Wijziging Algemene plaatselijke verordening Gemeente Enschede

Wij stellen u voor te besluiten om:

de Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009 te wijzigen op de volgende onderdelen conform bijgevoegd besluit:

 

  • 1.

    de regels over het plaatsen van objecten in de openbare ruimte (Artikel 2:10 APV).

  • 2.

    de regels over openlijk gedrag bij of in gebouwen (Artikel 2:49 APV).

  • 3.

    de regels met betrekking tot standplaatsen (Artikelen 5:17 en 5:18 APV).

 

Inleiding

Hierbij wordt voorgesteld de Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009 (APV) te wijzigen. De aanleiding hiervoor is om een aantal beperkte en technische verbeteringen en correcties aan te brengen. De voorgestelde aanpassingen in de APV hebben betrekking op:

  • -

    het verbinden van een maximumtermijn aan voorwerpen in de openbare ruimte;

  • -

    de titel over openlijk gedrag bij of in gebouwen aanpassen in verboden gedrag;

  • -

    de aanvulling van de begripsomschrijvingen met het oog op standplaatsen nabij het stadion van FC Twente;

  • -

    het schrappen van de ontheffingsmogelijkheid bij standplaatsen;

  • -

    een verduidelijking ten aanzien van de overgangsperiode voor standplaatsvergunninghouders.

     

Beoogd resultaat

Aanpassing van de APV op een aantal onderdelen.

 

Argumenten

1.1 de verkeersveiligheid in de openbare ruimte wordt hierdoor beter geborgd.

Bij het dereguleren van het product objecten in de openbare ruimte zijn in juli 2015 geen regels opgenomen voor wat betreft de tijdsduur dat een object in de openbare ruimte mag staan. Vanuit het oogpunt van (verkeers)veiligheid is het niet gewenst dat objecten langer geplaatst zijn dan voor het uitvoeren van de werkzaamheden nodig is. Een maximumtermijn van één jaar wordt hierbij als reëel ingeschat.

 

2.1 het opschrift van het artikel wordt ter verduidelijking aangepast

Het opschrift van dit artikel wordt verduidelijkt, door het begrip "openlijk" gedrag te vervangen door "verboden" gedrag. Het betreft een technische wijziging.

 

3.1 een aantal technische aspecten zijn nodig om het standplaatsenbeleid beter te kunnen uitvoeren

Op 2 juli 2015 heeft de gemeenteraad besloten om de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) te wijzigen en 10 vergunningstelsels te dereguleren. Onderdeel hiervan waren de regels over standplaatsen. Voor dit onderwerp is het vergunningenstelsel afgeschaft en vervangen door algemene regels. Het college heeft op 1 september 2015 de bij de APV behorende nadere regels vastgesteld. Met het vaststellen van die nadere regels zijn locaties aangewezen waar (tijdelijke) standplaatsen kunnen worden ingericht, tijdens welke dagen de standplaatsen geëxploiteerd mogen worden en onder welke voorwaarden.

Er worden een aantal kleine technische wijzigingen doorgevoerd om de regels in de praktijk goed te kunnen toepassen. Zo is bijvoorbeeld de ontheffingsmogelijkheid om af te wijken van de algemene regels geschrapt (artikel 5:18). De reden hiervoor is dat met het dereguleren een bewuste keuze is gemaakt om exploitatie van standplaatsen privaatrechtelijk te regelen. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid aan marktpartijen overgelaten. Een publiekrechtelijke ontheffingsmogelijkheid past niet in deze systematiek.

Daarnaast is in artikel 5:18 verduidelijkt dat de reeds bestaande overgangsperiode van twee jaar voor bestaande standplaatsvergunningen een aanvang heeft genomen op 21 september 2015, zijnde de datum van de eerste vaststelling van nadere regels door het college, zodat niet een nieuwe overgangsperiode gaat lopen vanaf de datum van vaststelling van nieuwe nadere regels door het college.

 

Kanttekeningen

n.v.t.

 

Bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen

n.v.t.

 

Kosten, opbrengsten, dekking

n.v.t.

 

Communicatie

De wijziging van de APV zal bekend worden gemaakt in het Gemeenteblad via de publicatiesite van de overheid (overheid.nl). Daarmee treedt de wijziging tevens in werking.

 

Vervolg

n.v.t.

 

Bijlagen

1. Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009

 

Vastgesteld in de vergadering van 18 april 2016

De Griffier, de Voorzitter

R.M. Jongedijk dr. G.O. van Veldhuizen

Bijlage 1 Besluit

Besluit

Van de Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van

29 maart 2016, Programma Leefomgeving en Concernstaf, stuknummer 1600027206, gelet op artikel 149 Gemeentewet, vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009:

 

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009 wordt gewijzigd als volgt.

A. Artikel 2:10 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen in de publieke ruimte in strijd met de publieke functie ervan

1.Het is verboden om zonder melding aan het college, de openbare ruimte anders te gebruiken dan in overeenstemming met de publieke functie daarvan. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

a.Het beoogde gebruik mag geen schade toebrengen aan de openbare ruimte of de bruikbaarheid van de openbare ruimte nadelig beïnvloeden.

b.Het beoogde gebruik mag geen invloed hebben op het veilig gebruik van de openbare ruimte, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

c.Het beoogde gebruik mag geen hinder, overlast of gevaarzetting veroorzaken voor derden.

