artikel I

Artikel 7 wordt vervangen door:

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • a.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, een maand na de dagtekening van de kennisgeving.

2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges, indien deze betrekking hebben op titel 2 van de bij de verordening behorende tarieventabel, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel II

De in artikel 5 van de Legesverordening Giessenlanden 2016 bedoelde tarieventabel wordt als volgt gewijzigd, de hoofdstukken en artikelen die niet genoemd worden blijven ongewijzigd van kracht:

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,95

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Het tarief tot het afgeven van een Eigen Verklaring

€ 34,00

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

Vervallen

 

1.11.2

tot het verrichten van een Sociaal Medische Advisering door de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst

€ 150,47

1.11.3

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 50,00

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 58,90

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 29,40

Hoofdstuk 16 Kabels en leidingen

1.16

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Giessenlanden

€ 207,65

1.16.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,61

1.16.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,61

Hoofdstuk 19 Algemene Plaatselijke Verordening Giessenlanden (A.P.V.)

 

De hieronder vermelde tarieven hebben betrekking op het in behandeling nemen van kennisgevingen of van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning of het verlenen van een ontheffing of een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Giessenlanden, in de tekst verder afgekort als A.P.V. In onderstaande tarieventabel wordt verwezen naar de betreffende artikelen van de A.P.V.

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.19.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1, vierde lid, A.P.V. (Samenscholing en ongeregeldheden)

€ 26,75

1.19.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10, derde lid, A.P.V. (Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie)

€ 26,75

1.19.1.3

Vervallen

 

1.19.1.4

Vervallen

 

1.19.1.5

Vervallen

 

1.19.1.6

Vervallen

 

1.19.1.7

een vergunning als bedoeld in artikel 2.72, eerste lid, A.P.V. (Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen)

€ 26,75

1.19.1.8

Vervallen

 

1.19.1.9

een ontheffing als bedoeld in artikel 4.6, tweede lid, A.P.V. (Geluidhinder)

€ 150,50

1.19.1.10

De in 1.19.1.10 genoemde bedragen worden verhoogd met een bedrag van:

Externe advieskosten e.d.

van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b. van de Gemeentewet is opgesteld

voor de toepassing van deze tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht

indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

1.19.1.11

Vervallen

 

1.19.1.12

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.2, vierde lid, A.P.V. (Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.)

€ 26,75

1.19.1.13

Vervallen

 

1.19.1.14

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.6, tweede lid, A.P.V. (Kampeermiddelen e.a.)

€ 26,75

1.19.1.15

Vervallen

 

1.19.1.16

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.8, vierde lid, A.P.V. (Parkeren van grote voertuigen)

€ 26,75

1.19.1.17

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.11, derde lid, A.P.V. (Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen)

€ 26,75

1.19.1.18

Vervallen

 

1.19.1.19

een vergunning als bedoeld in artikel 5.18, eerste lid, A.P.V. (Standplaatsvergunningen en weigeringsgronden)

€ 26,75

1.19.1.20

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.33, vijfde lid, A.P.V. (Beperking verkeer in natuurgebieden)

€ 26,75

1.19.1.21

Vervallen

 

1.19.1.22

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.36, derde lid, A.P.V. (Verboden plaatsen)

€ 26,75

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

2.1.1.4

Flitsvergunning:

Een flitsvergunning is een volledige (getoetste) vergunningsaanvraag door een officieel erkende architect, welke is opgenomen op de gemeentelijke lijst welke is gepubliceerd en opgenomen op de internetsite van de gemeente Giessenlanden, waarover binnen veel kortere termijn kan worden beslist.

Voor een flitsvergunning komen in aanmerkingen: Individuele woningbouw, verbouwingen aan/van woningen (niet zijnde monumenten) passend binnen het bestemmingsplan.

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

een vast bedrag van

€ 132,30

 

vermeerderd met

2,884 %

 

van de bouwkosten.

 

2.3.1.2

Flitsvergunning

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en er wordt verzocht om een flitsvergunning, bedraagt het tarief

€ 755,00

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische commissie

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is verhoogd met het bepaalde in artikel 2.3.16.

