Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Duurzaamheidslening Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

 

gelet op artikel 14 van de Verordening Duurzaamheidslening Barneveld;

besluit:

 

vast te stellen de Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Duurzaamheidslening Barneveld

 

Deze nadere regels betreffen een nadere specificatie van de begrippen, het toepassingsbereik, de duurzaamheidsmaatregelen en de aanvraag.

I. Nadere regels behorend bij artikel 1: Begrippen

Alleen meerderjarige natuurlijke personen, die eigenaar-bewoner zijn van een bestaande woning en verenigingen van eigenaren kunnen de duurzaamheidslening aanvragen.

 

Alleen bevoegde vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties kunnen de duurzaamheidslening aanvragen.

II. Nadere regels behorend bij artikel 2: Toepassingsbereik

De regeling geldt voor bestaande eigen woningen in de gemeente Barneveld, die geschikt zijn voor permanente bewoning. Hieronder vallen ook woningen met een inpandige kantoorruimte van maximaal 135 kubieke meters.

 

Verder vallen onder deze regeling ook bedrijfswoningen, mits de duurzaamheidsmaatregelen uitsluitend betrekking hebben op de bedrijfswoning. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld monumenten) kan het college besluiten hiervan af te wijken.

 

In het geval van een verbouwing of aanbouw kan de lening aangevraagd worden voor het financieren van de energiebesparende maatregelen, die onderdeel zijn van de verbouwing of aanbouw, maar niet voor de verbouwing zelf.

III. Nadere regels behorend bij artikel 5: Duurzaamheidsmaatregelen

  • a)

    Warmtepomp

    Het betreft:

    • °

      Een warmtepompboiler voor het verwarmen van tapwater, bestaande uit een warmtepomp die warmte onttrekt aan ventilatielucht en een warmte opslagvat;

    • °

      Een gaswarmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C;

    • °

      Een elektrische warmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C.

  • b)

    Zonnepanelen

    Het betreft:

    • °

      Zonnepanelen met fotovoltaïsche zonnecellen en de daarbij behorende spanningsomvormer.

  • c)

    Zonneboiler

    Het betreft:

    • °

      Een zonneboiler voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmte opslagvat;

  • d)

    Kleinschalige windturbine

    Het betreft:

    • °

      Kleinschalige windturbine die geschikt is voor de stedelijke omgeving.

  • e)

    Gevelisolatie

    Het betreft:

    • °

      Gevelisolatie met een Rc-waarde, die groter is dan of gelijk aan 3,00 m2K/W en Spouwmuurisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2K/W.

  • f)

    Dakisolatie

    Het betreft:

    • °

      Dakisolatie met een Rc-waarde, die groter is dan of gelijk aan 3,50 m2K/W en de aanleg van een vegetatiedak.

  • g)

    Vloerisolatie

    Het betreft:

    • °

      Vloerisolatie met een Rc-waarde, die groter is dan of gelijk aan 3,00 m2K/W.

  • h)

    Raam isolatie

    Het betreft:

    • °

      Raam isolatie door isolerende beglazing met een Ugl-waarde, die kleiner is dan 1,20 W/m2K (HR++ glas), of

    • °

      Raam met kozijn Uw kleiner of gelijk aan 2,2 of

    • °

      Geïsoleerde buitendeur met U-waarde die kleiner of gelijk is aan 2,0 W/m2K.

  • i)

    Verwarmingsinstallatie

    Het betreft:

    • °

      Micro-warmtekrachtsysteem (met een minimaal rendement van 19%;)

    • °

      HR-ketels, Hre-ketels;

    • °

      Combi-zonneboiler voor het verwarmen van tapwater en voor ruimteverwarming met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmte opslagvat met een al dan niet geïntegreerde CV-brander;

    • °

      Pelletkachel;

    • °

      Pelletketel;

    • °

      Micro-warmtekrachtsysteem;

    • °

      Brandstofcel CV-ketel;

    • °

      Verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C.

IV. Nadere regels behorend bij artikel 6: De aanvraag

Per woningeigenaar of vereniging van eigenaren of maatschappelijke organisatie kan de duurzaamheidslening maar één keer per vier jaar worden aangevraagd.

V.

Deze nadere regels treden in werking op 26 april 2016 en werken terug tot en met 10 maart 2016. Op deze datum worden de Nadere regels voor de uitvoering van de duurzaamheidslening, in werking getreden op 4 juni 2010, ingetrokken.

 

Aldus vastgesteld op 7 april 2016,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

drs. D. Bakhuizen

Secretaris

dr. J.W.A. van Dijk,

Burgemeester

Naar boven