Gemeenteblad van Gemert-Bakel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gemert-Bakel | Gemeenteblad 2016, 4830 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gemert-Bakel | Gemeenteblad 2016, 4830 | Beleidsregels |
Nadere regels Re-integratieverordening ParticipatiewetGemert-Bakel 2015
gelet op het bepaalde in artikel 5 lid 1 van de Re-integratieverordening Participatiewet Gemert-Bakel 2015,
I Vast te stellen de Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet Gemert-Bakel 2015.
II In te trekken de Nadere regels Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Gemert-Bakel 2012.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1. In deze Nadere regels wordt verstaan onder:
een overeenkomst als benoemd in artikel 7: 610 Burgerlijk Wetboek;
de persoon uit de doelgroep die aanspraak maakt op ondersteuning of aan wie ondersteuning wordt geboden;
personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, Participatiewet;
uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en Nuggers niet ouder dan 27 jaar;
vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon, die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort;
niet-uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 6, onder a, Participatiewet;
g. Re-integratie instrumenten:
de voorzieningen die het college ter beschikking heeft voor het bieden van ondersteuning en voorzieningen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, Participatiewet;
een premie die wordt verstrekt met als doel een persoon via een regulier dienstverband in dienst te nemen;
de aaneenschakeling van re-integratie instrumenten, welke met de belanghebbende is overeengekomen, dan wel door het college aan de belanghebbende is opgelegd ter bevordering van de arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie;
Re-integratieverordening Participatiewet Gemert-Bakel 2015
het minimumloon, bedoeld in artikel 8 van de wet op het minimumloon en minimumvakantiebijslag;
een natuurlijk persoon of rechtspersoon in de publieke of in de commerciële sector die met de werknemer een dienstverband aangaat;
een persoon met wie een arbeidsovereenkomst is gesloten.
2. De begripsbepalingen van de Participatiewet alsmede van de verordening zijn op deze Nadere regels van toepassing, tenzij daarvan in de begripsbepalingen uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Hoofdstuk 2 Vormen van ondersteuning
Ondersteuning op het gebied van re-integratie is het geheel van activiteiten dat leidt tot arbeidsinschakeling. Deze ondersteuning kan worden gegeven door het aanbieden van een traject, waarbij zo nodig re-integratie-instrumenten kunnen worden ingezet of door het bieden van praktische hulp, advies of doorverwijzing naar andere instanties.
Een detacheringsbaan zoals bedoeld in artikel 8 van de Re-integratieverordening Participatiewet Gemert-Bakel 2015 kan aangeboden worden aan een werkzoekende met een arbeidsbeperking of een grote afstand tot de arbeidsmarkt met een verwachte en nadien vastgestelde loonwaarde van 30 tot en met 80% van het wettelijk minimumloon.
Het college kan aan belanghebbende een vergoeding toekennen voor de gemaakte kosten voor studiemiddelen ten behoeve van, door het college aangeboden, noodzakelijke scholing, voor zover het college de studiemiddelen noodzakelijk acht voor het kunnen voldoen aan de verplichtingen zoals bedoeld in de re-integratieverordening;
Artikel 2.6 Participatieplaats en scholing in combinatie met participatieplaats
Het college kan aan een persoon van 27 jaar of ouder zoals bedoeld in artikel 10a, eerste lid, Participatiewet, onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten met behoud van uitkering gedurende maximaal twee jaar. Dergelijke additionele werkzaamheden worden participatieplaatsen genoemd. Het betreft hier een participatieplaatszoals bedoeld in artikel 10 Re-integratieverordening Participatiewet Gemert-Bakel 2015.
Onder “'additionele werkzaamheden” als bedoeld in het eerste lid wordt op grond van artikel 10a tweede lid Participatiewet verstaan: primair op de arbeidsinschakeling gerichte werkzaamheden die onder verantwoordelijkheid van het college in het kader van deze wet worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid, en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Het college kan dit doen door dit expliciet na te gaan of de werkgever expliciet te laten verklaren dat er bijvoorbeeld geen recent ontslag heeft plaatsgevonden.
Bij een participatieplaats als bedoeld in het eerste lid moet sprake zijn van re-integratie, hieronder wordt verstaan dat de toenadering tot de arbeidsmarkt voorop staat. De belanghebbende moet baat hebben bij het opdoen van werkervaring of tijd nodig hebben om te wennen aan werk gerelateerde aspecten, zoals regelmaat.
Artikel 2.7 Participatievoorziening Beschutwerk
Met de participatievoorziening beschut werk zoals bedoeld in artikel 11 Re-integratieverordening Participatiewet Gemert-Bakel 2015 werken personen in een dienstbetrekking. Het gaat om personen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassingen van de werkplek nodig hebben, dat niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze personen in dienst neemt.
Het college verricht een voorselectie om te bepalen hoe een belanghebbende uit de doelgroep mogelijk in aanmerking voor beschutwerk komt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een diagnostisch instrument. Bepalend of iemand in aanmerking komt voor beschut werk is de begeleidingsbehoefte en niet de loonwaarde van deze persoon.