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen in de publieke ruimte in strijd met de publieke functie ervan

1.Het is verboden om zonder melding aan het college, de openbare ruimte anders te gebruiken dan in overeenstemming met de publieke functie daarvan. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

a.Het beoogde gebruik mag geen schade toebrengen aan de openbare ruimte of de bruikbaarheid van de openbare ruimte nadelig beïnvloeden.

b.Het beoogde gebruik mag geen invloed hebben op het veilig gebruik van de openbare ruimte, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

c.Het beoogde gebruik mag geen hinder, overlast of gevaarzetting veroorzaken voor derden.

d. Het beoogde gebruik mag niet langer plaatsvinden dan voor het doel waarvoor het voorwerp/object wordt geplaatst en in ieder geval niet langer dan 1 jaar.

 

B. Artikel 2:49 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:49 Openlijk gedrag bij of in gebouwen

1.Het is verboden:

a.zich zonder redelijk doel in een portiek of poort op te houden;

b.zonder redelijk doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen.

2.Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van zo'n gebouw.

Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen

1.Het is verboden:

a.zich zonder redelijk doel in een portiek of poort op te houden;

b.zonder redelijk doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen.

2.Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van zo'n gebouw.

 

C. De artikelen 5:17 en 5:18 worden gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:17 Begripsomschrijvingen

Standplaats: plaats gelegen in de openbare ruimte waar vandaan goederen worden verkocht, waarbij gebruik wordt gemaakt van fysieke middelen zoals een kraam of verkoopwagen.

   

Vaste Standplaats: het vanaf een vaste plaats voor bepaalde of onbepaalde tijd op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten.

Tijdelijke Standplaats: seizoensgebonden tijdelijke standplaats voor het verkopen van seizoensproducten.

Promotiestandplaats voor commerciële doeleinden: tijdelijke standplaats voor het verstrekken van informatie/samples met direct winstoogmerk, bijvoorbeeld het promoten van een product.

Promotiestandplaats voor ideële doeleinden: tijdelijke standplaats voor het verstrekken van informatie zonder direct winstoogmerk, bijvoorbeeld het verstrekken van informatie van politieke partijen, stichtingen).

Stadserf : gedeelte van de binnenstad van Enschede dat is afgesloten voor doorgaand verkeer.

 

Artikel 5:17 Begripsomschrijvingen

Standplaats: plaats gelegen in de openbare ruimte waar vandaan goederen worden verkocht, waarbij gebruik wordt gemaakt van fysieke middelen zoals een kraam of verkoopwagen.

Openbare ruimte : grond welke voor het publiek vrij toegankelijk is.

Vaste Standplaats: het vanaf een vaste plaats voor bepaalde of onbepaalde tijd op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten.

Tijdelijke Standplaats: seizoensgebonden tijdelijke standplaats voor het verkopen van seizoensproducten.

Promotiestandplaats voor commerciële doeleinden: tijdelijke standplaats voor het verstrekken van informatie/samples met direct winstoogmerk, bijvoorbeeld het promoten van een product.

Promotiestandplaats voor ideële doeleinden: tijdelijke standplaats voor het verstrekken van informatie zonder direct winstoogmerk, bijvoorbeeld het verstrekken van informatie van politieke partijen, stichtingen).

Stadserf : gedeelte van de binnenstad van Enschede dat is afgesloten voor doorgaand verkeer.

Stadionstandplaats: tijdelijke standplaats ingericht in de onmiddellijke nabijheid van het voetbalstadion (Colosseum) voor de verkoop van fanartikelen of snacks.

 

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:18 Standplaatsen in de openbare ruimte

1. Het is verboden een standplaats in te nemen tenzij wordt voldaan aan de door het college vastgestelde nadere regels.

2. Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van de locaties waar standplaatsen mogen worden ingericht, het gebruik en de gebruiksduur van standplaatsen.

3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid en van de Nadere regels als bedoeld in het tweede lid.

4. Voor standplaatsvergunningen die voor het in werking treden van de door het college vast te stellen Nadere regels als bedoeld in lid 3 zijn verleend geldt een overgangsperiode van twee jaar. In deze twee jaar behoudt de vergunninghouder zijn standplaats onder de voorwaarden vermeld in de vergunning. Na deze twee jaar vervalt de vergunning van rechtswege.

 

5. Voor de standplaatshouders die voor het in werking treden van de door het college vast te stellen Nadere regels als bedoeld in lid 3 zijn verleend ten behoeve van de minimarkten Lonneker en Boekelo geldt een overgangsperiode van maximaal twee jaar. In deze twee jaar zal met de vergunninghouders worden toegewerkt naar verzelfstandigde minimarkten. Na deze periode van twee jaar of bij verzelfstandiging van de minimarkten vervalt de vergunning van rechtswege.

Artikel 5:18 Standplaatsen in de openbare ruimte

1. Het is verboden een standplaats in te nemen tenzij wordt voldaan aan de door het college vastgestelde nadere regels.

2. Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van de locaties waar standplaatsen mogen worden ingericht, het gebruik en de gebruiksduur van standplaatsen.

     

3. Voor standplaatsvergunningen die voor het in werking treden van de door het college vast te stellen Nadere regels als bedoeld in lid 2 zijn verleend geldt een overgangsperiode van twee jaar gerekend vanaf 21 september 2015. In deze twee jaar behoudt de vergunninghouder zijn standplaats onder de voorwaarden vermeld in de vergunning. Na deze twee jaar vervalt de vergunning van rechtswege.

4. Voor de standplaatsvergunningen die voor het in werking treden van de door het college vast te stellen Nadere regels als bedoeld in lid 2 zijn verleend ten behoeve van de minimarkten Lonneker en Boekelo geldt een overgangsperiode van maximaal twee jaar gerekend vanaf 21 september 2015. In deze twee jaar zal met de vergunninghouders worden toegewerkt naar verzelfstandigde minimarkten. Na deze periode van twee jaar of bij verzelfstandiging van de minimarkten vervalt de vergunning van rechtswege.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

 

Vastgesteld in de vergadering van 18 april 2016

Naar boven