 

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Indien de aanvraag van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, worden de onder 2.3.1.1. genoemde leges verhoogd met 25 % met een maximum van € 1.000,00.

 

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 132,30

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

een vast bedrag van

€ 132,30

 

vermeerderd met

0,512 %

 

van de aanlegkosten.

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) verhoogd met:

€ 360,70

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) verhoogd met:

€ 360,70

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) verhoogd met:

€ 629,25

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) verhoogd met:

€ 2.785,00

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 464,60

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 464,60

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 790,50

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 2.785,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief een vast bedrag van, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 216,90

 

vermeerderd met een bedrag per gebruiksoppervlakte van:

 

2.3.5.1

cat. 1: 0 t/m 100 m2

€ 216,90

2.3.5.2

cat. 2: 101 t/m 500 m2

€ 89,90 + € 1,27 per m2

2.3.5.3

cat. 3: 501 t/m 2.000 m2

€ 484,90 + € 0,48 per m2

2.3.5.4

cat. 4: 2.001 t/m 5.000 m2

€ 1.244,90 + € 0,10 per m2

2.3.5.5

cat. 5: 5.001 t/m 50.000 m2

€ 1.594,90 + € 0,03 per m2

2.3.5.6

cat. 6: meer dan 50.000 m2

€ 2.594,90 + € 0,01 per m2

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de Erfgoedverordening 2010 Giessenlanden aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist:

€ 458,00

2.3.6.2

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien externe advisering nodig is van de monumentencommissie per uur

€ 96,00

 

met een maximum van zes uur.

 

2.3.6.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de Erfgoedverordening 2010 Giessenlanden aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 319,00

2.3.7

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 406,50

2.3.8

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 406,50

2.3.9

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening Giessenlanden 2014 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 10,90

2.3.10

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.10.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 110,00

2.3.10.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 110,00

2.3.11

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

2.3.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 110,00

2.3.11.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 110,00

2.3.12

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 110,00

2.3.13

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.13.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 110,00

2.3.13.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.13.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 110,00

2.3.13.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 110,00

2.3.14

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.14.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.14.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.15

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld door een externe dienstverlener

 

2.3.15.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 413,00

2.3.15.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport per uur,

€ 80,00

 

met een minimum van twee uur en een maximum van vijf uur per archeologisch bodemrapport.

 

2.3.16

Advies

 

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift of algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.17.1.1

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Intrekken aanvraag

 

 

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.3.1.1, 2.3.2.1, 2.3.3.1, 2.3.3.2, 2.3.4.1, 2.3.4.2, 2.3.7 of 2.3.8 doch voor het verlenen van de vergunning deze aanvraag door de aanvrager wordt ingetrokken.

€ 74,25

2.3.19

Niet ontvankelijkheid / geweigerd

 

 

Indien de gevraagde vergunning als bedoeld onder artikel 2.3.1.1, 2.3.2.1, 2.3.3.1, 2.3.3.2, 2.3.4.1, 2.3.4.2, 2.3.7 of 2.3.8 niet wordt verleend, respectievelijk de aanvrager niet ontvankelijk wordt verklaard in zijn of haar aanvraag.

€ 132,30

2.3.20

Intrekken verleende vergunning

 

 

Indien van een verleende omgevingsvergunning geen gebruik wordt gemaakt en de aanvrager met het oog daarop een verzoek tot intrekking indient, wordt een teruggaaf verleend van

25 %

 

van de onder 2.3.1.1 of 2.3.2.1 geheven leges.

 

2.3.21

Overschrijven van een verleende vergunning

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.25, tweede lid van de Wabo

€ 132,30

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.2.1

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Giessenlanden

€ 26,75

3.2.2

Vervallen

 

Hoofdstuk 4 Huisvestigingswet

3.4.

Vervallen

 

3.4.1

Vervallen

 

3.4.2

Vervallen

 

3.4.3

Vervallen

 

3.4.4

Vervallen

 

3.4.5

Vervallen

 

Naar boven