Hoofdstuk 3 Instrumenten voor de werkgever
Artikel 3.1 Stimuleringspremie
Voorwaarden voor toekenning van een stimuleringspremie zijn:
de stimuleringspremie wordt toegekend onder de voorwaarde dat de werkgever investeert in het verkrijgen van voldoende arbeidsproductiviteit van de werkzoekende. Dit wordt per werkzoekende afzonderlijk bepaald en vastgelegd in een plan van aanpak dat SMART 1 geformuleerd dient te zijn en gecontroleerd wordt op uitvoering door de klantbegeleider werk;
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 4.1 Ondersteuning gericht op nazorg
Het college kan aan werkgevers waarbij een persoon algemeen geaccepteerde arbeid heeft aanvaard, niet zijnde een vorm van ondersteuning als bedoeld in artikel 3.1, voorzieningen bieden gericht op nazorg.
Artikel 4.2 Schulddienstverlening
Het college kan een persoon uit de doelgroep voor een schulddienstverlening verwijzen.
Artikel 4.3 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
De onderstaande instrumenten kunnen ingezet worden voor de doelgroep Wsw als bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening zoals die gold tot 1 januari 2015;
Het college kan aan een persoon uit de doelgroep een voorziening gericht op bemiddeling of arbeidsinschakeling, waaronder begrepen een proefplaatsing, aanbieden. Deze bemiddeling kan onder meer zijn gericht op het verwerven van:
Hoofdstuk 5 Re-integratievergoedingen
Er kan een vergoeding verstrekt worden voor kosten die de belanghebbende moet maken in het kader van een arbeidsmarktgericht re-integratieactiviteit.
Het college kan op basis van een individuele beoordeling een vergoeding verstrekken voor noodzakelijke (verhuis)kosten bij arbeidsinschakeling indien belanghebbenden ter aanvaarding van arbeid in dienstverband moeten verhuizen, omdat, op basis van een individuele beoordeling, de afstand woon-werkverkeer niet overbrugbaar is.
Het college kan aan een belanghebbende een vergoeding toekennen voor de gemaakte kosten voor vervoer, voor zover het college dit vervoer voor de belanghebbende noodzakelijk acht voor het kunnen voldoen aan de verplichtingen zoals bedoeld in de Re-integratieverordening Participatiewet Gemert-Bakel 2015;
voor een reisafstand verder dan 10 km vanaf het woonadres van de belanghebbende kan een reiskostenvergoeding verstrekt worden op basis van de tarieven van het openbaar vervoer (2e klasse). Daarbij wordt uitgegaan van de dichtst bij het woonadres van belanghebbende zijnde halte van het openbaar vervoer. Openbaar vervoerkosten worden vergoed na het overleggen van de vervoersbewijzen en na het overleggen van een bewijs, dat de belanghebbende de trajectlocatie inderdaad heeft bezocht (bijv. een presentielijst).
indien de belanghebbende gebruik maakt van een eigen auto of een auto van een derde, bedraagt de vergoeding vanaf het woonadres van de belanghebbende € 0,19 per km, gebaseerd op de richtprijs van de Belastingdienst voor een onbelaste vergoeding per kilometer. Kilometers voor vervoer, worden vergoed na het overleggen van een bewijs, dat de belanghebbende de trajectlocatie inderdaad heeft bezocht (bijv. een presentielijst). De autokilometers worden gemeten van woonadres van de belanghebbende tot de trajectlocatie, met behulp van www.routeplanner.nl (kortste route);
bij gebruik van eigen scooter, brommer of soortgelijk vervoermiddel wordt bij een reisafstand van meer dan 10 km vanaf het woonadres van de belanghebbende een vergoeding van € 0,06 bruto per kilometer verstrekt. Kilometers voor vervoer, worden vergoed na het overleggen van een bewijs, dat de belanghebbende de trajectlocatie inderdaad heeft bezocht (bijv. een presentielijst). De brommer- of scooterkilometers worden gemeten van woonadres van de belanghebbende tot de locatie, met behulp van www.routeplanner.nl (kortste route);
aan belanghebbenden die in verband met het volgen van een re-integratietraject vanwege medische redenen gebruik moeten maken van een deeltaxi ontvangen een vergoeding van de werkelijke kosten na het overleggen van een bewijs, dat de belanghebbende de trajectlocatie inderdaad heeft bezocht (bijv. een presentielijst).
Artikel 5.4 Wijze van vergoeding indien openbaar vervoer redelijkerwijs niet mogelijk is en de belanghebbende niet beschikt over eigen vervoer
Artikel 5.5 Tussenschoolse opvang
Aan personen die in verband met het volgen van een re-integratietraject tussenschoolse opvang afnemen kan een vergoeding van de kosten verstrekt worden na overleggen van de facturen van de organisatie die de tussenschoolse opvang verzorgt en een bewijs, dat de belanghebbende de trajectlocatie inderdaad heeft bezocht (bijv. een presentielijst).
Voor de aanschafskosten van een computer wordt geen vergoeding verstrekt daar belanghebbende gebruik kan maken van de voorzieningen die beschikbaar zijn bij de bibliotheek of een scholingsinstituut.
Artikel 5.7 Overige vergoedingen
Er kan een vergoeding verstrekt worden voor de noodzakelijke kosten die de belanghebbende maakt en die te maken hebben met het aangaan van een (gesubsidieerd) dienstverband, zoals bijvoorbeeld legeskosten voor het verkrijgen van een bewijs van goed gedrag en kosten van inentingen die men moet maken als men in een ziekenhuis gaat werken. Dit onder de voorwaarde dat de (eventuele) werkgever deze kosten niet vergoedt.
Hoofdstuk 6 Gronden tot weigering of beëindiging ondersteuning
Het college zal geen stimuleringspremie of (onkosten)vergoeding verstrekken voor kosten waarvoor al dan niet door het college al een andere premie of subsidie wordt verstrekt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-4830.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.